Feuilleton V E RK O C II T. BIJVOEGSEL behoorenrie bij de Texelsche Courant van Donderdag- 4 October 1900. 12. Langen tijd bleef zij, met den adem inhoudende, staan luisteren. Maar dan stapte zij regelrecht op de deur van de zijkamer toe, waarbij het geluid barer treden door het tapijt werd ver doofd, en stiet de deur open. Maar ter zelfder tijd deed zij met een luiden gil eenige stappen achteruit. Wat nu Ziet ge al spoken op klaarlichten dag Schrikt gij voor uw eigen zoon als voor een geest terug? klonk het uit de zijkamer. Jk kwam van de achterzijde door den tuin en vond de achterdeur gesloten. Maar het venster stond open, on zoo vond ik het den eenvoudigsten weg daardoor naar binnen to klimmen. Ik vind, dat ge daarvoor volstrekt niet behoeldet te schrikken liet is in ieder geval nog beter, dat ik het gedaan heb dan een ander. Waarachtig, een ander zou wel gemakkelijker naar binnen gekomen zijn en zou zeker niet zooveel lawaai gemaakt hebben. Maar gij zijt niet alleenDaar is oom KeizerGoeden avond, oom Robert knikte door de geopende deur zijn oom toe. Gij hebt zeker het een ander met elkander te bespreken, en ik zal u dus niet storen. En de deur weder sluitend stapte hij met veel leven de gang in en ging de trap af. Willem Keizer had op de woorden van zijn neef slechts licht met het hoofd geknikt. Geheel vervuld met den ernst van hun beider toestand, zag hij niet, hoe hot gelaat van zijn zuster ernstige bezorgdheid verried, toen zij weer naar hem toekwam. De oorzaak was, dat de arme vrouw hevig geschrikt was van haar zoon. Als een bliksem straal kwam de gedachte in haar op, dat Robert alles kon gehoord hebben, wat zij met baai- broeder besproken had. En vooral door zijn verklaring van de wijze, waarop hij in huis gekomen was. Maar zij waagde het niet haar angst daarover aan haar brooder te verraden. Geruimen tijd heerschte er een doodscke stilte in de kamer. Willem Keizer was de eerste die sprak. Ik zal u eens iets zeggen, Autonialzeide hij met gedempte stem. Ik zal u den wissel geven. Probeer, of gij het geld daarop kunt ontvangen. Anders kan ik u niet helpen, want betalen kan ik evenmin als gij Antonia had zich van den schrik weer her steld. Maar betalen behoeft ge ook niet, Willem, dat heb ik ui gezegdantwoordde zij. Hier is alles wat ge noodig hebt. Wilt ge den wissel zelf schrijven Keen, doe gij dat maar. Ik zal er mijn handteekeiiing wel opzetten. Mijn handteekeiiing! herhaalde hij bitter, die vroeger goed was voor elk bedrag, thans op een wisseltje van driehonderd gulden! Met bevende hand schreef zij het formulier. Zij reikte het hem vervolgens over en hij schreef er met forsche letters zijn naam door. Robert zul er toch niets van gehoord hebben? vroeg hij, haar het papier en de pen weer ter hand stellend. Hoe zou dat mogelijk zijn? vroeg zij, hoewel zij zelf van het tegendeel overtuigd wns Hij zal eerst door het venster binnengekomen zijn, toen wij leven hoorden. Zijn gedachten waren intusschen alweder met geheel andere dingen bezig. -Ja! zeide hij, met moeite van zijn stoel opstaande- Hoe dat nog afloopen zal, weet ik niet! Ik hoop, dat gij daar werkelijk mede zijt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1900 | | pagina 3