Door een drietal dames van den Burg
werd de muziekvereeniging Trinitas gisteren
aangenaam verrast door het aanbieden van
een zeer passend geschenk, bestaande uit
een fijnen, rijk met zilver gemonteerden di
rigeerstok.
Hulde aan hen, die zoo'n treffend bewijs
van sympathie hebben betoond aan Trinitas,
welke vereeniging door de uitstekende lei
ding en de muzikale talenten van haren
Directeur, den Heer S. Ylessing is geklom
men tot eene hoogte, voorzeker voor platte-
landsche plaatsen als den Burg, ongeëvenaard.
Dat de nieuwe dirigeerstok nog vele, zeer
vele jaren, door den Heer Vlessing als Direc
teur van Trinitas zal gehanteerd moge worden,
wenschen zeker zeer velen met ons.
Naar wij vernemen werd gisteren door
het bestuur van het Ziekenfonds alhier tot
directeur van dat fonds benoemd de heer P.
J. Zoetelief, die echter die benoeming nog
niet heeft aangenomen, doch de beslissing
daarvan nog een paar dagen in beraad wenscht
te houden.
Hedenmorgen geraakte, naar men ons
mededeelt, het paard yan den heer R. uit
Eierland, gespannen voor een kar, in de Nieuw-
straat op hol. Na door die straat te
zijn voortgehold, werd het ongeveer bij de
woning van den heer Visser tot staan gebracht.
Persoonlijke ongelukken kwamen erg9lukkig
niet bij voor, het tuig en de kar alleen waren
zeer beschadigd.
Als oorzaak er van werd ons opgegeven,
dat men voor de schuur van den heer C. R.
Keijser een mand briketten wat hard op de
kar wierp, waardoor het paard schrikte en
op hol sloeg.
Den Hoorn, 4 Maart. Hedenavond trad
voor een vrij talrijk pnbliek de Heer Hartog
en zoon op, met eene lezing over Transvaal.
Hoofdzakelijk met wat genoemde Heer zelve
had ondervonden, en van het begin tot einde
werd genoemde Heer met aandacht gevolgd.
Men kon het aan het aanwezige publiek zien,
dat het met lust den spreker volgde.
Na de lezing kregen we van denjongsten
zoon een paar Transvaalsche liederen, die
flink in den smaak vielen.
Waal, 4 Maart. Evenals op de andere
dorpen van ons eiland, had in de afgeloopen
week ook alhier eene vergadering plaats met
het doel, eene afdeeling te vormen van den
„Boerenbond". De vergadering werd geleid
door den heer J. N. Kikkert, die doel en
middelen duidelijk in het licht stelde.
Van de ruim 20 aanwezigen meldden zich
slechts 7 aan als lid. Volgens de statuten
moeten er 10 leden zijn, wil men eene
afdeeling vormen. Toen een der aanwezigen
met een opwekkend woord de vergadering
toesprak, kwamen er nog eenige leden bij,
zoodat eene afdeeling kon worden opgericht.
Tot leden van het Bestuur weiden gekozen
de HH. J. J. Bakker (Voorz.), J. P. Bremer
(Secr.), D. Bakker (Penningm.) en A. P. Eelman.
Zij, die lid wenschen te worden, kunnen zich
nu bij het Bestuur aanmelden. Nadat door
een der aanwezigen de HH. Kikkert, Bakker
en Bakker namens allen, dank was gezegd
voor hunne bemoeiingen, sloot de heer J. N.
Kikkert met de beste wenschen voor de
afdeeling „Waal" de vergadering.
Onze plaatsgenoot, de heer Th. de Jongh,
volontair aan de 'Openbare School alhier,
staat No. 1 op de voordracht voor onder wij zei-
te Uitgeest.
Koog, 5 Maart. Gisteren avond belegden
de H.H T. Bakker en S. Bakker, leden van
den Teselschen Boerenbond, eene vergadering
in het Café van R. J. Daalder met het doel
om alhier zoo mogelijk eene afdeeling te
vormen.
Nadat de Heer T. Bakker het doel en het
nut van den Bond had besproken, traden
terstond een 12-tal leden toe, waaruit tot
Bestuursleden werden gekozen de H.H. P.
List Jz., S. Daalder, M. Langeveld, A. Daal
der, K. v d. Werf en H. Maas Cz.
Het Bestuur benoemde tot voorzitter den
Heer S. Daalder, tot Secretaris den Heer A.
Daalder en tot Penningmeester den Heer P.
List Jz.
De Cooksdorp, 5 Maart. De visschers van
hier houden zich thans bezig met het visschen
naar alikruiken met de kor. De vangsten
loopen nog al uiteen. De prijzen loopen van
f 2 50 tot f 5. terwijl het ook wel voorkomt,
dat ze niet verkocht kunnen worden. Ze
kunnen dan evenwel op eene geschikte plaats
bewaard worden, daar deze schaaldiertjes niet
spoedig sterven, zooals met de kokkels wel
het geval is.
Oudeschild, 5 Maart. Met een gepast
woord door den heer Muller gesproken, wer
den de Heeren Hartog, vader en zoon, die
12 jaren te Pretoria hebben gewoond, bij het
publiek ingeleid. De opkomst had veel tal
rijker kunnen zijn, want de „Zeven Provin
ciën" had er best tweemaal meer kunnen
bevatten.
De belangwekkende lezing, door den Heer
Hartog gehouden, werd met groote aandacht
gevolgd. Men leefde als 't ware in den toe
stand mede en vooral de oorlogsavonturen
maakten grooten indruk.
Na de lezing gaf de jonge Hartog een paar
Transvaalsche liedjes ten beste, die zeer in
den smaak vielen.
Aan het einde bracht de Heer Muller aan
vader en zoon een woord van dank toe, dat
aller instemming genoot, zooals uit de luide
betuigingen en bijval duidelijk bleek.
De handelsbank, in het leven geroepen
door den Heer Zwier Visser, vangt eerstdaags
aan te werken, en zal op verschillende vis-
schersplaatsen, van het land filialen hebben,
terwijl het hoofdkantoor te Amsterdam ge
vestigd zal zijn. De administratie van hot
kantoor Helder zal worden opgedragen aan
den Heer W. A. Möller, zoon van het hoofd
der school alhier. De handelsbank stelt zich
ten doel zich zoowel met de verzending als
met den verkoop van garnalen, alikruiken,
enz. te belasten. Men gelooft op die wijze
betere voordeelen aan de visschers te kunnen
bezorgen.
De personen, betrokken in het geschil met
de firma Drughorn, die hen in de afgeloopen
zomer als bootwerkers naar Amsterdam liet
komen, hebben den Heer Zwier Visser ver
zocht voor hunne belangen te willen optreden.
De stukken, op deze zaak betrekking heb
bende, zijn bereids in handen gesteld van
genoemden heer.
Zaterdagavond werd hier brand ontdekt
in een mesthok, staande niet ver van bewoon
de huizen. Ofschoon t reeds laat was, waren
toch nog vrij spoedig eenige hulpvaardigen
bij de hand, die er in slaagden met enkele
emmers water den brand te blusschen.
Evenwel mag 't een geluk heeten, dat de
brand zoo spoedig werd opgemerkt.
Ratten zijn diefachtige dieren, naar men
weet, die tegenwoordig ook het terrein van
de haven onveilig schijnen te maken. Dezer
dagen waren ze zelfs in het vooronder van
een schuit gedrongen, waaruit zij het brood
en spek hadden weggekaapt, zoodat de eige
naars, toen zij in zee zich met een flinken
boterham wilden vergasten, tot de onaange
name ervaring kwamen, dat zij moesten vasten.
Er is nu tegen het roofgedierte eene waar
schuwing aangeplakt aan het havenkantoor
en omdat de publieke openie ratten met twee
beenen verdenkt, is tevens de policie van
het feit in kennis gesteld.
Te Oostzaan' werd bij een veehouder
onlangs plotseling,^ het op stal staand vee
ziek. Na eenige dagen stierf een der koeien
en moesten andere dieren worden afgemaakt,
na een verschrikkelijk lijden te hebben uit
gestaan. De door den heer Schaap ontboden
Rijksveearts, de heer Hannema van Zaandam,
constateerde na onderzoek, dat vergiftiging
plaats gevonden had door middel van loodwit
in het drinkwater. Alleen door boos opzet
kon dit vergif in het water zijn geraakt.
Het vermoeden bestaat dat een wraakzuchtig
persoon in den nacht van 26 op 27 Januari
op het erf van bedoelden veehouder geweest
is. In het in den stal aanwezige vat zou
het loodwit geworpen zijn. De zaak is, naai
de „Zaanl Crt." meldt, bij de justitie aan
hangig gemaakt.
Te Hilversum is het de laatste weken
herhaaldelijk gebeurd, dat men getracht heeft
huizen in brand te steken. In den nacht
van Zaterdag op Zondag alweer. Een huis
met rieten dak in de Yischsteeg raakte in
brand. Het bleek begoten te zijn met petro
leum; een flesch met petroleum werd in de
nabijheid gevonden. Een buurvrouw zag
iemand snel wegloopen. Te politie doet streng
onderzoek.
De heeren Smeenge, Roessing en Wil-
lingo hebben als amendement op het ontwerp
tot wijziging der Militiewet, voorgesteld, de
eerste zinsnede van art- 127bis te lezen als
volgt
„Aan de bij de militie ingelijfden kan op
hunne aanvrage in bijzondere omstandigheden
uitstel van eerste oefening of verblijf onder
wapenen worden verleend voor den tijd van
een jaar of een gedeelte daarvan. Dat uitstel
kan desgewenscht tweemaal met een jaar of
een gedeelte daarvan worden verlengd."
Een week of zes geleden vond te Rot-
serdam een jongen, in dienst bij een winke
lier in goud en zilver, op den Binnenweg een
gouden overhemdsknoopje met een groote
parel er in. De jongen liet het aan zijn pa
troon zien, die het daarna voor eenige dub
beltjes van hem kocht. Door een toevallige
samenloop van omstandigheden kwam een en
ander ter kennis der politie. Het gevonden
knoopje kwam in hare handen en men liet
het taxeeren, waarbij bleek dat de parel alleen
een waarde van minstens f 20 gulden moest
hebben en dat het stel, waartoe het gevondene
behoort, beslist een kostbaar moet zijn. De
vinder was inmiddels door zijn patroon, die
het knoopje van hem kocht, ontslagen.
Thans bevindt zich dat voorwerp onder de
hoede van den commissaris van politie op
het bureau in de Witte-de-Withstraat, in af
wachting dat de rechthebbende zich opdoet,
(N. Rott. Crt.)
Een drijvende gevangenisIn de Rijn
haven te Rotterdam is aangekomen het Rus
sische transportschip „Yaroslavidat speciaal
tusschendeks is ingericht tot het vervoer van
misdadigers uit Russische havens naar Siberië.
Een groot aantal ijzeren kooien in het tus-
schendek zijn bestemd voor de gevangenen,
die onder bewaking zijn gesteld van 60 man
der vrijwillige marine.
Wegens gemis aan gevangenen is het schip
thans geladen met graan uit Odessa aan de
Zwarte Zee.
Handelscorrespondentie
Een bijzonder aardige proeve van Neder-
landsche handelsstijl las men dezer dagen in
een Duitsche correspondentie. Deze was
blijkbaar uit een woordenboek ineengeflanst,
want het slot luidde
„Wij flikflooien ons met U orders vereerd
te worden."
Tegen een bejaarden slager te Utrecht
is proces-verbaal opgemaakt, omdat hij de
kat van zijn buurman moet hebben opgevan
gen en in een pot hebben gekookt voor zijn
diner.
't Schijnt, dat de grijsaard reeds lang die
dakhazen eet, er worden nl. in den laatsten
tijd reeds 80 van zulke diertjes daar in den
omtrek vermist.
)jWe lachen om die Engelsche generaals,
die De Wet niet kunnen krijgen, maar we
vergeten daarbij, dat we jaren achtereen
geloopen hebben achter een Toekoe Oemar
en nog steeds klopjachten houden op den
pretendent sultan
„Weet men wel, dat, als generaal Van
Heutz kwam te vallen, over 4 maanden de
Atjehoorlog weer even erg zou zijn als voor
20 jaren
De minister van koloniën wil de belangen
van het Indische veldleger vóór alles behar
tigen, maar we hebben tegenwoordig een
gouverneur-generaal, die meer opheeft met
forten, welke elke vijand met een verrekijker
kan verkennen."
„Het Hollandsche leger is eerder dan het
Indische met repeteergeweren gewapend om
er mee te paradeeren op de Stadhouderskade."
Voor goede bestuui sambtenaren meent de
regeering het best te zorgen door de opleiding
tot ambtenaar te verwaarloozen."
Ziedaar een paar aanhalingen uit een rede
door don heer Graafland, gep. oyerste van
het Indische leger, te Amsterdam gehouden,
voor de onlangs gestichte vereeniging „Oost
en West"
Die vereeniging stelt zich ten doel de be
langstelling van het publiek voor onze kolo
niën aan te wakkeren en een rede als dooi
den hoer Graafland is daartoe zeker een
geschikt middel.
Gistermiddag stond te Amsterdam de
heer A. M. Arnstein op den hoek van de
Prinsengracht en Utrechtschestraat voor den
winkel van den apotheker Adsingh te kijken
naar do versierselen, toen een rijtuig in volle
vaart kwam aanrijden. Verschrikt door het
gegil van „op zij" door een paar jongens,
stortte de heer Arnstein achterover in den
bloemenwinkel van J. van derToorren. Dooi
de spiegelruit kwam hij te midden van kost
bare bloemen en planten terecht Eenige
glasscherven waren hem in het achterhoofd
gedrongen. Hevig bloedende werd hij opge
nomen en bij den apotheker binnengedragen.
Hij werd van daar naar het Binnengasthnis
gebracht, maar begaf zich later per rijtuig
naar zijn woning Amstel 104.
In den bloemenwinkel was nogal wat schade
aangericht. Een hoeveelheid dure, uit het
buitenland aangevoerde bloemen is geheel
vernield.
De vervolging van De Wet door de
Engelschen brengen mij, zoo schrijft A. K.
aan de „Arn. Ct." in herinnering eene
anecdote uit den tijd toen de Franschen hier
te lande door Kozakken en Pruisen verdreven
werden.
Eene zwakke patrouille Pruissen vertoonde
zich op zekeren dag te Zomeren (N.-Br.).
De Franschen hadden kort te voren dat dorp
verlaten in de richting van Nederweert. De
Pruisische Feldwebel vroeg aan een boer
„wo sind die Franzosen? Hem werd be
duid, dat deze waren afgetrokken naar
Nederweert. Waren es viel Twintig
of vijf-en-twintig man - Ah, dan zullen we
ze wel klein krijgen 1 De troep ruiterde
vorder, maai- even buiten het dorp sloeg zij
den weg in naar Veesen - waar de Feld
webel dezelfde vraag deed en vernam dat een
troepje van 100 of 150 man naar Weert
waren afgetrokken. Donnerwetter 150!
Aber das macht nichtOok hier reed de
dappere Feldwebel het dorp uit de heide in,
maar draaide af naar Leende. Op die plaats
vernam hjj dat een troepje naar Soerendonk