Buitenland. In zijn „Medische Kroniek" in het „Hbl." maakt dr. Pijnappel gewag van den gepleeg- den moord te Ommen en een treffende proeve van liefde voor een gewonde, die daarbij werd afgelegd. De marechaussee Hoekstra leed, toen het schot op hem was afgevuurd, zulke onlijdelijke pijnen, dat het liggen op den harden grond hem ondragelijk werd. Toen bood, naar dr. P. schrijft, zijn kameraad De Lange, die met hem gesurveilleerd had, zich aan om onder hem te gaan liggen, om hem te steunen. „En in die houding bleef hij, eerst op den grond en later in den wagen, tot de stervende gewonde in de kazerne was aangekomen. De man had toen zelf zulk een pijn, door de inspanning waarin hij zijn spieren had moeten houden om zijn ongelukkigen kameraad tegen de schokken van den boerenwagen op den slechten weg te vrijwaren alles en alles bij elkaar had hij zijn pijnlijke positie ruim een uur moeten volhouden dat hij den eersten tijd niet op de beenen kon staan. Er was geen sprake van dat hij zijn vriend kon redden, want het schot was raak geweest, en overal, in longen, lever, nieren, werden hagelkorrels gevonden, tot zelfs in het hart hot scheen een wonder dat de man zóó nog twee en een half uur had kunnen leven, en de getroffene moest bezwijken, als het zooveelste slachtoffer van een ellendige wet, die allang had moeten afgeschaft zijn. Haar De Lange had hem gesteund en zijn lijden verlicht op een manier, die weinigen hem na zouden kunnen doen, en voor wat hij deed reikt men hem in gedachten de hand." Te Oudehaske bij Heerenveen liet een levenslu tig meisje van 4 jaar haar moeder zien, hoe mooi ze al dansen kon. Moeder keek er met welgevallen naar. Eensklaps struikelde het kind, viel en kwam terecht in een pot met heet water. Ofschoon de moeder haar direct op nam, bleek het wicht zóó gewond, dat het spoedig overleed. Tengevolge van het ongunstige weder zijn er in Drente ongeveer de heltt minder lijenkoryen dan verleden jaar. c Is te voorzien, dat de honingopbrengst dit iaar weder gering zal zijn, als er niet spo dig een gunstige we?ryerandering in treedt. De Draëlietische onderwijzer te Haaks bergen had zich aan de hand bezeerd. Op aanraden van zijn hospes deed hij ongezui verde carbol op de wonde, tengevolge waar van bloedvergiftiging ontstond en hij over leed. Aan de tijdelijke telefraafambtenaren uit Zuid-Afrika is vanwege de directeur-ge neraal medegedeeld, dat thans bij het hoofd bestuur wordt overwogen binnen welke ter mijn hun dienstwaarneming bij de Neder- landsche post- of telegraafadministratie be hoort te eindigen. Zooals men weet heeft het hoofdbestuur een aantal uitgewekenen in dienst genomen als tijdelijk klerk-telegrafist, doch zonder eenige toezegging voor een vaste verbintenis. Uit den aard moest het hoofdbestuir re kening houden met de beschikbare geldmid delen. De Friesche correspondent van de „Arnh. Crt." schrijft het volgende aan zijn blad: Een jonge man uit Heerenveen, de heer P. Padberg, was in 1900 in dienst bij een groote firma te Weenen. Hij las daar van den strijd der Boeren en besloot hen bij te staan in den strijd tegen onrecht. Zoo spoedig mogelijk trok hij naar Zuid-Afrika en sloot zich bij een Boeren-commando aan. Onze jonge man is in deze week bij zyn ouders teruggekeerd. Den len Mei 1900 werd hij in een gevecht bij TLoubak door de Engelschen gevangen genomen en 18 Juli d. a. v. op transport gesteld naar Ceylon, waar hij toefde totdat H. M. oorlogsschip „Friesland" de Nederland- sche gevangenen kwam afhalen. De gezondheiestoestand van dezen jongen mm is nog niet zooals hij wezen moet, al heeft de zeereis hem al veel goed gedaan. Natuurlijk weet hij veel te vertellen. Zeer roemt hij de behandeling van den Nederlandschen consul te Colombo, den heer B. A. Wen linck, die zich bijzonder voor de geva gei n interess-erde en voor de terug reis naar het vaderland hen van al het noodige voorzag. Niet minder prijst hij de behande ling aan boord van de „Frieslandf; hij kan daarvoor geene woorden vinden Dat de Boeren de onafhankelijkheid prijs gaven, begrijpt de heer Padberg niet; toen dit telegram 1 Juni in het kamp op Ceylon ontvangen werd, stonden velen verbaasd en riepen uit: hebben we daar nu voor gevochten? De behandeling in het kamp noemde de heer Padberg „tamelijk." Natuurlijk verlangde men zeer uit de gevangenschap ontslagen te worden, toch zou men er nog gaarne een tijd gebleven zijn, wanneer de Boeren andere,, vredesvoorwaarden bedongon hadden. Iu een winkel in de Kalverstraat te Amsterdam zijn voor het venster vier tegel platen tentoongesteld, die door het Rijk zijn aangekocht en bostemd zijn voor het te Feijen- oord in aanbouw zijnde pontserdekschip „De Ruyter." De platen zijn gebakken in de Koninklijke fabriek Rozenburg in den Haag en stellen episodes voor uit het leven van den zeeheld, wiens naam de nieuwe oorlogs bodem zal dragen. Achtereenvolgens stellen de platen voor: den jongen De Ruyter in den toren van Viissingen; het opbrengen van de Royal Prince; den tocht naar Chatham en den zeeslag bij Kijkduin. Zij zijn bijzonder mooi uitgevallen en vinden veel bokijks. (Tel.) Te Nieuw-Buinen waren de gebroeders S. op het land bezig een wagen met rogge te ladeD, waarbij één hunner, die den wagen laadde, een pijp rookte. Toen het voer vol was, stond op eens de rogge in brand, waar bij het vuur zóó snel om zich heen greep, dat nagenoeg alios een prooi der vlammen werd. De Controleur schrijft „De vruchten van slecht onderwijs. In de gemeente Ylachtwedde zijn standjes over het ontslag van een onderwijzer en onderwijzeres En nu hebben, volgens het „N. v. d. D.," twee leerlingen van de school te Bourtange een „kinderlijk eenvoudig" briefje gericht aan de Koningin, waaronder handteekenmgen van bijna al hun mede-scholieren zijn verzameld. Dat briefje is natuurlijk niet door de kin deren opgestelddit ziet dadelijk ieder, die met kinderen bekend is. Maar 't is al weer een bewijs, hoe treurig slecht de leerlingen onzer scholen op de hoogte gebracht worden met de functie der verschillende staatsorganen; en 't geheel jammer, dat bijna alle scholieren (leesonderwijzers, ouders en voogden der jeugd) te Bourtange zoo weinig afweten van het beroep op „de Koningin," om de persoon van 11. M. te willen betrekken in zoodanige kwestie." Men leest in de „Tel"; Er is in de provincie Drente nog steeds van kracht een resolutie van Ged. Staten van 10 Juli 1845, houdende aanschrijving aan de stedelijke en gemeentebesturen, om de inge zetenen jaarlijks, en wel in de eerste helft der maand Augustus, te herinneren aan den inhoud en aan de strafbepalingen der wet van 1 Maart 1815, de zoogenaamde Zondags wet, waarin gelast en bevolen wordt, dat „onze ministerieele Departementen en andere autoriteiten, justicieren en officieren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden, zonder eenige conniventie en dissimulatie." Het is wel eigenaardig dat het gemeente bestuur van Hoogeveen, waar kort geleden de draconische maatregel is genomen, dan in de wintermaanden op Zon- en feestdagen de café's enz. van 3 tot 8 uur gesloten zullen zijn, het eenige in Drenthe is, dat aan boven genoemde resolutie getrouwelijk telken jare uitvoering geeft. En zoo werd daar dezer dagen weer afge kondigd de wet, waarbij in overweging wordt genomen de noodzakelijkheid, om, op het voetspoor onzer godsdienstige voorvaderen, die daarop den hoogsten prijs stelden, de plichtmatige viering van des Heeren en anderen dagen der Openbare Christelijke Godsdienst toegewjjd door eenparige en voor de geheele uitgestrektheid der Vereenigde Nederlanden algemeen werkende maatregelen te verzekeron Het Indische Onderwijs schrijft „Ofschoon er in het begin van het jaar reeds 18 onderwijzers voor den Indischen dienst zijn aangevraagd, blijkt thans, dat er nog gebrek aan onderwijzend personeel is, zoodat de directeur van O., E. en N. telegra fisch aanvulling heeft verzocht De groote vraag is nu maar, of er in Ne derland candidaten zullen gevonden worden Het is toch bekend, dat 't den laatsten tijd heel wat moeite kost om liefhebbeis voor Indië te vinden en de Indische minu- mumlijders zenden zulke jeremiades naar de vrienden in Patria, dat verbetering in den toestand wel niet te verwachten is, tenzij de Regeering er toe overgaat, de aanvangs- tractementen te verbeteren. Men herinnert zich de klachten van eén Groningsch correspondent van de „Köln. Ztg." over den invoer van bedorven vleesch uit Nederland in Duitschland. Naar aanlei ding daarvan heeft een berichtgever van de „Arnh. Ct." te Dinxperlo aan dit blad een beschouwing gezonden, waarin bjj als zyn meening uitspreekt dat het bericht van de „Köln. Ztg." de wereld in was gestuurd, om den Nederlandschen vleeschhandel te benadeeien. Al ia ook geen strenge keuring aan de Duitsche grens, zoo redeneerde hij de Nederlandsche slachters zijn reeds ton- gévolge van de scherpe concurrentie gedwon gen goede waar te leveren, als zij hun klan ten in Pruisen willen houden. Alleen door het leveren van goede waar hebben zij zaken kunnen doen, en zij zouden op hetzelfde oogenblik ten gronde gericht zijn, dat zij slecht vleesch verzonden. Overigens letten de Pruisische grensopzichters streng op allo vleesch dat ingevoerd wordt, en weigeren zij alles wat maar eenigzins verdacht is. Hierop antwooidt nu de „Münsterische Anzeiger'. dat in de eersto plaats het grens- toezicht te wenschen laaf. De grensbeambten zijn enkel maar bevoegd om worst en vleesch in blik aan te houden. Maar daarmee eindigt de bevoegdheid van do beambtenof het moest zijn dat het vleesch zoo sterk bedorven was, dat men het al van verre kon ruiken. Een scherpe controle op versch vleesch zal pas later mogelijk zijn. Te beginnen met 1 October van dit jaar zal pokelvleesch en verduurzaamd vleesch onderzocht worden, om uit te maken, of er bij verduurzaming verboden chemicalën zijn gebruikt iboorzuur enz. en verfstoffen). En met 1 April 1903 treedt eindelijk de wet op de vleeschkeur ook aan de grens met alle gestrengheid in werking, en het rijk der Groningsche exporteurs zal dan uit zijn. Het is dus zegt het Duitsche blad, volmaakt on juist van de „Arnh. Ct.om zich te beroe pen op de waakzaamheid van de Pruisische grensbeambten. Verder merkt de „Münsterische Anzeiger." op dat de correspondent van de„Arnhemsche." met geen enkel bewijs de bewering van de „Köln Zth." heeft weerlegddat geweten- looze exporteurs vloescb, dat in Nederland voor het verbruik zou afgekeurd worden, vrijelijk over de Duitsche grens kannen ver zenden. Te Veenendaal heeft de gemeente-secre taris een rood biljet van socialistische zijde, dat op een voor publicatiën bestemd gemeente- bord was aangeplakt, zooveel mogelijk trachten te vernietigen en „te verscheuren. Door de Rijksveldwacht is deswege tegen hem op verzoek proces-verbaal opgemaakt. Water-onttrekking 1 Dat het gevaar, ontstaan door de verla ging van het grondwater niet denkbeeldig is, wordt hoelanger hoe meer bewezen te Loosduinen. Sedert de l elftsche waterleiding, die, on danks het krachtig verzet dor gemeen tebesturen, op de greuzen van Loosduinen en Monster haar prise d'eau heeft, haar bui zennet meer en meer uitbreidt, worden de duinen tot op grooten afstand totaal leeg gezogen Tot het landgoed „Ockenburgh" behoorden nog voor enkele jaren vele boerderijen, welke aan den voet der hoogduinen prachtige weiden bezaten. Van deze is sedert „Solleveld afgebroken en vinden de konijnen ternauwer nood voedsel op de voormalige weiden. „Hooij- mans" ligt verlaten, de boer kon met geen mogelijkheid zijn pacht meer opbrengen en geen opvolger waagt zich aan de mos velden. „Bochove" houdt zich nog met moeite staande omdat de bewoner nu de melk van anderen opkoopt en die gaat uitventen. De boerderij is feitelijk te niet. Tot vóór enkele jaren had men des winters onder aan hot duin groote waterplassen, van oudsher de ijsbaan voor het dorpgeen spoor meer van over, zelfs het riviertje is uitgedroogd. Rechts van den Strandweg bevind zich oen moerassige streek, behoorende tot het land goed „Meer en Bosch" de geliefkoosde wandelplaats yan H. M. de Koningin vóór Haar huwelijk. Dat moeras stond de helft van het jaar blank en leverde niet dan waterplanten Thans is 't er zelfs 's win ters droog en groeit er nog goed gras, totdat na enkele jaren ook daar nog slechts een goort vilt en mos den grond bedekt. Reformkleeding voor mannen. Na een beschouwing over de voor- en na doelen van de reformkleeding voor dames, schrijft de Haagsche correspondent van het „Hbld." „En nu de mannenkleeding 1 Wanneer krijgen wij nu de emancipatie van den man Wanneer zullen wij ons vrijmaken van de meloenen en kachelpijpen, die we op ons hoofd zetten, de verrekijkers waarin we onze beenen steken, den Chineeschen muur dien we om ons hals bouwen, de boeien waarin we onze polsen sluiten en de Krupsche pantserplaten waarmee we ons de borst bepantseren Door den oorlog zijn de Kaffers verwende luidjes geworden, zij deden verradersdiensten en werden goed betaald. Z(j willen nu niet meer in de mijnen werken, en er is gebr: aan werkvolk in de mijnen. Men kan ni anders oogsten dan wat men gezaaid hee! De Bernsche correspondent der „Figati meldt, dat een aanslag gepleegd is op di sneltrein tusschen Sisiku en Fleulen, bij j kapel van Teil aan het Vierwaldstatter-mee Er waren op den weg dynamietpatrone gelegd, waarvan de meeste bij het nadere van den trein van de rails waren gevalle Een ontplofte echter en bracht aan de log motief een niet onbeduidende schade toe, Omtrent de beweegredenen 'van deze ïii dadige poging weet men nog niets. Een correspondent van het „Hbld."i Engeland seint „Ik verneem, dat een te Londen resideerei voormalig landgenoot reeds Maandag een gj van 50'J pond voor het fonds aan den h$ Botha ter hand gesteld heeft, in de hoop 4 dit voorbeeld navolging zal vinden. Kleit middelen helpen hier niet. Er moet diept den zak gegrepen worden." Uit Tunis komt bericht van een aa> grijpende schipbreuk bij het eiland Pante barin. Eene bark met vijf zeelieden van hi eiland bemand kwam van Trapanzi teru« waarheen zij eene lading rozijnen gebraci had. Op eenige kabellengten van de kus werd het vaartuig overvallen door een pk seling opgekomen rukwind. De bemannim gevaar loopende op de rotsen geworpen t worden, deed wanhopige pogingen om" aa het gevaar te ontsnappen. Intusschen ha men op het eiland de alarmklok geluid e de geheele bevolking liep naar het strand men werpt den schipbreukelingen touwe toe, men roept en geeft raad, terwijl d vrouwen zich op de knieën geworpen bebbe en bidden. Het schouwspel is tragisch. RJReeds aan twee zeelieden is het geluki door zich een koord om het lijf te bindet om de kust te bereikenmaar plotseliu steekt er een nog sterkere bries op, die i bark met de drie nog achtergebleven manne op de rotsen verpletterd. Eenige uren later, toen de storm bedaar was, kon men eerst de lijken uit zee ophalei By Stavanger in Noorwegen heeft me de overblijfselen gevonden van een groot aai tal paalwoningen, ook van meubelen en huis raad. De heeren Gustavson en Helliesen, di de opgravingen doen, kunnen nog niet precie zeggen uit welken tijd de woningen dateera Maar er zijn palen te voorschijn gebracht waarvan prof. Gustavson meent, dat zij nie met een steenon bijl waren bewerkt, die du nog ouder zijn dan het steenen tijdperk. Een bedroevende ontvangst viel te Tort mund een jonge man, die den Boerenoorlog had medegemaakt, ten deel. In het ouderlijl huis word hij door de politie wegens een oud ovortreding gearresteerd. Nadat hij 7 marl hiervoor had betaald, liet men hem los. Een Duitsche Aipenbeklimmer, die ii de Gross Clockner-bergen den dood vond, i het slachtoffer van een misdadigen toeleg geweest. Do >r een dikken nevel overvaller was hij van den weg geraakt. Hij bemerkt' een vuur en, meenende dat het uit een' Alpenhut kwam, ging hij er op af. Bij dit vuur werd hij vermoord. Zyn geld en rit: werden geroofd. Daarna wierpen de moordenaars het Iij1 in het vuur en pakten zich weg. De gissitj ligt voor de hand, dat het vuur aangestoke; was om argelooze toeristen in de val te lokket De uitvinder der petroleumlampen. Het volgende bericht uit New-York za aan menig lezer als een „M&rchen aus alte: Zeiten" voorkomen. De man namelijk, die het allereerst petrc leum voor de verlichting gebruikt heeft, t op 4 Aug. 11. gestorven. Petroleum, gas en electriciteit, alles in dei tijd van één menschenleven 1 Hoe is hei mogelijk Toch is 't een feit, dat te Hackensack, ii den staat New-Jersey, A. E. Jerris gestorvei is, de man die in één nacht beroemd werf toen hij in New-York een lamp tentoonstelt waarin petroleum gebrand werd. De overledene, die 84 jaar oud gewordei is, heeft een menigte verhandelingen over zijne uitvinding geschreven. Te Earlsterndale bjj Buxton (Engeland kan men een veulentje, welks moeder wai gestorven, zien zoogen door een koe. De nieuwe fortuinen zoeken hun uit weg in telkens en telkens zonderlinger weelde Nu ziet men in Brighton aan het strand di groote beautés der badplaats met elkandffl wedijveren in mooie kousen. Een Livorpoolsch bankier gaf aan zyn nicht voor huwelijksgeschenk een paar open ge werf te kousen met allegorische voorstellingen er met een aantal banknoten van honderd poet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1902 | | pagina 2