8ste Croste Culemborysche Verloting „ELI 1AI WILS
OOFDKAA
Beste ieeren Steekmouwen
SPOED! 23 November trekt de 374ste
"J-
J. KOOL, tien Burg op Texel.
J. F. KIKKERT.
Feuilleton.
BEDROGEN.
f 1,40 per paar.
ISTog enkele loten voorhanden der
De nimf en de jonge herder.
Eenigste Loterijwaar gratis en franco een Trekking slijst en de prijzen franco gezonden wor
den en die nooit wordt uitgesteld
bestaande uit 5 verschillende Loterijen, alle uit te wijzen door de 374ste Xed. Staatsloterij.
Alle loten, zoolang niet uitgelootzijn geldig op alle klassen der 374 Staatsloterij
SERIE EEN. 1 Nummer voor 50 cent. 512 geldprijzen van Duizend gulden, f 400. f 200,
f 170, f 150, f 100, enz.
SERIE TWEE. 2 Nummers voor 50 cent, 1 Nummer voor 25 ct. 512 prijzen van vijfhonderd
gulden, f 200, f 100, f 100, i 75, f 40, i 25, enz.
SERIE DRIE. 4 Nummers voor 50 cent, 1 Nummer voor 12'/, cent, 512 prijzen van f 250,
i 80, 1 50, f 40, f 20, f 15, enz.
SERIE VIER. 5 Nummers voor 50 cent, 1 Nummer voor 10 cent. 512 prijzen van f 150,
1 60, f 40, f S0, f 20, f 15, f 12, enz.
SERIE VIJF. 10 Nummers voor 50 cent, 1 Nummer voor 5 cent. 512 prijzen van f 100, f40,
f 25, f 20, f 10, f 8, 1 7, f 6, enz.
Een ieder bcproeve zijn geluk, zij, die alle 5 Series koopen voor f 2.50,
ontvangen 22 Nos en hebben bijna zeker een of meer prijzen.
Bij elke bestelling van loten ontvangt men een uitslag der vorige verloting. Alle verzendin-
dingen van bovenstaande loten geschieden franco.
Deze loten zijn verkrijgbaar bij den ondernemer, A. II. VAX DAM, Boekhandel, Culeniborg
en alom bij ruim 500 Agenten.
En bij den Agent, den Heer
In de provincie Achaie bevond zich een fontein, de
fontein van Argyrus, Waarop een nimf zat. Zij werd
op zekeren dag op een jongen herder, Selemnus ver
liefd, wiens kudden aan de fontein kwamen drinken.
Selemnus was wonderschoon en de nimf was hem zeer
genegen. Maar de schoonheid van Selemnus vermin
derd zijnde, toonde de nimf zich niet meer. 'De herder
kwijnde van verdriet. Venus door medelijden getrof
fen, veranderde hem in een groote rivier, die de fon
tein ging opzoeken waarop de nimf zat. De herder
begon te vergeten en van toen af bekwamen de wa
teren dezer rivier de deugd elk aandenken van hunne
liefde te doen verliezen aan hen die er van dronken
of er een bad in namen.
Hoevelc lieden wenschten thans niet van dit water
te drinken om hun zedelijk lijden te vergeten, een
groot aantal personen zou veel willen geven om een
water te kennen of een product dat het lichamelijk
lijden doet vergeten. Dit produkt bestaat, velen heb
ben er gebruik van gemaakt, het heeft ontzaggelijk
vele zieken genezen, en als men de gezondheid heeft
terugbekomen zijn de slechte dagen snel vergeten.
Wenscht gij dit product, dit wondervol geneesmid
del te kennen, leest de volgende verklaring van Mej.
K. Kleywegt te Hoek van Holland.
Mej. K. Kleywegt, volgens portret.
Sedert een jaar ben ik lijdende geweest, zoo ver
klaarde zij in 't bijzijn van haar echtgenoot aan onzen
verslaggever, die baar deze zomer een bezoek gebracht
heeft, aan bloedarmoede. Ik had hoegenaamd geen
eetlust meer, klaagde dikwijls over steken in de zijde
scheele hoofdpijn en ik had ook veel last van koude
handen en voeten. Toevalligerwijze viel mij een boekje
in de handen, waarin ik vele genezingen las van per
sonen die aan dezelfde ongemakken geleden hadden
als ik en die door dc Pink Pillen hunne genezing
bekomen hadden. Ik besloot er ook toe over te gaan
teneinde mij naderhand geen verwijt te kunnen inaken
dat ik niet alles geprobeerd had. Na 't gebruik van
de eerste doos gevoelde ik reeds eene verbetering, ik
was dezelfde niet meer, ik voelde een rijker bloed^ in
mijne aderen stroomen. Ik zette deze behandeling
voort zooals U wel denken kunt en ik ben radicaal en
snel genezen. Ik ben thans sterker dan voorheen.
Verzwakte personen volgt dit voorbeeld, neemt de
Pink Pillen, gij zult sterk worden en aan allerlei
ziekten weerstand bieden.
Prijs f 1,75 de doos, f 9,— per 6 dnozen.
Verkrijgbaar bij Snabilié, Steiger 27 Rotter
dam, hoofd-depot houder voor Nederland en Apo
theken. Franco toezending tegen postwissel.
H
S.
W. LOURENS BAKKER, Oosterend.
Vrij naar 't Fransch door A. B.
29. XVI.
Zonder daarop to antwoorden sprong ik, onbe
zonnen genoeg, op den grond. Ongelukkig was
mijn sprong wat ondoordacht en kwam ik in
een weinig bevallige houding op den grond te
liggen. Vijf a zes personen snelden toe om
mij op te helpen, maar voor dat zij bij mij waren
stond ik reeds weer rechtop. Het eenige bewijs
van het ongeval bestond in een paar groene
vlekken op mijn japon, op do plaats van mijn
knieën. De heeren komen ook altijd te laat.
Een kwartier later (twee grooms zorgden
daarvoor) was er een groot wit laken uitge
spreid over het grasperk in de schaduw van
een grooten eik. De zilveren vorken flonker
den in de weinige zonnestralen, die nog door
het gebladerte heendrongen, terwijl de flesschen
met lange halzen in den vijver lagen om af te
koelen. De uitgezochtste spijzen werden opge-
discht en wij allen waren er rondom nederge-
zeten en ieder deed zijn best de tafel eer aan
te doen.
De maaltijd duurde anderhalf uur en de ge
sprekken die gevoérd werden, waren van zeer
geringe beteekenis. Ik was natuurlijk gezeten
naast mijn geleider. Ik had vele nuttelooze
pogingen aangewend om elders een plaats te
krijgen, maar niemand scheen lust te hebben
die weinig benijdenswaardige plaats in te nemen.
Sir Hugues dronk menig fleschje bier en deed
ook de tafel alle eer aan.
Wat Richard betreft, deze bemoeide zich in
't geheel niet met mij. Mijne zuster nam hem
geheel in beslag. Zij waren voortdurend met
elkaar aan 't fluisteren en deden alsot ze niet
bij het gezelschap behoorden. Ik heb nooit
grooter coquetterie gezien dan die van Dolly
haar donkere oogen schitterden onder haar wenk
brauwen, het vergift uit die oogen zou zelfs de
meest flegmatieke man in de war brengen. Te
vergeefs trachtte ik een enkel woord van hun
gesprek op te vangenik meen op te merken,
dat zij plannen maken voor de terugtochtzij
willen zich van het gezelschap afscheiden om
dan eens samen met elkaar in de maneschijn
te zijn. Do jalousie maakt zich van mij meester
mijn woede is grenzeloos en als ik mij niet
beheerscht had, zou ik Dolly mijn bord naar
het hoofd hebben geworpen. Maar men moet
zich inhouden, welk een beproeving 1 Ik ver
frommelde mijn zakdoek tusschen mijn vingers.
Was is er toch, miss Eléonora? vroeg sir
Hugues mij, die niets begrijpt van mijn zwijgen.
Ik gaf hem een norsch ontwijkond antwoord.
Een weinig verkwikkelijke discussie ontspint
zich tusschen ons, waarbij ik niet kon nalaten
mijn toorn op don armen man te ontlasten.
Onze twist trok de aandacht dor anderen.
Richard fronste de wenkbranwen en ik hoorde
mijn zuster mompelen
Een twist tusschen verliefdenop den
torugweg zullen zo wel weer vrede sluiten.
Mijn hemel, wanneer zal daar eens een eind
aan komen
Toen de maaltijd was afgeloopen, ging men
een bezoek brengen aan het kasteel. Weder
een nieuwe beproevingWij doorliepen do
lange zalen waarin de eigenaar een groot ama
teur verzamelaar van schilderstukken, tal van
schilderijen had doen ophangen. Men was ver
plicht die schoon te vinden. De intendant, die
ons al de schoonheden toont, slaat niets over.
Ik verveel mij verschrikkelijk.
XVII.
„Do tijd vliegt als een schaduw voort." En
toch, hoe lang kunnen ons soms de uren vallen
Het helpt ons niet of wij al klagen, dat zij
niet sneller vqrloopen, ze gaan er niets vlugger
om voorbij. De weg tusschen WillonTowers
en Wentwortpark werd er niets korter door en
geen seconde minder zou ik er door met sir
Hugues Lancaster in de dogcart behoeven te
zitten. Do weg scheen mij eindeloos. Einde
loos schonen mij toe de lange dwarswegen door
de maan beschenen en nog vervelender de ge
sprekken van mijn metgezel.
Ik weet niet of het van de champagne kwam,
maar sir Hugues toonds zich uitermate bemin
nelijk voor mij. Ik zat als op doornen, beden
kende, dat de beide grooms achter ons gezeten,
wel om ons zouden lachen.
Wat een schoone maanprecies een rond
kaasje.
Hoorde ik dat goed, De maan, de vriend
der dichters, vergeleken bij een rond kausje!
Wat dichterlijk zei ik ironisch.
Neen, dichterlijk is dat niet, dat weet ik
wel. Ik bemoei mij niet met poësie; maar ik
zou het gaarno doen, als ge een weinig meer
er om van mij wildet houden.
Zouden wij spoedig aankomen vroeg ik,
als had ik de laatste opmerking niet gehoord.
Aankomen wij zijn ternauwernood ver
trokken. Wij hebben nog vier mijlen af te
loggen.
Hemel, wat is die weg lang 1
Waarvoor zoo'n haast? ik voor mij gevoel
mij zoo op miju gemak naast u en de paarden
loopen zoo uitstekend, dat ik wel den geheelen
nacht zoo wilde doorgaan.
Wij kwamen aan een tolhek. De wachter
was reeds naar bed, maar kwam weldra, om
het hek te openen en weer te sluiten achter ons.
Een weinig verder liep de weg op kleinen
afstand van den spoorweg. Die nabijheid is
verre van aangenaam, wanneer men paarden
heeft, die wat schichtig zijn. Gelukkig is ons
tweespan rustig en is er geen trein in het ge
zicht. Diepe stilte heerscht rondom ons gedu
rende deze schoone Juninacht, men hoort slechts
het geraas, dat ons rijtuig over den weg maakt
en het getrappel der paarden.
Eensklaps weerklinkt een scherp gefluit ach
ter ons.
Daar komt de trein, zei Sir Hugues, als
de schimmels zich nu maar goed houden
Ik keer mij om en zie de zwarte massa met
zijn vurige oogen, die op eenigen afstand van
ons uit een tunnel te voorschijn komt. Met
groote snelheid komt zo naar ons toe, blazend
en rommelend als de donder. Plotseling blijven
de paarden staan. Gedurende een paar seconden
blijven ze onbeweeglijk en rillend van vrees.
Daarop, op het oogenbik waarop do trein ons
passeert, keeron zij plotseling om en hollen terug
langs den pas gevolgden weg. Ze zijn niet meer
tegen te houden.
Kalm, Nelly! Beweeg U niet! zegt sir
Hugues. Deze raad is geheel overbodig. Met
al mijn kracht hield ik mij vast aan de zitbank
en kon door schrik mij niet bowegen. De snelle
gang der hollende dieren vermindert niet, boo-
men, huizen, enz. verdwijnen als het weerlicht.
Wij naderen het tolhek, dat wij paB gepasseerd
zijn.
Drommelsriep Lancaster uit, hot hek is
gesloten.
Niet meer wetende hoe do paarden tegen to
houden, plaatst hij dc voeten tegen het spatbord
en trokt mot alle kracht aan do teugels. Ver-
geefsche moeiteDo paarden hollen mot de
kop op de borst zoo mogelijk nog sneller dan
te voren door. Nog eenige o'ogonblikken on wij
zullen verpletterd worden tegen het hok.
Eensklaps laat sir Hugues do linkorloidacl
los en geeft een hovigo ruk aan do rechter. Ik
zie wat er gebeurt, onwillekeurig strek ik du
handon uit en klamp mij aan hem vast. Ik
zou mij vastgeklampt hebben aan wie ook.
Daarop bevind ik mij, met het hoofd omlaag
zonder te weten waardoor, bij een haag.
wordt vervolgd
Gedrukt by LANGUVELD «6 DE IIOOIJ, Texel,