Centrale Credietbank UTRECHT Belangrijk is de uitbreiding Prins Hendrik polder. «KILLEN versch varkensvleesch Geld verkrijgbaar waschmiddel voor schapen verstrekt GELDEN tegen persoonlijke en zakelijke zekerheid. DE DOCHTER VAN DEN WOEKERAAR van SLOOTGRAVER in de spekslagerij „de Beurs." Noordhollaudsch Landbouwcrediet te Alkmaar. Feuilleton. In eer hersteld. Zij, die hunne horloges, Schapenhouders ROMEIN k OUDENHOVEN. HET HIEUWE MODEBLAD EEN BOEIENDE ROMAN Aanbesteding Alle dagen verkrijgbaar GUST. BUHSE, C. Keijser Pz. bij de hofstede Amalia, op DINSDAG 6 AUGUSTUS 's namiddags'4 ure. G. D. KIKKERT, Agentschap van het J.JE. WINKLER. J. E. WINKLER. „Vadervadermijn vader van de premie op ons blad: HET NIEUWE MODEBLAD. De schat van meest elegante modellen van TOILETTEN, MANTELS, KINDERCOSTUQMS en HANDWERKEN, de toevoeging bij elk No. van een met zorg bewerkt patronenblad, maken tot een MODEGIDS bij uitnemendheid, een trouwen raadsman voor elke praktische huisvrouw. wordt te beginnen met No. 19 in afleveringen en in boekformaat bij elk No gevoegd. Telkens zei die bijlage ongeveer 16 pagina's beslaan. is de titel van deze eerste eener reeks romans welke den abonné's van IIET NIEUWE MODEBLAD kosteloos wordt aangeboden. "Wij vestigen de aandacht van onze abonné's op het Nieuwe Modeblad, op dit in hooge mate boeiend en belangwekkend verhaal. Na beëindiging zullen de afleveringen dezer roman een boekdeel vormen van talrijke bladzijden en waard zijn om te worden gebonden in prachtband. ALLE Dames-Abonné's op onze courant, die nog niet zich abonneerden op HET NIEUWE MODEBLAD, wekken wij op zulks thans te doen, opdat zij het prachtige verhaal van den aanvang af kunnen lezen. Prijs van Het Nieuwe Modeblad, met Patronenblad en met eene aflevering van den boeienden roman: slechts 55 cent per kwartaal, franco per post SO cents. Nooit loopt men tevergeefs, al is het nog zoo warm Tevens gerookte ham. welke ook per stukje van 2 pond verkrijgbaar is. Saucis de Boulogne, Boterhammenworst, Bookworst, gerookt Spek, enz. Ga dus naar „de Beurs", waar voor goede kwaliteit wordt ingestaan. Aanbevelend, UEcl. Dw. Dr., C. VISSER, Slager. van af de goedkoopste tot de fijnste soorten, voorhanden bij Goud- en Zilversmid. op driemaandelijksche accepten, met en zonder bor«\ GELD tegen hypothecaire zekerheid, met voldoende overwaarde. Uit het Fransch door P. L. 31. XIX Hoe Mariol heel iets anders mee brengt dan hij is gaan zoeken. De schrik, de herinnering electriseerde de stervende. Zij vond de kracht eenen kreet te uiten. Het gelukte haar, zich aan de lianen en aan de struiken vastklampende, tot aan den rand der spleet to komen. Mariol had haar gehoord en kwam haastig aanloopen. „Mevrouw Humbertriep hij, haar herken nende uit. De moeder van Jean Baptiste Dat is de goede God, die mij toestaat mijne schuld bij hem te vereffenen En de flinke jongen greep haar en nam haar in zijne armen. Zij zeide, stamelende en gek van schrik -Laat ons vluchten Geleid mij PENDULES of KLOKKEN goed in orde ge maakt wenschen te hebben, worden verzocht zich des MAANDAGS gedurende markttijd te vervoegen in 't Hotel „DE LINDEBOOM", waar ik of een mijner zonen te spreken of te ontbieden is voor den verkoop en reparatie van bovengenoemde uurwerken. Tevens SPECIAAL adres voor verkoop en herstel van Gouden en Zilveren werken. Aanbevelend, Goudsmid, Horlogemaker, DEN HELDER. De ondergeteekende belast zieh gaarne met het publiek verkoopen van roerende en vaste goederen, waarop voorschot wordt gegeven en, zoo verlangd, met dadelijke afrekening. Verhuurt vaste goederen en transporteert deze onderhands. Sedert 20 jaren wordt door ons een in den handel gebracht dat, niettegenstaande de vele concurrentie van allerlei surrogaten op dat gebied, een succes en debiet heeft mogen erlangen, aat ons het recht geeft het als het beste der bestaande Wasch-zuiveriugs-middelen aan te bevelen. 't Heeft, om geen der andere mindere en Engelsche soorten te noemen, boven dat van alle andere dit vóór, dat het na de Wassching door het anti-septisch (bederfwerend) vermogen oorzaak is, dat de vliegen een veel langeren tijd van het schaap verwijderd blijven. Verkrijgbaar in potten voor 10 schapen a 70 cent en voor 20 schapen h f 1.40 per pot, bij don heer BURG OP TEXEL. Maar te vergeefs spande zij zich in te blijven staan, te loopen. Zij wankelde en viel bewuste loos, als een doode neder. Toen eerst bemerkte Mariol, dat haar kleed geheel met bloed doortrokken was, dat het bloed nog uit hare borst stroomde. „Eene wondeen één, die ernstig ook schijnt te zijD. Ik moet hulp hebben. Een dokter Misschien is het al te laat." Mariol had mevrouw Humbert weer in zijne armen genomen. Hij droeg haar naar den weg. Martin de Eenoog en Jacobus traden op dat oogenblik juist van onder het gewelf uit. Zij zagen, zij herkenden het slachtoffer, dat hun ontsnapt, missohien reeds gesproken had. Hij, die haar droeg was alleen, nog belem merd door zijne vraoht. Zij wilden zich op hem werpen. Eensklaps versohenen er op den weg eohter eenige mannen. Het waren de arbeiders, die aan het werk wilden gaan. Martin de Eenoog en Jacobus trokken zich in de sohaduw terug. XX Voor het lijk. Het was maar al te waar. De graaf d'Alvi- mare was dood. Zonder een enkel woord, een enkelen kreet, was hij in zijnen leunstoel teruggevallen; hij scheen te slapenals er geen bloed uit zijne wonde had geloopen, zou men gezegd hebben dat hij in den slaap, droomende van zijn geluk, glimlachte. Zijn zoon George, voor hem geknield, twijfelde nog en raakte aarzelend zijne beide handen aan, om hem te wekken, zacht zeggende Pépita was, om hulp roepende, naar de deur gesneld. Jacques trad, gevolgd door Jean Baptiste haastig binnen. Een kort onderzoek was voldoende om hem de waarheid te doen kennen. Het hart was getroffen. „Maar wie dan, wie heeft hem getroffen P" vroeg Jacques. „Martin de Eenoog", antwoordde Pépita. „Waarheen is hij gevlucht P" „Daar." Zij wees naar de trap. Eensklaps hoorde men buiten, doch reeds ver weg, een hond blaffen. „Dat is mijn hond, riep Jacques, het venster openende. Hij vervolgt den vluchteling. Pak hem! Vrijdag! pak hem!" Reeds was Jean Baptiste de trap afgesneld en bereikte de deur, maar spande zich te vergeefs in haar te openen. De moordenaar had haar gesloten. Er was tijd noodig eenen sleutel te zoeken en toen Jean Baptiste en Jacques eindelijk naar buiten konden, had het blaft'm opgehouden. Niettemin vlogen zij heenzij zochten het spoor van den moordenaar, maar vonden slechts den armen hond, bloedende en stervend aan den kant eener sloot. Wolken, die voor de maan dreven, verdon kerden den nacht. „Laat ons terugkeeren," zeide Jean Baptiste. Jacques volgde hem, nog treuriger gestemd. Zij vonden Georges d'Alvimare nog op dezelfde plaaTs, in dezelfde houding. Maar hii twijfelde nu niet meerovervloedige tranen overstroomden zijn gelaat. Pépita veegde ze van tijd tot tijd af en zeide tot hem „NoëlMijn vriendMijn arme Noëlhoud moed „Hoe heeft hij zich gehouden?" vroeg Jacques aan Pépita. „Hij heeft geweend", antwoordde zij. George scheen niets te hooren. Met wijd geopende oogen, even bleek als zijn dooden vader, keek hij deze steeds aan. Toen men hem aan die droevige beschouwing wilde ontrukken, viel hij eensklaps in zwijm. „Arm kind!" zeide Jean Baptiste, terwijl hij hem naar het bed in de alkoof droeg. Jacques wierp eenen mantel over het lijk en mompelde „Arme Andróhet wreede noodlot heeft uw wensch vervuld. Hoe dikwijls hebt gij niet gezegdHem weerzien en dan sterven." Jean Baptiste naderde den ouden zwerver. „De vicomte moet gewaarschuwd worden. Ik ga er heen. Blijft gij hier, Jacques", zeide hij. Men weet dat Gontran niet thuis was. Daar hij hem niet vond, liet de meesterknecht een dringend briefje voor hem achter en ging naar de fabriek terug. De dag begon aan te breken. De oude bediende van den graaf, ging als gewoonte op dit uur naar zijnen meester. Hij vernam alles uit den mond van Jacques en het was weer een nieuwe uitbarsting van smart. De graaf werd door al zijne dienaren, vooral door zijnen ouden Ambroise bemind. „Wees kalm, zeide Jacques. Hij, die wij beweenen is niet geheel en al dood, hij laat ons eenen zoon na, in welke hij zal herleven." De oude wees op Georges, die juist op dat oogenblik weer tot zich zelve kwam en lang zaam oprees. De oude Ambroise, wiens aandoening al grooter werd hoe langer hij hem beschouwde, viel eindelijk aan zijne voeten en riep uit: „Ja! Ja! dat is wel de zoon van mijn meester-" Luid weenende, kuste de brave dienaar hem de hand. De eerste stralen der dageraad mengden zich met het licht der kaarsenniemand dacht er aan ze uit te dooven. Eensklaps hoorde men, te midden der stilte de galop van een paard dat voor het huis stilhield. Jean Baptiste, die daoht, dat het de vicomte was, ging hem tegemoet. De oogen van Georges hadden zioh op den stoel gevestigd, die nu met een mantel bedekt was en waaronder men een mensohelij ken vorm kon ontdekken. Hij naderde en strekte er de hand naar uit. De vicomte versoheen op den drempel, sta melde bevende eenige alledaagsohe woorden en kon nauwelijks de oogen opslaan. Die sohrik had eohter niets onnatuurlijks men kon, men moest ze toeschrijven aan de de verrassing, het verdriet. Eensklaps liet Georges den mantel vallen, zoodoende het lijk ontbleotende. Gontran kon een kreet niet weerhouden. De zoon keerde zich naar den neef. Hunne blikken kruisten elkander. (wordt vervolgd.) Gedrukt bjj LANGEYELD DE B.OOU, Texel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1901 | | pagina 4