Kunstmesthandel. Goud en Zilverwerk, VERTEGENWOORDIGING. Aanirenggeld: TWINTIG GULDEN. HORLOGIcN, REGULATEURS, WEKKERS enz. Feuilleton. In eer hersteld. Centrale Bank voor Landbouw en Nijverheid Larjgeveld de ï|ooij. Aanbesteding. De Nederlandsche Hypotheekbank te Yeendam, J. E. WIHKLER. Gc. D. Kikkert. J. H. MOOJEH. Arnlienisclie Loterij-Onderneminn. GROOTE VERLOTING Ken RIJTUIG bespannen met 2 Paarden, Handgeld f 200.— Het Bestuur van het Waterschap de 30 Ge meenschappelijke Polders op Texel, zal Maandag' 22 Juli 1901, 's middags 12 ure, in het Café den Burg aldaar bij inschrijving aanbesteden: Het leveren van 150 M3 Harde brik. 200 le soort Bazaltslag van 2 tot 4 cM. 100 Middelsoort grind. Alles franco voor den Wal in de Haven van Texel. De inschrijvers voor het bovengenoemde moeten van iedere soort bij de inschrij ving een monster inzenden. 50 Last Stortsteen van 150 tot 300 Ko. franco voor den Zuiderzeedijk op vlot water. Inlichtingen zijn op franco aanvrage te ver krijgen van Jb. Hillenius te Oudeschild. De inschrijvingsbiljetten moeten op den dag der aanbesteding voor 12 ure bij den Secretaris worden ingeleverd. Texel, 28 Juni 1901. Het Bestuur voornoemd, J. J. POEPER, Dijkgraaf. Sd. KEIJSER Pz., Secretaris. neemt in behandeling hypotheekaanvragen tot alle bedragen Rente-vergoeding 43,V/<>. Geeft pandbrieven uit 4% a 99VS%; 3VS% a 93V27„. De agent voor Texel, J. P. NOORDIJK. Voorhanden een ruime sorteering Pliotographiëu van pendules ter inzage. Alle uurwerken worden onder garantie ge leverd. Uit het Franseh door P. L. 25. XVI Die goede mijnheer Jacobus. Om de herinnering levendig te houden dat hij professor was, om te doen gelooven dat hij een geleerde was, droeg Jacobus slechts witte dassen, hij was gekleed in een langen olijfkleu- rigen mantel met verscheurde knooplissenhij deed tegelijk dienst als kamerjapon en overrok. Welk een overrok echter. Hen vond er al de kleuren in vertegenwoordigd, die de herfst in een bosch zaait. De panden vooral hadden zooveel vlekken, dat ze op landkaarten geleken. Daaronder fladderden enorm groote zakken. Wat konden ze bevatten? Men wist het niet. Een broek van zwart ratiné, grijze garen kousen en sloffen met verroeste gespen voltooiden zijne wonderlijke uitrusting. Hij leefde eenzaam, maar beklaagde zich niet. Het was een Duitscher en een wijsgeer. Zijn laboratorium en zijne pijp vervulden om beurten zijne wenschen. Hij leefde in een nevel als een God van de Olympus en kookte zijn eigen potje. Eene vrouw, bijgenaamd de Pioardische kwam gevestigd te AMSTERDAM. KLAEITA.A.L f 2.500.000, „waarvan volgestort f 500,000". De BARK geeft voorschotten aan den Land bouw en de Rijverheid op hypothecaire zekerheid, borgstelling, onderpand van fondsen of andere deugdelijke zekerheidsstelling. Zij belast zich met het nemen van gelden a depositowaarvoor de rentevergoeding bedraagt yanaf 18 Juni 1901 met 5 dagen opzeggen 21/s% met 10 dagen opzeggen voor één maand vast 23/4°'0 voor 3 maanden vast met 4 weken opzeggen 3% voor 6 maanden vast met 4 weken opzeggen 3y5% voor 1 jaar vast met 6 weken opzeggen 4°/0 De vertegenwoordiger voor Texel enHelder van Roerende Goederen. Toen ijzing der prijzen volgens trekking der 367e Staatsloterij. (Ie trekking 22 Juli a.s.) HOOFDPRIJS: ter waarde van 1600 of f 1400 in contanten. Voorts 42 FONGERS RIJWIELEN, waaronder 2 Tandems elk ter waarde van f 250een GOUDEN HORLOGE ter waarde van f 80, enz. enz. Totaal 404 prijzen, 21000 loten. PRIJS PER LOT SLECHTS 65 CT. Verkrijgbaar bij De ondergeteekende belast zich gaarne met het publiek verkoopen van roerende en vaste goederen, waarop voorschot wordt gegeven en, zoo verlangd, met dadelijke afrekening. Verhuurt vaste goederen en transporteert deze onderhands. J. E. WINKLER. hem 's morgens zijne provisie brengen, en te gelijkertijd veegde zij den boel een beetje aan, maar dat was alles Jacobus stond er op dat men de spinnewebben spaarde. Hij ontying zeldzame, maar vereerende be zoeken het was de vicomte Gontran die te paard kwam en een zekere mijnheer Martin, die éénoogig was en altijd een oarrick droeg, dan nog eenige onbekende figuren die er vreemd en verdacht uitzagen. Ook maakte hij nu en dan eene wandeling in het bosch ol speelde een partijtje domino of piket in de kroeg „Les trois communes". Hij las er, met een zeer bijzondere voorliefde het politienieuws. Geaboneerd bij een leesgezel schap, koos hij altijd de rooverromans. Gille de Retz, vader Guillery, Mandrin, Cartouche, Schin derhannes, les chauffeurs, dat waren zijne helden. Gedurende den zomer had men hem iederen avond met een dik boek onder den arm door een gat in de omheining kunnen zien gaan, dat uitkwam op eene groote groeve, welke op de grens van het bosch een afgrond vormde. Daar zat hij op een door hem zelf gemaakte bank, bij het ondergaan der zon, opende zijn boek of beschouwde het panorama dat zich voor hem ontrolde, dat wil zeggen: de vlakte van Saint-Denis, Pantin, la Villette, Montmartreen heel in de verte een stuk van Parijs. Op den avond van den dag zoo rijk aan voor vallen voor de verschillende personen van dit verhaal, op het uur dat Jean Baptiste en Gontran d'Alvimare elkander bij Max Sterner ontmoet, ten, op het uur dat Barnabin bij zijne moeder binnentrad en haar niet meer vond, zat de goede mijnheer Jacobus op zijn lievelingsbank, toen zich eensklaps in de laagte bijna in de kalk- groeve eene stem deed hooren, die dit refrein van Béranger zong: Les gueux, les gueux Sont des gens heureux lis 's aiment entre eux Vivent les gueux. De zanger was niemand anders dan Stanislas Mariol. Hij had zijne vrouw en zijne beide kinderen bij zich. De jongste in de armen zijner moeder; de oudste in eenen draagkorf, welke zijn vader I op den rug droeg. Mariol had een schop in de hand; hij was gelukkig en vroolijk als een werkman, die na zijn dagelijksehe arbeid, 's avonds met zijne vrouw gaat wandelen. Vrouw Mariol ik vergis mij, Catherina zag er zoo frisch, opgedirkt en vroolijk uit, dat men haar bijna niet meer herkend zou hebben. Wat de twee marmotjes betreft, zij babbelden en schreeuwden niet minder dan de vinken en bastaard-nachtegalen in de struiken. De vader scheen echter, terwijl hij met zijn schop het gras ter zijde schopte iets te zoeken. De groeve, met eenen heuvel in het midden vormde een soort amphitheater, waarvan de zijden naar den weg afhellende gemakkelijk te beklimmen waren. Trine, zeide Stanislas, wacht mij daar met de de kleinen, hier omlaag vind ik het nietik ga naar boven. Maar de oudste der kleinen, die het wel zoo aardig in den korf vond, riep „Voort dan papa, vort Mariol begaf zich, stappende als een paard, dat trotsch op zijne last is, naar boven. Maar weldra hield hij stil om adem te halen, richtte het hoofd op en zag toen eerst Jacobus. Wat is dat, zei Mariol, een aap Reen het is een burger van Romainville, die moet zijn land kennen en zal het mij aanwijzen. „Hola, hé! mijnheer kattekop De bontmuts van Jacobus en de groene bril waarin de ondergaande zon zijne laatste stralen wierp, rechtvaardigden ten volle die vergelijking. Hij werd echter boos en bromde Hé wat wat is er, korf kerel Heem mij niet kwalijk, hernam Stanislas hoffelijk, indien dit land van u is, verzoek ik u beleefd eenige inlichtingen. „Welke inlichtingen?" „Waar kan men hier heidegrond vinden „Waarom P" „Voor mijnen tuin een hondje van eenen tuinverbeeld u, dat ik, nog niet langer dan eene week geleden, de kroegen in en uit liep. Wat was ik dwaas, mijnheerHet geluk, dat is een tuin en je huisgezin. Trek toch niet aan mijne ooren, Pietje." Kleine Piet was het kind, dat in den korf neergehurkt zijn paard aanzette. Zooals ge ziet, vervolgde de vader, met het huisgezin gaat het goedmaar de tuin moet beter, vetter worden. Het is alles zand of klei. Ik heb aarde noodig voor de rapen, kool en wortelen en om de rhodendrons, geraniums en meer bloemen van die soort, goed te doen voort komen heb ik heidegrond noodig. Maar zeg Pierrot, snuit je neus ergens anders dan in je vaders haar! Op dat oogenblik kwam er een vrouwelijk hoofd door de bres in de muur. Hé! mijnheer Jacobus! hé! daar is de gemarineerde haring voor uw avondeten Ik kom, antwoordde hij. Dank je. Leg het maar op dat beeld, hetwelk gisteren omgevallen is. Goeden avond. De Pioardische verdween, gevolgd door den nieuwsgierigen blik van Mariol, die tot de hoogte der bres geklommen was. Hij bemerkte het beeld waarvan sprake was, in het gras; het was eene kuische Yenus. De werkman begon le lachen. „Zeker, zeide hij, ik houd van haring in 't zuur, zij verdient een eereplaats maar in den boezem van Yenus verduiveld!" Jacobus was opgestaan, hij draaide hem den rug of, zoo gij het beter vindt, den bochel toe. „Antwoordt dan toch", riep Mariol. (wordt vervolgd.) Gedrukt bjj LANGEVELD DE B.OOU, Texel Eene sedert jaren bestaande zaak in MANUFACTUREN zoekt voor TEXEL VERTEGENTVOOR3DIGIlSJ~Gr, tegen flinke provisie. Brieven franco onder letter J. bureau dezer courant. bij het aangaan van eene vrijwillige verbintenis voor ZES jaren. Men melde zich aan: Vrijwilligers en Militieplichtigen met onbepaald verlof, bij den Commandant van het Koloniaal Werfdepot te Harderwijk of bij een der plaatselijke of Garnizoens commandantenMilitieplichtigen, onder de wapenen, bij hun onmiddellijken chef. Yan de uitbetaalde Handgelden werden in het vorig jaar, door bemiddeling der Admini stratie van het Koloniaal Werfdepot en MET G OED VINDEN der aangenomenen gezonden aan hunne FAMILIËN f 1010S.—aan hunne CREDITEUREN f 1542.Totaal f 11650. Koloniale-W erving.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1901 | | pagina 4