EIEREN.
STUIFKALK
30 CENT. BON!
J. BIJLOOS' Hoofd Eau de Cologne
Het slimme
Transvaalsche Boertje,
Stuiversseop, Stuiverszeeppoeder Sultanepoeder
"WAARSCHUWING.
De Stuifkalkfatriok
W. F. Stoel Zoon, te Alkmaar,
SCHOONMAAK.
Onovertroffen in qualitoit en veel goedkooper dan elk ander merk.
r voor Texel bij P. J. MENS, kapper en barbier, Parkstraat, den Burg.
Feuilleton.
De zesde Bede.
Am. DAKGEYELD,
De TRANSVAAL-BON
De Boeren met Engeland.
HEEMT DE PROEF!
J. BIJLOOS, Alkmaar.
J. E. WINKLER.
W voor de lezers van dit blad.
30 cent s^oc^':s ^et fraaie Uitgevoerde
LANGEYELD DE ROOIJ.
STUIVERSZEEP is een natuurlijke zeep, ze is niet kunstmatig hard
gemaakt. Ze is zacht voor de huid en onmisbaar voor de fijne wasch.
Men eische op elk stukje het woord STUIVERSZEEP, op elk pakje,
doosje of inwikkelpapier den naam „Naamlooze Vennootschap Ver-
eenigde Zeepfabrieken Rotterdam."
zijn gegarandeerd zuiver en onvervalscht.
3l_ Hoofdkantoor en Fabrieken
Zendt stiookjes v ooi ISTassanstraat HSTassaukade
31 Mei a- s- ROTTERDAM.
is door geheel Nederland bekend en beroemd; en met recht, daar dit
Fabrikaat sedert ruim 21 jaar heeft bewezen een zeer werkzame en geheel
onschadelijke hoofdwassching te zijn, die alle onreinheden van het hoofd doet
verdwijnen en de groeikracht van het haar in hooge mate bevordert.
Onmisbaar voor schoolgaande kinderen.
Laat U niet misleiden door namaakmaar eischt op de flacon den naam
Prijs per flacon 25, 35 en 50 cent.
Den kippenhouders woï'dt verzocht hunne
kippen te houden op hun eigendom.
Yan at 10 April a. s. verlangen de onderge-
teekenden geen kippen meer te hebben op hunne
landerijen. Zij die dit niet in acht nemen,
wachten zich voor proces.
C. YAN HEERWAARDE Cz.
JOH. KEIJSER Dz.
D. KEIJSER Dz.
EBjg8S§|g>fc De ondergeteekende belast zieh
gaarne met het publiek verkoopen
van roerende en vaste goederenwaarop voorschot
wordt gegeven en, zoo verlangd, met dadelijke
afrekening.
Verhuurt vaste goederen en transporteert
deze onderhands.
De ondergeteekende besteedt voor verselie
EIEREN f 2.25 per 100, van 20 stuks in 't Kilo.
KOOG.
van
levert tegen concurreerenden prijs
zeer FIJNE en WITTE
groot, folio plaatwerk voor ouden en prenten
boek voor de kleinen, geestige illustraties en
leuke, aardige bijschriften. Hierin ook de grap
pige MUILEZEL-HISTORIE.
Hoezee voor 't Boertje van Transvaal!
Dat England nu zijn list betaal!
Als Britsche trotsch van woede barst
En Rhodes op zijn tanden knarst.
En, zoo het onrecht toch verwint,
Ja, vrijheid wreed aan banden bindt,
Dan moog' een volgend Boerenzoon!
De Wreker worden van dien hoon,
Eens zal het recht door Englands val,
Weer zegevieren overal.
Die dag, o breek hij spoedig aan!
Én kroon' der Boeren leeuwenvaan!
Geheel Europa viert dan feest,
Als Englands macht er is geweest!
prentenboek; voor het mooiste
boek over den Oorlog van
Een nieuw pas verschenen gloednieuw boek
inplaats 60 ct. thans voor de lezers van ons
blad slechts 30 cent.
Y N; Y :''"-Y*Y' Y Y-
1.
De besteller Rif stempelde de brieven af, die
den volgenden morgen met de eerste post be
zorgd moesten worden. Rif was alleen op het
kantoor mot den jongen commies, die de courant
zat te lezen, zonder schijnbaar veel te letten op
hetgeen er in 't lokaal voorviel. Trouwens, er
viel eigenlijk niets voorhet eentonig' gestamp
werd slechts afgebroken door de hoestbuien van
den dienstdoenden stempelaar, die zeker weer
kou had gevat: „de kerel kan ook geen tochtje
verdragen," bromde de jeugdige lezer.
Het feit was, dat niemand den armen Rif een
goed hart toedroegvan den directeur af, tot
den minsten besteller toe, hadden allen wat op
hem te zeggen.
't Is een aanbrenger, zeiden de kameraads,
ofschoon zij geen bewijzen hadden voor bun
beschuldiging.
Een pluimstrijker, oordeelden de klerken
en commiezen, hoewel Rif zóó weinig spraakzaam
scheen, dat hij alleen bij hooge noodzakelijkheid
den mond tot spreken opende.
Ik geloof dat die man een oogendienaar
is, meende de directeur, maar hij kreeg nooit
rapport over verzuim of slordige plichtsvervul
ling van den onbeminde.
Iedereen wist, dat hun aller Chef, de heer
Krammer, den bewusten besteller niet lijden
mocht en dat verbeterde de gezindheid niet.
En nu, al maanden was de man sukkelend,
hij hoestte pijnlijk en snakte soms naar adem
en kon geen kachelwarmte en geen tabakslucht
verdragen lastig, zoo'n halven zieke in 't werk
te hebben, dat vonden allen. Meldde hij zich
dan maar bedlegerig, dan kon men ten minste
andere maatregelen nemen.
Maar Rif hield het bed niet en kwam zijn
dienst verrichten, hoe moeielijk het hem ook
wezen moest, de stijfkop, die geen uur wilde
vragen, omdat dan een ander zijn werk moest
doen, en dat niet van-harte zou gebeuren.
Rif had zorgen, groote en zware, schraalhans
was geregeld keukenmeester, want het weekloon
was lang niet toereikend voor vrouw en kinderen,
en dan onderhield hij nog zijn ouden vader,
dien hij niet in het armhuis wilde hebben.
Op die voorwaarde was hij ook getrouwd:
Vader blijft bij ons wonen, al krijgen wij
het ook nog zoo armoedig.
Zijne bruid had toegestemd en trouw woord
gehouden: de oude Rif hield het warme hoekje
aan den haard, een pijp tabak rookend en was
knap in de kleeren, en zijne schoondochter ver
deelde de beste brokjes tusschen de beide
jongsten en den zeer oude.
Maar de grijsaard was in 't oog van den
directeur eene ongepaste en bezwaarlijke weelde,
die een besteller zich niet mocht veroorloven
in het armhuis hadden de menschen het immers
zoo best, waarom kon de halfkindsche sukkel
daar niet heen F
Omdat ik moeder beloofd heb, vader aan
zijn eind te brengen, mijnbeer, had Rif eens
geantwoord, toen zijn chef daarover hem had
aangesproken, bij gelegenheid, dat Rif verzocht
had extra werk te mogen doen voor het kantoor,
een arbeid, die de directeur kon toewijzen en
afzonderlijk betalen. Gedurende eene week had
hij 't gevraagde gekregen, daarna nooit weer
niemand wist de reden.
Op dezen avond nu kwam de directeur toe
vallig nog eens op 't kantoor na het sluitingsuur
en begaf zich in zijne kamer, die aan het groote
werklokaal grensde. Onwillekeurig keek hij
daar binnen en zag den lezenden commies, die
bij de kachel zat en achter wiens rug Rif zijn
werk deed.
De besteller sorteerde een pak brieven en
de directeur zag boe hij een enveloppe nu eens
opnam, dan ze weer wegschoof, ter sluiks een
blik werpend op den courantenlezer, die nu
gerust zat te dutten, met het hoofd op de
handen.
Opmerkzaam geworden, door de verdachte
handelingen van den sorteerder, trok de directeur
zich iets verder terug, zonder den man uit het
oog te verliezen. Het volle licht der heldere
gaspit viel op het wasgele gelaat van den lijder,
die alweer den bewusten brief ter hand nam,
en hem tegen het licht hield, waardoor men
zien kon, dat het couvert niet gesloten was
en ook dat het meer bevatte dan gewoon post
papier.
Zeker geldswaarde, dacht de onzichtbare.
Juist! bankpapier, twee van vijf en twintig,
gelijk bleek, nu de besteller den inhoud voor
zich uitbreidde, steeds schuwe blikken naar den
slaper werpend, wiens zacht geronk zelfs door
den directeur, die vlak achter de glasdeur stond,
duidelijk geboord werd.
Nog stond Rif besluiteloos reeds had hij
een bankbiljet in de hand genomen en afzonder
lijk gelegd, reeds nam hij den voor de helft
beroofden brief weer ter hand, om met het
puntje der tong de gom plakbaar te maken,
reeds had de directeur de woorden „jou leelijke
dief," gereed, om daarmede het kantoor binnen
stappen, toen plotseling de besteller de enveloppe
neerlegde, het noodlottige geld briefje er opnieuw
inschoof, en met de duidelijke verzuchting
En leid ons niet in bekoring, den brief
naar het andere einde der lange tafel slingerde.
Maar verlos ons van den kwade, vulde de
chef onwillekeurig aan, en zijn besluit was
genomenniet ten tweeden male zou de man,
van wiens strijd en overwinning hij getuige
geweest was, aan zoo groote verzoeking bloot
gesteld worden.
Onhoorbaar trok de heer Krammer zich terug,
deed, alsof hij pas zijn kamer betrad, stak het
gas op en begaf zich met opzettelijk zwaren
stap naar het groote lokaal, waar nu de commies
met veel vertoon van ijver bezig was, den heil-
loozen brief volgens voorschrift te verzegelen
en er de woorden „ongesloten in de bus ge
vonden" aan de achterzijde op te schrijven.
Niets bijzonders, mijnheer Reede F vroeg
de chef.
Ik ben j uist bezig een brief met geldswaarde,
dien de besteller Rif open in handen kreeg, te
lakken, meneer, anders niet.
Nog wel met geldswaarde, wat is het
publiek toch slordig gelukkig dat ons personeel
zoo vertrouwd is jonge, jonge, geen kleinig
heid ook, zie ik, twee bankjes van vijf en twintig
't is toch onverantwoordelijk, dat de menschen
zulke brieven niet laten aanteekenen. Nu, enfin,
lak hem maar dicht
Al sprekende was de directeur achter in de
kamer gewandeld, waar Rif zijn zaakjes bij elkaar
pakte, en zich gereed maakte heen te gaan.
Nog nooit had mijnheer Krammer zoo goed
gezien, hoe ellendig de man er uit zag, hoe de
kleeren hem als een zak om 't lichaam hingen,
hoe hol en flets de oogen stonden en hoe beenig
het magere gelaat was.
Slot volgt.)
Gedrukt bij LANGEYELD DE ROOIJ, Teiei