oB ij6lad van óe <Jexelsc/ïe Qour ant
Gemeenteraad van Texel.
YAN ZONDAG 8 OCTOBEE 1905.
AMERIKAANSCH.
FEUILLETON.
VII Voorstel inzake herhalings-onderwijs in vak
k te de Waal.
VIII Benoeming onderwijzeres in vak k bij het
herhalings-onderwijs te de Waal.
IX Verzoek onderwijzers om verhooging van
jaarwedde.
X Ontslag-aanvrage J. K, G, Muller als hoofd
der school te Oudeschild
XI Voorstel betrekkelijk de voorziening in de
vacature aan de lag er e,. school te Oudeschild,
wegens vertrek van den onderwijzer P. Lub.
XII V er zoek C, Schaap, hoofd der school te den
Hoorn om overplaatsing als zoodanig naar
Oudeschild
XIII Verzoeken om afschrijving Hoofd. Omslag
21
Zij werd bleek bij de gedachte dat het ant
woord van het jonge meisje wel eens bevesti
gend zou kunnen zijn.
Marcellus mij beminnen O, neen zei
Sarah. Als hij van mij had gehouden had hij
immers niet een ander gevraagd om te trouwen.
Ja, maar sedert het afspringen van zijn
huwelijk, hebben zijn ideën toch kunnen ver
anderen, hij had toen hij terugzag, op U ver
liefd kunnen worden.
Het is al drie jaren geleden, dat wij el
kaar gezien hebben en ik ben er zeker van,
dat ik hem even onverschillig ben als hij mij,
daar ben ik zeker van.
Helena voelde haar hart sneller kloppen bij
deze mededeeling en haar sympathie voor het
jonge meisje sleeg er niet weinig door.
O, verlies de hoop dan maar niet, zei zij.
Helaas, zei Sarah, is mijne moeder niet
iemand, die gemakkelijk van besluit verandert,
en ook al zou ik niet met mijn neef huwen,
ook dan nog zou mij dit niets nader brengen
tot een huwelijk met mijn armen Dan, die geen
geld heeft en maar weinig klanten
Wie weet, sprak Helena.
De beide meisjes scheidden bijna als vriend
innen, het was van den kant van Sarah geen
verraad tegenover hare moeder, maar ze was
gewonnen door de lieftaligheid van Helena en
deze had zonder haar eigen geheim te openba
ren, de plannen van de weduwe verkend en
wist, dat ze op de onzijdigheid harer dochter
kon rekenen.
Op die wijze gingen de zaakjes yan mevrouw
Gonaud echter niet sterk vooruit. Zij begreep
al zeer gauw, dat ze niet veel hulp van Sarah
had te wachten. Ze besloot daarom alleen op
eigen krachten te steunen en laster en verdacht
making als hulp aan te wendennu met beide
was ze uitstekend op de hoogte.
Sedert haar terugkeer uit Engeland bespied
de zij Helena en Marcellus op al hun wegen,
op hoop iets te kunnen vinden dat ze voor haar
doel kon gebruiken.
Als bloedverwant had de dokter niet kunnen
nalaten ook haar uit te noodigen bij hem den
avond door te brengen, wanneer hij Helena en
mevrouw Weber daarvoor uitnoodigde en de
weduwe had daardoor gelegenheid hen ook daar
te bespieden. En spoedig was het haar duidelijk,
dat als Helena den jongen schilder beminde,
Marcellus zeker ook niet ver er van af was
Helena lief te hebben. Het werd dus tijd om
te handelen. Onverwachts legde zij op zekeren
avond reeds vroegtijdig geheel alleen een bezoek
af bij den dokter en Marcellus.
Als familielid en onder den schijn van vroom
heid en zoogenaamd uit vrees voor haar dochter
vroeg zij den dokter of deze ook inlichtingen
kon geven over haar huurders, of hij ook wist
wie zij waren en vanwaar zij kwamen,
Och antwoordde de dokter, wat mij aangaat
ik maak mij in 't geheel niet ongerust er over.
Dat kan ik mij zeer goed begrijpen, zei
de weduwe op haar gewone teemenden toon,
en als mijne dochter nog te Londen was zou
ik misschien even onverschillig op dat punt
zijn als gij, maar nu ik zie dat mijn dochter meer
omgaat met die onbekende die zoo buitengewoon
vrij is in haar handelingen, die maar gaat en
komt en geheole dagen met Marcellus het ge
bergte in gaat, maak ik mij wel ongerust.
Welnuwelk kwaad steekt daar in zei
de schilder, die evengoed al zeer weinig op had
met mevrouw Gonaud, het is onmogelijk land
schapstudies te maken binnenskamers en ik
ik verzeker U, dat ge U onnoodig verontrust,
en dat mejuffrouw Spenlow minstens even goed
is als Sarah!
(Wordt vervolgd.)
Gedrukt bjj LANGEVELD DE ROOfJ, Texel.
Woensdag 4 Oct. 1905, voorm. half elf,
Voorzitter de heer Hiddingh, Burgemeester.
Tegenwoordig de heeren Dikkers, Keijser, Keesom.
Koning, Mets, Lap, Langeveld, Zijm en Dros, afwezig
de heer Bakker. Ken vacature.
Een aanvang wordt gemaakt met het onderzoek der
geloofsbrieven van den heer Over, bij enkele candidaat-
stelling tot lid van den gemeenteraad gekozen. Als
commissie van onderzoek er van worden aangewezen de
heeren Lap, Dros en Koning. Voor het onderzoek
wordt de vergadering even geschorscht. Na heropening
deelt de heer Dros mede, dat alles in orde bevonden
is en de commissie adviseert de heer Over toe te laten.
Overeenkomstig dit advies wordt besloten.
Hierna worden de notulen der vorige vergadering
gelezen en onveranderd goedgekeurd.
Naar aanleiding dier notulen wordt door den heer
Keesom opgemerkt, dat de regeling bij de lossing en
lading aan de haven nog niet in orde is. Spr. wijst
daarbij op een ongeval nog voor enkele dagen plaats
gehad, waarbij een rijtuig met passagiers een ongeval
kreeg, doordat petroleumvaten tegen den dijk waren
opgeslagen.
De heer Mets zegt, dat een verbetering zou kunnen
worden aangebracht, indien een vaste plaats voor der
gelijke goederen werd aangewezen.
De voorz. belooft een onderzoek in loco te zullen
instellen.
Hierop deelt de Voorz. mede, dat op 19 Sept. j.l.
kasveriCcatie heeft plaats gehad bij den gemeente-ont
vanger en alles was in orae bevonden. De ontvangsten
hadden bedragen f 92482,55
de uitgaven 90988,025
In kas was 1495,52'
Eveneens waren toen nagezien en in orde bevonden
boeken en kas der havendirectie. De ontvangsten
bedroegen hierbij f 6031,18
de uitgaven 4629,99
Saldo in kas 1401,19
Voorlezing wordt gedaan van een afschrift van het
adres aan Z.E. den Minister van Waterstaat gezonden
om vergrooting der haven bij Oudeschild en deze zoo
mogelijk te maken tot rijkshaven.
Deze mededeelingen worden voor kennisgeving aan
genomen.
II Aanbieding gemeente-begrooting 1906.
Deze begrooting, hebbende tot eindcijfer van ont
vangsten en uitgaven f 60986,03', wordt gesteld in han
den van eene commissie van onderzoek, bestaande uit
de beeren Mets, Zijm en Lap, en zal verder bij de
leden circuleeren.
III Aanbieding begrooting armbestuur 1906.
Wordt gesteld in handen van eene commissie van
onderzoek, bestaande uit de heeren Bakker, Keesom
en Koning. Ook deze begrooting zal bij de leden cir
culeeren.
1 V Beroep G. Geus Hzn.de de Waal, inzake af
wijzende beschikking op verzoek tot verbouw
zijner woning in de Weverstraat te den Burg.
De voorz. wijst er op, dat adressant zelf reeds opgeeft
niet aan art. 22 der wet te kunnen voldoen en de raad
geen recht heeft adressant vergunning te geven tot
wetsovertreding.
De heer Keesom noemt het eene herstelling.
De voorz. antwoordt hierop, dat de wet bepaald voor
schrijft wat eene herstelling en wat gedeeltelijke ver
nieuwing is, en in dit geval is art. 22 beslist van toe
passing. De heer Dikkers zegt, dat de wet eenige ge
vallen aangeeft, waarin de raad kan beslissen, maar dat
men zich aan de wet heeft te houden.
De heer Keesom meent dat de wetgever ook wel
eens een te kort inzicht kan hebben gehad.
De Secretaris merkt op, dat de wet bepaald voor
schrijft een kamer van minstens 16 M3 oppervlakte.
De heer Langeveld vindt het vreemd, dat als de wet
het verbiedt, dat er dan nog beroep op den Raad is
toegestaan. Ook de heer Keijser is van dat gevoelen.
Do heer Keesom zou het punt wenschen aan te hou
den tot een volgende vergadering, teneinde nader on
derzoek in te stellen.
De voorz. vindt dat absoluut onnoodig.
De heer Dikkers is tegen uitstel en vraagt den voorz.
het advies van B W in stemming te brengen.
Het advies van B W om afwijzend op het verzoek
te beschikken, wordt hierop in stemming gebracht en
aangenomen met 6 tegen 3 stemmen, die van de heeren
Keesom, Lap en Dros
V Benoeming onbezoldigd Ambtenaar van den
Burg. Stand.
Aanbevolen werden de heeren Dikkers en Keijser.
Op een vraag van den heer Keijser of er een aan
beveling voor uoodig is, antwoordt de secretaris, dat de
wet zulks voorschrijft.
Met 5 tegen 4 stemmen, uitgebracht op den heer
Keijser, wordt hierop benoemd de heer Dikkers, die
na kort beraad en nadat hem eenige inlichtingen zijn
verstrekt, de benoeming aanneemt.
VI Voorstel wijziging besluitregelende verdeeling
werkzaamheden A. v. d. B. S. onderling.
Besloten wordt in de desbetrclïende verordening
overal waar de naam van den heer C. Keijser Pz. voor
komt, te lozen do heer G. J. O. D. Dikkers.
Bij gebreke aan een geëxamineerde in dat vak werd
bedoeld onderwijs indortijd opgedragon aan een onge-
examineerdc, mej. Eelman, welk onderwijs steeds de
goedkeuring heeft kunnen wegdragen. Slechts wanneer
een geëxamineerde er voor is aangewezen wordt door
het Rijk vergoeding a 30 ct. por lesuur gegeven.
Thans bestaat er gelegenheid zoo'n persoon te krijgen,
weshalve wordt voorgesteld mej. Eelman eervol ontslag
te verlccnen. Hiertoe wordt besloten.
Met algemeone stemmen wordt daarvoor benoemd
mej. Verwoei, do eenige sollicitante.
Bedoeld verzoek was onderteekend door de besturen
van de afd. //Texel'/ van het Ned. Onderwijzersgenoot
schap en van den Bond van Onderwijzers. O.m. werd
in dat request gewezen op de minder gunstige condi
tie, waarin men was gekomen door de jongste wetswij-
zingen. Verzocht werd f 50.— verhooging.
De voorz. zegt, dat bedoeld verzoek bet onderwerp
was van langdurige besprekingen. De indruk die B&
W hadden gekregen was, dat bedoeld verzoek in hoofd
zaak was gedaan om daaruit de pensioenbijdrage voor
het weduwen- en weezenfonds te betalen. Door echter
zulk een verzoek toe te staan, zou men niet alleen de
gemeente dadelijk op die hoogere kosten brengen, doch
waagde men zich op zeer glad ijs, daar dan zeker de
andere gemeente-ambtenaren eveneens recht zouden
hebben op betaling van de premie voor hun pensioen,
zoodat men zou moeten overgaan tot pensionneering
van alle ambtenaren. De toestand van de gemeente-
financien laat zulks niet toe. B W meenen verder
dat de salarisregeling werkelijk thans goed is en advi-
seeren dus tot niet-inwilliging van het verzoek te be
sluiten.
De heer Mets zou er wel voor zijn indien de finan-
cieele draagkracht der gemeente dit toelaat, aan hen,
die werkelijk aan dat fonds deelnemen een toelage te
verstrekken.
De heer Keijser herinnert er aan, dat 4 jaar geleden
zelfs nog een bedankje inkwam van de onderwijzers
voor de uitstekende regeling. Als we er toe overgaan,
zegt spr., zullen wij ook de andere gemeente-ambten,
eene verhooging voor zulk een doel moeten toestaan
en de Hoofd. Omslag moeten verhoogen.
De heer Langeveld is het met den vorigen spreker
eens dat dan ook de andere ambtenaren verhooging
zouden moeten hebben en het dus een gevaarlijke stap
zou zijn.
De heer Mets acht het geval bij de onderwijzers een
bijzonder geval en vraagt of het rijk er geen verhoogde
subsidie voor zou willen geven.
De voorz. antwoordt dat dit niet mogelijk is en daar
zeker geen gegronde motieven voor zouden zijn op te
geven. Nadat nog de heer Dros heeft gevraagd of de
nieuwe wet niet financieel voordeeliger is voor de ge
meente, en de heer Keijser heeft verklaard dat ze geen
voor- doch ook geen nadeel gaf in vergelijking met de
oude wet en nadat door den heer Dikkers nog was
medegedeeld dat het toestaan van het verzoek de ge
meente ongeveer f 1250 's jaars zou kosten, waarvan
niet door het rijk wordt gerestitueerd, wordt met op
een na algemeene stemmen afwijzend op het verzoek
beschikt. De heer Mets onthield zich van stemming.
Ruim 40 jaar was de heer M. in deze gemeente
werkzaam, van 1 Sept. 1864 tot 1 Juli 1861 te Koog
en vanaf dien datum tot heden te Oudeschild.
Besloten wordt het ontslag op de meest eervolle wijze
te verleencn, onder dank voor het vele voor Texel's
jeugd gedaan. Het ontslag te doen ingaan op 1 Jan. 1906.
Besloten wordt eene onderwijzeres aan te stellen
met acte handwerken, daardoor zal f 50 kunnen worden
bespaard, terwijl bij aanvrage van een onderwijzer met
landbouwacte zeker het salaris zou moeten worden
verhoogd.
Bij den betrokken schoolopziener evenmin als bij B.
en W. is tegen de inwilliging er van, geen bezwaar.
Men heeft niets dan lof over de vervulling van zijn taak
door den heer Schaap. Voorgesteld wordt dan ook het
verzoek toe te staan en te doen ingaan zoodra in de
vacature te den Hoorn zal zijn voorzien.
De heer Langeveld niets willende afdingen op de
capaciteiten van den heer Schaap, vraagt of er geen
mogelijkheid zou zijn voor de school te Oudeschild
een hoofdonderwijzer te krijgen, bevoegd tot het geven
van zeevaartkundig onderwijs, Spr. herinnert er aan
hoe vroeger met vrucht zulk onderwijs aldaar werd
verstrekt door den beer Zwaai en hoe thans Vlieland
en Terschelling voor dat onderwijs door menigeen
wordt verkozen boven b. v. Rotterdam.
De heer Keijser meent dat dit moeielijk zal gaan.
De heer Mets zegt wel eenigzins op de hoogte te
zijn met de regeling te Terschelling, doch dat de toe
standen tegenwoordig veel anders zijn dan vroeger,
het stoomvermogen staat tegenwoordig op den voorgrond.
De heer Dikkers acht het niet mogelijk dit onderwijs
te doen geven door een hoofd der school, doch dat
dan een geheel afzonderlijke inrichting zou moeten
worden opgericht. Vlieland en Terschelling worden
door het rijk gesteund.
De heer Dros vindt het beschamend voor Texel dat
ze op het kleine Vlieland en Terschelling wel zulke
scholen kunnen hebben en op Texel niet.
De heer Mets maakt do opmerking dat als er een
hoofd der school moet worden opgeroepen in plaats
van den heer Schaap of een der anderen, als er nog
meerderen om overplaatsing mochten vragen, dat dan
wel het bezit der landbouwacte gevraagd Kan worden.
De heer Dros zou dan het traktement voor die akte
willen verhoogen.
Nadat de voorzitter heeft beloofd het besprokene in
overweging te nemen, wordt het verzoek van den heer
Schaap met algemeene stemmen toegestaan.
Verzoeken daartoe waren ingekomen van W. C.
Harinck om afschrijving van deel van zijn aanslag
tot een bedrag van 93 ct. en T. D. Lap van 3/u deel
zijnde f 7,30. Beide verzoeken werden toogestaan.
Bij de rondvraag brengt do heer Mets een woord
van dank aan B. en W. voor de keurige wijze waarop
het adres om vergrooting haven is samengesteld. Nie
mand meer het woord verlangende sluit de Voorz. de
vorgadering.
Vrij naar 't Fransch door A. B.