Straatverlichting. Publieke V erkooping. RORFF's CACAO, nieuwste verpakking (presenteertrommel) Y olksharinonika's. VERTEGENWOORDIGING. tij A. DROS Altai. f 3,75. Feuilleton. In eer hersteld. OPROEPING. aanbesteden: inhoud ruim 4% ons. Prijs een gulden per trommel, JOH. DE HEER, Rotterdam, Noordmolenstraat 71. het OPSTEKEN en ONDERHOUDEN der straatlantaarns in de verschillende dorpen alhier, gedurende het dienst jaar 1901(1902. Eene sedert jaren bestaande zaak in MANUFACTUREN zoekt voor TEXEL XUEEtTEGEISrVMOOREIGESTGr, tegen flinke provisie. Brieven franco onder letter J. bureau dezer courant. n Zij, die te vorderen hebben van, verschuldigd zijn aan, of borgtochten bezitten, geteekend door wijlen den heer WILLEM KONING PIETERSZOON, overleden te Oosterend op Texel, en wiens nalatenschap is aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving, worden verzocht daarvan opgave of betaling te doen vóór 20 Juli 1901 ten kantore van den notaris CL. n. DE BOER te Texel. Burgemeester en Wethouders van Texel zullen op Zaterdag', 20 Juli 1901, 's middags 12 uur, ten Raadhuize dezer Gemeente, De voorwaarden liggen ter Secretarie ter lezing. Texel, den 11 Juli 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. W. DE JONCHEERE, Burgemeester. Gr. A. HAJENIUS, Secretaris. Uit het Fransch door P. L. 26. XVI Die goede mijnheer Jacobus. Jacobus trad vloekende binnen zijne muren. Wat een leelijken bochelzei Stanislas. Laten wij hopen voor de eer van Romainville, dat de andere Romainvillers niet op hem gelijken. Maar hij heeft zijn boek op de bank laten liggen. Wat is het 'i Laat ons eens kijkenOrtalbano of de worger der Abbruzen. Duivels dat is boeiend maar niet vroolijk. Op dat oogenblik riep Catherina haar man „Hé, Mariol, daar zijn heidestruiken, ginds bene den, neem ze met grond en al mede." Hij liep naar de aangewezen plaats, vulde de korf en zeide, toen hij zag, dat er nog voor een tweede reis genoeg was „Morgenochtend voor de fabriek begint zal ik terugkomen. Onze tuin moet er zoo koket en netjes uitzien als onze twee kleinen en hunne moeder. Als ik ze zoo in je armen zie, Catherina, hun frissche snuitjes bij uw gelaat, schijnt het mij toe dat ik een roos met twee knoppen zie. Een bouquet, watwaarmede gij mij alle dagen gelukwenscht. Catherina glimlaohte, terwijl de beide kinde- De BURGEMEESTER van TEXEL Gelezen eene missive van den Heer Ingenieur van den Waterstaat te Alkmaar van den 25 Juni jl. No. 1007, daarbij overdragende eenige wrakstukken enz., van wege den Waterstaat in het zeegat van Texel opgeruimd en bestaande uit: een zaathout, lang 13 M., een kiel- hout, lang 8.80 M., 18 stuks vlakliggers, lang elk gemiddeld 4 M., eenige huid planken van verschillende lengten, een korstok met 2 korijzers en eenig touwwerk, een stuk loodpees met eenig netwerk, 122.5 K.G. koper aan bouten en bladkoper. Gelet op de wet van 23 Juli 1885 (Staats blad 151); Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat voormelde goederen in het openbaar zullen ■worden verkocht op Dinsdag, 23 Juli a. s. des voormiddags 11 uur op het HAVENTERREIN, naast de helling, te Oudeschild. De goederen zijn op den dag der verkooping te bezichtigen van af des voormiddags 9 uur. Texel, den 11 Juli 1901. De Burgemeester voornoemd, H. W. DE JONCHEERE. ren in de handen klapten. Toen gingen zij zingende naar huis terug. Het werd reeds donker. Bij eenen draai van het voetpad: tusschen de hooge hagen, waarvan de schaduw de duisternis nog meer verdonkerde, verscheen eensklaps een vrouw, die hun tegemoet kwam. Zij was geheel in een langen donkeren man tel gewikkeld. Hen voorbijgaande, wikkelde zij zich nog die per in de plooien van dien mantel. Zij verborg er geheel haar gelaat onder. „Oozeide Stanislas, wat heeft die vrouw zich goed ingestoptMen zou zeggen dat het mevrouw Humbert was." XVII In den muil van den wolf. Mariol had zich niet bedrogen. Het was mevrouw Humbert. Of liever „de zwarte dame." Een energiek besluit, een onveranderlijke wil geleidde, verhaastte haar schreden. Zij kwam aan de verlaten groeve, beklom de helling, bereikte de bres en keek toen behoed zaam in den tuin. Niemand geen geraas alles stil, slechts één venster verlicht. „Daar is hijzeide zij zacht. Ik zal wachtten." Zij ging terug, liep den muur rond en verborg zich onder een dichten struik bij de deur met de twee leeuwen. Ongeveer een half uur later ging Jaeobus met de muts over de oogen. gewikkeld in zijn mantel heen. Toen hij nu mevrouw Humbert voorbijging) beefde zij als bij de nadering van een slang. „De Picardische moet op den uitkijk zijn, gprak zij, zij zal dadelijk komen." Inderdaad maakte zich weldra eene schaduw van het boseh los. Het was de Picardische. De zwarte dame liep haar tegemoet „Hier ben ik ik heb het geld." „St! zeide de huishoudster van Jaeobus, hij zou ons vermoorden ik ben bang. Maar het geld, het loskoopen van mijn zoon, die zich onder de vrijwilligers in Portugal bevindt. Zoo veel te erger als mij een ongeluk overkomt, het is voor mijn kind." Mevrouw Humbert stelde haar eene beurs ter hand „Er zijn vijf en twintig Louis in, neem ze en laat ons naar binnen gaan." „Niet door de deur, riep de Picardische, door de bres." Maar op het punt er het eerst door te gaan, bleef zij staan en keerde zich om „Gij zweert mij dat uw doel eerlijk is De zwarte dame nam haar bij de hand en antwoordde „Men beeft niet, wanneer God u leidt, voel of ik beef!" Zij gingen den tuin binnen. Onder een hoop Clematis en geitenbladeren haalde de Picardische een oude ladder en zette die tegen het balkon van het venster, dat zoo even verlicht nu donker was. „Hij sluit alle deuren, zeide zij, hier moet u naar binnen gaan." Reeds was mevrouw Humbert op het balkon. Haar geleidster kwam bij haar, stak de hand door een gebroken ruit, draaide de spanjolette om en opende het venster. „Dat is alles wat ik voor u doen kan. Ge zult denzelfden weg teruggaan. De oude uil komt tegen middernacht terug. Laat u niet verrassen en zoo het mocht gebeuren, verraadt me niet. Wees voorzichtig. Vaarwel en een goeden uitslag." De Picardische verdween. „Eindelijk ben ik dan in hun hol doorgedron gen, mompelde de zwarte dame. Van avond komen zij hier bijeen. De terugkomst van den graaf, andere aanwijzingen, mijn instinct, alles zegt mij, dat mijn vermoedens zekerheid zullen worden. Ik zal daar zijn, ik zal luisteren, ik zal hooren. Mijn arme Pierre, bescherm uwe Madeleinevraag God, dat zij uw gedachtenis kan zuiveren, uwen kinderen hunne eer terug kan geven Gedurende dit vurig gebed had Madeleine eene dievenlantaarn aangestoken. Haar met een slip van haar mantel bedekkende opdat men van buiten af niets zou opmerken, liet zij het licht over de voorwerpen gaan, die haar omringden. Fornuizen, huishoudelijke gereedschappen, een distilleerkalf en eenige retorten, dat was het laboratorium van Jaeobus. Een enkele deur, of liever een enkele uitgang want de deur was er uitgevallen. Een stuk tapijt was plaatsvervanger en schoof moeilijk over een roestige stang. De zwarte dame onderzocht met merkbare voldoening dit stuk zeil, zij kon in de plooien verborgen, alles hooren. Er waren zelfs gaten in, die haar gelegenheid gaven, ook te zien. Zij waagde er zich achter. Hier en daar vormden eenige overblijfselen verguldsel een scherp contrast met het algemeen verval. Twee groote spiegels hadden zich vroeger in elkaar weerkaatstde een was in zijnen val gebroken, de ander geheel verweerd. De vensters gingen niet meer openmen had over de reten en ook over eenige gebroken ruiten, strooken papier geplakt. Buiten waren de jaloezieën gesloten, maar zoo gebarsten, dat de stralen der maan van alle kanten den zwarten achtergrond doorboorden. Er heerschte een doodsche stilte, maar deze werd dikwijls verbroken door een plotseling kraken, een geheimzinnig scheuren. Het was de stilte der bouwvallen, die geheim zinnige stilte, waarin van minuut tot minuut weêr iets anders valt om te sterven, te vergaan. Zooals alle vertrekken, die onbewoond en ver laten zijn, vierden de bunsings en de ratten, de vleermuizen, de uilen en de andere nachtdieren er feest. Van daar het geritsel en geschuivel. De wind huilde klagend in de gangen, het heele huis zuchtte, de weerhaan knarste. (wordt vervolgd.) Gedrukt bjj LA.NGEVELD DE ROOU, Texel Volgens nevenstaande teekening lever ik een soliede HARMONIKA Loog 35 cffl., 10 kleppen, dubbeltoonig (48 tongen) 2 registers, open nikkel klavier met patent spiraalveeren, as driedubbele balk met nikkel beslag, sluiting en hoekbeschermers. Schoone volle toon. In cartonnen doos, goed verpakt, franco door geheel Nederland Hetzelfde Instrument, 3-koorige Orgelmuziek (octaaf en trémolo) f 4,50idem 4-koorig (octaaf terts en trémolo) f 5.50. Degelijke Harmonika's, 1 register, 10 kleppen van af f 2,franco. Uitgebreide Catalogus gratis. Bestelt niet in het buitenland, waar u geen verhaal of garantie hebt; en" bovendien nog vracht en recht betalen moet, doch zendt Post wissel aan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1901 | | pagina 4