8ste Croste Culemborgsche Verloting „ELI WAT WILS".
RÉ
SPOED! 23 November trekt de 374ste Staatsloterij.
J. KOOL, den Burg op Texel.
PREMIE van de TEXELSCHE COUR ANT.
Feuilleton.
BEDROGEN.
ÜSTog enkele loten voorhanden der
1
Het leven en de lotgevallen van David Copperfield, 597 bldz. druks.
2. De nagelaten papieren der Pickwick-Club, 527 bldz. druks.
3. Het verlaten Huis. 587 bldz. druks.
4. Dombey en Zoon, 576 bldz. druks.
5. Nelly, 359 bldz. druks.
6. Kerstvertellingen, 292 bldz. druks.
Eenigste Loterijwaar gratis en franco een Trekkingslijst en de prijzen franco gezonden wor
den en die nooit wordt uitgesteld,
bestaande uit 5 verschillende Loterijen, alle nit te wijzen door de 374ste Ned. Staatsloterij.
Alle loten, zoolang niet uitgeloot, zijn geldig op alle klassen der 374 Staatsloterij. "&Q
SERIE EEN. 1 Summer voor 50 cent. 512 geldprijzen van Duizend gulden, f 400. i 200,
f 170, f 150, f 100, enz.
SERIE TWEE. 2 Nummers voor 50 cent, 1 Nummer voor 25 ct. 512 prijzen van vijfhonderd
gulden, f 200, f 100, f 100, f 75, f 40, i 25, enz.
SERIE DRIE. 4 Nummers voor 50 cent, 1 Nummer voor 12'/, cent, 512 prijzen van f 250,
f 80, 1 50,J 40, f 20, 1 15, enz.
SERIE VIER. 5 Nummers voor 50 cent, 1 Nummer voor 10 cent. 512 prijzen van 1 150,
1 60, f 40, f HO, f 20, f 15, f 12, enz.
SERIE VIJF. 10 Nummers voor 50 cent, 1 Nummer voor 5 cent. 512 prijzen van f100,140,
f 25, f 20, 1 10, f 8, f 7, f 6, enz.
Een ieder beproeve zijn geluk, zij, die alle 5 Series koopen voor 1 2.50,
ontvangen 22 Nos en hebben bijna zeker een of meer prijzen.
Bij elke bestelling van loten ontvangt men een uitslag der vorige verloting. Alle verzendin-
dingen van bovenstaande loten geschieden franco.
Deze loten zijn verkrijgbaar bij den ondernemer, A. H. VAN DAM, Boekhandel, Culemborg
en alom bij ruim 500 Agenten.
En bij den Agent, den Heer
Elk werk Is compleet gebonden in zeer
fraaien geheel Linnen stempelband.
Elk deel is ook afzonderlijk aan 't Bureau van ons blad verkrijgbaar a f 0,75.
LANGEVELD DE ROOIJ.
Vrij naar 't Fransch door A. B.
27. XV.
Misschien wel.
Misschien
Heb ik misschien gezegd wel mogelijk,
ik heb niet begrepen wat u zei.
In werkelijkheid luisterde ik in 't geheel niet
naar hetgeen mijn buurman zei. Mijn volle
aandacht wijdde ik aan het gesprek tusschen
Richard en mijne zuster, waarvan ik het vol
gende opving
"Wat ziet Nelly er van avond lief uit en
hoe naïf is zij nog... Wat is het toch heerlijk
jong te zijnWij oudere lieden kunnen ons
niet zoo gemakkelijk amuseeren.
Het antwoord van Richard verstond ik niet.
Zij is nog half kind, half vrouw, vindt
ge niet vervolgde mijne zuster, en zij ver-
eenigt daardoor de genoegens van beide leef
tijden, liefde en verbeelding.
Dick beet zich op zijn blonde knevel en hij
keek mij scherp aan.
Het is zeker niet moeielijk voor haar zich
te amuseeren, zei hij, als zij genoegen kan vinden
in het gesprek met Lancaster.
O, zij is nog zoo jong en ziet u kapitein Mac
Gregor, dat behoort nu eenmaal tot de zeer
benijdenswaardige eigenschappen van dien leef
tijd. Iemand met zulke eigenschappen op mijne
leeftijd, zou zich zeker meer op haar gemak
gevoelen in gezelschappon als zij zulks wel
doet. Denkt u ook niet?
Dit zeggende, keek zij den kapitein met haar
yerleidelijken blik aan, als wilde zij tot zijn
hart doordringen. Ik werd woedend en zou
zeker de bladen van het album aan duizend
stukken hebben gescheurd, indien ik mijn hoofd
niet had afgewend.
Zal u iets voor ons zingen, miss Seymour?
vroeg Lady Lancaster aan een magere dame.
Gaarne, zei deze, die zich niet verder liet
vragen, doch dadelijk aan de piano plaats nam.
Iemand van haar uiterlijk, kon niet anders
dan een scherpe stem hebben. Toen zij hare
romance had geëindigd, waren sir Ilugues en
ik juist tot het laatpte portret van den hond
gekomen.
Dat is afgeloopen, zei mijn metgezel, na
te vergeefs nog beproefd te hebben of dat laatste
blad niet dubbel was. Wacht nog een weinig,
ik ga andere halen,
O, dank u, zei ik verschrikt, terwijl ik
de hand uitstrekte om hem tegen te houden,
bewaar die maar voor een anderen dagik ben
een weinig vermoeid.
-- Vermoeid? niet mogelijk; wil u iets ge
bruiken Sherry met seltzerwater Moeder,
miss Lestranges gevoelt zich onwel.
Gelukkig hoorde Lady Lancaster, die doof
is, deze laatste zin niet.
O, mompelde ik, het is zoo erg niet, het
is hier misschien wat warm in do salon.
Waarom zei u dat niet wat vroeger U
heeft gelijk, het is hier drukkend heet. Moeder
wil ook nooit do ramen open hebben. Laat
ons in de kamer hier naast gaan. Daar zal het
veel frisscher zijn en wij zullen alleen zijn.
Mijn toestand is verschrikkelijk! net heldero
licht in de salon verblindt mij, de stem van
miss Seymour verscheurt mijn gehoororganen,
het gele satijn overal doet mij zeer aan de
oogen en dan de sombere uitdrukking op het
gelaat van Richard, maakt mijn ontsteltenis
compleet. Mijn Hemel, wat heb ik hem gedaan,
dat hij mij met zoo'n blik aanziet
- Kom, laat ons gaan, wij zullen er alleen
zijn, herhaalt sir Hugues op luchtigen toon.
Ik stik bijna en sta op het punt in zwijm
te vallen. Ik kan het niet langer uithouden,
sta op, loop do salon door, waarbij ik nog het
ongeluk heb een Indische vaas om te loopon,
en ga de zijkamer binnen, snel daarna naar
den trap, terwijl sir Hugues mij op de voet
volgt. Om hem te ontsnappen, weet ik geen
beteren weg dan in mijn kamer te vluchten,
waar ik mij opsluit.
XVI.
Toen ik den volgenden dag na het ontbijt,
buiten kwam, bevonden zich op het voorplein
een tiental paarden, gezadeld voor heeren en
voor dames, benevens een dogcar, bespannen
met twee vurige paarden. Do meeste dames
waren in rijcostuum, zelfs de weduwe maakte
daarop geen uitzondering. Wat mij aangaat,
ik had nooit een anderen viervoeter bestegen
dan een zeer makke ponney. Alles zag er naar
uit, dat wij een verren tocht zouden gaan doen.
Het meerendeel der bezoekers was liever thuis
gebleven; maar we zijn hier nu eenmaal niet
alleen voor ons ploizier. Ik voor mij houd
wel van beweging, zoodat ik gaarne aan don tocht
wil deelnemen. Ik heb behoefte aan vrije lucht.
Den geheelen nacht bijna heb ik gehuild, en
een ronde kring heb ik daarvan om de oogen.
Maar ik maak er mij niet ongerust over. In
afwachting van het vertrek, ging ik op een
bank voor het huis zitten, zoo dicht mogelijk
bij de standplaats der paardeD. Dick verscheen
ook weldra op het plein en mij opmerkende,
wees hij glimlachend naar het vurige tweespan
voor het rijtuig. Ik kreeg weer moed. Zou
ik het verloren terrein weder herwinnen
Eenige oogenblikken later stond Dick bij
mij. Er was niemand in de nabijheid. Dolly
was nog niet beneden en air Hugues gaf zijne
bevelen aan de verschillende knechts. Het
oogenblik gunstig oordeelcndo voor eene ver
klaring, stond ik op en legde mijn hand op
zijn arm:
Dick, mompelde ik zacht (het was de
eerste maal dat ik hem zoo noemde) wat heb
ik u toch gedaan? Waarom zijt ge boos op mij
Ik ben niet boos, gaf hij mij ten antwoord.
Als ge niet boos zijt, neem mij dan met
u in de dogcart. Ge weet wel, ik rijd niet
te paard.
Terwijl ik dit wel wat gewaagd voorstel doe,
beeft mijn stem en klopt mijn hart met dubbele
slagen.
Erg aardig is men hier niet, zei hij, ik
zou zeer gaarne willen, maar deze equipage
behoort mij niet toe: zij is van Lancaster en
misschien
Sir Hugues die ons kwam overrompelen viel
hem in de reden met
U gaat te paard, naar ik vertrouw, Mac.
Gregor, is het niet Als ik mij niet bedrieg
houdt ge niet van per rijtuig te gaan. Ik heb
daarom mijn ponney voor u laten zadelen.
Dank u, antwoordde Mac Gregor, maar
als u er niet tegen is, zou ik wel willen be-
prooven uw rijtuig te vergezellen. Ik heb in
't geheel geen lust op den weg te galoppeereu.
Sir Lancaster scheen teleurgesteld.
Zeer goed, zei hij (op zijn gelaat stond
evenwel te lezen, dat hij dit in 't geheel niet
meende.) Als u daar genoegen in heeft, kunt
u het doen. Alleen moet ik opmerken, dat de
schimmel links zeer vlug vooruit gaat. Neemt
het mij niet kwalijk miss Lestranges, als hij
ons de hielen laat zien.
Terwijl de beide mannen deze woorden met
elkaar wisselden, maakte Dolly ook hare ver
schijning. Zij stond bij de deur met de hand
haar Amazone kleed ophoudende, toen ik haar
opmerkte.
Nelly, zei zij tot mij, neemt ge uw mantol
niet mee Hot zal van avond wel koud zijn,
als wij terugkocren.
wordt vervolgd
Gedrukt by LANGEVELD DE ROOIJ,Texel,