N°. 1517. Zondag 23 Februari. A0. 1902. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. v N Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Bubo 30 Cts. Franco per post door ge heel NbdïbulND 45 Cts. N»r Amebixa en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave Pr\js der Advertentièn Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 8 Cta. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 3 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LAN GE VELD DE ROOU, Parkstraat, Buna or Tizib GEVONDEN VOORWERPEN. Gedeponeerd ten Raadhuize een boordjege vonden op de Groeneplaats en een rozekrans, gevonden op den Hoornderweg. INRICHTINGEN, welke GEVAAR, SCHADE of HINDER kunnen veroorzaken. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente Texel brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlugen van de firma DROS Co. te den Burg, om vergunning tot oprichting van een windkorenmolen, op het perceel gelegen te Oudeschild en kadastraal bekend in Sectie D, ^Op^ Zaterdag, den 8sten Maart 1902, des voor middags te elf uren, zal ten Raadhuize gelegen heid bestaan om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, vóór het bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Gemeente kennis nemen van de ter zake inge komen schrifturen. Texel, den 22 Februari 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester. G. A. Hajeniüs. H. W. de Joncheere. »a—— TEXEL, 19 Februari 1902. Woensdagavond had in het hotel „de Linde boom" de vergadering plaats van de afdeeling Texel der Holl. Maatsch. van Landbouw. Door den Voorz. werd deze eerste vergade ring in 1902 geopend met een korte toespraak, waarin ZEd. er op wees, dat deze eerste ver gadering in het jaar eene buitengewone was, daar men nu het voorrecht mocht smaken de heer Marlett, die alhier reeds voor jaren optrad als spreker en toen een zeer gunstigen indruk had aohtergelaten, weder te hooren. De voorz, heette spreker en hoorders welkom en hoopte dat deze vergadering aangenaam zou moge zijn voor spreker en hoorders en tevens nuttig voor de afdeeling. De heer Marlett hierna het woord erlangende, brengt hierop zijn innigen dank voor de harte lijke wijze, waarop hij was ontvangen en belooft zijn best te zullen doen het in hem gestelde vertrouwen niet te beschamen. Hierna begint spreker met er op te wijzen, hoe op 't einde der vorige eeuw de aandaoht voortdurend was gevestigd op de veehouding en de aankleve van dien, de zuivelbereiding. Hoe laatstgenoemde de oorzaak was van het ontstaan van tal van coöperatieve zuivelfabrieken die langzamerhand waren overgegaan de melk te betalen naar het vetgehalte als gevolg waar van weder meer de aandacht was gevestigd op de soort van vee enz. Spr. noemt dit een groot verschijnsel, dooh voegt daaraan toe, dat door te veel aandaoht aan dit alles te wijden, andere belangrijke zaken min of meer op den achter grond waren gesteld. Zoo was daardoor minder gedaoht aan de middelen tot verbetering van den grond. Als de opbrengst van den grond goed is, ligt zulks niet alleen aan de meststoffen die worden gebruikt* Neen, ook de soort van grond legt veel gewicht in den sohaal. Wat is vruchtbare grond, vraagt spr. Grond geschikt voor onze teeltgewassen. Is dit een kwestie van soort, b. v. leem-, klei- of zand grond f Neen, vruchtbare grond noemen we aie, welke bij de minste kosten, de grootste opbrengst kan geven. Hoe moet de grond zijn P De grond mag niet te nat en ook niet te droog zijn, de bemesting moet er op de meest vooraeelige wijze op kunnen geschieden. Niet alle gronden zijn even voordeelig bij bemesting. De grond dient bepaalde eigensohappen te be zitten. Hij is geen doode massa, zooals hij door sommigen werdt besohouwd, die alles met bemes- ting^neeuffli te kunnen vinden, hij is geen magazijn, maar een fabfriek, waarin de voedings stoffen voor de planten worden bewerkt, waarin uit de meststoffen enz. de bestanddeelen voor de planten noodig, zoo worden bereid, dat ze door de planten kunnen worden opgenomen. De grond moet voor die bereiding bepaalde eigenschappen bezitten. Yoor die bereiding spelen ook al weer de bacteriën een voorname rol. Als voedsel voor de planten is stikstof de voornaamste; vandaar dat voor stikstof bemesting ook het meeste mag worden uitgegeven, doch hoewel in mindere mate, is ook phosphorzuur en potasch noodig. Stikstof zelf wordt echter niet rechtstreeks door de planten opgenomende bacteriën echter veranderen dit in ammoniak en deze weder in salpeterzuur, dat door de planten kan worden opgenomen. De bacteriën in den grond hebben echter be paalde levensvoorwaarden. In de eerste plaats hebben ze noodig lucht, verder een bepaalde warmtegraad, terwijl zuren in den bodem ze zeer benadeelen. Water vervult een zeer belangrijke taak in den grond, het voedsel voor de planten wordt er in opgelost en er door naar de planten geleid. Ook phosphorzuur en potasch worden er hoewel langzaam, in opgenomen. Wanneer de bodem echter te veel water bevat en dit moet wegvloeien, neemt het ook veel van de voedende bestanddeelen met zich. Echter niet alle, daar ook de bodem een deel in zich opneemt. Sommige gronden meer, andere minder. Zooveel mogelijk dient te worden voorkomen dat het wegvloeien van het water noodig zij. Overmaat van water maakt de gronden „zuur." In plaats van vorming van salpeterzuur, ontstaan er door te veel water in den grond eigenschappen waardoor er andere bacteriën in werking komen. Onkruid vermeerdert op die zure gronden en onze geteelde gewassen kunnen er geen vol doende opbrengst op hebben. Water maakt de grond koud. Goede regeling van den waterstand is zeer noodig. Bij goede regeling daarvan is greppelen of beter noch draineeren, voor den grond een vereischte. Greppelen, de oude manier om het land het overtollige water te ontnemen, moge oppervlakkig beschouwd, goedkooper schijnen, in werkelijkheid blijkt vooral bij zwaren grona het draineeren met aarde buizen, op den duur voordeeliger. Door den grond het overtollige water te ont nemen, kan de lucht er beter in doordringen, de zuurstof en het koolzuur kunnen hunne wer king beter vervullen, terwijl de bodem eene hoogere warmtegraad verkrijgt. De overweging dat men de lucht in de gelegenheid moet stellen in den grond door te dringen, trok vroeger meer de aandaoht dan thans, nu meer wordt gewerkt met kunstmeststoffen. Ook bij het gebruik daar van blijft echter losmaking van den grond, om de lucht gelegenheid te geven toe te treden, nog een vereisohte; men vergeet dit echter tegenwoordig wel wat al te veel. Men bedenke, dat de ondergrond niet altijd gelijk is aan den bovengrond en dat al is de bovengrond goed, de ondergrond nog wel aanleiding kan geven tot verzuring. Ook de ondergrond dient gebroken te worden, opdat ook daar de lucht kan door dringen en het water niet er door worde belem merd er door te sijpelen. Gebroken gronden hebben veel minder last van uitdroogen dan ongebroken. Door den grond goed los te maken is men in staat beter te zorgen, dat de grond niet te nat en ook niet te droog is. Door het veelvuldig gebruik van kunstmest stoffen vergeet men wat al te veel de middelen, die men in den hand heeft om zelf de grond te helpen. Dit moet anders worden. Gedurende de pauze, die nu volgde werden de hoorders in de gelegenheid gesteld tot het doen van vragen, van welke gelegenheid naar het ons voorkwam eohter zeer weinig gebruik werd gemaakt. Na de pauze werd door den heer Marlett in het bijzonder gesproken over de bestrijding van het onkruid. Spr. wees er op dat men ook hierbij niet altijd den besten weg volgt en zich dikwerf laat verleiden de oorzaak te zoeken van gunstige gevolgen bij de middelen die men aanwendt in plaats van in bijkomende omstandigheden. Spr. gelooft niet aan bepaalde meststoffen gesohikt voor het uitroeien van een bepaald soort onkruid, doch rekent dat als de onkruiden daardoor wor den geknakt, dit ligt in de omstandigheid, dat door bemesting de teelplanten beter ontwikke len en daardoor de onkruiden verdringen. Yoor uitroeiing van onkruiden uit zaad, raadt Spr. aan, flinke bemesting, waarvan, zooals de praktijk leert, de teelplanten meer voordeel hebben dan de onkruiden en zooveel mogelijk vernietiging van de bovenaardsche deelen voor dat de zaden van het onkruid rijp zijn. Wieden en hakken is in vereeniging met bemesting een zeer goed middel tot uitroeiing van zaadonkruid. PloegeD om het onkruid er onder te ploegen is bij zaadonkruid niet van gevaar ontbloot, omdat daardoor misschien weer tal van zaden boven komen. In het voorjaar bewerke men de vervuilde akkers eerst licht, late dan het onkruid zich ontwikkelen om het daarna weer onder te ploegen. Op grasland valt het uitroeien van onkruid moeielijker dan op bouwland, doch ook bij gras land bedenke men dat geen plant kan blijven leven als men gedurig de bovenaardsche deelen wegneemt. Yan daar dat men voor het uitroeien van onkruid op grasland ook een goed middel heeft in het kort laten afvreten der planten en sterke bemesting. Geen middel mag worden ontzien om het onkruid uit te roeien. Voor eene goede boer derij is zulks zeer goed uit te voeren en zullen de kosten niet te hoog worden. Jammer echter dat voor minder goede boerderijen die kosten minder goed kunnen worden gedragen, terwijl juist daar het onkruid gewoonlijk veelvuldiger voorkomt. Men doe echter zooveel in zijn ver mogen is. Ten slotte zegt Sspr. de hoorders dank voor hun welwillende aandacht en verklaart zich bereid tot het beantwoorden van vragen. Door enkele aanwezigen wordt daaraan gevolg gegeven. Alle vragen omtrent sommige geval len van onkruid-vernietiging wist Spr. terug te brengen op het door hem aangegeven middel, sterke bemesting en vernietiging van de boven- grondsche deelen. Door den heer Roeloffs werd ter aanvulling van het gesprokene omtrent de nadeelen van het vele water nog gewezen op het gevaar voor ongans, langwormziekte en kopziekte. Toen niemand meer iets had te vragen werd de vergadering door den Voorz. gesloten met een woord van dank aan den spreker en met den wensoh dat deze vergadering zou blijken tot de waarlijk nuttige te mogen worden ge rekend. In ons vorig nummer werd door ons gemeld, dat de heer R. Visser en Echtgenoote, weesvader en weesmoeder alhier benoemd waren in een dergelijke betrekking te Zeist. Waarschijnlijk werd menigeen door dit bericht min aangenaam getroffen, omdat hij overtuigd is, dat de zorg voor de weezen bij genoemd echtpaar in uitstekende handen is en hij ze voor de weezen niet gaarne zou willen missen. Thans kunnen we vermelden, dat ze na rijp beraad voor die benoeming hebben be dankt. Lang werd door hen geweifeld en meermalen scheen het of de schaal ten gunste van Zeist zou overslaan. Van hier zoowel als van elders werd gepoogd invloed op hun besluit uit te oefenen, ten slotte echter heeft de groote liefde tusschen hen en hun pleeg kinderen gezegevierd en hebben ze besloten die liefdeband niet te verbreken doch voor de zoo aanlokkende betrekking te Zeist te be danken. Zal dit besluit ongetwijfeld de band tusschen pleegouders en kinderen zoo moge lijk nog hechter doen zijn, zeker allen, die de weezen een goed hart toedragen zullen het in den heer V. en Echtgenoote waardeeren dat z\j zoo'n besluit ter wille van de weezen hebben genomen en van harte wenschen, dat ze nog lange jaren voor hunne pleegkinderen gespaard mogen blijven. Waal, 20 Febr. De laatste bijeenkomst in dit seizoen van „Nut en Genoegen" was flink bezocht; vooral de jonge leden waren present. De voorzitter hield de aanwezigen aange naam bezig met een 4-tal voordrachten; TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1902 | | pagina 1