P. 1203. Donderdag9 Maart. A". 1899. Nieiwi- en Advertentieblad* Binnenland* Dit blad venckynt Woensdag- en Zaterdagavond. AbeKxevaentsprijs per 8 maanden Voer sis Buna 80 Ote. - Franss per peet daor ge heel NraiBiAira 41 Cts. - Naar Ahseika en andere landen met verhessing der gerte'o. Advertentlin vóór 19 nar op den dag der nitgave. Prüi der Adeerientün Van 1 tot I regels 80 Ots. - Iedere regel meer 8 Cts. Greets letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. BewQsnnmmert S Ots. per nummer. 'ONNEMENTSN en ASVIRTENTIËN worden aangenomen bid de Uitgevers LANGKEVELB ft SE ROOU, ParkstraatBceö op Tbjel li TEXEL, 8 Maart 1899. Je laatste buitengewone vergadering in feet terseizoen 1898—99 bisld feet departement „het Nut" alkier opdea avond van Maasdag "i Als spreker trad bij die gelegenheid op 'toeer J. P. Smidts van Wieringen, die tot arwerp zgser lezing gekozen hnd„Het .lische," „de satire," „dé°fcumor." a de inleiding, waarin de spreker mede-. *'de, welke zaken hij voor eeae behandeling ,00a Nutsdepartemsat ongeschikt rekende hoe hij tot do keuze van het genoemde 'rwerp was gebracht, besprak bij eerst het lisehe, dat is, zeide spreker, volgens Jea* feet omgekeerd-verfaevene. Vorheven non wy het voorwerp, dat zich boven het OJlaagsshe verheft, b.v. de sterrenhemel, de an enz.; komisch daarentegen is het lagere, hoel gewone, dat naast hst verhevene .satst, onzen lachlust opwekt, pis voorbeeld van feet komische werd ge- nd de „Don Qoichotte de la Marscha van pi Spaanschen schryver Cervantes. Deze Qaishotte, een arm edelman, meende, p hg, zoowel om zijn eigen roem te ver en, als om zijn land nuttig te zgs, verplicht een dolende ridder te worden, dat by de s wereld moest ingaan om avonturen te en en eeuwige glorie deelachtig te worden, iij voegde de daad bij het woord. Gezeten ~ön magerea klepper, dies feij rossmante st'ide, giig bij, vergezeld van zijn schild- lï:p, een bijgeloovigen, niet snuggeren boer, 'ni- hem Sancho Panzo gefeeeten, op weg, bI# vocht tegen windmolens. Verder t!ide spreker als voorbeeld het treurspel: 118g Lear" van Shakespeare. Genoemde ig L>ar, die zich door zyne dochters, die °!>m het hebben te does was,liet vleien, 3t:, toen by oud was geworden, door zyne %en veracht en vermeden. Zgn trouwe 11(1 die dikwgls op eigenaardige wyze de 'leid zeide, verliet hem echter niet, maar 'öte en feielp feem. Scherpe tegenstelling LSvestigi«g van het gezegde, dat s vader ,nkkeiyker zes kinderen verzorgt, dan zes 18 ren éaen vader. ?e,t doel van de satire is de dwaasheden iet maatschappeiyk leven in hare naakt- Miten toon te steller. Toegerust met een p verstand weet de satirist vooral het si'e op te merken en nu den schynheilige, wolf in sehapevaeht, dan de schyBge- kli door bgtende spot te ontmaskeren. Als eeld der satire noemde de spreker het ix'mde werk van Jonathan Swift, „de reis '«ïulliver naar de Lilliputters." Dit werk in eenvoudige en natuuriyke taal, onder %asker van den grootsten ernst, eace ikeiyke satire op de menscheiyke dwaas- in het algemeen, met talryke uitvallen 0 godsdienstige», staatkundigen en maat- pelgken toestand van het Ecgelsche volk. r werden Dasiderius Erasmus, door zya ?ei der duisterlingen," Charles Dickens "oor zyn beschryving der kostscholen in 0f3las Niekleby" en vooral Heinrich Heine ten genoemd. By laatstgenoemden, be en seferyver, een Israëliet van geboorte, 25-jarigen leefiyd ie 1825 den Christelgkea *«t omhelsde, stond de redenaar in het Ier stil. Hg schetste hem als een man joote gaven, die zich niet alleen als au' Proz*sc'irtiveL maar ook als uitstekend door fijne ironie, meedoogelooze geestig- i niets verschoonendesatireondersckeidde. verder op gewezen te hebben, dat de tegenover het heilige en eerbiedwaardige keuren, ging do redenaar over tot de jb»g van „den Humor." Latyiscfee woord humor, zegt spreker, or:6** vocht, doch dit geeft ons weinig inlichting omtrent do befeekenis ervan. In letterkundigen zin is humor een mengsel van het ernstige en het komieke, dat op eene geestige wyze ingekleed en afgewisseld, nu een glimlach, das weder een traan ontlokt. De humorist weet de belasheiyke zgde van het sombere es indrukwekkende af te zien en ia woorden te brengen, terwyi hy tevens in het bsspotteiyke iets ernstigs ontdekt. Tot de beste humoristische scbryvers behoorea Jean Paul in Duitsehland, Scerae ea Dickens in Engeland. Msar ook ons vaderland heeft zijne humoristen, b.v. Hildebrand (Ba'-ts), van wien „het Diseoniehuismannetje" in herinnering werd gebracht, Frargris Haversehmidt, die „Familie ea Kennissen" schreef, Jonathan (Hazebroet), wier.s „Waarheid en Droomen" bekend is, Heering, die zyne „Overyselsehe novellen" gaf en anderen. Van de Genestet droeg spreker als voorbeeld van humor het stukje voor, dat „Naar de natuur" getiteld is. Tan slotte sprak de heer Smidts over den invloed der humoristen. Als ééa voorbeeld uit vele, wees hy er op hoe Dickens in „Piekw'ck" do vlied gevangenissen in Engeland bjschreef en schetste, hoeveel zy, die om schulden daar gevangen zaten, hadden te ïyden. En de overheid, daardoor wakker geschud, heeft den toestand dier arme gevangenen verbeterd. Doch is het algemeen stichten de humoristen veel meer nut, dan r_ .-3 vermoedt. Hun godsdienst, die der naastenliefde en der humaniteit had reeds grooten invloed ten goede voor velen en zal nog velen ten zegen zyn. De stilte, waarmede de uitgewerkte letter kundige lezing, welke van des sprekers groote belezenheid gotuigde, werd aangehoord en het applaus aan het einde ervan, waren den sprek- r de beste bewyzen, dat zyn stuk door zgn aandachtig gehoor zeer werd gewaardeerd. Als bgdrage gaf de heer Smidts een gedeelte van „Woutertje Pietersen, door Multatuli. Eiadelgk nam de Voorzitter weder het woord. Hy gaf een overzicht van dat, wat het Nut in den sfgcloopen winter gaf, bedankte den spreker en sloot daarna met een „tot weer ziens" de vergadering. Er wordt tegenwoordig door geheel Europa veel acht gegeven op het trekken en terugkeeren der verschillende vogelsoorten. Deze beweging gaat uit van de Hozgaarschs Ornithologische Controle te Budapest. Ia Ne derland worden daartoe zooveel mogelgk vol kome juiste ea betrouwbare gegevens verzameld door onzen eerstee ornitholoog M R. Biron Saouchiert van Ssbauburg, die daarvoor ook op ons eiland zijae maatregelen heeft genomen. Oudeschild, 6 Maart. Voor t-oo letterlek stampvolle zaal, had gisteren de laatste uit voering in dit seisorn plaats der rederykers kamer „H yj". Als gasten waren o.a. tegen woordig de leden der redery kerskamer tedeB Burg. De Heer Niessink hield een keurige openingsrede, die met luid applaus, als blijk van instemming werd begroet. Een boeiend tooneelstuk, „De Kleinzoon", door Reiger, werd daarna ten tooneele gevoerd. Ia dit stuk kwamen zeer tnffande passages voor, die nu en dan waariyk schoon werden vertolkt. In de pauze gaven de heeren F. K. Z9gel en P. Hoogerheide voordrachten ten beste van komischen aard, die wel de lachlust opwekten. Niet onverdiensteiyk werd daarna een biyspel opgevoerd, dat de vrooiyke stemming er wel in bracht. Over het geheel muntte ook deze voorstel ling door goed samenspel uit. Met het zingen van eeaige coupletten nam het werkend per soneel afscheid van het publiek, waarna de byeeakomst door dea Heer Niessiak werd gesloten. Eea der kunstlievende leden dankte het werkend personeel den voorzitter, voor alles wat de kamer in dezen winter had te genieten gegeven, terwyi ten slotte de Heer S. Vlessing Phz. namens de rederykerskamer te den Burg bedankte en den wensch uitsprak, dat tusschen beide kamers een band van nauwe vriendschap mocht bestaan. De Cooksdohp, 7 Maart. Ookte De Cocksdorp zijn de mazelen nu uitgebroken. In Zuid- Eierland neemt deze ziekte sterk af, terwyi in Midden-E Ierland zich slechts enkele gevallen voordoen. De Scheveningsche bomschuit „Maria", die eeniga dagen geleden zonder loods van hier is vertrokken, zit nu weder op eene der talrijke zandbanken in het Eierlandsche gat aan den grond. Er bestaat op 't oogenblik evenwel geen gevaar. Oosteeend, 7 Maart. Zondagavond j.l. trad in het kerkgebouw der Gereformeerden alhier met eene lezing over het: „Onderwijs aan Doof stommen" op, de Heer Oranje, Hoofdonderwijzer aan „Efrata," inrichting voor Christelijk onderwijs aan Doofstommen, te Lelden. Nadat de vergadering door den Weleerw. Heer Da. Rooseboom met gebed was geopend en de Heer OraDje met een enkel woord by zijn audi torium was ingeleid, betrad deze het spreekge stoelte, om met z|jne lezing aan te vangen. Na medegedeeld te hebben, dat „Efrata" de eenlge Inrichting in den lande ls, waaraan Christelijk onderwijs aan Doofstommen wordt gegeven, werd door den spreker geschetst de ellende, waarin het doofstomme kind zich bevindt en op welke wijze het verstand ontwikkeld kan worden. Door het gemis van het gehoor, ontbreekt ook de spraak, eene der gewichtigste factoren voor den mensch, ofschoon het vermogen om te spreken wel aan wezig is. Hoe denktnu het onontwikkelde doofstomme kind? Voorzeker ln beelden en niet in woorden, terwijl het zijne gedachten door gebaren tracht kenbaar te maken. Goddank, dat de Christelijke barmhartigheid zich ook reeds heeft uitgestrekt tot de doof stommen; voorheen des te meer paria's, omdat men meende, dat het zonde was ze te helpen. Men oordeelde toen, dat God dit kwaad over hen gebracht had en dat de meDsch zich daartegen niet mocht verzetten. Ook de kerkvader Augustinus zeide, dat doofstommen or geschikt waren omln den godsdienst opgeleid te worden. Dit dwaal begrip geraakt gelukkig meer en meer op den achtergrond. In de laatste helft der vorige eeuw werden de eerste scholen voor doofstommen gesticht. Men bediende zich eerst van de gebarentaal, de z g. Fransche methode, die zeer ingewikkeld en onbe- grype fik was. Deze leidde tot het handalphabet. Vervolgens kwam. de Duitsche of toonspraak- methode in gebruik, waarover Samuel Helneken een werkje: „De sprekende Doove" in het licht gaf, dat ln verschillende talen werd overgezet. Om tot de klanken te komen, bediende men zich van verschillende vochtmengsels. Az(jn bracht b.v. de a klank te voorschijn, enz. Doch al deze dingen zQn voorbijgegaan. Aangezien het gemis der spraak alleen in de doofheid bestaat, leert men de doofstommen thans om ln de gewone taal te denken en te spreken. De doofstomme kan van zich zeiven allerlei geluiden maken, doch geene verstaanbare. Door eene nauwkeurige verzorging van ademhaling en standen der spraakorganen kan men komen tot het uitspreken van klinkers en medeklinkers, waarvoor vele voorbereidende oefeningen noodlg z(jn. De medeklinkers worden geleerd met behulp van brandende lucifers, snippers papier, enz., terwijl om de klinkers te leeren, de leerling de eene hand aan de keel van de onderwijzer heeft en de andere hand aan eigen keel om de trillingen van het strottenhoofd te voelen en te vergelijken. Moeiefijk, zeer moeiefijk is het, om het zoover te brengen, dat de doofstomme vloeiend spreekt (de nadruk wordt door armbewegingen aangeleerd), doch met Inspanning gelukt het ten slotte, terwijl meteen geleerd wordt een ander te verstaan, door het afzien van het gesprokene uit de bewegingen van lippen, kaak en wangspieren. De beteekenis der woorden moet geleerd worden door aanwijzing van voorwerpen en teekenlngen. Zoo kunnen de gewone vakken van lager onder wijs onderwezen worden, zoo kan noen ook TEXEL3CHE COURANT. Ui rfl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1899 | | pagina 1