Is kwal. fijne vette KOE een HUIS met T gg® Puike vette koe Laatste Lappenberichtü! Een CORNET in étui, IJzeren en Stalt STUIVERSZEEP. een stuk land genaamd „lasjesland" OoiergBleetenfle slacht e. t. Tmidai een van alle voorradige Lappen. Heldersche Machinale Brei-lnrichting W. F. m t Ml. Uit de hind te huur: K. S. DROS Gs., Oosterend. Nog slechts enkele dagen TOT UITKEERING BIJ OVERLIJDEN, Herstelplaats van Stoom- en andere Werktuigen. Met hans om RIJK te worden Feuilleton. Te koop Algemeene Vergadering Te koop: De prijzen zijn den winners toegezonden. gelegen achter Oudeschild. Adres te bevragen bureau Texelsche Courant. Be ondergeteekende bericht zijn geachten be gunstigers, dat h(j in de volgende week een van den heer D. J. Bruin zal slachten. Prezen als volgt; Lapjes, Soepvleesch en Gebakt 10, Stokjes 15, Biefstuk 60 cent, alles per 5 ons. in den Binnenburg a/d Burg, bewoond door den Heer C. Room. Te bevragen btj J. H. MOOJEN. van den Heer D. Bruin, Waal. Met aanbeveling, UEd. Dw. B. bljjft ondergeteekende voortgaan met de opruiming Haast n dus die van deze gelegenheid willen profiteered spot, spot prijzen. Aanbevelende UEd. Dw. D., ONDERLINGE MAATSCHAPPIJ „Vooruitgang is ons doel", te DEN BUROOP TEXEL. op Dinsdag, 1 FEBRUARI 1898, 's avonds 7 uur, in het HOtel „TEXEL" ten den Burg op Texel. Punten van behandeling; Verslag over 1897. Rekening en Verantwoording over 1897. Benoeming Commissie opname rekening. Verkiezing van een Commissaris. HET BESTUUR. Men wordt beleefd verzocht in de zaal NIET te rooken. zoo goed als nieuw. Te bevragen onder letter T. Bureau dezer courant. Spoorstraat 122 HELDER. Speciaal adres voor het breien, aanbreien en herstellen van koueen, sokken, borstrokken, broeken, truiên en alle andere wollen of katoenen kleedingstukken. L. RUMPFF. itt- Boodschappen worden aangenomen door R. BUISMAN, den Bnrg. IJZEREN VLETTEN te hnnr. 1 Be TREKKINGSLIJSTEN van de eerste groote geldloterij zijn verzonden aan de deelnemers. Op franco aanvrage aan de fabriek z|jn meerdere exemplaren, zoolang de voorraad strekt, gratis te bekomen. Hoofdstuk IX. Arme man/ Nog was hfj hier heer en gebieder, slechte éen woord van haar en h)j moest arm en onteerd dese schoone bezitting verlaten. Wat heeft u m|] te zeggen, mama? vroeg hfj nn, zoodra hö de kamer was binnengetreden. Toen Bertha schuw naar hom opzag, ontdekte zQ een diepe groeve tueschen zijne donkere wenkbrauwen. Denk eens aan, Gerhard, herinnert gö n nog •en zekeren Guetaaf Bretkorb? Guetaaf Bretkorb? Wie kan dat zön mama? Hfj behoort tot een zijlinie van onze familie- Er ie eens een Elebdch met een Bretkorb gehuwd, Von Bretkorb? natuurlijk. Daar twijfel ik niet aan. En wat wil die man van ons? klonk het koel. Hij was klaarblijkelijk nog onder den indrnk van zijn gesprek met Bertha. Hier is een brief van hem. Lsee maar eens, Gerhard. Het een* ongeduldige beweging nam hij den brief - Och, wilt |c hem niet voorlezen Ik kan dat schrift zoo slecht ontcijferen. Elsbach las nu met luider stem: „Het is een menschenleeftijd geleden, sedert ik Oostenrijk verliet en in Frankrijk mijn tweede va derland heb gevonden, en in al dien tijd hoordé ik niets van de bloedverwanten mijner gemalin, die acht jaar geleden is overleden. Doch nn zou ik toch gaarne Oostenrijks heerlijke landdouwen weder betreden. Zoudt gij, mijne genadige cousine, mij ook een kort bezoek willen veroorloven op uw kas teel, dat, naar men zegt, tot de prachtigste goederen van Neder-OostenrUk behoort? Onze dierbare Ber nard is reeds tot hoogere gewesten opgeroepen, zooals ik gehoord heb. Zöt gt) dikwijls alleen? Uw zoon is waarschtJnltJk meestal op reis? Mag ik van uwe welwillendheid vergen mfj eenig antwoord te doen toekomen Als ik kom, neem ik mijne benige dochter Carolina mede. Z|j heeft een sterk verlangen naar de Duitsche wouden. Ontvang intusschen de vriendelijke groeten van one beiden. Gustaaf Von Bretkorb. Parijs, Rue de N. Hotel "de l'Aigle." Zichtbaar ontstemd legde Von Elsbach den brief neder. Die zoetsappige toon mishaagt mt) vreeselfjk. Ik herinner m(j nu, dat ik wel eens van dien Bret korb gehoord heb. En als die Carolina zulk een verbazend verlangen heeft naar onze boBschen, dan ïec von mogen zij, wat mü betreft, gerust ergens heengaan, in plaats van hier te komen. Goede hemel, Gerhard, wij kunnen toet gelijk zoo onbeleefd zjjn. En zij zullen to niet eeuwig blijven, denk ik. Zonden z|j gend zt)n? Dat interesseert mij weinig. Wat zult gö antwoorden, Gerhard? Ik? Dat is uw zaak, mama. Men hee immers aan u geschreven, en niet aan mij. G(J z(Jt vandaag niet in eene goede stei Nu, ik zal dan antwoorden, dat w|j hen zuil wachten, maar dat z(J ons nader moeten bot wanneer z(J komen. Elsbach haalde de schouders op. Het hem vrij onverschillig te zijn, Nog iets, mama. Vanmiddag, na het"^ vertrek ik naar Weenen, voor eenige dagen. _e] De beide dames keken verwonderd op, r^e Bertha hier was, had Raming nog geen enke! voor een geheelen dag het slot verlaten. Wat gaat ge te Weenen doen Reeds een paar jaar lang heeft Hans Bpe er bij m(j op aangedrongen, dat ik hem e(>d> komen bezoeken, en op 't oogenblik gevoe1 jnist lust toe. Misschien maken wij dan n£ei beiden ook nog een reisje Bertba wendde zich at, z(j wist. waarom h(j3t nu heenging, hfi was boos op haar, h(J wantij b haar,het geheim van den grijsaard lag ne3 donkere schaduw tueschen heD, en maakti scheiding tusschen hen beiden. Elsbach trachtte op Bertha's gelaat te le«_ scheen hem koud en onverschillig, en een zon" gevoel overmeesterde hem: half van smart van toorn. En waarom wil zij mü den inhoud vai brief niet vertellen? Is het iets slechts?dezer_ drongen zich onwillekeurig bi) hem op. Kort na het diner nam hij min of meer vlr k afscheid van zijne moeder, Bertha zag hij ntePe H(J vermoedde niet, dat het meiBje zich in' kamer had opgesloten en dat zö, (oen zön i over het voorplein wegreed, in heete tranig barstte. Pr Veertien dagen later haaldé Elsbache epiro de vreemde gasten van het station. Op de hoo: - van hst kasteel stond, ondankB storm en regit6' slotheer, om de aankomenden te begroeten, t>al de oude dame en Bertha hen in het salon wac$ En weldra trad eene kleine, bewegelöke gJ-0 in gröze ruiechende zöde gekleed, gelaat en0f in een fijnen sluier gehuld, luid pratend, aan ElslM"' arm het salon binnen. Achter hen kwam eefd puient heer van ongeveer vöftig jaren, me gelaat en vroolök schitterende oogen, gevolgdW een dienaar, die een élégant koffertje droeg. Zet 't daar maar neder, Frans, zei hfi 16 het Fransch tot den bediende, waarna deziBf dadelök verwijderde. )c En thans eerst naderde Guetaaf Von Bretkoei dame, die hem en zöne dochter met koele blle opnam, de voorname aristocratische dame vond ill dikken heer met zön rood gelaat en de vele id terende diamanten aan zön overhemd, zön f. kleurige zöden das en dikke vingers nietlt s ympathiek. u En zöne Carolina? Onwillekeurig maakte meist Von Elsbach eene vergelöking tusschen Bsiii voorname, slanke gedistingeerde verscbönlng q;l onaangename gestalte van Carolina. Bretkorb's hoogdravende woorden werden t de dame met koude beleefdheid beantwoord, g] Thans ruischte de gesluierde gedaante ovei gladden parketvloer; met groote stappen trad" vader op zöne dierbare Carolina toe en stelds aan de onde dame voor met de woorden Dit is möne eenige dochter, möne dierbar*1 rolina. - Breng nwen groet aan nwe hoogveld oud-tante I Het meisje sloeg den sluier op en liet een ll geelgetint gelaat zien, dat niet bepaald leelök maar een onaangename indruk maakte doorl kouden glans der zwarte oogen en den trotifi trek om den bleeken mond. Ook zö droeg tali* diamanten: O, lieve tante, wat heb ik hiernaar veria* Ik kan het n niet zeggen I Dë dame liet toe, dat de lippen van het ffi' de haren aanraakten, maar zö beantwoorddif haar tamelök koel, en keek toen, als om hulp vr»A haren zoon aan, die met Bretkorb in gesprek *1 (Wordt vervolgd.) I «ntlpersdrak - LAM61VBLB DIBOOU- 26 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1898 | | pagina 4