eenet Bnrmonhi
J. 0. B. DIKEXBS,
t
Tuin- ea Laaionvzadea,
J. II. MÖÖ jèn7
Vrian 17 Fatari 1899, 's avonds 7 er,
C. STOEFEER, apit nor Teiel.
VERGIFTIGD.
Bouwterrein wordt niet verkocht.
Do Makelaar J. fl. MOOJEN,
Een Boereohofstede
Te huur
publiek verhuren:
verkoop en:
publiek verkoopen:
om met Mei of later te aanvaarden
in de Parkstraat, aan den Burg.
Te bevragen by den eigenaar A. DE ROOIJ,
ZAANDAM, C 173.
Notaris te Texel,
zal, ten overstaan van J. R, G. CONINCR.
WESTENBERG, Notaris aldaar, op
in het Hötel .Texel" aan Den Burg
PUBLIEK VERKOOPEN:
Een perceel WEILAND, gelegen in de Hemmer,
groot 1,60,50 Heet.
Een perceel WEILAND, gelegen in de Mars,
genaamd Voorste Mars groot 0,88,80 Heet.
Een perceel WEILtND, gelegen in de Mars,
genaamd Achterste Mars, groot 0,90,30 Heet.
Een perceel WEILAND, gelegen aan den Kooger-
weg, genaamd Kikkertslandje, groot 0,40,00 Heet.
Aanvaarding direct.
Zal op DINSDAG 81 FEBBUARI as, 's avonds
7'/5 ure in het logement de Oranjeboom, a/d Bukg;
ten verzoeke van den Heer E. DUINKER,
Be
op
BURGEMEESTER van VLIELAND zal
HAANDAG den 80sten FEBRUARI a. s.
des morgens om tien uur,
voor 's Rijkswaterstaat, aldaar publiek contant
waaronder een party oplangers, knieën, huid
planken (van 5 tot 7 meter), ijzeren want,
puttingijzers, 8 groote ankers met90 vadem
ketting, 8 greenen masten en andere rondhouten,
een pompspil, ijzeren knieën, diverse kettingen
en hetgeen meer te voorschyn zal worden gebracht.
Alles afkomstig van het hier gestrande Noor-
sche schoenerschip Martha Elene,"
Be goederen liggen in de duinen te Vlieland
geschikt om van daar per as of per schuit te
worden vervoerd.
Ondergeteekende beveelt zich be-
leefd aan tot het leveren van
van den heer HOBBEL te OOLTGENSPLAAT,
bekroond op de landbouwtentoonstelling, Sent.
1897 te 's-Gravjcnhage, 'met den eersten prijs:
Verguld Zilveren Medaille.
H.H. Landbouwers vraagt prys en monsters
van GRAS- en ELAVEBZkDEN.
1. 0.94.70 Weiland Kruisweg b/d Burg:
2. 1.17 60 ld. de Toes in Spang.
3. 1.50.90 Id. ld. id.
Aanvaarding 20 Haart a.s.
Makelaar te Texel,
©UI
OIL,
in het locaal ,de Rijzende Maanaan BE WA AT.
I. Ten verzoeke van de Erfgenamen van
wijlen den Heer K. C. HANTJE.
met Stalling, Schnnr, Tuin
en Erf, benevens onderscheidene perceelen vrucht
baar Wel- en Hooiland, alles elkander annex
zeer gunstig staande en gelegen te Harkebuürt
in den polder Oosterend, Kadastrale Sectie B,
in de volgende perceelen:
H. A. C.
1. 012 40 Hnis en Erf, kad.n°226
2. 0 24 60 Bouwland 225
I. Combinatie 1—2.
3. 0 29 80 Weiland Erfje
4. 3 01 20 ld, Euiskoog
II. Combinatie 1—4.
5. 1 25 20 Hooiland Kleine Kamp
6. 149 30 ld. Groote Kamp
7. 1 14 60 ld. Riempke
8. 0 92 80 Welland Klorretje
III. Combinatie 5-8.
9. 117 80 Weiland Bakkersland
10. 166 40 ld. Paardenkoog
IV. Combinatie 9—10.
11. 1 36 00 Weiland Mart Janskoog
12. 199 70 ld, AntjePeetsland
13. 0 97 90 ld. Boetstuk
V. Combinatie 11—13.
VI. Id. 1-13.
14; 102 35 Bosch en Water de Kooi
in twee perceelen.
15. 140 30 Weiland Beoosten de Kooi
16. 147 40 Hooil. Benoorden de Kooi
VII. Combinatie 15 16.
17. 0 5410 Bosch en Water de Kooi
Slotcombinatie 1 13, 15 en 16.
Aanvaarding 20 Haart, betaling 20 Juni a.s.
Be bosschen kunnen direct aanvaard worden.
Kadastraal plan, opgave van huurwaarde, lasten
en alle verder gewenschte inlichtingen zyn ten
kantore van genoemden Makelaar te bekomen, j
224
227
259
1253
257
258
235
1413
228
229
232
1407«.v.
1547
238
14968.V.
TWEEDE DEEL.
52 Hoofdstuk IX,
Tegelijk merkte Adrian Fels op, dat hij een floscbje
van donker glas in de hand hield.
Het meisje was zoozeer in gepeins verdiept, dat
zij de aanwezigheid van den terugstootenden man
niet opmerkte, doch Carolus Berger naderde haar
en zeide:
Gabrislle, waar denkt gij aan
Gabrielle strekte haar witte handen afwerend
naar hem uit.
Wat wilt gö hior? klonk het van haar bevende
lippen. Uw macht over mij is ten einde, want ik
vrees niet meer vcor het graf. Leg my weder in
de kille aarde, waaruit gij mj te voorschyn hebt
gehaald, ik wil niet langer met n rondtrekken.
Groota God, zij is krankzinnig, dacht Adrian.
Carolus Berger voegde Gabrielle dreigend toe:
Ik geef u echter niet aan het graf terug, ik
heb u opgewekt, mijn elixir doet u voortleven en
dit leven
Dit leven is geen leven, maar een foltering,
viel Gabrielle hem in do rede. Laat mi) liever weer
dood zijn.
De man met het vamryrsgezicht lachte spottend,
hij hief de hand op en schudde hot donkere fleschjo.
Neen, neen, riep hö uit, gö moet en zult voor't
minst zoolang leven, tot ik vernomen heb wie
gö söt.
Da zonderlingè omstandigheden, waaronder ik u
vond geven mö grond te veronderstellen, dat ge
mü van onschatbare waarde zult zijn.
Zeg mö dan waar ge mö gevonden hebt, sprak
Gabrielle in groote opgewondenheid. Dat ik in een
doodkist heb gelsgen, weet ik reeds.
Maar wat is er gebeurd voordat men u in de
doodkist legde, dat moet ik weten, zeide Carolus
Berger. Ik vond u op een kerkhof. Toen ik het
bericht ontving dat mjjn broeder, die eenzaam op
een landgoed woonde, op sterven lag, vertrok ik
terstond daarheen. Urenver legde ik per as af, ik
moest mö haasten want mijn broeder Frits was rök
en hat was te vreezen, dat vreemden zich van mön
erfenis zouden meester maken. Om geen töd te
verliezen reed ik op een boerenwagen bQ nacht
door. Onderweg viel mön paard en brak een been
Ik sprong nit het rötuig en snelde in den nacht
voort. Ik wist dat het landgoed van mön broeder
niet ver meer af lag en wankelend en strompelend
sleepte ik mön vermoeide leden voort. Eensklaps
greep mön hand een özeren hek, maar tegelijk
voelde ik dat ik door een hard werktuig aan
het voorhoofd werd getroffen en ik verloor het be
wustzijn.
Adrian hoorde in s|jn schuilplaats hiti
verhaal van den directeur in «panning
brielle verroerde zich niet.
Carolus Berger was geheel in zön het
verdiept, met fonkelende oogen en zenuwcOÏ
van zön gelaatspieren zette hö zön verht=
Toen ik bökwam begon de dagri
breken, Ik lag op een kerkhof en kort
bevond zich een versch gedolven graf, m
tige aarde nog naast lag. Ondanks da t
die de wond aan het voorhoofd mö tt
stond ik op en ging naar het graf. Tom
keek deinsde ik met een kreet van ontu:
Gfl zaagt mö, viel Gabrielle hem in.
Ja, ik zag u in de geopende dood)'
;ste
De deksel was, zooals ik aan alle kent».'
koD, er met geweld afgenomen. Het denkt'
in mö op u tot het leven op te wekken,
over geheime natuurmachten en daardt.
het mö u onder de levenden terug te bit
Ot dat hadtgö niet moeten doen, zetö;,
Adrian begreep dat Carolus Berger b|
het geloof had doen ontstaan, dat hö aan bi0*
het leven teruggegeven had en dat h{
daarom ook weer zon kunnen ontnemen,1
Hoe kon echter een verstandig meisje
aan zulk eon leugen geloof slaan.
Adrian had geen tgd om daarover natlB
want het belangrüke gesprek werd voortj
Ik weet dat onbekende personen er
hadden uw doodkist te openen, herni:11"
Berger, en eveneens werd het mö duidsli*
onverwacht verschönen op het kerkhof de [®r£
ders bö hun misdadig werk gestoord ene101
gedreven had. Een van hen moet mp?1?
houweel 6en slag voor het hoofd gegeit
die mö op den grond vallen en het bewij?ez'
liezen deed. Welk doel hadden die manui!'
wat wilden zö met u aanvangen, die:*
waart en in uw graf laagt ir»
Zij lag reeds in het graf dacht di
Adrian Fels. Wanneer ik niet met zeker8™3
dat Carolus Berger geen vermoeden van' 9
"om
V
-es!
wesigheid heeft, dan zou ik denken, dat
de
een dwaalspoor wil brengen, maar nu kor 8'
geschiedenis zoor geheimzinnig voor. 99
Carolus Borger hernam:
De omstandigheid dat gö, al thans 89''
nog leeft, kon voor u en mö van veel
wanneer gö mö zoudt kunnen zeggen, t*
hoe uw ouders en verdere familieleden tr8t
Gabrielle maakte een wanhopig gebaar, ,z'
Hoe dlkwöis zult gö ing daarmee ncjP'^'
vroeg zg. Heb ik u niet reeds gezwcr
alles wat op mön verleden betrekking hei6'^'
vergeten heb. Ik herinner mö alleen dei^e
uren toen ik in de doodkist lag, alles b£C'a
er om mö heen gesproken werd, voelde
aanraakte maar mö niet bewegen kon. en^
Zö was schijndood dacht Adrian, enerV(
zö werkelök loeft houdt zö haar leven' Tr
schjjnleven. Zjj verkeert in een vreeaelji".*
verwarring. t'g
Gabrielle hervatteinde
Nog sidder ik, wanneer ik aan het des
dsnk, dat men de doodkist boven mö dictié VI
Ik wilde schreeuwen, om genade, om t ee
smeeken, maar mön tong en mön ledem?8^
verlamd, ook verloor ik het bewustzijn
eindelök de oogen weer kon openen, ston$e
mö, gö geboodt mö dat ik mö moest opri son
ik moest loven en u volgen. Tot hedesm
zonder weerstand gehoorzaamd... a'i
Tot heden, zeide Carolus Berger opd®Bg'
toon. Wilt ge het dan wagen mö verder
saamheid weigeren.
Ja. 1
Zö sprak dat eene woord zoo eenvoud®*
zooveel berusting in haar lot dat de oogenl i*
zich met tranen vulden. dl
mai
Hoofdstuk X. |ggB
Carolus riepuns
Dus gö wilt niet meer leven? C'ZOOï
goede gedachte zön, wanneer zö beviel, aic
bevalt zö niet, gö moet blöven leven 'udt
nogmaals van mön elixir drinken. ,et 1
Daartoe kunt gö mö niet dwingen,telde
Gabrielle. Ik ben het moede mö door Ju!
het land te laten rondleiden. Mfin schfltUei
voor mö een ondraaglijke last, ik wil v^MSte
ocgen sluiten. kt
(Wordt «o3. L'
ikt
Saelperadnek - LANGVELD k DE 8O0^ver
'ollei
ov»
Hffijs
5V0
vane
I VOI