NEOERLANOSCHE
STAATSLOTERIJ
Cen prijs van
Landbouwhantoor „Noord-Holland"
Import van THO MA SP HO SP HAAT, uitsluitend in het echte „STER"merk.
een premie van f 30,000 en een premie van f 3000
Nederlandsche Hypotheekbank
Verbeterd "Waschmiddel
voor wolvee.
D. KEIJSER 8z., Burg-Texel.
Tot verliooging
F euilleton.
EER EN GELUK.
Levering van Hulpmeststoffen onder „Openbare Controle
f 50,000, 25.000, 15,000, 10,000, 5000 2000
LAfyGEVELD en DE ROOIJ.
IPiP* JÏÏaandag begint de trekking der Vijfde klasse.
IJzeren Pankrammen,
Lemkes Tuyn's
Vertegenwoordiger voor Texel: de Heer CORN. M. KOORN
Volgens de Wet van den 23 Juli 1885vastgesteld den 9 Mei 1904.
3 prijzen van f 1500, 55 prijzen van f 1000, 65 prijzen van f 400, 70 prijzen van f 200,
170 prijzen van f 100, 3730 prijzen van f 70,
moeten zeker uitkomen in de 5de klasse der 376ste Staats-Loterij, waarvan de trekking plaats heelt
12, 13, 14, 15, 20, 21, 22, 23, 26, 27, 28 en 29 September, 3, 4, 5, 6 en 7 October 1904.
De prijs van v*» LOT is f 3,50, franco per post met 5 Cent verbooging
Virkrij'gbdar zoolang de voorraad strektbij de Debitanten te Texel
Houders van Klassikale loten worden er aan herinnerd, dat de verwisseling moet
plaats hebben uiterlijk Zaterdag voor de trekking.
TE VEENE^M.
OPGERICHT 1S90.
Geplaatst kapitaal f 2.000.000.
Gestort f 400.800.
Reserve f 222.507.97
Geelt uit 4 Pandbrieven tegen den prijs
van 100%.
Verstrekt geld op eerste hypotheek vanaf4 '/F/o
Inlichtingen verstrekt
P. J. KONING.
Den Burg, Texel.
onfeilbaar middel tegen het afwaaien van dak
pannen, a f 1,65 per 100 stuks, franco.
W. F. STOEL ZOON,
Fabrikant, Alkmaar.
Het zekerst in werking, gemakkelijkst
in bereiding en billijkst van prijs.
Verkrijgbaar in potten van 10, 15,20 schapen
d 7 cent per schaap, met inbegrip van den pot
bij den agent
van de gezelligheid op partijtjes verdient
aanbeveling een prettige VOORDRACHT.
In groote keuze voorhanden.
Boekh. Parkstraat.
Vrij naar het Fransch door A. B.
38.
Zij hijgde een weinig en haar hart ging met
verdubbelde slagen, om even later weder geheel
op te houden met slaan. Die oogenblikken van
stilstand werden langer en duurde voor de oude
vrouw buitengewoon lang. Zij keek nogmaals
haar grootmoeder aan, die luidde zuchtte.
Ach, die donkere blik verscheurde haar het hart.
Hij veroordeelde haarhij riep haar als 't ware
toe: het is uw schuld
Zij bekende het. Zij hoorde reeds het gereutel
in de borst van het kind Do vader van
Marianne was ook zoo geweest toen zijn jonge
vrouw gestorven was hij had ook hen, die
hem omringden op die wijze aangezien ze smee-
kend hem weer te doen herleven en hij was
gestorven.
In een oogenblik was al de moed en energie
van de oude vrouw verdwenen, als door een
stormwind weggevaagd. Zij zag niets meer dan
het kind, dat daar scheen te sterven. Wat be-
teekende nu voor haar naam en rang? Wat
beteekende die in vergelijking met dat kinder
hart dat gebroken werd Het was niets dan
een last, zooals Marianne terecht gezegd had.
Snikkende riep zij eindelijk uit
Leef, mijne lievelingO, leef, leef
De blik van Marianne bleef zijne verschrik
kelijke strakheid behouden en werd langzamer
hand zelfs nog somberder.
Hoorde het kind haar wel Was het reeds
te laat Ach, wat was de oude vrouw hard
vochtig, ja wreed geweestJa, rang, naam
schoone wapens waarmede men een onschuldig
kind kan dooden.
O, mijn lief kind, mijn eenig kind ge zult
alles hebben wat ge maar wilt, ge zult het
hebben. Marianne, ik beloof het u, ik be
zweer het u.
Marianne haalde diep adem. Zij sloot einde
lijk haar groote oogen en ademde opnieuw diep.
Het kloppen van haar hart werd minder luid
en langzamerhand klopte hot weder gewoon en
kreeg het meisje weder haar gewoon uiterlijk.
Eenige minuten later sliep Marianne, uitgo-
put door den vreeselijken schok, in, terwijl de
oude vrouw bij haar op de knieën lag, alles
rondom haar vergetende, behalve dat Marianne
bijna was gestorven en nu weder leefde, zij
weende, doch zeer stil, uit vrees het kind te
wekken.
X.
De lente begon en dit is zoo'n groot toovenaar
dat zelfs in Parijs, verre van land, ze zich deed
gevoelen door de zachtheid van de temperatuur.
Een jonge man echter scheen niets te ge
voelen voor dat vroolijke zonlicht, die frissche, j
bloemenpracht welke men hier en daar zag uit
gestald. Hij liep met gebukt hoofd en de heer
lijke lentedag was in zijn oog nog somberder
dan menig droevige winterdag.
Maxcimiliaan Deloraine was zelfs nog vroo-
lijker toen hij op den bewusten Decemberavond
thuis kwam, dan op dit oogenblik nu de zon
zoo vroolijk scheen. Dat heldere licht diende
nergens voor, dan om den jongen man nog duide
lijker het leed aan te wijzen, dat hij leed.
Een van die speldeprikken, welke hen dikwerf
treffen, die ofschoon arm, veroordeeld zijn om
te gaan als gelijken met de rijken, had hem pas
weder getroffen, zonder dat hij er iets tegen
kon doen.
Hij had zich altijd nog weten te schikken in
zijn lot, ofschoon dit van hem meer zielskracht
vroeg dan een veldslag, maar er zijn van die
oogenblikken waarop zelfs de meest krachtige
versaagt,
Maxcimiliaan ging de trap op van zijn woning.
Deze keer hoorde hij niet de heldere vroolijke
lach van zijn zuster en ontmoette hij evenmin
de reus, idie weldra zijn schoonbroeder zou
worden.
Albert had echter reeds zijn gewoon bezoek
afgelegd, de odeur van het bouquetje violiereD,
het gewone nederig geschenkje, dat hij iederen
dag bracht was daar het bewijs van. Nimmer
werd een bouquet bloemen, hoe kostbaar ook,
zeker met meer zorg behandeld dan die nederige
violieren door Daisy.
Max ging de eetzaal binnen. De zon scheen
nooit lang in deze kamer, zoodat ook nu het
vertrek reeds in het half duister was gehuld.
Martha was bij het raam bezig, zij herstelde
een avondtoiletje van Gisèle. De stof zag er al
verre van frisch uit en Martha kon hoe handig
zij do herstellingen ook mocht kunnen doen,
toch de glans van nieuwigheid niet meer er aan
terug geven.
Zij groette haar broeder met de oogen en een
glimlach, maar vervolgde haar werkdo tijd
drong, de jonge meisjes hadden dien dag on
verwachts eene uitnoodiging ontvangen en men
mocht Gisèle toch dat genoegen niet onthouden.
Martha spreidde de halfversleten stof uit en
schudde het hoofd.
Max had zich op de canapó laten vallen
in eeDe boudiDg meer gemakkelijk dan bevallig.
Hij keek naar zijne zuster en kon niet nalaten
een zucht te slaken bij de gedachte dat haar
jeugdig leven hier zoo maar stil zou heengaan.
Hij liet zijn hoofd op zijn hand rusten en zei niets.
Ik begrijp niet wat vader op 't oogenblik
scheelt, merkte Martha op, terwijl zij zorgvul
dig streek over de japon, om zoo goed
mogelijk een stipje door haar or in aangebracht,
onzichtbaar te maken. Ik hoop maar dat hem
niets verkeerds is overkomen.
Ik ook niet, gal Max ten antwoord zonder
van houding te veranderen.
Hij is naar mama gegaan en is nn reeds een
uur bij haar. Men verwachtte u zoo vroeg
niet thuis.
Ik ben met Markus Delaille meegeloopen
Die kent ge immers wel niet, mijn vriend
Markus
O, ja.
Welnu, het is uitgemaakt, hij gaat naar.
och hoe heet dat vreemde land ook weer. Hij
wordt dominikaan, monnik van Saint-Sever
of zoo iets.
Ja, zoo iets, zei Martha op een toon, die
de opmerkzaamheid van den jongen man trok
Deze vervolgde
Hij heeft vreemde ideën. Hij heeft ook bjj
mij de lust gewekt hem te volgen.
Nu was het de beurt van de zuster, verwon
dord haar broeder aan te zien, doch zij sloeg
bijna onmiddellijk haar oogen weder Deer.
Hij gaat zich daar voegen bij een zekere
vader Ulrich, aan wien hij sterk gehecht schijnt.
Hij had een mooie betrekking en heeft die laten
varen. Toen ik mijne verwondering daarover
uitdrukte, heeft hij mij aangezien met een blik
waaruit zooveel innerlijk geluk sprak, dat ik
geheel in de war geraakte. Hij zei mij„onze
wegen gaan thans scheiden, maar zij moeten
ons naar hetzelfde doel brengen en ik gelooi
uit den grond van mijn hart, dat de mijno de
gemakkelijkste is." In ieder geval Markui
zal zijn tocht nu aanvangen. Hij heeft mij ge
vraagd naar de mijne en om eerlijk te zijn, heb
ik hem ten antwoord moeten geven wat mij
betreft, ik zou volmaakt gelukkig zijn, als ik
rijk was, en voor het oogenblik ben ik vol
komen ongelukkig." Maar ik heb dat niet
gezegd. Mijne gedachten waren te veel verward
Na eenige oogenblikken vroeg hij mij
Hebt ge bij tooval Gilberto gisteravond
nog ontmoet
Ncod, men zou zeggen, dat zo mij vor-
mijdt, gaf ik ten antwoord.
Er heerschto eenigo oogenblikken van stilte;
eindelijk hernam Maxcimiliaan weder:
Het is gemakkelijk voor sommigen, om
maar te beweren dat het geld niets beteekent,
Martha vindt ge ook niet Maar voor ons..
Ja voor hen is hot gemakkolijk.
Zeg eons, Martha zei Max eensklaps, ver-
voolt het je ook niet altijd arm te zijn
Zij rilde, haar oogen begonnen te sohittorea.
O ja, riep zij uit. Als gij rijk waart.
Er is niïts ter wereld waar ik zoozeer naar
verlang, dan naar rijkdom.
Wordt vervolgd
Gedrukt bjj LANGEVELD l)E ROOIJ, Texel.
-Tv' MAlNTIICNDnVr"