N°. 1500. Woensdag 25 December. Aó. 1901. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Uit Grootvaders tijd. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Burg- op Texel Volgens gewoonte zal ook dit jaar weder de gelegenheid zijn opengesteld, om in hetNieuw- jaarsnummer van ons blad, advertentiën te plaat sen als Nieuwjaarsgroet aan familie, vrienden en bekenden, tegen betaling van slechts 20 emt tl contant voor eene ruimte van 4 regels. Eae spoedige opgave is met bet oog op de gewoonlijk groote drukte op den dag der uit gifte zelf, ten zeerste gewenscht. Voor de plaatsing van deze en andere adver tentiën, houden zich beleefd aanbevolen De Uitgevers. GEMEENTE-SECRETA RIE. De SECRETARIS der gemeente TEXEL, maakt bekend, dat op Donderdag 26 Decem ber a. s. (2e Kerstdag) de gemeente-secretarie zal geopend zijn des voormiddags van 11 tot 12 uur, uitsluitend voor het doen van aangiften bij den burgerlijken stand. Texel, 21 December 1901. De Secretaris voornoemd; G. A. HAJENIUS. (Ingezonden). Eenigen tijd geleden las ik met genoegen het Nationaal Gedenkboek der hernieuwde Neder- landsche Unie van het jaar 1813 door J. Konijnen burg. Enkele bladzijden van dat werk, waarin de verdrijving der Fransche overheerschers van den vaderlandschen bodem verhaald wordt, zijn gewjjd aan de gebeurtenissen die in het zoo belangrijke jaar 1813 op Texel voorvielen. Deze worden in den eigenaaraigen stijl van die dagen op levendige en onderhoudende wijze meege deeld en zullen door de Texelaars van heden, het nageslacht van de Texelaars van 1813, zeker met belangstelling worden gelezen. Nadat de schrijver heeft verhaald, dat een groot deel van ons land van de Franschen was bevrijd, gaat de schrijver aldus voort: Zoo zeer nu, met den gelukkigen keer van zaken, de lang verdrukte handelsgeest zich de allereerste oogenblikken wensch*e ten nutte te maken, vond dezelve geene geringe belemme ring in de voortdurende bezetting der naby gelegene Zeehavens van de Helder en Texel met Fransch Garnizoen, die welligt, door de sterkte der aangelegde Forten, zoo van de landzijde als van den zee-kant, niet dan door een stellig bombardement hernomen, en waarvan de ge volgen zeiven voor het behoud dier kostbare Vestingen en van 's Lands Vloot, en voor de rust van gansch Noordholland, hoogst gevaar lijk zouden kunnen worden. Gelukkig echter wordt althans één struikelblok spoedig uit den weg geruimd. Het Eiland Texel in zijnen om trek van drie en een half uur lang en twee uuren breed, tamelijk bevolkt, was van oudsher door zijne bijzondere gehechtheid aan het Huis van Oranje bekend. Het had, onder de Fransche dwingelandij, boven alle andere Plaatsen, zwaar geleden door de geheele stremming van den handel. Bij de willekeurige Opschrijving tot den krijgsdienst, was het genoodzaakt tot de levering van een dubbeld-tal Manschap, behalve nog van 120 Kustbewaarders, onder Fransche Bevelhebbers, wier ongehoorde dwang een aan tal Huisgezinnen tot den bedelstaf voerde. Schrik kelijk waren de kwellingen en afpersingen der Douaniers, en het meerdertal der van tijd tot tijd afwisselende plaatselijke Fransche Komman danten onderscheidde zich door verdrukking en mishandeling. Geen wonder, dat het allereerste berigt van den Amsterdamschen Opstand de gemoederen terstond met vaderlandsche geest drift vervulde, zonder zelfs die omzigtigheid in acht te nemen, welke eigen toestand en de nabijheid van de Helder hadden moeten voor schrijven. Reeds op den 18den van Slagtmaand wordt de Hollandsche Vlag, aan het Ooster-Eind op den Kerktoren opgeheschen; de Fransche Adelaars overal van vóór de huizen der Beamb ten afgenomen, en men versierde zich openlijk met de Oranjekleur, zonder echter, te midden van het vrolijkst gejuich, eenige de minste wandaad te plegen. Weldra volgde een dadelijk verbod van den Admiraal Verhuell, aan den Heer Maire en den Plaatselijken Kommandant gerigt, met stellige bedreiging van geweld in geval van weigering en het zenden van 1000 Man tot inkwartiering gepaard De plaatsing der Korvet de Vernis, met een twaalftal Kanon- neerbooten, voor het Oude en Nieuwe Schild, bevestigden den ernst des verbods. Gehoorzaam heid was nooddwang. Bij het afnemen der Vlag, werden de Adelaars herplaatst en het Oranje verdween. Niet gering was de wrok over deze mislukking en werd nog vermeerderd door de insluiting op het Midden-Fort (Fort central), in de Wijkschans (Redoute) ;en in den Walgang (Lunette) als scheen dezelte bestemd om eiken nieuwen wederstand der Burgerij te keeren. Het gerucht, dat eene Bezetting van 1600 Span jaarden gereed stond herwaaris te komen, ver meerderde niet weinig den schrik. De Regeering, reeds op den 21sten met ver trouwde Burgers gerhadpleegd en door derzelver invloed, in hope op gunstiger oogenblikken, de rust hebbende bewaard, besluit tot eene Bezen ding naar den Admiraal ten einde hem van dit ontwerp te doen afzien. De Heeren Ahlé en Keijser, hiertoe benoemd, kweten zich van hunnen last met eenen gelukkigen uitslag, met aanbeveling echter door den Admiraal van onge stoorde rust, welke ook tot op dezen dag, den 4den van Wintermaand, gelukkig had stand ge houden. Intusschen, waren de voornoemde ge wapende Vaartuigen, welligt uit hoofde van gevreesden ijsgang, daags te voren, van hunne standplaats naar het Nieutce-Diep geweken, en men begreep, dit gunstig oogenblik niet te mogen verliezen. Gansch onverwacht vormt zich, op het Ooster-Eind en het Nieuwe Schild, eene compagnie van omtrent 80 Schutters, voorzien van zoodanige wapenen, als men in der haast had kunnen bekomen. Na het ophijschen der Hollandsche Vlaggen op beide Plaatsen, rigteden zij hunnen marsch naar het Oude-Schild, alwaar men, op het berigt hunner aankomst, reeds de Vlag op den Toren geplaatst had. Terstond vereenigen zich eenige Dapperen met hun, en men eischt de overgave van den Onderwal (Lunette). De Serjant der Kustkanon- niers, Willem Lourens, die aldaar het bevel voert, verschynt met een 27 tal Manschap aan den Buitenpost. Het afschieten hunner geladene geweeren in de lucht is het sein van verbroe dering, welke door een blijd geroep van Oranje boven! wordt bevestigd. Hoe zeer vereenigd, oordeelt men de Magt nog ongenoegzaam tot verderen aanval. Men trekt gezamenlijk naai de Hoofdplaats den Burgen doet ook aldaar de Vlag van den Toren wapperen. Alhier heerscht slechts één en dezelfde vaderlandsche geest. De gansche dag wordt in betamelijke vrolijkheid doorgebragt, en een ieder begeeft zich in den avond in stilte naar zijne woning, zich ver heugende over de behaalde zege. De burgerlijke orde wordt nergens gestoord. Een enkel Persoon, de Sekretaris van den Plaatselijken Komman dant, als zich tegen het uitsteken der Vlag uitdrukkelijk hebbende verzet, wordt ontwapend en onder enkele vuistslagen naar het Raadhuis in verzekering gevoerd. Eene geheime afspraak schijnt reeds den vol genden dag tot de voortzetting van het beraamde ontwerp te hebben verordend. Althans reeds in den vroegen morgen, bevattede de Hooge Berg (eene hoogte tusschen de Hoofdplaats en het Oude Schild, omtrent 20 minuten afstands van het voorname Fort gelegen,) een aantal van omtrent 800 Man van allerlei wapenen, zoo snaphanen, donderbusschen en pistolen, als sabels, pieken, gaffels enz. Zonder de minste verwarring verdeelt men zich in afzonderlijke Benden onder Officieren, wier kunde en moed op hoogen prijs stonden, en zoodanig geordend, dat een ieder alleenlijk de bekende Manschap uit z(jn eigen Dorp aanvoerde. Buiten eenige wederspraak valt het besluit, om, het ging zoo als het wilde, dezen dag tot het feest der Neder- landsche Vrijheid te herscheppen. Een behoor lijke Post, aan den Onderwal geplaatst, hield denzelven wel in bedwang; maar Fort en Wijk schans moesten nog worden veroverd. Niet minder dan 160 ervarene Kanonniers, zoo Hollanders, als Franschen en vreemde Bezol digden, met het noodige geschut, stonden onder het bevel van den Franschen Kommandant den Graaf d'Isson en den Plaats-Majoor Braun, en bij gebrek van Kanon schoot er, in geval van wederstand, geen ander middel over, dan om de Vesting stormenderhand te overmeesteren. Dit uiterste was blijkbaar; doch de hoog gespan nen geestdrift ontziet gevaar, noch dood. Men oordeelt het echter pligtmatig, van dit besluit aan de Regeering van Texel vooraf berigt te geven. Deze, van het ontwerp onderrigt, is reeds vergaderd en heeft in tijds bekwame Mannen van de overige Dorpen tot zich geroepen, om de meest gepaste maatregelen tot ondersteuning te nemen. Ook de Kommandant van het Fort was geenzins onkundig gebleven van den toeleg en vorderde de Heeren Maire en Vrederegter tot zich ter raadpleging. Deze verschoonden zich van deze aanvrage, op grond van de nood zakelijkheid hunner tegenwoordigheid tot bewa ring der openbare rust. Thans boden zich de Heeren Ahlé en S. Kikkert vrijwillig aan tot Onderhandelaars met den Kommandant, onder beding, dat de Heer Kommissaris van politie, Roffin hen zoude verzeilen. Deze edele aan bieding en voorwaarde, volgaarne aangenomen, werd terstond gevolgd, met bijvoeging echter van een vier-tal Personen, die ten dezen de gewapende Burgers zouden vertegenwoordigen, en van den Heer J. J. Reinbach, als die, met de Fransche taal ten volle bekend, op dringend aanzoek, het woord zoude voeren. De Bezending, op den gebruikelijken krjjgs-trant met het op halen der bruggen en sluiten der poorten binnen geleid, volvoert haren last tot eisch van overgave, als gegrond op den algemeenen wil der Burgerij, zijnde gereed om bij weigering het uiterste te wagen. Men schetst het gevaar en de nutte loosheid van het bloedvergieten, in tegenover stelling der krijgs-eer bij eenen geheel vrijen aftogt en overvoering naar de Helder. Velen waren de voor- en tegen-bedenkingen, wederzijds vertrouwelijk gewisseld. Eindelijk, eerst ten vijf uure in den namiddag, wordt het verdrag geslotendat het Garnizoen, na de kleine Poort aan een Korps Schutters te zullen inruimen, op den eerstvolgenden morgen mette alle eer uittrekken en de noodige vaartuigen tot deszelfs onmiddelyke vervoering zouden gereed zjjn. Den Heer Kapitein van Breiningen, als het opperbevel voerende over de Kustkanonniers, werd, in naam van Regeering en Burgerij, de last opgedragen tot onderteekening. De Bezen ding keert naar het Raadhuis weder, met verslag harer verrigtingen, welke eene algemeene goed keuring verwierven. De Schutterij, gedurende dezen ganschen dag van nabij onder de wapenen geschaard, verzelt dit heugelijk berigt met een blyd hoezee. Een aantal vreugdeschoten uit het klein geweer bevestigen deze mare. Men gaat geregeld uit een, en een ieder keert welj gemoed naar zijne woning terug. De burgerlijke orde wordt nergens gestoord. Wordt vervolgd. TEXEL, 24 December 1901. Door het bestuur der algemeene bewaar school alhier werden tal van circulaires ver spreid ter opwekking tot het nemen van kaarten voor de Donderdag in hotel „Texel'' te geven voorstelling ten behoeve dier in stelling. Hoe ruim ook verspreid, is het toch zeer wel mogelijk, dat nog personen zijn overge slagen, welke die zoo nuttige instelling een goed hart toedragen en gaarne het hunne willen bijbrengen om haar financieel te steu nen. We meenen daarom te moeten herin neren, dat ongetwijfeld bij de leden van het bestuur die kaarten ook verkrijgbaar zijn, terwijl ook op den avond zelf aan 't bureau in 't hotel „Texel" wel gelegenheid zal zijn zioh tegen betaling toegang te verschaffen. TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advrrtentièn Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1901 | | pagina 1