Particulier kapitaal.
Deurwaarder C. de "Wijn
Claudius Henricus de Boer,
een best WERKPAARD
Groote Priesche Verloting,
Echt Duitsch
AFBRAAK
Hyacinten, Tulpen, Crocnssen
en andere bloembollen,
verkrijgbaar bij GEBRs. KALIS te TEXEL.
LAATSTE WEEK!
TH0MASPJ10SPHAATMEEL,
Centrale Bank voor Landbouw en Nijverheid
In eer hersteld.
OPRUIMING
Te koop
Advertentie-bureau.
a f 1 per stuk; 11 loten voor f 10.
Langeveld de Rooij.
LANDBOUWKALK
J. H. MOOJEH.
Feuilleton.
Ph. Vlessing.
te TEXEL,
zal op Zaterdag 31 September a.s.,
des voorin. 10 uur aan de Haven te Oudesckild
publiek vei'koopen
vau bet oude en
HULPMIDDELEN
van liet nieuw gebouwde Pakhuis met Boven
huis aldaar, alsRamen, Kozijnen, De uren
Leggers, Sparren, Kolders, Vloer-, Zolder- en
Steigerdeelen, Palen, Schroten, Latten, Pannen,
een partij nieuwe Steenen, Kannebuizen, een
groote ijzeren Stulpomp, enz. enz.; alles daags
te voren te bezichtigen.
Notaris te Texel,
zal op Zaterdag 38 September 1901,
des avonds half acht in het koffiehuis van de
Wed. KOPPEN te Oosterend op Texel, ten
verzoeke van den makelaar J. H. MOOJEN,
te Texel, als lasthebber zijner principalen,
publiek verkoopen
Mlo. Een BUIS en ERF te Oosterend)
Sectie B, no. 1658, groot 10 Aren
90 Centiaren.
2o. Een perceel WEILAND aldaar, Sectie B,
no. 1150, groot 1.20.80 H.A.
Betaliug der kooppenningen en aan
vaarding 1 Nov. 1901.
Behoorende een en ander tot de nalatenschap
van den heer W. KONING Pz.
Ten kantore van ondergeteekende direct be
schikbaar f 5000.tegen 41/, a 47t% renten, op
éérste Hijpotheek landerijen, in sommen van
f 500.en hooger.
J. H. MOOJEN, Makelaar.
bij G. ALDERLIESTE,
Eierland.
Voor de plaatsing van Advertentiën
ook in andere bladen houden zich beleefd
aanbevolen
UEd. dw. dienaren,
LANGEVELD DE ROOIJ.
extra kwaliteit en uiterst billijke prijzen,
Prijslijst op aanvrage franco.
Talmt nu niet langer, doch maakt
gebruik van de gelegenheid.
Nog enkele dagen en de trekking beeft
plaats van de
Hoofdprijsf 20.000 in contanten
3e prijs; f 5000,
verder: 10 Pianino's, 10 Orgels, 50 Fietsen,
50 Naaimachines, enz.
Alleen flinke prijzen.
LOTEN dezer loterij zoolang de
geringe voorraad strekt, nog verkrijg
baar tot 21 DEZER
a contant. Na ontvangst van postwissel worden
de loten franco toegezonden door
onder Rijks controle,
per 100 kilo f 2-45 16°/0 Phosphorzuur
van de firma STOEL ZOON.
1ste soort 58 et., 2de soort 48 ct. per H.L.
FRANCO TEXEL.
JAC. KIKKERT Nz.
BURG.
gevestigd te AMSTERDAM.
KAPITAAL f 2.500.000,
„waarvan volgestort f 500,000".
De BANK geeft voorschotten aan den Land
bouw en de Nijverheid op hypothecaire zekerheid,
borgstelling, onderpand van fondsen of andere
deugdelijke zekerheidsstelling.
Zij belast zich met het nemen van gelden d
depositowaarvoor de rentevergoeding bedraagt
yanaf 18 Juni 1901
met 5 dagen opzeggen 2
met 10 dagen opzeggen voor één
maand vast 23A
voor 3 maanden vast met 4 weken
opzeggen 3%
voor 6 maanden vast met 4 weken
opzeggen 31/,0/0
voor 1 jaar vast met 6 weken opzeggen 4%
De vertegenwoordiger voor Texel en Helder
Uit het Fransch door P. L.
43. XXVI Onder den grond.
De brief, door Max Sterner geteekend, was
van den volgenden inhoud:
„Mijn ouden Sambre et Meuse
Belisarus heb ik al in drie dagen niet gezien.
Om zeker te zijn, hem hier morgen te zien,
zeg ik hem, dat morgen mevrouw de vorstin
Len hare dochter voor het laatst voor hun
portret zullen poseeren.
Jean Baptiste kon een vreugdekreet niet
weerhouden.
„Zult gij gaan, Jacques
„Ik zal gaan. Max Sterner is ook uw vriend.
Reken op ons."
Ach, wat zijt gij goed. Dank Jacques, dank!
„Laat ons nu aan rust denken, hernam de
grijsaard. Uwe oogen gaan, ondanks u zelve
dicht, mijn kind. Laat mij uw bed opmaken
Je bent bij mij thuis, ik wil naar mijne smaak
de plichten der gastvrijheid vervullen."
In den versten en donkersten hoek, spreidde
de grijsaard de varens uit en dwong den jongen
man te gaan liggen.
Deze bood voor het overige weinig tegen
stand. Hij viel om van den slaap en was reeds
bijna ingeslapen.
Zijne gastheer ging in het eerste hol.
Maar hij bleef wakker liggen in zich zelve
de argumenten, die zijn instinct en voorgevoe
lens hem ingaven, nog eens overwegende.
de nog voorradige MANUFACTUREN.
uit het magazijn onlangs door brand beschadigd.
De goederen, welke hiervan nog in mijn winkel
voorhanden zijn, worden tot spotprijzen
opgeruimd.
De voorraad bestaat uit Japonstoffen, Bont,
Overhemdengoed. Vitrage, Pilow, Engelschleer,
Handdoeken, Zakdoeken, enz. enz.
Ieder doe zijn. voordeel!
Aanbevelend, Hoogachtend,
UEd. dw. dienaar
Toen het dag werd, bereikte een zacht fluitje
de ooren van Jacques.
„Dat is Barnabin," mompelde hij.
Het touw met knoopen was toen zij kwamen
opgehaald, hij liet het nu weer zakken en zeide
toen zacht:
„Klim op!"
In een oogwenk was Barnabin bij Jacques.
En mijne broeder? vroeg bij.
Stil! zeide de grijsaard, bij slaapt. Hoe beeft
uwe moeder den nacht doorgebracht
„Zij had koorts en ijlde. Afgebroken woorden
ontsnapten hare lippen en het moet steeds den
zelfden droom geweest zijn, want het waren
altqd dezelide woorden."
„Welke woorden
O: ik heb ze goed onthouden. Zij heeft ze
zoo dikwijls herhaald„Het bureaudaar,
in het midden der zaalhet groote bureau
In de lade rechtseenen dubbelen bodem
een briefeen brief aan den procureur des
konings... Ha! dat is het bewijs!"
Gedurende eenige oogenblikken keken de
grijsaard en de jongen elkander zwijgend aan.
„Wat wil dat zeggen?" vroeg de laatste.Be
grijpt gij het, vader Robinson?"
„Neen. Waarschijnlijk is het eene herinne
ring eene herinnering aan den nacht van
den moord."
„Dat denk ik ook," zei Barnabin.
„Alles is daarin mijn hoofdik za
er over nadenken maar gij hebt mij immer;
niet noodig? Kan ik gaan?"
„Hebt gij dan zoo'n haast?"
„Ja."
„Waar ga je heen."
Reeds hing onze straatjongen aan het touw
Ik hoop niet dat gij uit school zult wep
blijven?
„Maar vader Robinson, hebt gij dan nie
begrepen, dat ons ongeluk mij wijs heeft ge
maakt Mijne moeder bewaken, haar redden
hare vijanden ontmaskeren opdat zij niet wee
beginnen dat is mijn doeldat tracht ik ti
bereiken. Oik heb haar nooit zoo bemind
die goede moeder!.... Vaarwel.
En zich langs het touw latende glijden ver
dween hij.
XXVII Het spoor.
Barnabin kwam van den eenen en Mario
van den anderen kant.
„Luister, zeide deze; wat hoor ik tochP
De grond dreunt. Men zou zeggen dat he
donderde."
„Het is fa, la, die ligt te ronken antwoordde
de andere. Kijk maar."
Polydore had zich in eene holte in det
vorm van eene wieg zijn bed gemaakt. Eenigi
stiuiken dienden hem tegelijk voor matras
oorkussen. Hij was prachtig in zijnen slaap
Zijne reusachtige gestalte, zijn hoekig profie
zijne buitengewone magerte, dat alles herhinner
de aan die dolende ridders die er eer op stel
den onder den blooten hemel te overnachten.
Het was de Parijsche don Quichotte. Zijne
beide gezellen maakten hem wakker:
„Hola! hé, Polydore!"
„hafa! antwoordde hij, zich dadelijk op zijne
lange beenen oprichtende.
De laatste noot werd door een ontzachelijken
geeuw uitgerekt.
Zijne lange armen rekten zich zoo plotseling
uit; dat Mariol, hoewel hij op een flinken af.
stand stond, een fermen vuistslag opliep.
„Sapperloot," riep hij, pas toch op. Wat
een moordenaar. Maar ben je Hercules dan
Magere Hercules dan, antwoordde de tenor
eene olympische houding aannemende.
Reeds onderzocht Barnabin de aarde.
„Mijnheeren! zeide hij, schei nu maar uit
met die praatjes en kijk eens hier."
Hij wees op den indruk, den vorigen avond
opgemerlt.
Zij was zoo volmaakt in de klei afgeteekend
dat men nu, bij vollen dag, de minste bijzonder
heden kon onderscheiden. Een scheur in de
zool, een heel scheeye hak, en groote spijkers
die de versleten zool nog bij elkaar hielden.
Het was de indruk van een neergetrapte slap
geworden schoen, het schoeisel van eenen vage
bond, een' bandiet. Binnen een grooten kring
had de grond overal dezelfde indrukken. Ver
volgens gingen zjj in rechten lijn naar het
noord-westen.
Het is gemakkelijk te begrijpen, dat de onbe
kende, om de verveling van het lange wachten
te verdrijven hier rond heeft geloopen en dade
lijk, na de drie vlammetjes zoo gauw mogelijk
zijnen schuilplaats heeft opgezocht. Volgen wij
dus het spoor.
„Als in „de laatste der Mohikanen" zeide
Polydore, onze jonge broeder is een groot opper
hoofd."
Men ging op weg.
Niemand was nog dienzelfden weg gevolgd.
De sporen waren duidelijk zichtbaar; men kon
ze zonder aarzelen volgen. Dicht bij de kalk
hovens gingen zij eensklaps naar het oosten.
„Waarom dat?" vroeg Mariol.
Hij zal bang geweest zijn door de zwerve
lingen gezien en herkend te worden; het is
een van hen.
Verstandig gesproken, jonge sachem, sprak
Polydore. Laat ons maar vooruit gaan. Een
weinig verder wendden de schreden zich weer
af en richten zich nu naar de hut van vader
Robinson.
„Zou hfj daar zijn?" vroeg Mariol.
„Opgepast! zeide Polydore, opgepast Mohi
kanen, laten wij onze tomahawks nemen!"
De beide mannen waren voorzien van stok
ken, die zq onderweg hadden opgeraapt; de
straatjongen stopte eenen steen in zijnen zak
doek.
Zij gingen stil en voorzichtig vooruit als
jagers, die dicht bij het wild denken te zjjn.
De deur van de hut was open. Men hoorde
niet het minste geluid daar binnen,
(toordt vervolgd.)
Gedrukt bjj LANGEVELD DE ROOIJ, Texel
k<
bc
or
ge
P.
sa
op
II.
mi
als
dei
mi
Ia:
roo
loc;
;oe<
oei
"V
an
en
m
an
len
>on
>n
ek(
>ge1
irda
iorï
o
n
ikki
Hoi
opt
der
ide:
ept
w
wa'
VAN
we
Tei
)f
Di
Oui
1
7001
lel
zi
b
de
af