MANTELS. Kunstmesthandel. BERICHT Aanbrenggeld: TWINTIG GULDEN. Goud en Zilverwerk, kleeden, karpetten, matten zeil; WAARSCHUWING. 2 schelven best KLAVERHOOI, HORLOGIëN, REGULATEURS, WEKKERS enz. Handgeld f 200.— AANBESTEDING. in 't Hotel „de Lindeboom" te spreken of te ontbieden zijn GUST. BUHSE, Dames- en Kinderhoeden en Garneering. Te koop: G. D. Kikkert. J. E. WINKLER. de nieuwste modellen FLAMBARDS en FANTASIE-HOEDEN. Ph. VLESSING. Feuilleton. In eer hersteld. bij het aangaan van eene vrijwillige verbintenis voor ZES jaren. het wegnemen van de graskanten langs den grindweg naar de Koog. DAMES- en KINDERMANTELS, EL DaALMEIJER. Voorhanden een ruime sorteering de Pakken OP MAAT geleverd. J. E. WINKLER. Koloniale-Werving. Men melde zich aan: Vrijwilligers en ülilitieplichtigen niet onbepaald verlof, bij den Commandant van het Koloniaal Werfdepot te Harderwijk of bij een der plaatselijke of Garnizoens commandanten; Militiepliclitigen, onder de wapenen, bij hun onmid dellij ken chef. Yan de uitbetaalde Handgelden werden in het vorig jaar, door bemiddeling der Admini stratie van het Koloniaal Werfdepot en MET GOEDVINDEN der aangenomenen gezonden aan hunne FAMILIËN f 1010S aan hunne CREDITEUREN f 1542.—. Totaal f 11650.—. Woensdag 10 April 1901, 's morgens 10 uur, te beginnen bij „TUBANTIA" in EversteJcoog, - Ten gerieve mijner uitgebreide jê'ÊÊÊiïW Clientèle op TEXEL zal ik of een mijner zonen eiken MAANDAG voor den VERKOOP en de REPARATIE van Horloges, Klokken, Goud- en Zilverwerken. Aanbevelend, Goudsmid, HorlogemakerDEK HELDER. Do ondergcteekende bericht do ontvangst eener rijke keuze alsmede de nieuwste modellen Voor de aanstaande SCHOONMAAK: eene prachtige collectie VITRAGES tegen spotprijs. Minzaam aanbevelend, TJEd. Dip. Dr., Een ieder wordt gewaarschuwd geen eieren te zoeken of over de landerijen te loopen, be- hoorende bij do hofsteden Wagen'mgen en Werk lust, daar dit ten strengste wordt verboden. ook per 500 en 1000 pond verkrijgbaar. Adres W. T. BAKKER, SPIJK, Texel. Photographiën van pendules ter inzage. Alle uurwerken worden onder garantie ge leverd. der ontvangst van de nieuwste Dames en Ileeren ZOMER-STOFFEN, alsmede voor de aanstaande Aanneming een rijke keuze gewerkt zwarte en effen Dames-Japonstoffen, fijne Fransche Tiboth's. Voor Heeren pakken eene groote collectie Kam- garens, Cheviot's en fijne Graniet-stoffen, waar van op aanvrage een ruime collectie STALEN ter inzage zijn te bekomen. Alles direct in voorraad, zoodat men niet op de levering behoeft te wachten. Ook worden op verlangen Voor de Aanneming ontvangen Aanbevelende, Hoogachtend, UEd. dw. Dnr. De ondergeteekende belast zieh jgpi|gr gaarne met het publiek verkoopen van roerende en vaste goederenwaarop voorschot wordt gegeven en, zoo verlangd, met dadelijke afrekening. Verhuurt vaste goederen en transporteert deze onderhands. Uit het Fransch door P. L. 3. Het was een mooie, door sterren verlichte nacht. De maan schitterde met een blauwachtig schijnsel, en door het effect der schaduwen schenen de vrorwerpen rondom grooter. De heuvelen geleken bergen. Hier en daar zag men en een' heuveltop het roode licht van een kalkoven. De grijsaard deed eenige schreden naar een afdak, boog zich en haalde er zijn draagkorf, haak on lantaarn uit. Het was zijn gereedschap voor den nachte- lijkcn tocht. Vervolgens keerde hij naar do deur terug en wierp voor haar te sluiten, nog een blik naar binnen. Daar sliep op een bed van droge bladeren en varens, Pépita onder bewaking van Noël. Hij zat op de knieën bij zijne gewonde gezel lin, van tijd tot tijd bovoebtigde hij met koud water den bebloeden doek, die haar bleek voor hoofd bedekto. In haar slaap glimlachte zij hem toe, als wilde zij hem geruststellen. Zij hield een zijner handen vast, opdat hij haar niet zou verlaten. Als hij zich verroerde moest hij haar wokken. „Arme kinderen mompelde Jacques, dezelfde slag heeft beiden getroffen. Twee lammerenzoover van hun land, zon der ouders, zonder geld. O, wat spijt het mij toch arm to zijn Plotseliüg raakte een hand zijn schouder aan en zei do een stem Ik ben rijk. Hoeveel hebt hij noodig Jacques. Deze keerde zich om. Ecu man van ODge- vecr zijnen leeftijd, in den rouw gekleed, stond naast hem. Op zijn bleek en zacht gelaat las men een groot verdriet. Bonsoir, Audrézeide Jacques, hom de hand drukkende. Tusschcn deze twee, maatschappelijk zoo ver gescheiden mannen, bestond een oude en oprechte vriendschap. Alweer een goede daad, zeide de rijke, maar ik wil er deel aan nementoeneem aan Hij greep naar zijn beurs, maar Jacques hield hem terug. Gij weet- wel, mijn vriend, het eenigo geld dat ik aanneem, is dat, wat ik zelve verdien. Maarhet is niet voor u, het is voor die arme kinderen. Het zij dan zoo. maar dan niet meer dan een vijffrankstuk voor ieder. Hun armoede is hun vrijheid. Twee trekvo gels. Laten wij ze in hunne vlucht niet be lemmeren. Ik houd je aan uw woord. Ziehier twee Louis d'or, die zijn minder zwaar. Jacques nam ze aan. Ik zeg u voor hen dank. Ik herken daarin weer uw goed hart André. „Wilt gij ze zien?" Neen. Ik heb ze zooeveD, toen ik achter het huis was, door den ruit in den muur ge zien. De jongen vooral...., die blonde haren en blauwe oogen heeft. Ach, Jacques J,.cques mijn zoon had die oogen; mijn zoon had die leeftijd. Het gelaat van André bewolkte. Hij was smartelijk bewogen. Hij richtte de oogen wanhopig ten hemelhij wankelde... André, riep zijn metgezel, die hem onder steunde, hem in zijn armen drukkend, uit, André maar zul je die smart dan nooit te boven komen Nooit Beiden zwegen. André was gaan zitten. Weldra ontwelde een stille traan zijn oogen rolde langs zijn gelaat. Kom, riep Jacques, weer redelijk. Het is reeds vijftien jaar geledenVergeet! Hebt gij zeiven dan yergeten vroeg André streng. Neen, riep Jacques, trotsch het hoofd ophef fende, o, neen, in het geheel nietIk herin ner mij nogIk waak. Dat komt omdat gij haar nog kunt bescher menzij bestaatmaar die ik beweenis dood. Hij is in den hemel bij zijne moeder. Ik heb hem voor eeuwig verloren....voor eeuwig. Toen verdween de bedroefde grijsaard, snik- in de duisternis van den nacht. Een oogenblik keek Jacques hem medelijdend na, nam vervolgens zijn gereedschap ter hand en liet een scherp gefluit hooren. Een verwijderd geblaf antwoordde er op. Na eenige oogenblikken scheidden de struiken zich van een. Vrijdag verscheen en sprong vroolijk rond zijnen meester. Neen! sprak deze; van nacht ga je niet mee. Ik plaats je als schildwacht hier voor de deur, met het consigne, niemand te laten nadereD. Hoor je, Vrijdag niemand. Hoewel eerst teleurgesteld, kroop Vrijdag op den drempel, om te bewijzen dat hij het begre pen had. Vader Robinson ging naar Parijs. Twee uur later bleef hij voor een schitterend verlicht hötel staan. Er was bal. De grijsaard ging op een paal, geheel in de schaduw zitten, en vermaakte zich met naar het orkest te luisteren en de sierlijke gestalten na te gaan, die zich achter het gordijn bewogen. Lief kindmompelde hij, zij is gelukkigzij danst III De kalkoven. Een kolossaal dak, zwart door den rook die er dag en nacht door ontsnapt, onder die groote loods hoopen pleister, deze reeds afgekoeld, gene verkalkende boven de vlammen van een haardvuur, dat steeds wordt onderhoudener voor een molen die zo breekt, zakken die ze ontvangen karren die ze wegdragen veel stof en takkebosscn, ziedaar een kalkoven. Den morgen na de hier vermelde voorvallen sliepen nog eenige arme duivels voor de vuren, toen BarnabiD, op een onrijpen appel knabbelend, verscheen. Hier is het paleis van de schoono slaapster in het bosch, zeide hij, behalve de prinses wat een logies, wat een slaapgelegenheid..geen eigenaargeen portier alles is gratis....wat het gezelschap aangaat, niet fijn, maar bijna eerlijk. Die ken ik, dat is een koopman in konijnen huidendie, tandmeester in do open lucht, de anderen rapers van stukjes sigaar. Mijn man is er bepaald niet bij. Laat ik eens in de an dere alkoof gaan. Daar bemerkte hij, op het eerste gezicht, vader Robinson, gerust slapende, op den kup van Yrijdag geleund die met één oog open sliep. Daar is hijzeide Rataplan, maar laat ik hem niet wakker maken. Als de oude in de herberg „de ster" (onder den bkoten hemel) heeft geslapen, komt dat, omdat hij zijne barak aan armeren heeft afge staan. Dat heb ik al begrepen. Zonder dak uit menschlievendheid. Eerbied voor hem en stilte. Toen bekeek hij de twee andere slapers, die zich daar ook bevonden. Van de eerste zag men twee beenenhet geheele bovenste gedeelte van het lichaam, het hoofd er bij begrepen, was in een mantel met driedubbelen kraag gewikkeld. Wat een weelde, dacht Barnabin, een mantel jasen laarzen, die nog weinig lust hebben, om te lachen. Dat is geen habitué. De onbekende rilde. Het bewijs is, vervolgde Barnabin, dat hij nog gevoelig is voor den tocht. Maar kijk eens hoe hij spartelt en wat maakt hij een bewe ging, o! ho! pas op, man met de manteljas, of gij zult op straat rollen:....Kijk de manteljas gaat openKoekoekdaar is hijwat een leelijke vent! Ik heb den duivel gezien. Het gelaat was dan ook verre van innemend, eene bleeke tint, terugstootende trekken, een verschrikkelijke grijns. Nu sliep hij echter nog, hoe zou hij er dus wakker wel uitzien. wordt vervolgd.) Gedrukt bjj LAN GE VELD DE KOOG.. T»ie!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1901 | | pagina 4