Buitenland.
zooveel opofferingen hebben getroost, met
voldoening op haar taak kunnen terugzien.
De in Januari te houden leesavond is
bepaald aanvankelijk op 15 Januari, doch zal
vermoedelijk wel iets later plaats hebben.
De Heer L. J. Kikkert te den Burg, die
reeds meermalen voor de leden van „Neptu-
nus" mot succes optrad, is uitgenoodigd voor
het houden van lezing en bijdragen.
Vlieland 21 Dec. Donderdagavond 18
Dec. werd door Vlielands Fanfarecorps een
concert gegeven in 't hótel van den heer
Meijer.
De zaal was zeer goed bezet. Volgens het
programma zou het eerste gedeelte van den
avond gewijd zyn aan de muziek en zouden
na de pauze door eenige werkende leden der
vereeniging voordrachten worden gehouden.
Het concert ving aan met een Marsch, vlug
en opgewekt klonk deze door de zaal. De zes
verschillende nummers vonden allen een aan
dachtig gehoor en hadden veel succes. Bij
zonder mooi van klank was de Aria uit de
opera Martha, men genoot veel van dat
schoone nummer; tenminste, een deel van
het publiek genoot ervan. Dubbel jammer
was het daarom dat zooveel van den indruk
verloren ging door het zeer hinderlijk gepraat
en gelach achter in de zaal. Waaneer men
dan blijkbaar niet voor muziek gevoelt en
zich niet eens uit beleefdheid stil kan houden,
wat doet men dan toch op een muziekuit
voering?
Het schijnt ook weei gebruik te worden
om gedurende het spel te bedienen, langen
tijd was dit hier niet zoo, nu scheen het
wel als kon het niet anders, een en ander
werkte zeer storend.
Na het einde van 't laatste nummer vooral
loonde krachtig applaus den directeur en zijn
corps voor het uitstekend geslaagd concert.
Door een groot gedeelte van 't puliek werd,
dit zeker van harte gemeend.
Het einde der pauze werd met verlangen
tegemoet gezien, toen trad de heer Wels op
als „De vroolijke Bakker", hij was zeer ver
makelijk. Daarna gaf de heer Donia een
dramatische scène ten beste Mijn Catharina.
Er zat toch zeker in dat drama een zeker
iets, dat bijzonder op den lachlust werkte
reeds de verschijning alleen van den treurenden
weduwnaar, die hevig snikkend zijn leed aan
de menigte verkondde, wekte dien op. En
hoe meer men hoorde van die droeve historie,
zoo hooger steeg de hilariteit De gelaats
uitdrukking van den armen man, toen hij
het tooneel verliet, was zóo komisch, dat
er aan den waren aard van zijn verdriet wel
niet langer viel te twijfelen.
De heer Wels bleek al3 pas gekozen kamer
lid werkelijk talent van speechen te hebben,
Waar hij als „Man van ondervinding" de
belangen van Kruisveld en omstreken gaat
behartigen, belooft dit Yeel goeds.
Bij de voordracht van den heer Donia als
„Dorpskomiek" bereikte de vroolijkheid wel
haar toppnnt Wel was hij, die schreeuwende,
zwetsende melkboer zoo overtuigd van z'n
eigen grappigheid een onovertrefbare „komie
keling."
Na het daverend applaus dat den melkboer
weer te voorschijn wilde hebben, kwam deze
ook werkelijk als de dorpskomiek van zoo
even. Een toegift hoopte-men. Met een
grapje maakte de president der Fanfare handig
van deze ongezochte gelegenheid gebruik om
hen, die nog geen lid dezer vereeniging waren,
aan te sporen dit te worden. De Fanfare
leed aan bloedarmoede, zeide hij, geen beter
middel daarvoor dan „kruis en munt." On-
dervinde het corps spoedig den zoo gewensch-
ten steun.
„Deftige lui", deden daarop hun entrée,
het was een fijn troepje muzikanten, bestaan
de uit eenige leden van het corps, terwjjl
de anderen in de zaal accompagneerden.
De heer Donia had in z'n toespraakje ge
zegd, dat er elf nummers op het programma
vermeld waren, dit nu was een ongelukkig
getal, dus zou men een toegift krijgen. Om
dat er echter reeds zooveel gespeeld, gezon
gen en gepraat was, zou dit laatste een
zwijgend nummer zijn. Er werd dan ook
geen woord gesproken door de heeren Donia,
Wels en Meijer, maar hun gebarenspel was
eenig. 't Was een kluchtige geschiedenis
te aanschouwen gegeven door dat stille spel.
De maDier waarop den doodgewaande leven
werd ingeblazen door middel van twee lange
pypen, was onbetaalbaar.
Het was zoo een avond van veelzijdig
genot geweest, een waar succes voor allen
die hadden meegewerkt. De heer Veurman
maakte zich verdienstelijk door met viool
spel den zang te begeleiden.
Een geanimeerd bal besloot den avond.
De Regeering heeft een wetsontwerp
ingediend tot instelling van landbouwraden.
Blijkens de Memorie van Toelichting ligt in
de eerste plaats de oprichting van provinciale
raden in de bedoeling, die als colleges van
advies zullen dienen.
De „Residentiebode" verwacht, dat de
heer W. D. H. baron van Aschbek, kapitein-
luit. ter zee, die indertijd door den Minister
van Marine, jhr. v. d. Wijck, aangezocht werd
om als diens adjudant op te treden, als aan
gewezen zal worden beschouwd om Minister
Kruys op te volgen.
Dat de heer van Asbeck nog in Indië is,
zou dan verklaren, waarom eerst in Januari
de Regeering zich met de vacature zal bezig
houden.
H. M. de Koningin naar Amerika!
In de „Milwaukee Sentinel" van 6 Dec.
leest men, onder het opschrift„Wilhelmina
is coming over", het vermakelijke bericht,
dat H. M. de Koningin en Prins Hendrik een
bezoek zullen brengen aan de Vereenigde
Staten.
Het blad schrijft, dat het Koninklijk Paar
in Maart a.s. op een Nederlandsch oorlogs
schip via Genua naar Ned. Oost-Indië zal
vertrekken, om, ingevolge belofte, door H. M.
bij de kroning gedaan aan de overgekomen
Indische vorsten", aan deze kolonie een be
zoek te brengen
Daarna gaat het Paar, altijd volgens dat
blad, op een stoomschip vanuit Soerabaya
naar San Francisco en zal het onder een
aangenomen naam door de Unie reizen- De
Yellowstone valley en de Niagara-waterval
zullen worden bezocht en vóór Hun vertrek
zullen II. M. en de Prins Hun opwachting
maken bij president Roosevelt.
Wij meenden dit miraculeuse verhaal niet
aan onze lezers te moeten onthouden.
In Friesland zullen, vanwege de Friesche
Maatschappij van Landbouw, in verschillende
plaatsen der Provincie fokstations voor varkens
worden opgericht, met het doel om de instand
houding en verbetering van het inlandsch ras
te bevorderen, gezuiverd van zijne min-gun-
stige eigenschappen-
In de Zaterdag gehouden Raadsvergade
ring te Winschoten heeft de heer Brader
revolutionair-socialist zooals hij zich noemt
't weer eens met den heer Kenther, soc.-
dem. aan den stok gehad, 't Was naar aan
leiding van de ingediende motie van den heer
K. inzake het aanwenden van pogingen om een
betere financieele verhouding tusschen Rijk
en Gemeente te krijgen.
Bij de bespreking ervan zegt de heer Brader,
dat de voorsteller van de motie (de heer
Kenther) nn toch eens schynt te begrijpen,
dat het met den finaniceelen toestand onzer
gemeente al slecht is gesteld. Een toestand,
waartoe hij zelf heeft meegewerkt Hij heeft
gestemd voor de begrooting, waardoor de
H. O. met f 10 000 is verhoogd.
Niet alleen van de Regeering, maar ook
van de Tweede Kamer is voor de kleine
luyden niet veel te verwachten. Met eigen
oogen zag spreker, dat de leden van de Tweede
Kamer zich al zeer slecht van hun taak
kwijten en dat ze in plaats van te luisteren
naar een spreker, over koetjes en kalfjes
zitten te praten.
De arbeiders moeten zich—zoo vervolgt
spr. - buiten de wetten om, sterk maken,
opdat ze kunnen zeggen
„Weg met de kapitalistische bendel Wij
weigeren gehoorzaamheid."
Een bond van stroopers. Men weet,
dat hier en daar de wilddieven zich georga
niseerd hebben. In een streek als het Gooi.
waar het wild vrij talrijk voorkomt en dus
uit den aard der zaak de leden van dit edele
gilde eveneens talryk vertegenwoordigd zijn,
beviel het dien heeren niets, dat zoo vaak
een bekeuring de uitslag van hun streven
was. Woont men te Hilversum een zitting
van het kantongerecht bij, dan bemerkt men
dat het aantal jachtovertredingen of wat vaak
hetzelfde is, bekeuringen wegens loopen op
verboden grond, zoo ongeveer een derde is
van het geheele aantal te wijzen vonnissen.
Thans hebben zij zich verbonden, wanneer
één hunner bekeurd wordt, gezamenlijk de
gestelde boeten te betalen. Is de bekeurde
gehuwd en krijgt hij in plaats van geldboete
eenige dagen hechtenis, dan wordt door de
collega's gedurende den tijd, dien de bekeurde
in 's lands logement doorbrengt, zijn huisge
zin onderhouden
Geen wonder dat het stroopen om Hilver
sum, in den laatsten tijd, nu niet zoo bepaald
afneemt.
Uit Brielle schrijft men aan de „N.
R. Ct."
Aan het asyl voor oude en gebrekkige zee
lieden te Brielle ontbreekt altjjd nog één
vleugel. Het hoofdgebouw is in 1872 opge
richt uit bjjdragen van de Nederlandsche na
tie, daarin voorafgegaan door wyien Z. M.
Koning Willem III, die zich zeer voor deze
stichting interesseerdeterwijl de noordelijke
vleugel een geschenk is van mr. Alexander
van Heull. Na dien tijd mag zich deze zoo
bij uitstek nuttige instelling niet bijzonder
meer verheugen in de belangstelling van
ons volk, dat zooveel hart heeft voor het
„zeevarende volk", zooals men in de 17de
eeuw gewoon was te zeggen. Van schenkin
gen of legaten hoort men bijna nooit. In
plaats van groote inkomsten, kwamen er
zware uitgaven, doordat men bij den opbouw
van het hoofdgebouw gebruik had gemaakt
van een soort zandsteen, welke door den in
vloed van de buitenlucht verteert, in die mate
zelfs, dat men, de afgebrokkelde gedeelten
tusschen de vingers tot stof kon wrijven.
Een vrij omvangrijke restauratie is daarvan
het gevolg geweest, die een grooten hap ge
daan heeft in de financiën van het gesticht.
Maar het gevolg is toch, dat nu het gebouw
weer een waardiger aanzien heeft.
Toch, met zijn éénen vleugel en een gras
vlakte er voor, ziet het er niet uit als een
stichting van een Koning der Nederlanden en
zijn volk. Om toch iets te doen, heeft de
vereeniging „Floraliaverzocht een vleugel
van levend groen en bloemen op die plaats
te mogen bouwen, waartoe haar de grond
tot wederopzeggens zou afgestaan worden.
Tevens zou dat gedeelte ook voor haar tuin
dienen, terwijl zij, met eenige subsidie van
de stichting, het geheel zou omrasteren en
de leelijke dwarspaden verleggen. Mocht de
commissie van beheer dit verzoek toestaan,
dan zal men niet, gelijk thans, met eenige
schaamte het historische plekje aanwijzen,
waar onze Koning te midden van zijn volk
en in tegenwoordigheid van den geschied
schrijver Motley, de woorden uitsprak„Ik
ben er trotsch op Nederlander te zijn."
Moge dit plekje, waarachter het toevluchts
oord voor oude Nederlandsche zeelieden oprijst
door onze natie niet te veel uit het oog ver
loren worden.
Gistermorgen heeft op de lijn Utrecht
Leiden een ernstig spoorwegongeluk plaats
gehad. Doordien de brugwachter zich ver
slapen had, is de trein uit Utrecht omstreeks
8 uur nabij Bodegraven door de openstaande
spoorbrug gereden. De locomotief, tender,
goederenwagen en 2 personenwagens waren
over de opening gereden, een derde perso
nenwagen bleef hangen. De machine ligt
met den bagagewagen tusschen den brug.
De hoofdconducteur werd gedood, de stoker
zwaar en een reiziger licht gewond.
Als een bewijs dat men het in Transvaal
nog niet geheel zonder Hollandsche onderwij
zers afkan, diene, dat de heer R J. Kuiper,
geboren te Bellingwolde, voor den oorlog en
in 't begin daarvan werkzaam op de Staats
secretaris te Pretoria, thans door het Engel-
sche gouvernement benoemd is totonderwy-
zer aan de school te Belfast op een salaris
van 25 pond sterling (f 300) per maand.
Professor Koch zal door de Kaapsche
regeering worden uitgenoodigd om nogmaals
naar Zuid-Afrika te komen om middelen te
zoeken tot bestrijding van de veepest. De
kosten van dit onderzoek, geraamd op 10,000
p. St., zullen worden gedragen door genoemde
regeering en de „Chartered Company."
Het serum tegen de tering. Merureur,
de directeur van de „Assistance publique" te
Parijs heeft beweerd, dat hij reden heeft te
gelooven, dat het jaar 1903 de lang gewenschte
ontdekking van het serum tegen de tering
zal aanschouwen.
Door mijn beroep, heeft hjj gezegd, sta ik
in betrekking met een groot aantal genees
kundigen en geleerden. Onderzoekingen,
pogingen, proefnemingen, tot heden gedaan,
doen my vertrouwen, dat het doel zal worden
bereikt. Daarmede is niet aan alle tering
lijders genezing beloofd. Wat men zoekt en
wat men op het punt staat te vinden, is een
serum, waarvan de inspuiting hen, die de
vatbaarheid voor tuberculose schijnen te be
zitten, tegen de gevreesde bacil kan vrijwaren.
De economische toestand in Engeland.
In Engeland ziet men den winter zeer
duister in. Duizenden werklieden gaan een
treurige Kerstmis tegemoet. Allerwegen
wordt geklaagd over slechte zaken. By de
weelde-artikelen overtreft het aanbod verre
weg de vraag, allen die zich met de vervaar
diging of den verkoop van deze zaken bezig
houden gaan reeds gebukt onder den slechten
tyd. Maar ook met de gewone nyverheid
is het treurig gesteld. Te Woolwich wor
den wekelyks geregeld. 100 man afgedankt.
Geheele straten staan ledigde huishuren
zyn sedert den oorlog met de helft vermin
derd en toch zyn reeds 500 woningen on-
verhuurd.
In het geheele maohinebouwvak Is tegen