Goedkoope
m
MANTELS,
Gaeps en Pelleriens,
Koolteer en
Bruine Teer.
MANTELS.
Luxe-Damespostpapier
m*
m
m
OotTanp een mute leuze
Dames- en Einder
Tiïbijgbaai.
W armoesstraat.
m
<8
m
Pb
fife
G. J. O. D. DIKKERS,
drie perceelen uitmuntend Weiland,
Zadelmakersartïkelen
Stroohoeden
Kunstmesthandel
DAMES!!
<3- b
Feuilleton..
publiek verkoopen
GEERT KIKKERT~
H. DALMEIJER.
Verkrijgbaar bij A. W. Koning.
Ph. VLESSING.
J. E. WINKLEB.
Boekh. REIJ, Burg.
Fabriek en Magazijn
N
gelegen in den polder Zuid-Haffel op Texel, genaamd:
.RAMMEWEIKJE," Sectie E, n°. 513, groot
0.16.70 Heet.,
.BENEDENVOORHUIS," Sectie E, n°. 516,
groot 1.84 70 Heet.,
en .VOORHUIS," Sectie E, n». 1199, groot
0.81.60 Heet.
Eigenaar de Heer J. FLENS te Texel.
tot zeer biliyke prijzen»
tegen zeer lage prijzen, a Contant 5>/0 korting.
Ondergeteekende bericht de ontvangst eener
groote partij ZOMERMANTELS, bestaande in:
Ceeps, Jaqnets en Pelleriens, in verschillende
qualiteiten. De prijzen zijn uiterst laag.
CONTANT 5% korting.
Tevens ruim voorzien ln de nienwste modellen
voor Dames, Heeren en Kinderen.
Aanbevelende, UEd. Kw. K.,
Ontvangen diverse soorten
"e
jaf
H
^3
o e
zijns vaders. Eu wat zijns positie betreft, hij
vrienden vinden, invloedrijke vrienden. Daarop
ik u mijn woord.
I
In de BAZAR daar moet men wezen, dit is vroeger reeds verteld.
Waar het NAAIMACHIEN is gebleven, daar was ik eens op gesteld
U dit even te vermelden, daar een ieder 't weten mag,
't Ging zoo zuiver als een stuiver, 't was verleden Donderdag.
Elf honderd acht en zestig was het nummer van 't Machien,
KETJE WEGMAN was het vrouwtje, die de B o n kon laten zien.
Maar nu zegt soms een van allen, wie mag KETJE WEGMAN zjjn,
Zij woont aan KE WAAL mjjn vrienden, heeft een winkel in het klein
En koopt zoo eens tusschenbeide goederen die zjj noodig heeft,
En ontving natuurlijk bonnen, die men elke kooper geeft.
Met twee bonnen won die moeder een zoo een prachtig Naaimachien,
Kaarom menschen loop vrij binnen, kom in de BAZAR eens zien.
Alles kan men daar toch koopen, wat men zoo al noodig heeft,
En de kans die staat nog open, dat men weder bonnen geeft.
Ke prijzen die zjjn onbegrijpelijk, alles voor een weinig geld,
't Wordt verkocht voor kleine winsten, daarom is 't zoo laag gesteld.
Iedereen wórdt goed behandeld, zoo 't in iedere zaak toch past,
Loop dan de BAZAR vrij binnen, dan verzeker ik U vast
Kat gij geen berouw zult hebben van hetgeen U heeft besteed,
En verzoek U daarom vriendelijk, de BAZAR toch niet vergeet.
Notaris te Texel,
zal, op VRIJDAG SO HEI 1898, 's-avonds
7'/, uur in het Hötel wTexel" aan den Bueg,
beveelt zich aan, even als andere jaren, tot het
BEKLEEDEN van Canapé's, Stoelen en verdere
artikelen! Tevens ruim gesorteerd in alle
op driemaandeljjksche accepten met en zonder
borg. GELD tegen hypothecaire zekerheid met
voldoende overwaarde.
THOHASPHOSPHIAT met 19% phosphorzuur,
CHILI SALPETER, KAÏMT en SCPERPHOS-
PHAAT.
BV" Zoo noodig wordt ook crediet) verleend.
in elegante doozen.
van
33
«.f.sronazooB
«UM4AB
s
Hoofdstuk XVU.
Naar dan bankier Erdmann.
Ah, Ah/ En wat wilt gij daar gaan doen?
vroeg da majoor verwonderd.
Ik heb de ernstige taak op mij genomen, dé
onschuld van Frits Hendriks aan het licht te brengen
en het daar heen to leiden, dat hij voor da geheele
wareld weder in ztjn eer wordt hersteld.
De majoor stond geheel versteld.
Dat wilt gtl doen? G)j? Kent g(j dat jongemensch
dan, mijnheer Brauning?
Door één van die zonderlinge toevallen, die in
het menscheltjk leven dikwijls zulk een groote rol
spelen, kwam ik in aanraking met Frits Hendriks,
den verloofde van uwe dochter.
De onde officier hief fier het hoofd op.
Dat was h(J, thans is hfj het niet meer, klonk
hat op trotschen toon.
En waarom is hQ het niet meer?
Als gt) Hendriks kent, mijn waarde heer, dan
moet gf] ook op de hoogte zijn van zijn geheele
levensgeschiedenis I antwoordde de majoor scherp.
Ja ik weet alles, want ik was de verdediger
van zijnen ongelukkigen vader.
Weina dan zult gtj toch ook begrijpen, datmtJne
dochter nooit zQn vrouw kan worden.
Neen, dat begrijp ik niet, mijnheer Loran.
Frits Hendriks is de eerlijkste en rechtschapensta
jonge man, die ik ooit heb laarén kannen. Het sou
wreed ztjn bam to dosn bóóten voor bat vargrtjp
De majoor wist niet wat hierop te antwoordei
Thans wil ik u tfjd laten om deze papU
ongestoord door te lezen. Zoo gij mij in een of ai
opzicht noodig mocht hebben, is hier mijn kaarL
Hoelang blijft g(j hier in Berlijn? BOl
Tot het mij gelukt ie, de onschuld van
jongen man te doen bltJken.
En wanneer u dat niet galukt
Daaraan twijfel ik niet. Want ik, die vast
zijn onschuld overtnigd ben, zal niet eer rusten.
Toen de rechtsgeleerde vertrokken was.verkei
de oude man in een toestand van opgswondsnb
die onmogelijk te beschrijven is.
Zijne oogen schitterden en om z(jn mond spet
een eigenaardige glimlach.
Ik ga het haar dadelijk zeggen, zeideh(j, en iQeJ
vluggen jeugdigen tred, zijn vermoeidheid was
met een tooverslag verdwenen, ging h|j naar
kamertje zijner dochter. de
Hé, Johanns, kom toch eens bjj mij. Ikhebul
heel belangrijks te vertellen.
Onverschillig legde het meisje haar naaiwerk v£e
en keek haren vader aan. Nu eerst zag zij jnDj
opgewonden hij was. j t
Ie het zoo gewichtig papa?
Nn kom maar eens mede/
Toen z(j weder in de woonkamer waren, klonk I
weder op een toon als van een commando: Zoo et
zitten, daar naast mij, zoo. En geef mi] nu atirl
antwoord. aga
Wat zondt g(j zeggen, als gij op eens een vod at
name dame, een rijke erfgename waart? t e
Johanna moest eerst glimlachen over het <1wl.7h
idee haars vaders. Toen zeide z(j kalmTen eerL-J^
is dat een onmogelijkheid, en bovendien, verlang
niet naar rijkdom, nn ik al m|jn levensgeluk h
moeten opgeven.
De majoor gevoelde dat hij weer driftig begon dal
worden. Maar bfj wist zich toch nog te bedwing? i
En ik zeg n meisje, indien gij wilt kunt jn,
morgen op dit uur reeds een rijke en vooraan nt
dame zijn, die te beschikken heeft over een prachtjd
kasteel, een schitterende équipage, een groot aant„rc
bedienden en
Papa, ik begrijp u werkelijk niet. Hoe ki8™
een verstandig mensch zich znlke dwaze droot8"
beelden in het hoofd halen? >tel
Ik ben b(j mijn volle verstand en het is gains
dwaas droombeeld, zooals g(j in uwehooge wtlsheTe
gelieft te zeggen! riep de majoor nu toornig. I
lees mt) nu deze bladen voor, dan zal ik wel ni«
meer hooren van „dwaze droomen" en van //m«
schen zonder verstand./
Dit geiegd hebbende nam hij in hoogst vooraan
houding weder plaats in z(jn fauteuil.
Johanna daarentegen gevoelde zich zonderlit
getroffen door de woorden en gebaren haars vader
BQna aarzelend nam z(j de papieren in de hand. Igu
de majoor moest nogmaals zeggen: 93
Zult gij eindelijk eens beginnen, meisjei0
Dit was nu reeds het vierde oogenpasr dat „hi»r
Geheim van den doode" las en in bet hart van el 2o
der levenden waren er andere gewaarwordingeIel
door opgewekt. jm
Slechte majoor Loran luisterde naar deze onthnJn
lingen in groote verrukking en met een onbeschrton
felfik welbehagen,,, immers iedere regel wee voo g
hem een nieuwe verzekering, dat een groot fortune
hem toelachte
3te
Bijna de geheele namiddag was voorbij, toen hi0i
meisje de papteren nit de hand legde. Op Johanna1^
zachte trekken lag onverholen ontroering, ja telle
ontsteltenis ]gi
Nu meisje, wat hebt g|j nu te zeggen? riep d00!
majoor zegevierend. Welk een schitterend# toekomst^
- Het verheugt mi), om uwentwil, papa, anta5
woordde zQ met zachte stem. y
- Zoudt gt) misschien wei zoo goed willen zQnet
mij te zeggen, welke redenen gij hebt om zota
droefgeestig te z|jn? M(j dunkt, dat het nu toch eao^s
is om tot verstandige gedachten te komen, vindt gfati
dat zelf ook niet?
Nu sloeg Johanna de oogen naar hem op.
- Over mijne gedachten beeft u toch niet ti
bevelen papa, en u kunt mij ook niet meer ontnemei
dan u mij reeds ontnomen hebt Ea ik herhaal h«
om uwentwil verheugt mi) die rijkdom, die thani
uw leven, dat tot heden zoo vol zorgen was, xl
veraangenamen en verhelderen.
Hare stem klonk zoo zacht en droevig, dat ied«
ander er door geroerd zou geworden ztjn, maar d\,tl
majoor wilde niet weekhartig worden.
NeeD, nu moest er een voorname schoonzoo:
komenniet zoo'n arme klerk, xoo'n armzalige
hongerlijder... en weder begonnen zijne oogen ti
glinsteren en speelde er een geheimzinnige glimlacï
om zijnen mond.
- En luister nu eens kind. Nog heden zal ik onn
woning opzeggen, en morgen ga ik op reis naai
Oostenrijk om met baron Von Elsbach te spreken.
G(j blijft intusschen hier onder bescherming vat
mevrouw Kürtrow.
- En wat wilt n b(J baron Von Elsbach gaat
doen?
De majoor keek haar aan, alsof hi) begon te twfj
falen of zijne dochter nog wel in het volle bezit vat
bare geestvermogens was.
Waarschijnlijk zal ik hem zeggen, dat ik niet
ongenegen ben mijne erfenis te aanvaarden, klooi
het spottend.
{Wordt vervolgd.)
Sn elpen druk - LANGEVELD DE ROOU - Texil