Gr. J. 0. D. DIKKERS,
Het Mignon-Orgel
Boekhandel Parkstraat, Burg op Texel.
Behangselpapier en Randen.
Publieke Verkooping.
Feuilleton,
De branie van de Cavendisl].
Potlooden, pennen, penhouders, brief- en paklak, kantoorlijin, gummi, enz.
Lees- en Prenteboeken,-Voordrachten,
REKENINGPAPIER, smal en breed, NOTA'S.
Ontvangei] de nieuwste staleq van
GEPLAKTE ZAKKEN,
Boekdrukkerij, LANGEVELD DE ROOLJ. Burg-Texel.
publiek verkoopen:
Muziekrollen er bij verkrijgbaar
-== CHRISTELIJKE-, VDLKS- en FANTASIE-MUZIEK, ==-
Fanfare- en Harmonium-Muziek.
A. TIMMER8, Kanaalweg 156, Helder,
Voor ieders gebruik:
Zwarte en gekleurde inkten.
Lias-dekken, lias-veters, paktouw.
zoomede inpakpapier (vetdicht perkement) voor vette waren en stroopapier.
1.
is een zeer gemakkelijk en aangenaam klinkend instrument
voor de huiskamer,
in de prijzen van f 22.50, f 30.f 55.
Kantoorboeken, Enveloppen, Postpapier, enz., in verschillende kwaliteiten.
Sponzen- en grifFeldoozen, leien, griffels, linialen, enz.
Quitantiën, Wissels, Brief kaart formulieren.
"V"oor ■winkeliers en koekbakkers
Plaatsing van advertentiën in alle Couranten, bezorging van Couranten,
Tijdschriften en Boekwerken.
Notaris te Texel,
zal, op Vrijdag 16 Januari 1903, 's avonds 7
uur in het Logement vde Oranjeboomaan
Den Burg op Texel, ten verzoeke en wegens
vertrek van den heer Jb. Az. Bakkeb aldaar,
Éèa Een goed onderhouden Winkelhuis met
erf en ruime steeg, winkelopstand en
boet, staande en gelegen in de Park
straat te Den Burg op Texel kadaster Sectie
K, No. 1335 groot 1,28 are,
en Een Schilderswinkel met erf en boet, staande
en gelegen in de Nieuwstraat te Den Burg op
Texel, kadaster Sectie K, No. 1309 groot 66
centiaren.
Het buis (met flinke regenbak en welput)
benevens de Schilderswinkel zijn te bezichtigen
14 Januari a.s., van 's morgens 9 tot 12 uur.
Aanvaarding uiterlijk 1 Mei e.k.
Betaling 20 Februari 1903.
Uit het Engelsch door P. L.
Tan prijsvechters gesproken, zei de nachtwa
ker, die zijn niet meer wat zij waren toen ik
nog een jongen was.
Maanden en maanden ad verteeren ze in de
couranten over hunne vechtpartijen en wanneer
het dan eindelijk zoover is, vechten zij met
handschoenen aan en zijn een paar dagen later
weer de oude.
Laatst zag ik zoo'n snuiter tegen een zak
stooten, een zak die niet kon terugstooten, en
kel voor oefening.
Wel, ik herinner me nu nog een jonge kerel,
.Zwarte Piet", later toen hij oud was, was hij
kastelein in .het Wapen des Konings". Als
die zich wilde oefenen, was zijn gewoonto zich
aan te kleeden, slappe hoed en zwarte jas, net
ala een dominé oi zoo iets, en in een herberg
te gaan en de lui tegen te spreken, bij voorkeur
zeelui. Hij had net zoo min gedachte om een
arme onschuldige zak te stooten als ik, om het
hem te doen.
De zonderlingste prijsveohter, die ik echter
op Dinsdag 20 Januari 1903, 's avonds 7 uur,
in het Hotel de Zwaan''' aan den Burg op
Texel, ten overstaan van den Notaris
G. J. O. D. DIKKERS, van
1. Een perceel Ilooilaud, genaamd de Hemmer
gelegen in de Hemmer achter Driohuizcn op
Texel, kadaster Sectie E No. 82 groot 0,96,—
hectaren.
Eigendom van Mej. Aafje Schraag.
2. Een perceel Weiland, genaamd Bergersge
legen aan do Westen op Texcd, kadaster
Sectie E No. 1133, groot 1,80,10 hectaren.
Eigendom van Mej. Harretje Schraag.
3. Een perceel Weiland, genaamd Bergers, go-
legen aan do Westen op Texel, Kadaster
Sectic E No. 1134, groot 1.55.80 Hectaren.
Eigendom van Mej Gerberdina Schraag.
Comb: der perceelen 2 en 3.
Nadere inlichtingen worden gegeven door den
Deurwaarder C. DE WIJN alsmede door voor
noemden notaris DIKKERS.
ooit heb ontmoet, voer met me op de .Caven
dish". Hij monsterde als gewoon matroos
dat was niet zooals het behoorde, daar hij het
tegenovergestelde van gewoon was on dus geen
recht had bij ons to wezen.
Voor dat hij kwam, hadden wij er al een
aan boord en dat was Bill Bone, eon van de
grootste en sterkste kerels, die ik ooit in het
voor-tusschcndoks van een schip gezion hob,
en dat wil wat zeggen. Hij had meer de bouw
van een stier dan van oen mensch en wannier
hij slecht gemutst was, was het beste hem uit
den weg te blijven of anders heel stil in je
kooi te kruipen. Tegenspraak maakte hem dol
en wanneer hij zei, dat een rood hemd blauw
was, moest je je maar stil houden. Het was
in het geheel geen zaak het hem toe te stem
men en het ook blauw te noemen, omdat hij
je dan een leugenaar zou noemen en je dan
een pak rammel zou geven omdat je gelogen
hadt.
Hij was de eenigste lastpost in die schuit.
Do oude was een brave kerel, wij hadden goedo
stuurlui en goedo kost. Je zult wel begrijpen
dat het er goed was, als ik je vertel dat de
meeaten van ons al verecheidone reizen meê-
gemaakt hadden.
Maar Bill was eon lastpost, een echte.
Gewoonlijk was hij een hartelijke, goedge
luimde kameraad, zoo goed men maar wenschen
kon, maar zooals ik reeds zeide, tegenspraak
kon en wilde hij niet dulden. Dat vloog hem
dadelijk naar het hoofd.
Op de reis waarvan ik spreek wij voeren
tussohen Londen en Australië kwam Bill
ongevoor een uur voor het vertrek aan boord.
Wij allen waren reeds beneden bezig on» goed
weg te stuwen on ook een deel zat elkander
leugens te vertollen, wat zij aan wal al zoo
ondervonden hadden.
Bill kwam do trap afscharrelen en Tom Baker
stak zijn hand uit om hem op te vangen toen
hij beneden kwam.
Waarom steek je jo handen uit? zeide Bill,
terwijl hij hem aanstaarde.
Om je een steuntje te geven Bill, zeide Tom
glimlachend.
Ozeide Bill, een steuntje tegen een kooi
nemende. Mij een steuntje geven, wou je dat?
zeide hij. Waarvoor als ik zoo vrij mag zijn
te vragen.
Ik meende dat je voet uitgleed, Bill, ouwe
jongen, zeide Tom, maar het spijt me dat het
niet zoo was.
Weer keek Bill hem strak aan.
Spijt hot je, dat mijn voet niet uitgleed?
zeide hij.
Je weet wat ik meende, Bill, zeide Tom,
onrustig lachend.
Lach me niet uit, schreeuwde Bill.
Ik lachte niet Bill, oude jongen, zeide Tom.
Hij heeft me oen leugenaar genoemd, zeide
Bill, ons allen aankijkende. Hij noemde mij
een leugenaar. Houdt mijn jas vast, Charlie,
en ik zal hem in tweëu slaan.
Charlie nam als een lam de jas aan, hoewel
hij een kameraad van Tom was, en Tom keek
rond om te zien of hij de ladder niet op kon
sluipen en weg komen, maar Bill stond or juist
voor.
Toen voelde Tom dat oen van zijne schoen
veters los was en hij knielde neder om die weer
vast te maken, en toen stak die buitengewone
matroos, Joe Simms was zijn naam, waarvan
ik u zooeven sprak, even zijn hoofd uit zijn
kooi en zeide heel kalm
Je bent toch niet bang, wel
Watschreeuwde Bill, schrikkende.
Maak zoo'n leven niet, wanneer ik spreek,
zeide Joe, of heb je geen manieren geleerd,
groote kinkel.
Bill stond verstomd van verwondering, dat
hij zoo toegesproken werd. Zijn heolo gelaat
had een purperen kleur en hij stond Joe aan
te stareu, alsof hij niet wist, wat hij er aan
had. En wij koken ook heel vreemd, daar
Jee maar oen klein ventje was on in het geheel
er niet sterk uitzag.
Hon je gemak maat, fluisterde Tom, jo weet
niet tegen wie je praat.
Gekheid, zei Joe. Hij is te vet en te dom
om kwaad te doen. Hij zal zijn pooten wel
thuis houden, zoolang ik er ben.
Toon liet hij zich uit zijn kooi glijden, ging
voor Bill staan, toonde hem zijne vuisten en
zeide, terwijl hij hom strak aankeek:
Als je het hart hebt, dien man aan te pak
ken, zal ik je zoo'n rammeling geven, als je
vroeger nog nooit gehad hebt. Pas nu op.
Ik wilde hom niet slaan, zeide Bill op ver
zoenende toon.
Het is ook beter van niet, zeide de jonge
kerel, zijn vuist tegen hem schuddende. Het
is ook beter van niet, ventje.
Als er hier ondor do bak wat te vechten valt,
zal ik het wel doen. Denk daaraan.
Ik behoef je niet te zeggen, dat wij onthutst
waren, want dat is het ware woord niet. Te
zien dat Bill zijne handen in de zakken stak
en probeerde te fluiten en dat hij toen op een
bakskist ging zitten en zijn hoofd krabde, was
het verwonderlijkste gezicht wat ik ooit gezien
heb.
Daarop begon hij binnensmonds te zingen.
Schei uit met dat gejank zei Joe. Wacht
daar maar ineê totdat ik het je zeg.
Bill hield op mot zingen, kuchte achter zjjn
hand en na een beotjo met zijne voeten heen
en weer gescharreld te hebben, klom hij weer
aan dok.
Wat is dat nu, zeide Tom, ons aankijkende.
Hebben wij nu een prijsvechter aan boord
gemonsterd.
Hoe noemde jo me daar, zeide Joe, hem
aankijkend.
Niets, maat, zeide Tom, achteruitwijkend.
Hou je bek ook inaar, zeide Joe, en spreek
maar, wanneer je aangesproken wordt.
(wordt vervolgd)
Gedrukt by LARGS VELD DE &OOIJ. Texel.
met melodieën naar verkiezing, als:
De Catalogus daarvan is ter inzage.
Ook verkrijgbaar
Aanbevelend,