AARDAPPELEN,
30 CENT. BON!
VERLOVINGS-
Openbare Aanbesteding
Het slimme
Transvaalsche Boertje,
Tabak- en Sigarenhandel.
Gekookte HAM en
Gekookte METWORST,
Voor de schoonmaak!
Zichzelf prijzen, kan een ieder.
Geprezen worden bewijst vo
Bruiloftsliederen, enz.
Bekendmaking.
MARINE.
De TRANSVAAL-BON
De Boeren met Engeland.
en Ondertrouwkaarten,
Ph. YLESSING.
Feuilleton.
De Zaakwaarnemer.
publiek aanbesteden:
VERPACHTEN';
g.f-ë
CLEVELAND S f(
IEGGSMEALofI
IEIERMEEL
E-s §L
ET
'voor de lezers van dit blad.
30 cent s^ec^9 fraaie Uitgevoerde
LANGEVELD DE ROOIJ.
Wed. M. BAKKERBakker.
verkrijgbaar bij C. VISSER, Slager.
Het Bestuur van den polder Eijerland zal op
Zaterdag' den 16 Juni aanstaande, in het lokaal
yan de Wed. THOMASSEN te de Cocksdorp
des avonds ten 6 uren
1«. de leverantie en het transport van 60 M3 keislag
2°. Idem Idem 90 grint.
3e. het maaien en schoonmaken van het kanaal,
de postsloot en de hoogezandskil.
4«. het teren der poldereigendommen.
het GRASGEWAS op de wegen van den polder.
Informatiën verstrekt de opzichter.
Het Bestuur voornoemd,
H. FLENS, Dijkgraaf.
J. P. NOORDIJK, Secretaris.
a a s'
9 O O
b-
W
sa
o q. g
0
O
O w
\v GEDEP0.MEER0
I HANDELSMERK
2 <t>
EL &->
e-t- 2-1 2 q-< £L<
8 o
p Q P O
top S-
CC 2 p
t" 2 rji ft,
-g"»®
1>*Ü bo'
sa
N
d o S)
O O aö
cb h, -
ri I K CD
o c jzj a
w.2
-• O
flOfiS B'fW
Is het eenig'ste krachtvoeder waardoor
ruim 230 eieren, per kip in't jaar verkregen
zijn, of van 18 vastzittende kippen van 1 Jan,
tot 31 Dec. '994041 eieren a 37» ets. f141.431/,
Voedingskosten 1 cent per dag en
per kip- 64.70
Winst in een jaar op 18 kippen f 75.737,
Zie belangrijke mededeeling in Algemeen
Handelsblad 21 Jan. Nieuws v. d. Dag 22 Jan.
Nieuwe Rott. 25 Jan. Telegraaf 27 Jan. j.l.
en in de Voedennetliode.
Vervangt alle dure kuikenvoeders."
Vraagt gratis Voedermethode en Attesten.
Waar geen Depothouder is, is levering recht
streeks door: Hoofdagentschap van Cleveland's
Egg'smeal, Barneveld.
Voor TEXEL wordt een
solied Depóthouder gevraagd.
bij de Directie der Marine te WILLEMSOORD
op Woensdag 13 Juni 1900, des voormiddags
ten 11 ure, van de levering der benoodigde
gedurende het 2e halfjaar 1900, ten behoeve
der equipages van Hr. Ms. schepen en vaar
tuigen van oorlog ter reede Texel en in het
Nieuwediep en voor het Marine-Hospitaal te
Willemsoord.
De voorwaarden van levering liggen gedu
rende de werkdagen op de gewone kantoor
uren ter Griffie der Marine te Willemsoord
voor gegadigden ter inzage.
Do inschrijvingen op gezegelde biljetten,
ingericht volgens artikel 4 der Algemcene Voor
waarden, moeten vóór het uur der aanbesteding
franco bezorgd zijn in de bus, geplaatst in het
Directiegebouw te Willemsoord.
groot, folio plaatwerk voor ouden en prenten
boek voor de kleinen, geestige illustraties en
leuke, aardige bijschriften. Hierin ook de grap
pige MUILEZEL-HISTORIE.
prentenboek; voor het mooiste
boek over den Oorlog van
Een nieuw pas verschenen gloednieuw boek
inplaats 60 ct. thans voor (le lezers van ons
blad slechts 30 cent.
De ondergeteekende bericht haren mede
ingezetenen, dat zij in het huis, vroeger bewoond
door Jb. RIJK een winkel in TABAK, SIGAREN,
THEE, BORSTELWERK enz. heeft geopend.
Beleefd gunst en aanbeveling verzoekende,
Texel, den Burg, Weverstraat.
worden spoedig en net tegen billijken prijs
geleverd door
LANGEVELD DE ROOIJ.
is ondergeteekende ruim voorzien van Karpet
ten, Vaste Kleedeng'oed, Loopers, wollen en zeil,
Matten, Kleedjes, Vitrages, Banden, Koorden,
Gordijnkatoen en Gordijnfranje en Kant.
Tevens ruim voorzien van de nieuwste Zomer
mantels. Contant 5% korting.
Aanbevelende, UEd. Dw. D.,
7.
Voor den duivel, moet ik het u dan rond
uit zeggen, dat hij op Jetje verliefd is; begrijpt
ge mij nu
Hoe weet ge dat, oom?
Hoe ik dat weet hm dat is u on
verschillig. Ik weet het. Henriëtte mag hem
niet lijden, dat weet ik ook. Maar dat zuchten
kan haar geen genoegen doen, daarom is het
beter dat hij maar blijft. Als men zooiets niet
bevordert, gaat het wel over.
Mag Henriëtte hem niet lijden? Nu,
oomge houdt wel van eene grap, en het is
geen zonde hem daarmede wat te plagen.
Vindt gij nu ook niet, dat het beter ware
als hij weg bleef, vroeg deze.
- Lieve hemel, dat hij op Henriëtte ver
liefd is, is toch geen misdaad: dat ben ik ook,
zij is ook een zeer beminnenswaardig meisje.
Maar als wij nu iedereen wilden wegjagen, die
op haar verliefd kon worden, zouden wij einde
lijk als kluizenaars moeten leven.
Neef! gij zijt bezeten? En dat zegt gij,
haar aanstaande echtgenoot.
Men moet liberaal zijn, oom! en doen,
alsof men niets bemerkte. Wantrouwen maakt
alles erger, en ijverzucht is het ware voedsel
van dat alles. Henriëtte zal vinden, dat ik
zoo toegevend ben, als een lam. Gij zegt immers
zelf, dat zij hem niet lijden mag.
Ja zij haat hem wel niet zij heeft
juist niet iets tegen hem maar hij staat
toch haar in den weg hij geneert haar
en als hij haar lastig isDe goede man
wist er niet meer uit te komen, maar scheen
meer te weten dan hij zeggen wilde.
Dat gaat wel over als zij maar eerst aan
zijn gezicht gewoon is. Het is een kwade ge
woonte, zich van iemands bijzijn te laten hin
deren; als men zich daaraan overgeeft, wordt
men eindelijk een menschenhater.
De justitieraad zag mij met groote oogen aan.
Ik zou wel wenschen, dat gij niet op reis
waart geweest, zeide hij, ik vrees, dat uwe
zedelijkheid er niet op gebeterd is. Ik ken u
niet meer, zoo zijt ge veranderd. En uw vader,
die altijd schreef, dat ge nog dezelfde bloode,
stille jongen waart.
Dat is zeer natuurlijk, oomik hen wel
eens met mijzelven in de war maar men ver
andert altijd eenigzins op reis.
In Berlijn zijt gij zeker zoo veranderd;
want aan uwen brief uit Weenen, dien uw vader
mij overzond, kon men geheel niet zien, dat
gij zulk een dolle, lichtzinnige jongen waart
geworden.
Ja, ik hen zeker dol en lichtzinnig, maar
geloof mij, iets sleolxts heb ik nog nimmer be
dreven. Ik laat mij maar al te gaarne door
het oogenblik medeslepen, zonder aan] de ge
volgen te denken.
Men moet aan de jeugd iets toegeven,
hernam hij. Dus heeft mijnheer in Berlijn die
windmakerij geleerd. Nu, wij zullen al het
verledens maar aan kant zetten. Ik hoop maar,
dat gij nu uitgeraasd zijt.
Och neen, ik ben nog zoo ver niet, maar
spoedig zal het geschied zijn, en ik beloof u
geene slechte dingen te bedrijven. Maar daar
entegen hoop ik op uwe toegevendheid voor
eene jeugdige onbezonnenheid al mocht uw
verstand die ook veroordeelen.
Gij zijt een gekke jongen, Karei! maar
boos kan men op u niet worden.
"Wees slechts altijd zoo welgezind jegens
mij, antwoordde ik, hem de hand drukkende.
Niet zonder reden vroeg ik vooraf om zijne
vergiffenis. Ik zou die spoedig genoeg noodig
hebben.
Ik bracht weldra het gesprek weder op Gus-
taaf Holm; en bemerkte dat hij eigenlijk niets
tegen hem had. Holm zou in alle opzichten
eene goede partij voor zijne dochter geweest
zijn, zoo hij niet sedert elf jaar vast besloten
had, haar aan zijn neet te geven.
Wij vonden de anderen bij den schommel.
Johanna was bezig aan een der stijlen een
papier vast te maken.
Wat doet gij daar, kind vroeg haar
vader.
Ik sla Kareis naam aan de galg, als eene
billijke straf voor al de zotheden, die hij heden
gezegd en gedaan heeft. Denk eens, mijn schom
mel heeft hij voor eene galg uitgescholden*
Nu zal hij daar blijven tot spot en schande
voor hem als hij weg is. Wij moeten toch iets
hebben, om aan hem te denken, als hij ver
trokken is.
Wij lachten en schertsten, en zelfs Henriëtte
werd spraakzamer. Ik had mij van Holm mees
ter gemaakt, met oogmerk om hem met zijne
geliefde bijeen te brengen, maar het voorzich
tige meisje ontglipte ons telkens. Ik drong
dieper het bosohje in, maar daar kwam plot
seling een bediende ons roepen, omdat er vreem
den tot bezoek waren gekomen.
Vreemden! Mijn bloed verstijfde in mijne
aderen. Vreemden, verraders, die mij of den
vervloekten neef kenden. Dat ziet er lief uit!
En mijne bijeenkomst met Henriëtte Was ik
slechts weg.
Vreemden? zei Hansje, dat is onaange
naam.
De bediende noemde den naam eener familie
uit de nabuurschap.
Vreemden zeide ik angstigken ik ze,
weet iemand mij te zeggen, of ik ze ken
Allen lachten en verzekerden mij, dat ik ze
niet kende. Het was eene familie, die zich
eenige jaren geleden uit Jutland hier neder
gezet had. Ik schepte moed en wij gingen
naar huis. Holm maakte van deze gelegenheid
gebruik, om afscheid te nemen; de justitieraad
verzocht hem niet om te blijven, en ik had met
mijne eigene zaken genoeg te doen.
Gelukkig had ik geen hunner ooit te voren
gezien. Het waren allen vervelende schepsels.
Wel honderdmaal zag ik op de klok, voorspelde
onweder en storm, en verhaalde van allerlei
ongelukken bij het laat in den avond rijden,
maar niets bracht het teweeg dan spotternijen
van Johanna, die eindelijk, toen zij werkelijk
heengaan wilden, hen drong om tot den avond
te blijven, alleen om mij te ergeren, ja, mij
daarbij riep en dwong om haar te helpen noo-
digen.
Wij gingen aan tafel. Henriëtte volgde mij
als een lam naar de slachtbank, en klaagde
weldra dat hare hoofdpijn nog niet opgehouden
had. Wat zouden de dames beginnen, als er
geen hoofdpijn meer was?
Ik kon geen twee woorden spreken die ook
haar buurman aan de andere zijde ook had
kunnen hooren. Eindelijk wikkelde ik dezen
in een gesprek met Johanna, maar zoo als ik
den mond wilde openen, om Henriëtte iets toe
te fluisteren, hoorde ik mijnen waren naam
noemen. Ik sprong bijkans op van schrik.
Dat is de rechte man, vervolgde de vreem
deling, hij neemt al het graan, dat ge hem
zendt, cn is zeer billijk in zijnen handel; ik
lieh hem jaren gekend.
Het was over mijnen vader, dat het gesprek
liep. Ik zal het onthouden, zeide de justitieraad,
ik kende dat huis niet, B. zoon, zegt ge?
Is zijn zoon de compagnon?
(Wordt vervolgd).
Gedrukt bjj LANGEVELD DE ROOIJ, Texel