N°. 1463. Donderdag 19 September. A0. 1901. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Advertentiën vóór 10 nur op den dag der uitgave ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Buna op Texel TEXEL, 18 September 1901. Naar men ons verzekert, gaan de prijzen alhier ter markt besteed, gedurende den laatsten tijd geregeld achteruit en is het dus niet te verwonderen, dat de handel stug moet worden genoemd. Maandag bestond de aanvoer uit 699 schapen, 446 lammeren, 66 rammen, 10 koeien, 2 kalveren en 3 paarden. Omtrent de prijzen, die konden worden besomd, vernamen wij, dat die waren voor schapen f8 a f 15.75, lammeren f 5 f 10, rammen f 16 f 18, koeien f 80 a f115 en kalveren f 5 a f 8. In groote getale waren Maandag belang stellenden en nieuwsgierigen opgekomen in het lokaal „de Vergulde Kikkert" ten einde zoo mogelijk eenigszins meer op de hoogte te geraken van de voor- en nadoelen verbonden aan tram en nieuwen weg naar Oudeschild. Door den heer Alm. Visser alhier was zooals bleek de vergadering belegd en werd deze dan ook geleid. Na allen welkom te hebben geheeten en te hebben opgemerkt, dat zeker ieder die een open oog heeft voor het welzijn van Texel wel eens zal hebben nagedacht over de voor- deelen of nadoelen, verbonden aan den aanleg van „tram" en „nieuwen weg", deelt Spr. mede dat hij het eerst wenschte te behandelen „de tram" en daarna Texels belang. Naar verder blijkt is spr. er vast van overtuigd, dat een tram voor Texel van groot belang is. Tarief van passagiers en vracht goederen zullen ongetwijfeld gunstiger zijn dan thans, terwijl het vreemdelingenverkeer er zeer door zal worden bevorderd. Een groot bezwaar noemt spr. het echter, dat de tram niet zal worden geëxploiteerd door de gemeente, doch doch, naar hij heeft hooren beweren, door den heer Bosman. Ook de boot tusschen Texel en Helder, zegt spr. is reeds in diens handen, en is daardoor juist niet Texels belang in diens macht? Komt Texel niet toe, dat het ook de groote voor- deelen aan de exploitatie van die boot verbon den, geniet? Is het goed, dat de heer B. maar naar willekeur de Texelaars belasten kan, door zjjn tarieven te verhoogen? Is Texel zoo rijk, dat het die groote winsten maar kan derven? Neen! de boot, Texels belang, dient in handen der gemeente, de voordeelen dienen in de gemeentekas te vloeien, waardoor er geld zal zijn voor verbetering van de wegen enz. en de Hoofdelijke Omslag zal kunnen worden verlaagd. Juist ter wille van de boot is spr. tegen de tram of liever tegen het verleenen van concessie aan den heer Bosman of diens plaats vervanger, want volgens spr. kan dan moeilijk later de boot worden ontnomen. Met een opwekking om zelf de hand aan den ploeg te slaan, eindigt spr. zijn rede, die door allen met groote aandacht gevolgd was. Na de puaze, die nu volgde werd gelegen heid gegeven om nader het onderwerp te bespreken. Door den heer H. Flens werd, aangezien door niemand het woord verlangd werd, het woord gevraagd en na dit te hebben verkregen irengt hij den heer Yisser hulde voor zijn noed, voor deze zaak eene vergadering te beleggen, het doet spr. genoegen in den heer 7. iemand te ontdekken van zoo vooruitstre- fenden geest, met wiens ideën hij in deze zeer goed kan opgaan. De heer De Jongh betreurt het, dat de leer Y. er de boot heeft bij gehaald en zou 3r voor zijn die maar voorloopig te laten rusten, aangezien de zaak te veelomvattend Pordt op die wijze. De heer Yisser repliceert, dat juist met het 'Og hierop, dat tram en boot in handen van den heer Bosman komen, de boot er bij moet worden behandeld.' De heer Roeloffs merkt op, dat ofschoon men misschien uit het luid applaus na hetgeen door de heeren Visser en Flens is gezegd, zou opmaken, dat allen het met de sprekers volkomen eens zijn, doch spr. meent, dat er ook nog wel tegenstanders zullen zijn en zou gaarne zien, dat ook die hunne meening eens kenbaar maakten. De heer Dikkers maakt de opmerking, dat door den heer V. wordt gesproken van een tram door den heer Bosman aan te leggen, terwijl concessie werd aangevraagd door den heer De Leeuw en deze er een maatschappij van wenscht te maken, waarin dan directeur en commissarrissen. De heer B. kan dan evengoed niet als wel groot aandeelhouder zijn en directeur of commissaris worden of niet. De heer Wagemaker maakt de opmerking, dat het zeker niet de eerste maal zou zijn, dat door den heer De Leeuw concessie werd aangevraagd en later bleek dat de heer B. de grootste aandeelhouder werd. De heer Noordijk meent, dat de concessie wel kan worden verleend en dat de vraag enkel is op welke voorwaarden dit geschiedt, zijn die werkelijk in het belang van Texel. Spr. is sterk voor een tram en zou er niet tegen zijn dat de concessie, al is het ook aan den heer B,, werd v&Ieend, doch in ieder geval onder voor Texel goede voorwaarden. Verder herinnert spr., hoe voor eenige jaren door den heer Moojen en hem een plan was op touw gezet ter verkrijging van de boot uit de handen van den heerB. Nog steeds zegt spr. geheel overtuigd te zijn, dat dit zou zijn in Texels belang en dat uit de winsten alles zou kunnen worden bekostigdtram, verkorte weg, burgwal, brandbluschmiddelen enz. Spr. is echter sterk voor een tram en zou eerst daarna de boot willen zien ter hand genomen. De heer H. Flens zegt, dat naar hem blijkt allen voor vooruitgang zijn, en dat hij voor zich vreest dat men door de boot op den voorgrond te stellen, gevaar loopt tram en nieuwen weg op den achtergrond te plaatsen, hetgeen hem zeer zou spijten. De heer J. Flens acht verbetering van verkeerswegen van zeer groot belang en twijfelt er aan of bij gemeente-exploitatie van boot en tram het vreemdelingenverkeer wel zoo zeer zou toenemen, als wanneer die vervoermiddelen waren in handen van den heer Bosman, wiens invloed zeer groot was, zooals spr. bij ondervinding wist. De heer B. had b.v. genoeg invloed om van de lloll Spoorw. Maats, sneltreinen en pleiziertreinen te verkrijgen. De heer D. Mentz vraagt waarom door de heer B. indertyd werd bedankt voor de f 1000 subsidie van de gemeente voor de boot, waarop de heer Visser antwoordt, dat naar hij meent zulks geschiedde omdat de gemeente inzage verlangde van de boeken en dat na die wei gering het tarief was verhoogd. Volgens den heer J. H. Moojen, die thans het woord verkrijgt, dient men zich niet te groote illusies te scheppen over de gemeente exploitatie van de tram en zal die tram ver moedelijk niet zoo winstgevend zijn als men wel meent Naar spr. meent moet thans de vraag worden gesteld „tram" of „weg". De heer J. Flens vraagt wat er tegen is, dat de concessie wordt verleend, indien de voorwaarden goed zijn en acht de voordeelen er van voor het algemeen zeer groot. Als voorbeeld wordt door spr. aangehaald, dat in het plan ook vervat is het leggen van rails om de hayen, zoodat overal kan worden inge laden en het mogelijk zal zijn b.v. schuim aarde aan te voeren per aak, hetgeen nu niet kan omdat de lossing te lang moet duren. De schuimaarde zal daardoor veel goedkooper hier kunnen worden aangevoerd en misschien de helft kosten. Wat de condities betreft, daarin zou kunnen worden opgenomen, dat de gemeente de tram na een zeker aantal jaren kan overnemen voor een bepaald bedrag of dan bij taxatie te bepalen bedrag. Door den heer Wagemaker wordt opgemerkt dat men wel bepalingen kan maken omtrent de tarieven, doch dat die later nog wat kunnen worden verhoogd als het noodig blijkt. Spr. wist niet, dat het doel van den heer Visser was om de verleening van concessie tegen te werken, door wie dan ook aange vraagd. Wat bezwaar is er tegen, dat er naast de trambaan een straatweg komt? De heer J Flens merkt op, dat, wanneer er een straatweg naast de trambaan ligt, dan door den tram moet worden geconcurreerd met de vrachtrijders. De heer Wagemaker merkt op, dat het tarief van de boot veel te hoog is en dat men b.v. evenveel of minder vracht betaalt voor een pak van Berlijn naar Helder, als van daar naar hier. Hierna ontspon zich een opgewekt en lang durig debat over de vraag of door den heer De Leeuw de aanvrage om concessie zou worden ingetrokken, indien de raad mocht besluiten tot aanleg van den nieuwen weg, zooals bij geruchte werd vernomen. Naar ons bleek, waren de meeningen daar omtrent zeer verschillend, terwijl de een uit goede bron had vernomen, dat zulks beslist zou geschieden, had de ander weer uit even goede bron, dat dit niet zou geschieden, indien de weg maar minstens 50 meter of volgens weer een ander 10 meter van de trambaan was verwijderd. Wederom anderen hadden ook al weer uit een dergelijke of misschien wel dezelfde bron geput en be weerden, dat alleen maar werd verlangd, dat de weg er van werd gescheiden, al was het maar door heining of sloot. Ten slotte werd door den heer De Jongh de motie voor gesteld, dat men alle pogingen in het werk zou stellen ter verkrijging van den weg en den tram beide om zoo mogelijk later ook de boot in handen der gemeente te krijgen. Na nog eenige discussie werd deze motie, met weglating van hetgeen omtrent de boot was voorgesteld, opnieuw voorgelezen en thans in stemming gebracht. Uit de vele handen', die als bewijs van instemming werden opge heven bleek, dat een groot deel met de motie wel kon opgaan. Nadat nog was besloten, ter bereiking van het beoogde doel requesten aan den Raad der gemeente op te maken en ter teekening aan te bieden, werd de vergadering gesloten. Bij „bekkenslag" en door het aanplakken van kleine biljetten op enkele plaatsen in ons dorp was bekend gemaakt, dat gister avond in 't h&tel „Texel' de heer Breed, Zuid Afrikaansche boer, zou optreden. In aanmerking genomen de betrekkelijk dus zeer geringe publiciteit, die er aan was gegeven, was de opkomst zeer goed te noemen. De spreker werd met een kort woord van den heer Rooseboom ingeleid. Deze wees er op, hoe Zondag te Oosterend de opkomst in het kerkgebouw aldaar, waar de heer Breed optrad, zeer groot was geweest en dat naar aanleiding daarvan was besloten ook alhier op te treden. Volgens spr. was de heer Breed een zeer rijke boer, die door den oorlog thans alles had verloren. Verder werd mede gedeeld, dat na afloop gelegenheid zou worden gegeven tot het doen van vragen, terwijl spr. ten slotte nog opmerkte, dat de Boeren hun kracht vinden in hun vast geloof aan de eindelijke zegepraal van het recht en in het vast vertrouwen op God. Het was ook op verzoek van den heer Breed, dat vooraf werd gezongen psalm 68, vers 1, waarna een kort gebed volgde. De heer Breed thans het woord verkrijgende, stelt zich aan de vergadering voor als soldaat van generaal De Wet en aangezien hij in de TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1901 | | pagina 1