N°. 1598. Donderdag 4 December. A0. 1902. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Advertentlën vóór 10 nor op den dag der uitgave ABONNEMENTEN en A DVERTENT1ËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBuso op Texel AANGIFTE tor INSCHRIJVING voor de M IL1T I E. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente Texel brengen ter kennis van wie het aangaat, en meer bijzonder van de in het jaar 1884 geboren mannelijke personen, of van hun vader, moeder, voogd of curator, dat bij de, ingevolge het Koninklijk besluit van denl6dsn November (Staatsblad No. 222), op 1 Januari 1902 in werking getreden Militiewet 1901 (Staats blad No. 212 van 1901), het volgende is bepaald: ART. 13. Voor dc militie wordt ingeschreven: lo ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink rijk Belgie verblijf houdt. JACHT. De BURGEMEESTER van TEXEL, brengt ter algemeene kennis, dat bij hem is ontvangen de navolgende kennisgeving: De COMMISSARIS der KONINGIN in de Provincie NOORDHOLLAND, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie dd. 19 November 1902 n». 39; Gelet op artikel 11 der „Ja::twet"; Brengt ter kennis van belanghebbenden dat in Noordholland de sluiting der jacht op klein wild, met uitzondering van die op hout snippen, is bepaald op Woensdag 31 December 1902 met zonsondergang en dat alzoo, op grond van het bepaalde bij het eerste lid van art. 27 der aangehaalde wet, het verkoopen, te koop uitstallen en vervoeren van het hierbedoelde klein wild uiterlijk tot en met 14 Januari 1903 zal mogen plaats hebben. En zal dit besluit in het Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke gemeente van Noordholland worden aangeplakt. Haarlem, 22 November 1902. De Commissaris der Koningin voornoemd, VAN TIENHOVEN. Texel, den 2 December 1902' Do Burgemeester voornoemd, H. W. DE JONCHEERE. Zij, die ingevolge bovenstaande wetsbepalin gen in deze Gemeente voor de militie moeten worden ingeschreven, moeten mitsdien hiertoe bij hen, Burgemeester en Wethouders, ter Ge meente Seoretarie, tusschen der lsten en den 3lsten Januari 1903 worden aangegeven, met overlegging van een kosteloos verkrijgbaar uit treksel uit de geboorte-acte van den in te schrij ven persoon, indien deze elders is geboren. "Voor het ontvangen van de aangifte zal meer bepaald zitting worden gehouden op Dinsdag, den 6 Januari 1903 des voormiddags te 10 uren. Men wordt verzooht, zich zooveel mogelijk op dat tijdstip tot het doen der afgifte ter Ge meente-Secretarie aan te melden. Gedaan te Texel, den 2en December 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Secretaris, De Burgemeester. G. A. Hajenius. H. W. de Joxcheere TEXEL, 3 December 1902. Wintertijd en zoo meer. Mocht het spreekwoord „strenge heeren regeeren niet lang" ook al bewaarheid zijn geworden na de vinnige koude, welke voor ruim- veertien dagen geleden, allen zoozeer verraste, we hebben er waarlijk niet op te roemen, dat het zoo bij uitstek is verbeterd wel mocht na de strenge koude van midden November voor enkele dagen een gematig der temperatuur ons weder doen opleven en de verwachting doen ontstaan dat het wel licht nog terecht zoude komen, de 1ste van Wintermaand wierp al die mooie verwach tingen weder in duigen en de Wintermaand toont al bij den aanvang met recht Winter maand te zullen zijn. Zeer jammer voor hetgeen voor dien tijd nog had moeten worden beredderd, en dat is inderdaad niet zoo weinig. Ook voor het feest dat ons in het laatst deaer week waoht, ea waarover we teeda TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per S maanden Voor dïm Büeo 30 Cis. Franco pet post door ge heel Nederland 45 Cta. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertmtièn Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cta. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 3 Cts. per nummer. 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd binnen het Ryk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie woonplaats heeft, 3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink rijk Belgie woonplaats heeft, 4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander, zoo hjj op den lsten Januarij van het jaar het l'Jde levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der bij art. 15 omschreven gevallen. Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder 4o. A. de binnen het Rijk verblijf houdende minder jarige niet-Nederlander: a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Ryk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maanden in hot Rijk of de koloniën of de bezittingen dos Ryks in andere werelddcelen gehad heeft; b. van wiens ouders dc langstlevende bij zijn of haar overlijden in de hierboven onder a omschreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval of al is deze buiten 's lands gevestigd c. dio door zijn vader, moedor of voogd verlaten is, of die ouderloos is of in wettolijkon zin geen vador of moedor heeft en van wien niet bekend is dat hij een voogd beeft, indien hij gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk verblijf gohouden heeft B. do meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rjjk woonplaats heeft en haar godurende de vooraf gaande achttiei maanden in hot Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddcelen gehad heeft. Voor minderjarig wordt voor do toepassing van het bopaaldo hiorbovon onder A gehouden hij, die minder jarig is in don zin der Nedcrlandsohe wet. Voormeor- derjarig wordt voor do toepassing van hot bepaalde hierboven onder B gehouden hy, die meerderjarig is in den zin van voormelde wet. ART. 14. De insohrijving geschiedt lo. van "hem, bodoeld In art. 13, eerste zinsnedo lo. zoo hij binnen het Ryk verblyf houdt en zyn vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heoft, in de ge meente dor woonplaats van vador, moedor of voogd zoo hy binnen bet Ryk verblyf houdt en zyn vador, moedor of voogd elders dan binnen het Ryk woon plaats heeft, in de gemeente, waar hy verblyf houdt; «oo hy door eyn vader, moeder of voogd verlaten ia, ouderloos is of in wettelykenzin geen vader of moeder heeft ea het niet bekend is dat hij een voogd heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt; zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in de gemeente Amsterdam zoo hij in het Koninkryk Belgie verblijf houdt, in de gemeente Rotterdam 2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2o. zoo zyn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam; is zij in het Koninkrijk Belgie, in de gemeente Rotterdam 3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3o. zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de ge meente zijner woonplaats zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam zoo hij woonplaats heeft in het Koninkrijk Belgie, in de gemeente Rotterdam; 4o. A. van hem, bedoeld in art.' 13, eerste zin snede 4o., indien hij minderjarig is zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zinsnede van dat artikel onder Aa omschreven, in de gemeente, waar zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft; zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder Ab omschreven, in de gemeente, waar zijn voogd woon plaats heeftis de woonplaats van dezen buiten 's lands, dan geschiedt de inschrijving in de gemeente, waar de minderjarige verblyf houdt; zoo hij verkeert in een der gevallen, in evenbedoelde zinsnede onder Ac omschreven, in de gemeente, waar hij verblijf houdt B. van hem, bedoeld in artikel 13, eerste zinsnede 4o., ndien hij meerderjarig is in de gemeente, waar hij woonplaats heeft. De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijving aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januarij van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven persoon het lSde levensjaar volbragt, lenzij het iemand geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotter dam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats onderscheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het Konink rijk Belgie. ART. 15. Voor de militie wordt niet ingeschreven lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te behooren tot een Staaf, waar de Nederlanders niet aan de verpligte krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van den dienstpligt het beginsel van weder- keerigheid is aangenomen 2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen verblijf te honden of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of curator woonplaats binnen het Rijk. ART. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven, is vcrpligt zich daartoe bij bur gemeester en Wethouders, waar volgens art. 14 de in- schryving moet geschieden, aan te geven tusschen den lsten en den 31sten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hy het 18de levensjaar volbragt. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust ae verplichting tot het doen der aangifte indien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogd indien het een meerderjarige betreft, die onder cu- rateele gesteld is, op zijn curator. De verpligting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen bij de volgende zin snede gomaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uitsluitend op den in te schrijven minderjarige indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk, het Duitsche Rijk of in het Kouingryk Belgie woonplaats heeft indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke magt missen indien hij door zyn vader, moedor of voogd verlaten is; of indien hij ouderloos is of in wettclijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft. Hij, die door de bostuuiders, in art. 22 vormeld, ter inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst is by do zeomagt, de marine-reserve en het corps mari- niors hierondor begrepen, bij het leger hier te lando is tot het doen van de aangifte niet vcrpligt. Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte ver plicht is, kan de aangifte goschieden door een ander, daartoe schriftelijk gemagtigd. Do volmagt blijft onder burgemeester on wethouders berusten. Do wijze, waarop van de gedane aangifte moet blij ken, wordt door Ons bepaald. ART. 18. Voor do militie "wordt ook ingesohreven of wordt opnieuw ingeschreven lo. ieder minderjarig Manuelyk Nederlander, die na don lsten Januari van hot jaar, volgende op dat, waar in hy het 18de levensjaar volbragt, en vóór het intre den van hot 21ste levensjaar zijn verblyf binnen het Ryk, in hot Duitsohe Ryk of het Koningryk Belgie gevestigd heeft; 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd na den lsten Januari van het jaar, volgende op, dat, waarin de minderjarige het 18de levensjaar volbragt, en vóór het intreden van aiehs 21ste levensjaar zyne of hare woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie ge vestigd heeft 3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbragt, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander is geworden, zoo hij iu een der hierboven onder lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeert in een der gevallen, hierboven onder 2o. omschreven 4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waar in hij het 18de levensjaar volbragt, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie gevestigd of er woonplaats verkregen heeft 5o ieder mannelijk meerderjarige die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbragt, en voor het intreden van het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 4o. omschreven gevallen verkeert; 6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende 'Op dat waarin hij het 18de levensjaar volbragt, en voor het intreden van het 21sten levensjaar ingezetene of op nieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede zinsnede van art. 13, Hierbij gelden de laatste zinsnede van het artikel en art. ió. Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving of de inschrijving op nieuw moet geschieden en van de verpligting tot het doen van aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw gelden de eerstè zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt binnen dertig dagen na het verkrijgen of, werd hij reeds vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd, na het terug erlangen van het Nederlanderschap of van het ingezetenschap, of na de vestiging van verblijf of de vestiging of het verkrijgen van woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie. De inschrijving geschiedt in hei register betreffende de ligting van het jaar, waartoe de in ae eerste zinsnede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen leeftijd behoort. ART. 166. Met boete van tenminste vyftigcents en ten hoogste f 100 wordt gestraft de overtreding van de artt. 16, 18 en 22.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1902 | | pagina 1