Delftsche Sla-olie. HARMONIKA'S. Regen en Zonneschijn. bij A. DROS Albzn. JOH. DE HEER -- ROTTERDAM. 6e Groote Verloting. Zonder Nieten. Nederl. Verlotingsmaatschappij „Fortuna." Loten verkrijgbaar bij Adr. Nieuwenhuizen en J. Kool, Burg. Feuilleton. M. A. LANGEVELD, Boomkweeker, Hoofdprijs: Een geheel KAMERAMEUBLEMENT, Benevens een extra toegift van f 100 in contanten. 8W" Een geheel lot kost slechts 50 cent BURG OP TEXEL, beveelt zich aan tot leve ring van alle soorten van BOOMEN, PLANTEN en Heesters, tegen lage prijzen. Extra Surfinc Supra per 7i flesch f 1, Vi n ^'85 l 'Va 0.55 V. 0,15 Degelijke Volksbarmonika's volgens nevenstaande teekeniDg 2 Reg. 2 koorig070 3 3 - 4,50 4 ^4 (Orgeltoon) - 5,50 Prachtige volle toon. Talrijke dankbetuigingen Bij elk instrument cadeaueen Handleiding voor zelfonderricht 0111 zonder notenkennis direct ver schillende liederen en koralen te kunnen spelen en kleine reparatiën zelve te doen. Franco levering tegen toezending van postwissel. Grootste sortecring in Nederland van Mond- Blaas- en Hand-Harmonika's. Hoofddepót der Echte Crefelders. Vraagt gratis geïll. Prijscourant. Wederverkoopers bij minstens 3 stuks hoog rabat* 2e prijs: 3e prijs 4e prijs: 5e prijs: Directie 31. v. d. LEEST, Haarlem. bestaande uitT 1 Mahoniehouten ronde Tafel, 6 fraaie Stoelen, 1 soliede Mahoniehouten Linnenkast, 1 fraaie grooten Regulateur, 1 paar Schilderstukken op'doek met bieed veigulde lijsten en 1 Iraai Schoorsteengarnituur bestaande uit i endule met Candelabres. Een geheel Kamerameublement als boven omschreven. Idem als boven bedoeld. Een fraai otenlionten Cilinder-Sdirijfbnrean. Een geheel NIKKEL THEESERVIES bestaande uit: Theepot, Koffiekan, Thee stoofje, Melkkan en Suikerpoi, alles gegarandeerd prima kwaliteit; benevens een traai blauw Theeservies en Japansche Theetafel. 6e prijs: Een compleet VEEREN BED, PELUW, KUSSEXS en DEKEXS. 7e prijs: Een fraaie groote SPIEGEL met 2 daarbij passende SCHILDERIJEN. Voorts zullen beslist als prijzen uitkomen: Gouden en Zilveren Heeren- en Dames-romon- toirs Bamboe Vogelkooien op Standaards, fraaie Schilderijen en Spiegels Nikkel Klokjes met muziek, Jap. Theetafels, Salon- en Penanttafeltjes, Accoord Citers, Schilderstukken met breed vergulde lijsten, rieten Fanteuils, Serviezen, Regulateurs en duizend andere Huishou delijke en Luxe Artikelen; terwijl elk deelnemer beslist als prijs een aardig Huishoudelijk of Luxeartikel ontvangt, waarover ieder ruimschoots tevreden zal zijn. De prezen zijn reeds grootendeels aangekocht en publiek te bezichtigen in mijne magazijnen: KI. Houtstraat 88 en Kruisweg 60. De trekking geschiedt publiek op 7 Januari e. k. waarbij ieder tegenwoordig mag zijn. en wordt na ontvangst van dit bedrag per postwissel of in postzegels franco toegezonden dooi de Directie M. v. d. LEEST, KI. Houtstraat 88, Haarlem, en is tevens verkrijgbaar bij do Agenten Trekkingslijsten worden franco toegezonden, drie dagen na afloop der trekking. De toezending der prijzen geschiedt geheel franco. 9. Novelle door L. R. Spijtig sprak zij dan„U schijnt niet veel haast te maken met uw vertrek, mijnheer." Zonder haar met woord oi blik te verwaardigen sprak Karei„Tot morgen dan, Marie, en verliet het huis, waar hij weinige oogenblikkon te voren zoo vroolijk was binnengekomen. Doch weg was nu zijne vroolijkheid, weg zijn hoop op eene gelukkige toekomstalles had hij verloren door het spel eener karakterlooze vrouw door die gehate mevrouw Dolhorst. Maar was dan Marie geheel onschuldig? Neen, ook zij had hem bedrogen en daarom moest het tusschen hen uit zijn, voorgoed uit. Volgons zijne belofte, zal hij haar nog naar hare ouders brengen en dan ja, dan zou hij haar voor altijd verlaten. Na eenig zoeken vond Karei een logement en verkreeg logies. Hoewel hij bijna den gehee- len dag niets gebruikt had, bestelde hij onkel een glas melk en ging daarna onverwijld naar zijne kamer, hopende in den slaap vergetelheid te zullen vinden. VI. Na een onrustig doorgebrachten nacht stond Karei op, nam een stevig ontbijt en begaf zich op weg naar de woning van mijnheer Delhorst. Klokslag negen uur stond hij op de stoepen balde aan. Marie, reeds geheel gekleed, opende zelve de deur en na een stille begroeting verwijderde zij zich oen oogenblik, waarna ze terugkwam en haren arm in dien van den jongeling legde. Zwijgend ging men nu de deur uit, de stoep af en de straat op, gevolgd door do meid, die het valies van de vertrekkende logé droeg. In de wachtkamer van hot station gotcomon, stopte Karei de meid eene fooi in de hand, waarna deze beleetd groetende vertrok. Ver volgons nam hij twee plaatskaartjes tweede klasse en weinige minuten later bevonden onze reizigers zich met hun beiden in een coupé. Daar het reeds vrij warm was, trok Karei een schuif neer, legde zijn hoed naast zich op do bank en keek met onbestemde blikken naar buiten, naar het heuvelachtig landschap tor eene zijde van den weg. Marie zat schuin tegenover hem en wist niet best welko houding aan to nemenzij zocht naar woorden om een gesprok aan te knoopen doch ze kon maar geen begin vinden. Treurig dwaalden hare blikken van buiten naar Karei en van deze weer naar iets anders. Daar viol haar blik op Karols hoed: „Weet go wel Karei dat gij een gaatje in uwen hoed hebt P" sprak zij minzaam. „Ja wel, Marie, er zijn er twee in, zie maar," en hij reikte haar den hoed over. „Kijk, juist twee over elkander," hernam Marie; „hoe zijn die er in gekomenP" „Door eon geweerkogoJ, die eohter niet voor mijn hoed, maar voor mijn hoofd bestemd was," „Wat zegt ge Karei, een geweerkogel P Heeft men dan op u geschoten „Ja Marie," antwoordde hij en nu vertelde hij haar al datgene, wat hij ten huize harer tante nog voor haar verzwegen, ook wat hij gedacht had tijdens zijne wandelingen aan het strand to Z., hoe hij naar had verlangd en hoe innig verheugd hij geweest was, eindelijk een reden gevonden te hebben, haar bij hare tante op te zoeken. „En hoe heb ik u gevonden zoo eindigde hij; „0, 't is vreeselijk Heb ik dat aan u ver diend, Marie P" Met kloppend hart en beurtelings rood en bleek wordend, had zij hem aangehoord en toen hij ophield met spreken, zag zij hem met tranen in do oogen vol teederheid aan en sprak met zachte, droevige stem„Ik heb u slecht, zeer slecht behandeld, u die altijd zoo goed voor mij waart, bedrogendoch ik smeek u bij onze liefde, schenk mij vergeving. Ik weet nu eerst hoe lief ik u heb, nu een kogel me u bijna heeft ontnomen. O, mijn dierbare vriend, ik zie het aan uwe oogen, gij bemint mij nog. Draagt dus weder dien ring als onderpand mijner trouw; van don uwen zal ik nimmer meer scheiden." Daarbij bood zij hem mot een smeekenden blik weder den ring aan, dien hij haar den vorigen dag voor de voeten had geworpen. „Neen Marie", antwo:rdde de jongeling be wogen, maar ernstig, „behoud den ring, ik zal hem niet meer dragen, want ik zou aan uwe trouw moeten twijfelen en dat wil ik niet. Het is waar, ik bemin u nog en ik zal u altijd be minnen eene liefde als de mijne sterft niet op één dag. Geene banden zullen u echter meer knellen, gij zult vrij, geheel vrij zijn." „Ziedaar dan ook uw ring weer, Karei; ik mag hem nu niet langer behouden, hoe het mij ook smart, hem te moeten missen." Hij bracht hem aan zijne lippen en stak toen den ring bij zich. „Als een dierbaar kleinood zal ik hem bewaren", sprak hij. „Om hem missohion weldra aan een ander te schenken vroeg zij bitter weenende. „Ik geloof niet, u ooit aanleiding gegeven te hebben, zoo iets van mij te donken, Marie", antwoordde Karei. „Ik heb u nimmer reden tot klagen gegeven." „O, het is waar Karei; ik alleen bon de oor zaak van al deze ellende." Met de zakdoek voor de oogen wierp zij zich in een hoek van het rijtuig en bleef daar stil zitten weenen. Toon Karei na eenigen tijd eens naar haar omzag, ontdekto hij, dat ze in een lichte sluime ring was gevallen. Do armen hingen het meisje slap bij de zijden neer en hot hoofd was haar op de borst gezonken. „Zij zal vannacht weinig gerust hebben", dacht Karei; laat haar maar slapen, dat zal haar goed doen." Voorzichtig schoof hij een gordijntje zoo, dat de zon haar niet kon hinde- en, ging weer zitten, stak een sigaar aan en verviel in diep gepeins. Snel voerde hen de sneltrein naar hunne bestemming. Bij het station Z. waar men moest overstappen, ontwaakte Marie en nu klaagde zij over hoofd pijn, zoodat er ia het vervolg bijna geen woord meer werd gesprokon. Na eene vreeselijk vervelende reis kwam men eindelijk te K. aan, en werd Marie voor 't laatst door Karei naar huis geloid. Vol verbazing ontving mon daar het paar en die nam nog toe, toen Karei in een oogenblik, dat Marie de kamer had verlaten, hare ouders mededeelde, dat zij elkander de vrijheid hadden weergegeven, het aan haar dochter overlatende de redonon daarvan op te geven. Weidia stond nu de jonkman op om heon te gaan. Op diep geroerden toon bedankte hij den heer Dijkeen en zijne vrouw voor de vriendelijko ontvangst, die hij altijd bij hen had genoten on vertrok, Marie deed hem uit geleide. In den gang gokomen, opende zij de deur eonor zijkamer trok er Karei binnen, ging voor hem staan, nam zijne hand in de hare en sprak met trillende lippen: „Gij gaat mij dan ver- laton, mijn vriend P Ik zal dus voortaan uwe trouwe oogen niet meer mogen zien P Welnu hot zij dan zoo; ik heb het verdiend. Maar Karei, dood mij niet. O, laat mij hopen, dat ik nog eenmaal do uwe mag worden, dan zal ik geduldig wachten en lijden; want ik zal zoo naar een blik, een woord van u verlangen. Zeg dan toch, mijn innig geliefde, mag ik nog hopen P" {wordt vervolgd.) Gedrukt by LANGEVELD DE ROOIJ, Texel,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1901 | | pagina 4