I een Kachel. glIMBI-VIimi. MARINE. WINTERGOEDEREH, In BUIS, staaiie ti de Biemtraat 1. Groenten hö Aardapjèa) 5. Groenten ei VrueMen, 6. Bier, 7. Helt. 8. Wit Brood, Vullen-, Gestikte- ei HoltoiileteiiS! De Prijzen van Verkarfe's Waxine Lichten Deurwaarder C. DE WIJN, 30000 uitmuntende SIGAREN, zal op Zaterdag 8 October 1898, en SoeDttroenten. f L. schepen 2. Tart Spet, 3. Biivet, 4. Steenenplaats. J. DEKKER Jz. Feuilleton. VERGIFTIGD. 30 Cent per doos. 30 Cent per doos. E. G. VERKADE Zn. Amsterdam. Vit de hand te koop publiek verkoopen: G. J. O. D. DIKKERS, Openbare Aanbesteding Ill zQn van af 1 October met 5 Cent verlaagd. VERKADE'S WAXINE NACHTLICHTEN in doozen a 12, 10 of 8 stubs, elk 6, 8 of 10 uur brandend, kosten nu: VERKADE'S WAXINE THEELICHTEN in doozen A 12 stuks, kosten nu: Te bevragen bQ Wed. BRANS, Cocksdorp. zal, op VRIJDAG 7 OCTOBER 1898, en zoo noodig den volgenden dag, telkens des avonds ten 7 ure, in het Hötel „de Oranjeboomaan BEN BURG verpakt in kistjes van 60 en 100 stuks, van verschillende merken. Te bezichtigen in gemeld hötel oen uur voor den aanvang der verkooping, alwaar monsters tegen betaling verkrijgbaar zullen zijn. Notaris te Texel, 's avonds 7 uur, in het Café „Den Burg" alhier PUBLIEK VERKOOPEN: a/d Burg op Texel, kad. [Sectie K, n° 1502 groot 43 centiaren, bewoond geweest door wjjlen S. SCHIPPER. Het pand is alle dagen te bezichtigen: bij de Blrectie te Willemsoord, op MAANDAG 10 OCTOBER 1898, des voormiddags te 11 uur, van de levering van: van oorlog in ge noemde Directie, gedurende het jaar 1899. ten behoeve van het Marine-Hos pitaal te Wil lemsoord, gedu rende het jaar 1899. ten behoeve van de equi pages van Hr. Ms. schepen 9 A üPÜnnnplOTI van 00rl°s en het Marine- MIud|JPölUlii Hospitaal te Willemsoord, gedurende het 1ste half jaar 1899. Be voorwaarden van levering liggen gedurende de werkdagen op de gewone kantooruren ter Griifle der Marine te Willemsoord voor gega digden ter inzage. Be inschrijvingsbiljetten, ingericht overeen komstig Art. 4 der Algemeene Voorwaarden van aanbesteding van goederen en materialen ten behoeve van 's Rijks Marine, moeten vóór het uur van aanbesteding franco ter Griffie van ge melde Directie zijn bezorgd. Be ondergeteekende bericht de ont vangst van een aanzienlijke partij bestaande in: Roode, Bruine, Grijze en Jaeger baaien, Witte, Gekleurde en Jaegerflanellen, Sport- flanel, Egyptische Bevers, enz. enz. Groote voorraad geheel- en hallwollen gebreide TRICOT-ONDERGOEDEREN, zwarte en ge kleurde Mans-, Vrouwen- en Kinderkousen. DAMESROKKEN tn alle prijzen. Ruime keuze in LAGE PRIJZEN. 17 EERSTE DEEL. Hoofdstuk VI. Edward Crall koerde xieh snel om, nam de lamp van het aehrijfbnreau en naderde de denr. Bob had nog juist den tijd zich achter de deur te verbergen, toen Crall deze opende. Ik zal eens zien of Ralph is heen gegaan, zette Crill z|jn alleenspraak voort, en dan ga ik het fleschje halen, dat ik in de kast geborgen heb. Hjj ging voorbij zonder Pattycoat op te merken. Deze had voor alle zekerheid een revolver in de hand. Nu ben ik op een ontmoeting voorbereid, mom pelde hij, maar het is toeh beter dat hij mij niet ziet. Zoodra hij terugkeert - wat hij ongetwijfeld doen zal, want alvorens de groote reis te aanvaarden zal hij nog wel een laatiten lonkenden blik naar den brief willen werpen, die zijn wraak zal wezen zoodra hij terugkeert moet het licht op mij vallen, daar de denr mij maar halverwege bedekt Ik ben due genoodzaakt het toppunt van vermetelheid uit te voeren. Hij sloop de kamer binnen, die Crall zooeven had verlaten en waar nog een lamp op den schoorsteen stond. De met misdadigerswerk zoozeer vertrouwde schurk had in één oogopslag de geschikste plaats gevonden om zich te verbergen. In een oogwenk had hij zijn magere gestalte onder de canapé uitgestrekt. Toen Crall weder binnenkwam, kon Bob hem nit zjjn schuilhoek juist in het gelaat zien. Edward Crall ging langzaam naar de schrijfbureau en nam nit een kartonnen etni een klein flesebje, nadat hij de lamp weer had neergezet. Nu zal alles spoedig gedaan zijn, mompelde hij. Het verheugt mij maar dat ik Bob, dien schelm, het genoegen heb bedorven. HQ zal vreemd opkijken als de Beijersche politie hem knipt. Bob verstond hem en een onbeschrQfèlQkè grijns lach kwam op zijn gelaat; terwQl hQ dacht Heel goed, maar de politie zal die .aangifte niet op tijd ontvangen of in het geheel niet. Het fleschje dat Edward Crall in de hand had, was van zwart glas, want het bevatte een vloeistof die het daglicht niet goed verdragen kon. De scheikunde is toch een mooie wetenschap, zeide Crall. Het ie toch een zonderlinge gewaar wording als men bedenkt, dat ik nn nog volkomen gezond en vol levenskracht ben en dat ik doör het drinken van een weinigje van deze vloeistof binnen twee of drie seconden als lijk op den grond zal liggen. Hij nam den glazen stop van het fleschje. Bob zag alles, maar hQ vsrrotrdt zich niet. H(j had er geen belang bi) Crall van zijn noodlottig voornemen terug te houden, Met ijzingwekkende kalmte ikeek dè bandiet nit zQn schuilhoek naar hetgeen er verder zou gebeuren. Edward Crall zette zich in een fantenil en hield bet fleschje met vergift in de hand. Hij zat zoo dicht b(j Pattycoat, dat deze hem met de hand gemakkelijk had kunnen bereiken. De lange Bob zag Crall nu in het gelaat en kon eiken trek daarvan waarnemen, maar hij bewoog zich niet. Voor hem was de dood van den jongen man een gewenschte gebeurtenis, die hij kalm kon afwachten, Crall glimlachte en hief het vergift op. - Verwoest, geheel verwoest is mijn leven, mom pelde hQ, het is een nutteloos bestaan, waaraan ik hierdoor een einde zal maken. ZQ had mij kannen redden, zij de schoone gravin Olaria, maar zij heeil het niet gewild. Ook goed. Vervloekt zjj het unr waarin ik werd geboren, vervloekt zijn allen die er toe bijgedragen hebben mij tot een wild dier te maken. Ik moet van di aarde verdwijnen. Met een snelle beweging had hij het fleschje aan den mond gebracht en dronk het leeg. - De ellendige Bob zal vreemd opzien, stamelde Edward Crall met zwakke stem, HQ balde krampachtig de vniaten, een paar pQn- IQke trillingen gingen hem door het lichaam en Edward Crall zonk van de fauteuil op den grond. Het booze toeval wilde dat zQn reeds brekende oogen in hon laztsten blik vielen óp het bleeke gelaat en de loensche oogen van den langen Bob, die juist een weinig van onder de canapé naar voren gekropen was. Het was een vrssselQk oogenblik toen de stervende zelfmoordenaar den blik van zQn vQand ontmoette. Spreken kon hQ niet meer, maar zQn blik zeida meer dan dnizend woorden en op zQn tong, die reedt door den dood verlamd was, lag een verschrikkelQka verwensehing. Een ander zou in znlk een oogenblik gehuiverd hebben Bob niet. Met dierlQke onverschilligheid zag hQ den deodstrQd van Crall aan. - GQ hebt groot gelQk, mQn jongen, zeide hQ.gtJ hebt nu iets gedaan, wat anders de bond had mosten doen. Toen Edward Crall dood was, kwam Pattycoat uit zQn schuilhoek te voorschQn. HQ stapte over het IQk heen en ging naar het schrQfbnreau. - Deze brief zal zQn wraak op gravin Olaria zQn mompelde Bob. Nu, wQ zullen eens zien wat hQ op het papier geklad heeft. Pattycoat nam den brief op. - Verduiveld I riep hQ uit, hQ heeft den brief geadresseerd aan de redactie van eenzekerblad.dat steeds allerlei schandalen meedeelt. NubégrQpik. Pattycoat sneed het convert open en las den brief van den zelfmoordenaar. - Welk een aehurk, die Crall, mompelde hQ, een onvergelQkelQke schurk. Toen las hQ halfluid het volgende gedeelte uit den brief nog eens over. Want dat de gravin mQ innig beminde,blQkt ook hiernit, dat Olaria haar trotsche moeder over haalde, zich met mQ op alle openbare plaatsen te vertoonen. Van de heimelQke samenkomsten op een stille plaats, die ik met gravin Olaria had, wil ik nog niet eens spreken. De gravin beminde mQ, daarmee is zQ verontschuldigd." Bob Pattycoat viel zich zelf in de rede. - Zoó'n lasteraar, zeide hQ, nu, ik zal die goede gravin Olaria voor de onaangename gevolgen van e deze verdachtmaking behoeden. e HQ las voort: i //Maar ik moet mQ dooden, omdat ik de kraeht niet meer heb, als een ellendigen huichelaar tegen over mQn dierbare Olaria te staan. De jonge gravin zal zien dat ik beronw heb over hetgeen ik jegens haar misdreef. Het beronw heeft mQn dood tenge volge. MQn bekentenis is vreeaelQk, maar toch moet zQ worden afgelegd. Ik ben geen baronet en heet evenmin Crall, zooals ik mQ heb laten noemen. Ik heb verscheidene gevangènisstraffen ondergaan en ben lid van een internationals bende misdadigers, in de tuchthnizen van Engeland bekend onder den naam van Edward OreL Een medeplichtige vanmQ verbergt zich onder den naam en titel van lord Hallingfirst. TerwQl ik dit schrQf, is tegen lord Hallingfirst, allias Robert Pattycoat, bQ genaamd lange Bob, reeds een aangifte bQ de politie gedaan en Bob laa niet verder, (Wordt vervolgd,) SMlHHfelk - UMMTCbD Dl BOOU— Tanl 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1898 | | pagina 4