N°. 1374.
Donderdag 8 November.
A®. 1900.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor ben Bürg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 nor op den dag der uitgave*
Prijs der Advertentièn
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel
PERSONEELS BELASTING.
De BURGEMEESTER van Texel maakt
bekend, dat door hem zijn afgekondigd en aan
den Heer Rijks-ontvanger ter invordering zijn
uitgereikt, de Kohieren no. 3 en 4 voor de
belasting op het personeel voor het dienstjaar
1900 en dat ieder daarop voorkomende belasting
schuldige verplicht is zijn aanslag op den bij
de wet bepaalden voet te voldoen.
Texel, den 3 November 1900.
De Burgemeester voornoemd,
H. W. DE JONCHEERE.
LOSLOOPEN VAN HONDEN.
De BURGEMEESTER van Texel herinnert
belanghebbenden aan het bepaalde vervat in
art. 24 al. 1 der Verordening van Politie voor
deze Gemeente, luidende
„Het is verboden honden in de gemeente te
„laten losloopen van 1 November tot 1 Hei."
Overtreding dezer bepaling wordt gestraft met
eene geldboete van ten hoogste f 25.
Texel, den 6 November 1900.
De Burgemeester voornoemd,
H. W. DE JONCHEERE.
TEXEL, 7 November 1900.
Evenals zoovele andere, was de jaarverga
dering van de IJsclub Maandagavond in het
hotel „de Oranjeboom" gehouden, zeer slecht
bezocht. Ofschoon het aantal leden volgens
de laatste ledenlijst ruim 80 bedraagt, was
de voorzitter genoopt toen na nog geruimen
tijd te hebben gewacht er niemand meer ver
scheen, de vergadering te openen toen er
behalve een deel van het bestuur (6 leden)
slechts 2 gewone leden aanwezig waren.
Geen wonder dat de voorzitter niet kon na
laten in zijn openingswoord zijn spijt er over
uit te drukken, dat de opkomst zoo uiterst
gering was.
Notulen van de vorige vergadering konden
niet worden gelezen, omdat ze niet waren
gemaakt door den vorigen secretaris, vandaar
dat dadelijk de secretaris voorlezing deed
van het jaarverslag, dat hij zoo welwillend
was ons ter overname in ons blad af te
staan en hetwelk luidde als volgt:
„Met zekeren schroom aanvaard ik de taak
u een verslag te geven over den staat en de
verrichtingen van de Texelsche IJsclub. Zoo
gaarne toch had ik in dit verslag willen wijzen
op maatregelen door de IJsclub genomen ter
bevordering van ijs- en sneeuwsport doch
geef eens vuur, als ge geen kruit, zet eens een
vuist als ge geen hand hebt. Nauwelijks raakt
de heele natuur in rust, nauwelijks trekt de
aarde zich het wollen sneeuwdek over neus en
ooren, nauwelijks leggen de wateren zich in
hun bed te slapen, of de IJsclub ligt op de loer,
om hare taak zoo getrouw mogelijk te vervullen.
Een van de voornaamste pogingen is geweest
in 't bezit te geraken van een ijsbaan. Een
peroeel land, toebehoorende aan den Heer A. P.
Koorn kwam in veiling en dat perceel land was
zoo geschikt mogelijk om het tot een baan in
te riohten. Het heeft niet mogen zijn. Latere
pogingen om met den nieuwen eigenaar den
Heer H. W. Keesom te onderhandelen mis
lukten evenzeer en zoo ziet het bestuur der
TeXelsche IJsclub nog maar steeds uit naar
zoo'n gewenschte bezitting.
Geen volk, zegt Jonathan, geen volk ter
wereld is ongevoeliger voor den zedelijken
invloed van het schoeisel op den geheelen mensch
dan de Nederlander. Trek den Nederlander
dansschoenen aan, gesp hem sporen aan de
hielen, rust hem uit met j achtste veis, sohoei
hem met de treurspellaars of den blijspelmuil j
gij verandert daarmede den man met. Hij
wordt daarom nog geen ware danser, ruiter,
jager of komediant. Hij blijft een Nederlander,
die danst, rijdt, jaagt of komedie speelt. Maar
geef den Nederlander een paar schaatsen onder
de voeten en hij is geen Nederlander meer.
Hij is schaatsenrijder, zoo geheel schaatsenrijder
als ooit een Spanjaard danser, een Engelschman
ruiter of een Franschman komediant was."
Intusschen loopen wij Texelaars hier kans
het recht op die reputatie geheel te verliezen.
Een blijk van leven heeft de IJsclub in het vori
ge jaar nog gegeven op 16 December werd een
prikslee-wedstrijd op de Groeneplaats gehouden
voor jongens van 12 tot 16 jaar en deze wed
strijd is zeer goed geslaagd.
In het jaar 1898 stond het Bestuur voor een
moeielijke vraag, nl. Wat moeten we doen P
Weer eene operette opvoeren om dan toch nog
den gezelligen avond aan de leden te kunnen
aanbieden? De opvoering van Duinroosje lag
nog versch in het geheugen en hoe uitnemend
ook geslaagd, kon het bestuur niet besluiten
de opvoering eener operette weer op het pro
gramma te stellen.
Onderhandelingen aangeknoopt met den Heer
Henri ter Hall en piet den Heer H. Schwab,
leidden tot geen resultaat en zoo werd besloten
een tijdperk van rust te nemen en het heffen
van contributie niet te doen plaats hebben.
Gedachtig aan de aangename avonden, die
van de IJsclub waren uitgegaan, besloot bet
bestuur in 1899 weer te willen trachten een
gezelligen avond te geven aan de leden der
vereeniging. De daartoe aangewende pogingen
hadden een gewenscbi gevolg en zoo werd 31
Januari uitgekozen als de datum waarop de
IJsclub zich van zijn schuldigheid, het geven
van een gezelligen avond, zou kwijten.
De operette „Een vrouw op schildwacht"
werd voortreffelijk vertolkt en van vele zijden
werd het bestuur geanimeerd te trachten
de IJsclub in het leven te houden.
Nog een paar mededeelingen over den toe
stand der vereeniging ben ik u verschuldigd.
Yan de afdeeling Werkverschaffing valt niets
te constateeren, dan dat zij in het bezit is eener
som van f 124,97, veilig belegd bij de Rijks
postspaarbank, terwijl zooals u uit de rekening
van den penningmeester blijken zal de IJsclub
het boekjaar eindigt met een batig saldo van
f 5.37'.
Het ledental, dat in 1897 nog 108 bedroeg,
slonk tot 82, hetgeen in de inkomsten eene
vermindering gaf van f 26.
Het onverschillig bedanken door enkele leden
en eenige andere leemten in het Huishoudelijk
reglement maakten eene herziening hiervan
noodzakelijk en weldra hoopt het bestuur hier
mede geheel gereed te zijn.
Sedert de vorige algemeene vergadering dato
13 October 1898 zijn in het bestuur twee vaoa-
tures ontstaan, een door het vertrek van den
Heer C. M. Koorn, die nu aan de beurt der
periodieke aftreding was en een door het ver
trek van den Heer C. A. liroekkamp, die in
1901 moest aftreden. Verder treden in dit jaar
af de Heeren J. C. Visser, J. Dekker en T.
Timmer, zoodat u straks geroepen zult worden
tot het verkiezen van 5 bestuursleden. Moge
uwe keuze zoodanig zijn, dat de toekomst der
Texelsche IJsclub nog langen tijd verzekerd
blijve."
Dit verslag werd met onverdeelde aandacht
aangehoord en de voorz. was ongetwijfeld
de tolk van allen toen hij den secretaris
dankte voor zijn keurig verslag.
Uit de rekening van den penningmeester
bleek, dat het aantal leden 82 bedroeg, dat
de vereeniging nog in kas had aan contanten
f 2,50» en op de rijkspostspaarbank f 2,87,
totaal dus f 5,37', terwijl voorde onderafdeeling,
de afdeeling werkverschaffing, nog ter rijks
postspaarbank was belegd een bedrag van
f 127,84.
In plaats van de heeren J. C. Visser, Jn.
Dekker, T. Timmer en C. M. Koorn, die
als lid van het bestuur moesten aftreden en
niet dadelijk herkiesbaar waren, werden ge
kozen de heeren P. Lap, E. Vlessing, J. de
Jongh en Ara. Langeveld; van de 3 eerst-
genoemden werd de mededeeling ontvangen
dat zjj de benoeming aannamen, terwfjl van
laatstgenoemde door bijzondere omstandighe
den niet dadelijk antwoord kon worden ver
kregen.
In plaats van den heer C. A. Broekkamp,
die wegens vertrek naar elders had bedankt,
werd benoemd de heer J. Rab Jz Sr., van
wie, omdat hij zich op reis bevond ook niet
dadelijk antwoord kon worden verkregen.
De voorzitter wenscht de benoemden geluk
met hunne benoeming en dankt de aftredende
voor hetgeen ze voor de vereeniging hebben
gedaan, terwijl hij daaraan de wensch toe
voegt, dat ze niet voor altijd uit het bestuur
zullen zijn getreden, doch daarin weldra weder
zullen terugkeeren.
Verder niets te behandelen zijnde werd
de vergadering gesloten.
Een aardig spaarpotje. Dezer dagen
kon men een bewoner van de Parkstraat
bezig zien zijn schoorsteen te reinigen. De
inhoud was in dit geval evenwel geen roet,
maarhoning. In 't voorjaar heeft zich
n.l. in dien vreemdsoortigen korf een bijen
zwerm genesteld en daarin zijn wintervoor
raad verzameld, ,,'t Loon verzoet den arbeid",
zegt het spreekwoord en in dit geval is het
zeker wel dubbel waar.
Als eene groote bijzonderheid, zeker
wel een gevolg van de zachte weersgesteld
heid van dezen tijd. kan gemeld worden, dat
de Heer J. Boon, hulp-postbode van den Hoorn,
Zondag 1.1. een eendenei vond, dat nog warm
en dus blijkbaar pas gelegd was.
Zooals zulks van den heer Van der A a
kon worden verwacht, konden de portretten
enz. begin dezer week door ZEd. alhier afge
leverd weder uitstekend de toets der kritiek
doorstaan en konden ze alleszins den naam
van goedgeslaagd en uitstekend afgewerkt
dragen.
Ook door dit werk heeft de heer v. d. A a
weder getoond den naam van uitstekend
fotograaf dien hij ook alhier reeds lang had
verkregen, ten volle waard te zijn.
Zondag a. s. heeft in het hötel „de
Zwaan", alhier, eene vergadering plaats van
de leden van den Bond voor Post- en Telegraaf-
beambten op ons eiland.
Ofschoon deze vergadering aanvankelijk op
een anderen Zondag was bepaald, schikte
het de meeste leden beter dit eenigszins te
vervroegen.
Den Hoorn, 2 Nov. De vereeniging „Leering
en Genoegen" hield heden haar eerste verga
dering in dit seizoen. Nadat door den President
de vergadering was geopend en de aanwezigen
waren verwelkomd, trad voor dien avond als
spreker op de heer J. de Jongh.
Op verdienstelijke wfjze droeg genoemde
heer achtereenvolgens voor „De hoogmoed",
van Laurillard, „Lachen en schreien", „Trouw
dag", „Met den guldenstrein" enz. Tot het
einde toe werd genoemde heer met aandacht
gevolgd. Zoowel het een als het ander liep
uitstekend van stapel en gaarne roepen w|j
den heer de Jongh een tot weerziens toe.
Koog, 4 Nov. Heden hield de rederijkers
kamer A.d.v.e.n.d.o. hare eerste openbare ver
gadering in dit seisoen. De stukken, die ten
tooneele werden gevoerd, n.l. „Dom en Ge
leerd", „Gefopt" en „Het Testament van de
Wed. Poot" vielen zeer in den smaak van
het publiek, en, hoewel zij twee flinke leden
door omstandigheid moest missen, was de
opvoering nog al bevredigend.
Groot was het publiek echter niet, slechts
een vijftigtal personen; doch onder hen be
vonden zich tooneelliefhebbers van andere
dorpen, hetgeen door het gezelschap zeer
werd gewaardeerd.
Verder werd de avond onder muziek en
dans zonder eenige stoornis genoegel|jk ten
einde gebraoht.
TEXELSCHE COURANT.