<Jjij6laó van èe Texelse/ie (Bourant
Gemeenteraad van Texel
Donderdag 2 Februari 1905.
£a>n<fr&v&ïd da cilooijy.
Door den heer Keesom wordt opgemerkt, dat
de commissie juist de beambten ter secretarie
van werkzaamheden wilde ontlasten omdat
meermalen wordt beweerd, dat zij door werk
zaamheden overstelpt zijn en een adsistent markt
meester de marktmeester ook tijdelijk zou kun
nen vervangen, dat loting gewenseht was om
klachten van bevoorrechting te voorkomen,
regeling dor hokken naar grootte waardoor be
zwaren van hot beperkte terrein kunnen ver
minderen. Voor de grooto sohapenmarkten zou
voor do reinheid ook ruigte of zaagsel in do
hokkon kunnen worden gestrooid en het be
spreken der hokken bepaald kunnen worden
tot Zaterdag 2 uur.
Nadat nog do heer F. Keijser heeft opgemerkt
dat de vreemdelingen algemeen de orde op het
marktterrein alhier roemen en deze toch voor
oen bepaald terrein in de eerste plaats noodig
en de heer Dikkers hoeft opgemerkt, dat
voor vergrooting van het terrein, het afbreken
van de vischmarkt wel gewonsoht was, wordt
op voorstel van den Voorz. besloten het punt
alsnog aan te houden tot een volg. vergadering.
Deze verordeningen werden indertijd vastge
steld tot 1 Mei 1905 en moeten dus voor dien
datum weder zijn vastgesteld. Door HH. Ged.
Staten wordt gewenseht deze voor 1 Maart te
ontvangen, terwijl evengoed later een verorde
ning nog weder kan worden herzien en op nieuw
vastgesteld, daarom worden bovengen, verord.
thans onveranderd vastgesteld.
Voor tot het laatste punt der agenda over te
gaan, doet de Voorz. de gewone rondvraag,
waarop de heerJDikkers het wenschelijke be
toogd van de plaatsing van een handwijzer op
den hoek van den grindweg naar Oudeschild,
Den Hoorn en Den Burg, (bij de oude Schans.)
De Voorz. merkt op, dat dit eigenlijk meer
ligt op den weg van een vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer, dooh aangezien deze ter
ziele is (wij meenden nog altijd dat z(j sliep want
hadden van haar dood niet gehoord) zou zoo'n
handwijzer wel van gemeentewege kunnen wor
den geplaatst.
We waren thans genaderd tot het laatste punt
der agenda:
XIV. Afscheid Burgemeester.
De Voorzitter neemt thans het woord. Spr.
herinnert er aan dat dit de laatste vergadering
is door hem als burgemeester dezer gemeente
bijgewoond; tegen 1 Febr. toch ontving hij zijn
ontslag als burgemeester dezer gemeente om
elders weder een dergelijke betrekking te aan
vaarden.
Verschillende gewaarwordingen kwamen bij
m{j op, toen ik op 3 Jan. jl. mijne benoeming
ontving, waardoor weder een keerpunt komt in
mijn leven. Bijna 7 jaar was ik op Texel werk
zaam, lief en leed heb ik er ondervonden, vele
goede dagen doch ook minder aangename dagen
bracht ik er door en thans nu ik op het punt
sta Texel te verlaten, komen verschillende ge
beurtenissen mij nogmaals voor den geest. Met
eerbied denk ik aan hen, die alhier met mij
hebben samengewerkt en ons door den dood
zjjn ontvallen. In de eerste plaats echter ver
wijlen mijne gedachten bij de belofte, die ik
deed, toen ik hier voor het eerst bij u kwam,
de belofte van onpartijdigheid en strikte recht
vaardigheid, stipte eerlijkheid waarmede ik zou
trachten mij hier van mijn plicht te kwijten.
Ik geef u de verzekering dat ik steeds er naar
gestreefd heb dat devies in eere te houden. Steeds
heb ik getracht de belangen van Texel te be
vorderen. Of een ander misschien niet meer had
kunnen doen, zal ik niet trachten uit te maken,
wel weet ik, dat ik er mij'n beste krachten aan
heb gewijd. Ik heb indertijd een beroep gedaan
op uwe hulp en voorlichting en op de hulp der
gemeenteambtenaren, die werd mij niet onthou
den, al mag ik niet ontveinzen dat ik ook op
deze plaats wel eens minder aangename oogen-
blikken heb beleefd, ook m ag ik niet verzwijgen,
dat er onder de ambtenaren zijn, wier opvatting
van hun taak ik niet kan dulden.
Ik bedank allen voor hun dikwerf werkelijk
kraohtdadige hulp.
Genoegen heeft het mij gedaan te hebben mogen
medewerken tot daarstelling van verschillende
belangrijke werken voor de gemeente, als de
riooleering Burgwal, de verbetering Schilderweg,
de vergrooting Postkantoor, enz. Spijten doet
het mij dat ik eenige werken, als de verharding
van een viertal wegen, vergrooting en verbete
ring van de haven te Oudeschild, die in voor
bereiding zijn, ten minste niet heb mogen zien
aanvangen. Van harte hoop ik dat de hooge
Regeering den steun er voor niet zal onthouden.
Leed heeft het mij gedaan dat enkele voor
stellen van B. en "W., gedaan in het waarachtig
belang der gemeente, niet uwe steun hebben
mogen verwerven.
Spr. eindigt zijn toepraak tot den raad met
den wensch dat het allen en de ingezetenen
van Texel wel moge gaan en geluk en voor-
sp oe d allerdeel moge zjjn.
Daarop dankte spreker nog met enkele
worden de beide wethouders, de Secretaris en
do ambtenaren ter secretarie.
De heer C. P. Keijser hierop het woord
verkrijgende dankt als tolk van den Raad den
burgemeester voor al hetgeen Z.Ed. voor Texel
deed. Uw devies zegt spr. hebt ge eervol
gehouden. Uw vertrek doet ons leed maar wij
moeten het billy ken. Van harte hopen wij,
dat uwe gezondheidstoestand daar beter zal zijn
dan het hier dikwerf was. Het ga U en de
Uwen wel en houdt ons in uw vriendschappelijk
aandenken, zooals zeker ook de gemeente Texel
niet zal vergeten, dat de heer H. W. de Jon-
choere eenmaal haar burgemeester was.
De Voorz. bedankt daarop nog voor deze
waardeerende woorden en zegt niets te hebben
gedaan dan zijn plicht, Spr. eindigt met den
wensch, dat ook Texel niet moge vergeten dat
hij hier is geweest niet alleen als burgemeester
doch ook als mensch als Texels ingezetene.
De vergadering wordt hierop gesloten.
Maandag 30 Jan. 1905, voorm. 10 uur.
Voorz. de lieer De Joncheere burgemeester.
Tegenwoordig de hecren F. Keijser, C. Keijser Pz,
Keesom, Bakker, Mets, Lap, Roeper, Dros en Dikkers
Afwezig met kennisgeving de neer Zijm (wegens on
gesteldheid) 1 vacature.
Secretaris de beer Ruibing.
Ra opening der vergadering worden de notulen der
vorige vergadering voorgelezen en ongewijzigd goed
gekeurd.
Hierop doet de voorz, staande voorlezing van een
ontvangen missive van H. M. de KoninginMoeder,
behelzende boogstderzelver dank voor bet blijk van hulde
H.M. geschonken bij Haar 25-jarig jubilé.
Dit stuk werd bereids reeds in de plaatselijke bladen
opgenomen, doch de voorzitter achtte het gewenseht
het ook nog aan de vertegenwoordigers der gemeente
voor te lezen.
Hierop deelt de voorz. mede dat is ingekomen
een schrijven van den heer G. Kikkert behelzende
de mededeeling dat hij zijn benoeming als regent Al
gemeen Weeshuis aanneemt.
idem van mejuffrouw T. DaalderBakker, benoeming
regentes dier instelling.
idem van den heer C. Slot en C. Blom benoeming
lid Algm. Armbestuur.
idem van mejuffrouw M. de RuijterKooger be
vattende de mededeeling, dat zij wegens gevorderden
leeftijd voor de benoeming tot regentes van het Algm.
Armbestuur bedankt.
De ingekomen stukken worden voor kennisgeving
aangenomen.
Op voorstel van den Voorz. worden B. en W. ge
machtigd aan mejuffrouw M. de RuijterKooger namens
den Raad een adres van dankbetuiging te richten voor
de door haar verleende diensten ten behoeve van het
Algm. Armbestuur.
Door den voorz. wordt daarop medegedeeld, dat door
B. en W. op 7 Dee. jl. kas-verifioatie is gedaan bij den
gemeente-ontvanger en alles in orde was bevonden,
in kas was f 3296,62*.
Boeken en kas der havendirectie waren toen ook
nagezien en ook deze waren in orde bevonden.
Ten slotte deelt de Voorz. nog mede persoonlijk een
bezoek te hebben gebracht aan het bedreigde punt van
den zeedijk aan 'tHorntje. Dat de toestand er wel
hachelijk is doch dat beproefd wordt zoo goed mogelijk
het gevaar te voorkomen, terwijl ook van hoogerhand
wel de noodige aandacht er aan wordt gewijd, boven
dien was ook daaromtrent reeds een schrijven gericht
aan Z. E. den Commissaris der Koningin in deze pro
vincie, terwijl voorloopig althans alleen het poldertje
aan 'tHorntje gevaar liep en niet een groot deel van
Texel, zooals men wel zou opmaken als men de be
richten van hier in andere elders verschijnende bladen
leest.
De heer Mets beveelt aan om bij de hooge regeering
aan te dringen op spoedige voorziening en wijst erop,
dat wanneer het poldertje mocht instroomen, spoedig
ook de P. H. Polder en verder den dijk totaanOude-
schild het zwaar te verantwoorden zal krijgen, waarop de
voorz. antwoordt, dat er van op de lange baan schuiven
geen sprake is en het ongeval een onderwerp is van
aagelijksche besprekingen bij de ingenieur onder
wier ressort het behoort.
De voorz. doet daarna nog voorlezing van eene mis
sive van Z. E. den Commissaris der Koningin, behel
zende de mededeeling dat aan H. W. de Joncheere
eervol ontslag is verleend als burgemeester dezer ge
meente.
II. Wijziging Bouw- en Woningverordening.
Deze verordening was van HH. Ged. Staten terug
ontvangen met eene kleine opmerking, n. 1. dat het
gewenseht is dat bij nieuw te bouwen woningen eene
watervergaarbak van minstens 4 kub. M. wordt ge
plaatst. Bezwaar daartegen bestaat er naar B. en W.
oordeel niet, omdat in bijzondere gevallen B. en W.
toch kunnen toestaan van die bepaling af te wijken.
Met algemeene stemmen wordt daarna de wijziging
goedgekeurd.
III. Wijziging verordening Vergunningsrecht.
Door HH. Ged. Stalen wordt eene kleine redactie
wijziging voorgesteld waardoor zeker wordt, dat voor
alle vergunningen ook voor de bijzondere 50 reduc
tie wordt verleend, als van Zaterdagavond 6 uur tot
Maandagmorgen cr geen sterken drank wordt verkocht.
Wordt goedgekeurd met algm. stemmen.
IV. Benoeming Regentes Algemeen Armbestuur.
Met 8 van do 9 uitgebiachte stemmen werd daarvoor
benoemd Mej. G. DuinkerKikkert. 1 stem was uit
gebracht op Mej. J. de RuijterHelm, No. 2 van de
aanbeveling.
V. Adres Jb. Hillenius Jbz. te Oudcschild.
Door requestant was aan B. en W. o. m, vorzocht om
met een karretje te rijden langs het vootpad naar do
haven, waarop nfwijzend was beschikt; thans werd een
dergelijk verzoek aangeboden aan don Raad.
De Voorz. merkt op, dat dit verzoek niet bij den
Raad thuis behoort doch alleen bij B. enW. Do Raad
stelt de verordeningen vast on B. on W. voeren die
uit. Er had dus kunnen worden volstaan met dit adres
ter zijde te leggen, mot do opgave dat het niet by den
Raad thuis behoort. De Voorz. heeft echter gemeend
te moeten mcdedcelen waarom hot verzoek is gewei
gerd. Wanneer onder don dijk langs het voetpad wordt
gereden kan dit tot schromelijke ongelukkon aanleiding
geven, wel kan door B. on W. worden toegestaan, het
karretje aan do hand te trokken langs het pad om hot
daarna aan do haven in te spannen, mits dit door
Hillenius wordt gevraagd.
VI. Vaststelling schoolgcldkohier, lo kwartaal 1905.
Wordt vastgesteld tut een bedrag van f657,90.
VII. Ontslng-aanvrage II. W. do Joncheero als Ambte
naar van den Burgerlykon Stand.
Wordt eervol verleend.
VIII. Voorstel formatie stembureaux.
In de samenstelling stembureaux wordt maar weinig
verandering gebracht.
Aan den Burg, het hoofdstembureaux is krachtens
zijn ambt de burgemeester voorzitter tot 1 Eebr. 1905,
dus de heer de Joncheere en daarna de persoon welke
de functie van burgemeester der gemeente vervult.
Kans dat de stembureaux hunne diensten zullen
moeten presteeren is er zeker wel, daar, zooals de
voorz. opmerkte dit jaar verkiezing moet plaats hebben voor
een lid der 2de Kamer en van 4 leden van den Ge
meenteraad.
Voorzitter van het stembureau te Cocksdorp wordt
nu de heer D. C. Dros. terwijl de heer Jb. Roeper,
welke die functie vroeger vervulde op diens verzoek er
van werd vrijgesteld en plaatsvervangend lid voor den
Burg wordt. De heer W. L. Bakker wordt voorzitter
van het stembureau te Oosterend.
IX. Idem inzake regeling uitbetaling jaarwedde onder
wijzers bij ziekte.
De Voorz. deelt mede, dat meermalen de noodzake
lijkheid is gebleken zoowel in het belang der onder
wijzers als in dat der gemeente, dat bepalingen daarvoor
worden vastgesteld, waarop men zich zou Kunnen be
roepen. B. en W. stellen mitsdien voor te bepalen dat
bij ziekte van een onderwijzer aan deze gedurende het
eerste halfjaar vol, het 2de halfjaar half traktement zal
worden uitbetaalt en na dien tijd niets meer. Eene
regeling die naar B. en W. meenen alleszins billijk
mag worden geacht, deze bepaling te doen ingaan op
1 April a. s.
Nadat nog door den heer Dikkers gevraagd is of ook
voor de andere ambtenaren dezer gemeente eene der
gelijke bepaling is gemaakt, waarop door den voorz.
ontkennend is geantwoord wordt het voorstel van B.
en W. met algm. stemmen aangenomen.
X. Idem reorganisatie onderwijs Oudeschild en de Waa)
B. en W. stellen voor te Oudeschild geen 3de on
derwijzer of onderwijzeres meer te benoemen, aange
zien het aantal leerlingen dier school dit niet vereischt
volgens de wet en bovendien dat aantal sedert jaren
achteruitgaande is en van 149 in 1892, thans ge
daald tot 106. Verder om voor de Waal eene onder
wijzeres te benoemen aangezien het hoofd der school
daar alleen staat voor 38 leerlingen verdeeld over 6
klassen, waren er slechts 3 leerlingen meer, dan zou
het door de wet geëischt worden.
Als gevolg van dat besluit zal dan te Oudeschild eene
onderwijzeres voor de handwerken moeten worden be
noemd, terwijl billijkheidshalve aan die te de Waal,
welke dan zou moeten worden ontslagen, een wacht
geld zou moeten worden toegestaan van b. v. f 75 per
jaar en gedurende hoogstens 2 jaar.
Na eenige discussie waarnit bleek, dat een gediplo
meerde bij B. en W. wel de voorkeur had, doch dat
er ook veel voor was iemand van dezelfde plaats te
benoemen al was die niet geexamineerd als ze er voor
geschikt was, werd het voorstel van B. en W.metalg.
stemmen aangenomen.
XI. Praeadvies op het rapport betreffende de markt
regeling.
De Voorz. deelt mede dat B. en W het rapport
ernstig hebben nagezien en zeer nieuwsgierig waren
naar het nieuwe, dat er wel in zou worden verteld. Na
inzage er van is het echter gebleken, dat de tegen
woordige marktregeling toch nog zoo slecht niet is.
Het door de commissie voorop gestelde „alles door
den marktmeester" kan bij de tegenwoordige omstan
digheden niet.
.Bespreken van hokken alleen bij den marktmeester
zou bezwaarlijk gaan, aangezien tegenwoordig de meeste
hokken worden besproken reeds Maandags en dan ter
secretarie, terwijl dan de marktmeester op marktdag te
overstelpt zou zijn met werkzaamheden.
Quitantiestelsel vindt B. en W. geen bezwaar, alles
zou dan bij vooruitbetaling kunnen geschieden en de
gelden dadelijk na afloop der markt bij den gemeente
ontvanger moeten worden gestort. Een soort kiosk op
het marktplein was dan wel gewenseht. Met de inning
wenschte B. en W. dan echter te belasten een ambte
naar ter Secretarie als controleur der markt tegen bil
lijke vergdeding. Adsistent marktmeester was dan
overbodig. Aanwyzing der hokken bij loting wel
wenschelijk doch wegens beperkte ruimte van het markt
terrein onuitvoerbaar, vooral omdat men niet overal
met de lange wagens kan komen.
Schrobben marktterein, niet altijd gewenseht en niets
belet den marktmeester het te laten doen.
Plaatsen hokken op Zaterdag niet mogelijk en niet
gewenseht met het oog op de openstelling tot bespreking
van hokken tot Zondag 2 uur, de grooto kosten voor
de bewaking, de plaatsing van de rijtuigen der kerk
gangers het vreemdelingenverkeer.
XII. Vaststelling verordeningen heffing en invordering
Begrafenisrechten.
XIII. Idem verordeningen heffing en invordering
Marktgelden.