Treurige toestanden! Door de groote vonnissen liep het tegen half twaalf voordat de nieuwe zaken in be handeling kwamen. De eerste betrof een landlooperij, voor welk feit—als het een feit genoemd kan worden, - zich had te verant woorden een 50jarig vrouwtje, M. K., die, na 14 jaar gehuwd te zijn geweest, door haar man verlaten werd, nadat hij eerst nog den inboedel van de hand had gedaan. Zij stond nu op straat, zonder eenig mid del van bestaan, het arme vrouwtje, en was niet in staat zich te redden. Zoodoende kwam zij bij de politie om onderdak. De herinnering aan den ontrouwen echt genoot deed het mensch in tranen uitbreken en het requisitoir„zes maanden naar de kolonie8, was naar haar zin. (R N.) Naar verluidt, zal het eerlang te ver wachten wetsontwerp op de gemeentebedrijven deze materie regelen in den geest der Engel- sche wetgevinggeheel zelfstandig beheer dier bedrijven door commissieën, te benoemen door den gemeenteraad en aan deze reken- plichtig, terwijl eventueele saldo's ten goede komen aan de gemeentekas. Ieder bedrijf zan dan als 't ware een naam- looze vennootschap wezen, waarvan de inge zetenen der gemeente de aandeelhouders, bedoelde commissieën de commissarissen, en de zittingen, waarin de vroedschap het beheer beoordeelt, de algemeene vergaderingen zijn. (Centr.) Heel moeilijk liep-ie te Haarlem langs den weg, de arme stakker, die volgens het bungelende bordje op zijn borst „doofstom" was. Mevrouw A gaf hem een dubbeltje, en meneer B een kwartje, en dan keken ze met 'n meewarigen blik den stumperd na, die zelfs geen „duizendmaal dank I" kon stamelen. Wat was er toch een ellende in de wereld 1 Gelukkig dat er ook zoo veel goeie, en vooral rijke menschen zijn, en nóg gelukkiger, dat die er zoo'n pleizier in hebben om buiten te wonen, waar de politie de arme stumperds niet zoo op de vingers kijkt, en waar ook de meiden en de knechts nog wel 's wat doen voor 'n stumperd. De „doofstomme" die gisteren zijn bedrijf in Bloemendaal uitoefende heeft echter van 't buitenleven en de buiten- politie een anderen indruk gekregen. De Bloemendaalsche politie vertrouwde 't zaakje en de doofstomheid niet, hield den man aan om zijn bedelarij, en toen kwam uit, dat de stumperd nóch doof, nóch stom, nóch arm was, integendeel bij zich droeg aan effecten, bankpapier en geld een sommetje van 1026 gulden. Volgens hem bij elkaar „ge bedeld." Maar de justitie heeft nu eenmaal weinig vertrouwen in menschen die zoo op slag van ernstige gebreken kunnen genezen, en koestert de slechte gedachte dat de man wel eens eer. dief kon zijn. Daarom is hij naar Haarlem in 't Huis van Bewaring aldaar overgebracht, waar hij zich voorloopig nog een beetje in 't zwijgen kan oefenen. (Hbld.) Men schrijft uit Sliedrecht aan de „N. R. Ct.": Tot vóór korten tijd werd, als in zooveel andere gemeenten, het klokgelui als een oud gebruik in eere gehouden. Dit oud gebruik schafte onze gemeenteraad echter af, toen hij moest overgaan tot de benoeming van een nieuwen klokluier wijl de vorige titularis was overleden. En ziet, nu de klok niet meer luidt, begint het heimwee naar de kerk- klokstonen voor velen met den dag sterker te worden. Adressen zijn opgesteld en worden geteekend, ten einde den Raad te verzoeken op zijn besluit terug te komen, nu zoo velen blijk geven, dat ze het aloud gebruik nog op hoogen prijs stellen en liever om 'n enkelen gulden niet afgeschaft wenschen te zien. Man en vrouw, Een schipper, die met zijn vaartuig te Dokkum lag, kwam zeer laat Zondagavond aan boord, waarover zijn vrouw in hevigen drift haar misnoegen te kennen gaf. Ze werden handgemeen, waarbij de man het onderspit moest delven. Toen hij om hulp riep, schoten twee mannen uit de buurt toe, gingen in de kajuit, trokken de vrouw van haar man af en brachten haar op den wal, waarop de schipper de touwen losmaakte en zonder zijn echtgenoote met het vaartuig vertrok. Al haar roepen om terug te komen, was tevergeefs, zoodat zij dien nacht zonder onderdak was. (Ass. Ct.) Ten gevolge van den hoogen stand van het boezemwater, is een polderdijk nabij Oldeboorn over een lengte van 50 meter bezweken en in de achterliggende sloot ge duwd. Een groote uitgestrektheid in polder liggend land, behoorende tot 3 boerderijen, is daardoor ondergeloopen In deze landen stond nog veel gras en het daarin loopende vee moest ten spoedigste op stal worden gebracht. De ontstane schade is dus aanzien lijk. Bij het Bureau van het Nederlandsch Landbouw-comité is telegraphisch bericht ontvangen van den Heer C. H. Wessels, dat het door de Nederlandsche landbouwers aan hun stamverwanten ten geschenke gegeven vee in goeden welstand te Kaapstad is aan gekomen, De officier te Arnhem heeft een dringend beroep op het publiek gedaan om de justitie te helpen opdat de gevangenneming der beruchte gebroeders Driessen te Didam in het belang der publieke veiligheid zoo spsedig mogelijk geschiedde. Als vervolg op bovenstaand bericht wordt als historisch aan de „Arnh. Ct." medege deeld, dat bij eene vroegere gelegenheid toen door de politie en marechaussee ook werd jacht gemaakt, de drie gebroeders zich hadden verscholen in een hut of kleine woning. Toen zij zich achtervolgd zagen en de vervolgers in de nabijheid van de woning kwamen, vluchtte het drietal het veld op. Na een korte jacht haalde de politie ze in en wat bleek? de vluchtelingen waren vrouwen in mans kieeren. Ondertussch9n hadden de gebroeders Driessen, de echte vervolgden, gelegenheid gehad in andere richting te ontkomen. Het politietoezicht op de visscherij in de Noordzee zal van 26 October, gedurende den winter, worden uitgeoefend door Hr. Ms. schoener „Zeehond". Hr. Ms. schoener „Argus" is met gemelden datum buiten dienst gesteld. Aan de „Tel." schrijft men Men ziet thans het eigenaardig verschijnsel, dat van uit andere provinciën rundvee naar Friesland wordt gezonden. Het is vooral jong rundvee, zoogenaamde hokkelingen, die tegenwoordig daar ingevoerd worden. Door Friesche veekooplieden wordt dit vee gekocht op de markten te Zwolle, Utrecht, Alkmaar, Delft, Leiden, enz. Er is in Friesland gebrek aan dit vee. Hoe dat komt? Men begeert dat door de hooge prijzen, die de Engalsche markt voor nuch tere kalveren gaf, de Friesche boer te veol verkocht heeft en nu gebrek heeft aan jonge runderen. Hoe dit zij, eigenaardig is het zeker dat de provincie, bekend door haar rijken vee stapel nu vee moet betrekken uit de andere provinciën. Werkeloosheid. Men schrijft aan „de Telegraaf" In Friesland zijn reeds tal van landbouwers werkeloos. Elke week zeggen boeren hunne losse arbeiders op en ook Zaterdag werd menig arbeider medegedeeld, Maandag niet terug te komen. De boeren hebben geen werk meer. Door den hoogen waterstand is er op de weilanden niets uit te voeren en op de bouw- akkers, waar het winterzaad moet worden gezaaid, en die dienen geploegd, is niet met een paard te verkeeren. Een donkere winter staat voor het platte land van Friesland voor de deurnu reeds wordt bij armvoogden aangeklopt om tijdelijke bedeeling. En, dan de vergulde armoede, die nog nijpender is. Een veulen bij het gewicht. Op de paardenmarkt te Montfoort stelde een boer aan iemand voor zijn veulen te koop bij het gewicht. Na lang loven en bieden werd de koop gesloten tegen 50 ets. het pond. Het veulen werd gewogen en haalde 275 K. G.; het moest dus betaald worden met den onge hoord hoogen prijs f 275. De kooper be weerde echter dat zijn bedoeling was geweest 50 ets. het K G. hetgeen ten slotte door den verkooper werd aangenomen. Natuurlijk werd over den zonderlingen koop druk ge sproken, waarbij een der omstanders, wien het gewicht ongelooflijk voorkwam, er f 100 onder wilde verwedden, dat het veulen geen 275 K. G. woog. De weddenschap werd aan gegaan en het veulen werd andermaal op de schaal gezet. Ook ditmaal haalde het werkelijk ruim 550 halve kilo s. De wedder was over tuigd, dat hij zijne weddenschap eerlijk had verloren, en betaalde zijne honderd gulden. Verschillende belangen. De nieuwe drankwet 1 Door de grootste drankbestrijdersvereeni- gingen te Amsterdam is een plaatselijk comité voor drankwetactie gevormd. Het stelt zich ten doel propaganda te maken voor een drank wet, in den geest als thans door de Rogeering wordt voorgesteld. Daartoe zullen openbare vergaderingen worden belegd en een pelitione- ment op touw gezet, zoowel voor vereeni- gingen als voor particulieren. In een drukbezochte vergadering van de Amsterdamsche afdeeling der vereeniging „Vergunning" is het nieuwe ontwerp-drank- wet besproken. Algemeen was men van oordeel, dat dit ontwerp, omdat het de invoering van het Gothenburgsche stelsel beoogt, eenmaal wet geworden, den totalen ondergang van alle vergunninghouders zal tengevolge hebben. Vergadering van den Bond voor Staatspensionneering. De bond voor StaatspensionneeriDg alhier telt tal van leden. Niet alle leden echter zien blijkbaar in, dat door lid van een ver eeniging te zijn men niet kan volstaan met haar alleen financieel te steunen, doch dat zedelijke steun ook wel degelijk gevraagd wordt, dat men met de vereeniging moet meeleven en haar vergaderingen niet zonder geldige reden mag verzuimende opkomst ter vergadering van leden en niet-leden gister in „de Vergulde Kikkert" gehouden was maar matigjes bezocht. Door den voorz. den heer C. S. de Wit werd de vergadering geopend met de mede- deeling dat deze vergadering was belegd om te voldoen aan art. 3 van 't reglement. De vergadering moest dienen alspropagenda- middel. Het bestuur was er in geslaagd als spreker voor deze vergadering de heer Vis, lid van het Hoofdbestuur te krijgen. Een hartelijk welkom riep spr. allen en in het bijzonder den heer Vis toe, waarna ZEd. het woord gaf aan deze. De heer Vis hiorop het woord nemend, deelde mede, dat hij eerst wel eenig bezwaar had ge had in dezen tijd van 't jaar naar Texel te komen de gedachte echter dat de beginselen van den bond daar zoo'n goeden bodem hadden gevonden, getuige de toetr eding van zeovele leden, had dit bezwaar overwonnen. Het was op Texel gegaan als bij den spreker zelf, zoodra men hier bekend werd met de beginselen van den bond werd men er als 't ware door ingepakt, evenals spr. toen die indertijd daarmee bekend werd. Dat de opkomst nu niet zoo groot is als wel had kunnen zijn, in aanmerking genomen het ledental der afdeeling, acht spr. niet zoo vreemds omdat in elke vereeniging gewoon lijk tal van leden zijn, die meenen te kun nen volstaan met toetreding als lid en be taling der contributie, zonder meerden aanwezigen leden werd echter een woord van lof gebracht, dat zij ook hun zedelijken steun niet onthielden, en mee wilden werken tot bevordering van het schoone doel. Velen beschouwen het, en zeker terecht, niet voldoende alleen gebruik te maken van het geschreven woord, maar verlangen het levende woord om beter bekend te geraken met verschillende zaken. Spr. wenscht zoo mogelijk enkele punten, waarvan dit noodig mocht zijn te verklaren. Mocht het zijn, dat er personen zijn, die bezwaren hebben tegen toetreding tot den bond, dan wil spr. trachten die bezwaren uit den weg te ruimen en mocht het zijn, dat die bezwaren gegrond zijn en spr. kunnen overtuigen, dat het beginsel van den bond verkeerd is, welaan dan zal spr. ophouden te ijveren er voor en zijn krachten wijden aan andere zaken, die dan misschien meer zijn steun waard zijn. Verzocht wordt dus met bezwaren aan te komen als men die heeft. Dat het noodzakelijk is dat er een wet komt, die zorgt voor de ouden van dagen, behoeft zeker niet te worden besproken Het is maar al te goed bekend, hoeveel gebrek er in 't openbaar en in stilte door die ouden wordt geleden. Alle politieke partijen hebben het dan ook op hun programma en volgens de laatste troonrede is zoó'n wet in voorbe reiding. "Waarom het noodig is, zal dus niet behoeven te worden besproken. Waarom moet de Staat echter helpen? Wenschelijk zou het onge twijfeld zijn, indien elk voor zichzelf kon zorgen. De loonen van velen zijn echter ter- nauwernhod in staat om zich de hoogst noo- dige levensbehoeften te verschaffen, van af zondering van iets voor betaling van 'n premie voor pensioenfonds kan dan ook zelden sprake zijn ja is dikwijls voor velen beslist onmogelijk, daarom moet de Staat helpen. Wat de kosten betreft en den weg waar langs men de benoodigde gelden moet ver krijgen, de bepaling hiervan ligt volgens spr. op den weg van den minister van financiën. Het benoodigde bedrag is wel van groote be teek enis daar ongeveer f 46,000,000 noodig zal zijn, doch dat bedrag zal wel zijn te vinden Spr. acht het dringend noodig de bond te houden buiten alle politieke partijen, hetgeen volgens spr. zeer goed mogelijk is. Mededeelingen te doen over de wijze waarop afdeelingen worden gesticht, hoe de bond werkt enz. acht spr. op 't oogenblik minder noodzakelijk, alleen wijst spr. op de groote ijver door sommigen aan den dag gelegd voor het bereiken van het goede doel en noemt daarbij in 't bijzonder de algemeene secretaris van den bond, een eenvoudig letterzetter, die zelf reeds van zijn pensioen verzekerd is, maar toch met zooveel ijver en toewijding voor de belangen van den bond ijvert. Spr. wenscht een enkel punt uit de velen die zouden kunnen worden behandeld te be spreken en neemt daarvoor Staatspensioen voor allen zonder premiebetaling. In verschillende landen wordt reeds op de een of andere wijze zegt spr. gezorgd voor de ouden van dagen. In Duitschland, Dene marken, ja op het kleine IJsland is daarvoor reeds een wet, zelfs Nieuw-Zeeland is ons in deze vooruit. Er is evenwel verschil in de wijze waarop die verzekering wordt ver kregen Men heeft pensioen voor allen zonder premiebetaling, en men heeft verplichte ver zekering. Laatstgenoemde heeft men o. a. in Duitschland en spr. vreest dat mén ook in ons land daartoe zal overgaan. Spr. heeft bezwaar tegen verplichte ver zekering, omdat de loonen ontoereikend zijn de premie te betalen, zooals o. a. blijkt uit het officieel verslag door de Staatscommissie indertijd uitgebracht naar aanleiding van de motie Heldt. Volgens dat rapport zou het betalen der premie indirect geschieden door de consumenten, daar vele arbeiders en patroons het niet zouden kunnen betalen, De concurrentie der kleine patroons zou daar door nog zwaarder worden en misschien voor velen te zwaar. Bij de ongevallen-wet kan men reed: eenigszins bemerken wat de gevolgen van zoo'n wet zouden zijn. Bij verplichte verzekering komt de druk in hoofdzaak op de schouders van hen, die het minst die kunnen dragen. De bond wenscht Staatspensioen voor allen, Een uitzondering te maken zou al te vee bezwaren met zich slepen, en allicht zouden er worden overgeslagen die wel degelijk er behoeften aan hadden, in hoofdzaak de mid denstand zou worden uitgesloten. Ook de vrouw dient te worden gesteum en heeft het recht op een eervolle ouden dag. Geen ouden van dagen moesten meer behoeven te komen op de arbeidsmarkt- De kosten moesten worden gevonden u belastingen te heffen van allen naar draag kracht, zoodat die veel betalen kunnen ooi veel moesten betalen. Rechtvaardig is de regeling, omdat de toe stand in de maatschappij van dien aard is dat velen te weinig loon ontvangen voo de door hen verrichtte arbeid. Eene plotselinge verandering daarin brengen is onmogelijk, op die wijze ko echter reeds ten deele daarin eene verbeterin worden gebracht. Staatspensioen voor allen zonder ondei scheid is zeer eenvoudig voor de administr; tie. Slechts zeer weinige ambtenaren zulle er voor noodig zijn, terwijl bij verplicht verzekering dat aantal legio moet zijn en d drukte voor werkgever enz. zeer groot. Het bezwaar, dat men zal verzuimen t sparen voor den ouden dag, is ongegrond, gi tuige hetgeen in Denemarken en Nieuv Zeeland geschiedt, waar een dergelijke we in werking is. Ook de liefdadigheid zal d wereld niet uitgaan, doch haar zal een de van den te zwaren last worden ontnomei Het bezwaar dat ook de rjjken pensioen zulle krijgen, acht spr. van weinig beteekenis, da; naar hij verzekert door deze wel geen gebrui van hun recht zal worden gemaakt, terwi het trekken van een grenslijn bijna onim gelijk is. Een kwartier werd nu pauze gehoudei waarna gelegenheid zou zijn tot het doe van vragen en voor debat. Aangezien echti niemand van die gelegenheid gebruik maakt werd door spr nog even behandeld hoe ouden van dagen het in ons land hebben Met het oog op den tijd moest spr. daari kort zijn en vergenoegde hij zich mot voorlezing van een deel van eene brochur geschreven door mr. dr. J. J. Millard ov( verplichte verzekering van ouden van dagei Door genoemden schrijver was aan ee 400-tal corporatiën en personen inlichtinge gevraagd over de hulpbronnen van oude van dagen. Een 200 antwoorden waren ing komen, waaruit bleek, dat die bestonden ui! „Eigen spaarpenningen" bij zeer weinige en zeer gering.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1903 | | pagina 2