De directeur van het Kabinet der Konin gin brengt ter algemeene kennis, dat hij van H. M. de Koningin een schrijven heeft ontvan gen van den volgenden inhoud Het Loo, 9 Juni 1902. Gedurende Mijne ziekte mocht ik zoo tal- looze blijken van deelneming ontvangen, dat het Mij niet mogelijk is geweest aan een ieder afzonderlijk Mijnen dank te doen over brengen. Ik verzoek U Hoogwelgeboren daarom langs dezen weg aan allen, die in de droevige dagen Mijner ziekte en bij Mijn aanvankelijk her stel van hunne deelneming hebben blijk gege ven, Mijn oprechten dank over te brengen en Mijne diepgevoelde erkentelijkheid te be tuigen. Dit hernieuwd bewijs van de liefde en gehechtheid van Mijn volk heeft Mij diep getroffen. (Get.) WIL HELMIN A. Zaterdagmorgen kwam als huidhoudster in betrekking bij den heer F. aau den Amstel, te Amsterdam, een jong meisje van 22 jaar, Duitsche van geboorte. Haar eerste werk schijnt geweest te zijn, te onderzoeken waar of haar meester zijn contanten borg, want in het nachtelijke uur, het was omstreeks twee uren in den nacht van Zaterdag op Zondag, verliet zij, gekleed in een bronskleurig wandelkostuum, heimelijk haar verblijf, met zich nemende ongeveer een honderd veertig gulden aan bankpapier en vijf en twintig gulden aan specie, hetgeen zij ten nadeele van haar heer en meester had ontvreemd. Men meldt uit Oirschot aan de „N R. C.": De noodlottige gewoonte der -Voerlieden in deze streek, op hun karren in te slapen en alles aan het instinct hunner paarden over te laten, heeft hier weder een slachtof fer gemaakt De voerman H. van Cuyk uit deze gemeente, is Zaterdagnacht onder Best met kar en paard in een sloot terrecht geko men en door de zware vracht als het ware verpletterd. Des morgens vond men zijn lijk. De man laat een weduwe met een kind achter. Op het Rembrandtsplein te Amsterdam is een man met pruik en valschen baard aangehouden, die, naar men beweerde een bewoner der R-guliersgracht onaangenaam wilde zijn Op het politiebureau gebracht, werd bij hem een met vijf scherpe patronen geladen revolver gevonden, en verklaarde hij den genoomden persoon werkelijk naar het leven te staan, omdat hij hem schrome lijk in zijn zaken had benadeeld. Er is proces-ver baal opgemaakt. De „Van dag tot dag schryver" in het „Hbld." schrijft De manier waarop dr Kuyper's tusschen- komst door Engeland werd verkregen, wordt nu medegedeeld door de „Dailey News". De heer F. W. Fox, een Kwaker, bracht verleden jaar een bezoek aan den Nederlandschen premier en verzocht hem dat hij zou optreden als „friendly negotiator' (vriendschappelijken onderhandelaar) tusschen beide oorlogvoerende partijen Dr. Kuyper beloofde het voorstel te overwegen en de heer Fox bracht verslag van zijn zending aan lord Salisburij en den heer Chamberlain. Zoo gunstig werd dit door hen ontvangen, dat dr. Kuyper werd aangespoord de bekende nota te zenden. Buitengewoon heldhaftig was het zenden der nota dus niet 1 Welk misbruik kan in Zuid-Afrika niet zijn gemaakt van dr. Kuyper's optreden 1 Wij moeten gissen wat gebeurd is We weten slechts dit, dat de hoofden der Boeren hun onderwerping aanboden, zoodra de briefwisseling hun ter hand was gesteld De laatste berichten van het oorlogstooneel in Utrecht ontvangen waren volstrekt niet bijzonder slecht. Hoe is nu eensklaps de overgave der Boeren verkregen door de Engel- schen, op voorwaarden den helden zoo ongun stig De burgers der Republieken voor een ombepaalden tijd onder den dwang van Britsch militair bestuur, zonder stemrecht of zelfregoe- riDg geen amnestie voor de Kaapsche broederen bedongen in het officieele stuk, waarin de Boerenafgevuardigden 't geheele volk overgeven 1 Wij staan hier voor raadsels. De telegrammen uit Zuid-Afrika zegg9n ons niets dat vertrouwen verdient. Niet één van de berichten, dat de Boeren thans deemoedig en dankbaar de hand kussen die hun vrouwen en kinderen in de concentra tiekampen opsloot, ge'oof ik. Maar ik geloof, helaas wel, dat de tusschen- komst van Nederland's Minister den Engel- schen van buitengewoon nut geweest is bij het verkrijgen van de onderwerping van de moedige mannen, die daar ginds van de wereld afgesloten zjjn. De „Maatschappij tot Handhaving van Stamverwante Belangen in Zuid-Ajrika" te Amsterdam, verzoekt ons het volgende op te nemen De groote bekendheid door de Pers gegeven aan het Jaarverslag onzer Maatschappij en de mededeeling betreffende de aanmelding van personen, die naar Zuid-Afrika zouden willen gaan, maakt het noodig er op te wijzen, dat de voornoemde Maatschappij nog geen oproeping heeft kunnen plaatsen on nog niets kan doen vóór de vredesvoorwaarden en de kansen van toelating voor vreemdelingen (niet Engelschen) in Engelsch-Zuid-Afrika, volkomen bekend zijn. Zij, die zich hebben aangemeld of alsnog ongevraagd aanmelden, dienen er derhalve op te rekenen, dat voor het oogen- blik geen bepaald antwoord kan worden gege ven op de vraag, wanneer en op welke vijze de Maatschappij hare medewerking kan ver- leenen. Den tegenwoordigen werkkring vaar wel te zeggen of een tijdelijken werkkring die niet bevredigt, met minder zorg waar te nemen, omdat men op eene spoedige plaat sing in Zuid-Afrika rekent, moet de Maatschap pij tot Handh. van Stamverwante Belangen ten sterkste ontraden. Men make zich dus geen verkeerde voorstelling van de zaak en late zich niet door personen, die slecht zijn ingelicht op dit punt, misleiden. Friesche koppigheid. De raad van Tietjerksteradeel heeft besloten, niettegen staande Ged- Staten het besluit niet goedkeur den en de minister van binnenlandsche zaken dreigde met vernietiging door de Koningin, te handhaven het besluitgeene mechanische trekkracht op de gemeentewegen ook auto mobielen en motorfietsen daaronder begrepen. Met 10 tegen 3 stemmen nam de raad dit besluit. Natuurlijk volgt nu vernietiging daarvan. Men schrijft uit Oldenzaal Den rand van het schoolbord in een der lokalen van de eerste openbare school, alhier koos vóór eenige weken een minnend rood- staartjes-paartje tot bruiloftssponde. Weldra was het keurige nestje, samengesteld uit verschillende substantiën, plus zachte veertjes, gereed en gaven een vijftal eitjes voldoende gelegenh"id aan het paar, om beider broeilust te koelen. Heden vóór veertien dagen werd de gelukkige echt gezegend met een vijftal spruiten, eerst nog wel wat al te „dodderig", maar door de zorgvuldige verpleging van het minnend ouderpaar weldra echte vraatzuchti- gen, die 't vader en moeder heel listig maak ten door hun geroep om eten. Zij waren niet gemakkelijk te verzadigen want in één dag gedurende den schooltijd van 9 tot 12 en van 2 tot 4 uur werden er, voor zoover nauwkeurig waargenomen kon worden door het vijftal verslonden 32 groene rupsen, 26 rupsen, een 20-tal spinnen, een 3d-tal vlin ders, benevens eenig ander ontuig. En als men nu rekent, dat het vraatzuchtig goedje at van den vroegen morgen tot de laten avond, dan kan men eeuigszins nagaan, welk een enorme hoeveelheid schadelijk ontuig door deze nuttige vogeltjes werd verslonden in de veertien dagen, die zij in't schoollokaal doorbrachten. Dinsdagmorgen hebben zij het verlaten om de wijde wereld in te gaan. Voor de klasse, die de diertjes dien morgen miste, is dat gezinnetje leerrijk geweest. (Zw. Ct.) De rechtbank te Haarlem behandelde Donderdag de vokende zaak. De Yereemgde Zeepfabrieken, te Rotterdam hebben in het vorige jaar in den handel ge bracht een wettig gedeponeerd artikel, Sodex genaamd, en reeds spoedig bleek haar dat een Amsterdamsche firma, genaamd Sachs, haar merk had nagemaakt natuurlijk met zeer kleine afwijking en dat die firma fabri ceerde z g. Sodes. He Sodes werd o m. verkocht bij den winkelier J. Adams te Zaandam en toen de Yereenigde Zeepfabrieken daarvan kennis kregen, schreef de directeur, de heer A. de Kadt dien winkelier aan met den verkoop op te houdeD, daar hij hiermede een strafbare daad pleegde. De heer Adams schreef een brief terug, waarin o. m stond dat hij met den heer de Kadt niets te maken had, dat diens schrijven hem koud liet en hy met den verkoop zou doorgaan Toen liet de heer de Kadt een ver volging instellen. In de zitting van Donderdag bleek, dat de Amsterdamsche firma Sachs, den heer Adams op zijn vraag had geantwoord, dat hij gerust door kon gaan met den verkoop der Sodes, daar de heer de Kadt hem niemendal kon maken. De officier, het feit bewezen achtende, dat hier weder door slechts een geringe afwijking misbruik was gemaakt van een wettig gede poneerd fabrieksmerk, requireerde f50 boete subs. 6 dagen. Moderne kwakzalverij. Historisch van het begin tot het eind is het volgende staaltje van moderne kwakzalverij. Bij een huidspecialiteit in één onzer groote steden vervoegde zich onlangs een moeder uit een naburig dorp, om hem te consulteeren over haar kindje, dat aan een hardnekkige huidaandoening leed. Do specialiteit schrijft een recept en noemt een apotheker in de stad, bij wien de zalf moet worden klaar maakt. Kan ik het niet laten klaarmaken bij onzen dorpsdokter, die ook apotheek heeft, oppert de moederdat is eenvoudiger. De dokter is daar bepaald tegen, omdat aan de bereiding technische moeilijkheden verbonden zijn, zoo als hij gewichtig verzekert. Goed, het zalfje wordt bij den geprotegeer- den apotheker besteld, en met f 1.40 betaald maar tevens wordt afschrift van 't recept gevraagd en wat blijkt nu achteraf Ten eerste, dat volgens een bevoegd deskundige op pharmaceutisch gebied het recept niet van dien aaid is, dat h< t buitengewone moeie- lijkheden bij de bereiding oplevertten tweede dat de zorgvuldige specialiteit onder het recept had geschreven solv. ass. vinginti octe, d. w. z. laat ze acht-en-twintig stuivers betalen. (Misschien weten niet al onze lezers dat art. 11 der wet, regelende de uitoefening dei- geneeskunst, aan de doktoren verbiedt „mot eenen apotheker rechtstreeks of zijdelings eene overeenkomst aan te gaan over het leveren van geneesmiddelen aan hunne zie ken".) Terecht wordt steeds met klem geijverd tegen de kwakzalverij van kerels, die zonder eenige kennis van zaken met een gewichtig gezicht een of andere onzinnige behandeling voorschrijven of kruiden en poeiers toedienen Maar is zulk een optreden als wij hier schetsen eigelijk niet van nog minder allooi? Het is voor den patiënt niet gevaarlijk, maar voor den gestudeerden boerenbedrieger oneindig schandelijker dan voor zijn onwetenschappe- lijken collega. („Soc. Weekbl.") De heer W. M schrijft aan de „N. Rott. Ct." Wij zaten met ons drieën te praten over den Vrede, over de toekomst van Zuid-Afrika en de kans voor ons Hollanders om daar zaken te beginnen. Een onzer meende, dat hierop voor de Hollanders en in 't algemeen voor de niet-Engelschen weinig kans zal zijn aangezien de Engelschen aan vreemdelingen, die zich als concurrenten van de Engelschen in Transvaal of Oranje-Vrijstaat zullen willen vestigen, het recht daartoe zullen of zeker kunnen ontzeggen. Ik voor mij ben over tuigd, dat ieder vreemdeling, die een middel van bestaan heeft, en die zich naar de wetten van het land schikt, het verblijf niet kan ontzegd worden. En u, M. d. Jt. Als ge trouw lezer van uw blad mag ik zeker wel een plaatsje vragen. Hierop wordt door de redactie geantwoord Op het oogenblik is nog het besluit van kracht, dat niemand in Engelsch Zuid-Afrika wordt toegelaten, die niet een bizondere ver gunning van de Engelsche regeering heeft, met welke verguning zij spaarzaam is.. Of dat besluit spoedig ingetrokken zal worden, betwyfelen wy. Zelfs aan Engelschen wordt in de Engelsche pers geduld aangeraden, omdat de toestand in Zuid-Afrika zoo is, dat men er voorhands geen grooten toevloed van men- schen kan afwachten Hoe het later zal worden durven wij niet zeggen. Ten slotte zullen de grenzen zeker weer voor alle vreemdelingen met middelen van bestaan opengesteld worden maar dit kan nog wel een tijd duren, en 't is niet onmogelijk, dat het verlof aan Britsche onderdanen aan het algemeene verlof vooraf zal gaan. Dat het Engelsche bestuur in de nieuwe wingewesten alles zal doen om in handel en bedrijf de landgenooten de voor keur te geven en vreemdelingen den voet dwars te zetten, daar kan men op aan. Misschien is nog nooit een kunstenaar een meer humoristische en verrassende onder scheiding ten deel gewordeD dan die, welke wijlen Willem III den beroemden cellist en tooneelspeler August van Biene gaf, toen deze eens bij het Hollandsche hof een voor stelling gaf. Daar hy namelijk wist, dat de Koning een bijzondere voorliefde voor luid ruchtige en levendige muziek had, droeg van Biene een aantal concertstukken voor, die een buitengewone mate van kracht en vol harding vereischten. Aan het slot betuigde de Koning den cellist zijn oprechten dank en voegde er aan toe: „Van alle cellisten, die ik ooit gehoord heb,-en daaronder waren Piatti, Davidoff, Poppers en andere uitstekende kunstenaars-zyt gij (Van Biene boog reeds in de verwachting te zullen hooren, dat hij de grootste was) gij, mynheer van Biene, beslist diegene, diie bij zjjn spel het meest getranspireerd heeft 1" (Dbld).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1902 | | pagina 2