Des avonds vereenigden zich verscheidene
onderwijzers en onderwijzeressen en vele
vrienden bij den heer de Jongh, die hem
kostbare cadeaus aanboden. Een fraaie spie
gel werd met een hartelijk toespraak van den
heer de Braai, namens de collega's geschonken
terwijl de vrienden hem bij monde van den
heer J. Daalder een keurig theeservies ver
eerden. Dat de heer de Jongh, die zoo uit
nemend de gave van het woord heeft, hier
voor hartelijk dank zeide, spreekt wel van
zelf. Langen tijd bleef men bijeen en menig
hartelijk woord volgde.
Hoe groot het aantal geschenken, brieven
en verdere schriftelijke bewijzen van belang
stelling wel was, dat de jubilaris ontving,
laat zich niet gemakkelijk raden, 15 Septem
ber 1906 is voor den heer J. de Jongh en
zijne familie tot een onvergetelijken dag
gemaakt.
Maandag werden ter markt aangevoerd
1 Ponney f 100; 20 Koeien f 115 af 183
1 N. Kalf f 12 225 Schapen f 23 a f 25
111 Lammeren f 14 a f 1713 Rammen
f 21 a f42 9 Biggen f12 a f14 3 Korven
Kippen t 1 a f 1.15. Handel stug,
Van 12 tot en met 18 Sept. zijn van
hier verzonden 494 schapen, 194 lammeren,
14 koeien, 4 kalveren, 2 paarden en 17
varkens.
In de laatste vergadering der afd „Texel"
van den Bond van Nederl. onderwijzers werd
in de eerste plaats een uitvoerige discussie
gevoerd over de houding, door de afd. aan
te nemen bij de actie voor de verbetering
der salarisregeling in deze Gemeente, door de
afd. „Texel" van het Nederl. Onderw. Ge
nootschap op 't touw gezet.
Daarna werd besloten een adres te richten
tot den Raad dezer Gemeente, waarin ver
zocht zal worden, dat ook onderwijzers aan
gesteld zullen worden voor het geven van
herhalingsonderwijs, een voorstel tot het
benoemen eener Perscommissie, wiens taak
het is, door middel der plaatselijke pers
verschillende wanbegrippen op 't gebied van
't onderwijs en aanvallen op onderwijs en
onderwijzers te bestrijden, werd tot de vol
gende vergadering aangehouden. Op kosten
der afdeeling zal nog aan alle Raadsleden
en onderwijzers dezer Gemeente gezonden
worden een nummer van „De Volksschool,"
orgaan van de afd. Amsterdrm van den
„B. v. N. O."
Oadeschild. Het Huwelijksleest van onze
dorpsgenoote Mej. Anna Roeper, met den Edel
achtbare Heer L. E. M. Klaar burgemeester
van Maasdam is in laatstgenoemde gemeente
met groote geestdrift en luister gevierd. Men
meldt ons
Maasdam. 7 September. Overweldigend was
de indruk die op den morgen van den 6en
September de aankomst van het echtpaar Klaar
Roeper in onze gemeente maakte.
Stelde de stoomtram het geduld van de ver
langend wachtende schare al wat op de proef
haar aankomst werd er wellicht te luider om
begroet.
Daar stegen ze van de trappen de jonge
vrouw, wie men het kon aanzien dat ze zoo inge-
lukkig was met de ontvangst haar bereid de
jonge burgemeester, diepbewogen door de spon
tane uiting van liefde, waaraan alles om hem
deelnam.
Nadat het echtpaar was voorgesteld aan de
feestcommissie, nadat ook de Heer en Mevrouw
Van der Duijn van Maasdam waren verwelkomd,
ging het naar de gereedstaande rijtuigen.
Daar worden door de jongejuffrouw A. van
der Linden die, in den optocht „Gelooi" voor
stelde, bloemen aangeboden met de woorden
„Mevrouw mag ik U deze bloemen aanbieden
als een hulde van de Maasdamsche vrouwen."
Toen strooide de damesgroep „Flora" bloemen
voor de voeten van het gelukkige paar.
Nauwelijks waren zij gezeten in de gereed
staande landauer of daar klonk het afwisselend
krachtig en teer uit zestig vrouwenmonden
Hou zee, hou zee, hou juichend zee,
Dit jubelt allerwegen
U, jeugdig echtpaar, tegen
Als welkomstgroet en liefdebeê.
Hou zee, hou zee.
Hou zee, hou zee, hou moedig zee,
Op God zij u vertrouwen
Als 't scheepje zee gaat bouwen
Dan landt gij vast aan veil'ge ree.
Hou zee, hou zee.
Hou zee, hou zee, hou juichend zee,
De liefde zal U beiden
Langs veil'ge banen leiden,
Het loope tegen, 't loope mee,
Hou zee, hou zee.
Diepen indruk maakten deze woorden van den
heer P. M. de Pee, op het paar, een indruk
die heerlijk werd behouden onder de gloedvolle
woorden van den feest-president de heer P. A.
van Gent, die hun in keurig gekozen woorden
toesprak, en zijn machtig telkens terugkeerond
„Blijft getrouw", bracht een stemming teweeg,
die alleen met tranen gevulde oogen kunnen
beschrijven.
Radat ook de familieleden en de Heer en
Mevrouw Van der Duijn waren toegesproken,
zette do stoet zich iu beweging.
Onder toejuiching van de schare ging het dorp
door, tot aan de binnenmaas halt werd gehouden.
Do aankomst hier van Koning Willem I was
een prachtig intermezzo. Jammer dat de zon
het gelaat verborg en een nijdige regenbui de
toeschouwers er aan herinnerde dat de regen
schermen niet voor niets uitgevonden waren.
Toch, was die donkere hemel juiet op dat
oogenblik niet een beteekenisvol beeld van de
jaren voor 1813 en was het meteen niet een
waarschuwing om den zonneschijn met te meer
dankbaarheid te genieten
Goddank, die donkere hemel was ook nu
weer niet het bewijs dat de zon er niet meer
was want aan 't eind van den tocht stak ze
weer het vriendelijk gelaat door de wolken en
den geheelen dag „bleef ze ons getrouw."
Heerlijk werd er feest gevierd. Geen wan
klank verbrak de iheerlijke harmonie: Maas
dammers kunnen feestvieren.
De volksspelen liepen prettig van stapel.
Het muziekcorps van den heer Dresselaars
weerde zich kranig en toen het 's avonds
tusschen 811 zijn programma afwerkte waren
er veel muziekliefhebbers die kostelijk genoten.
Gedurende het feest vergaderde de feestcom
missie met Burgemeester en echtgenoote, de
familieleden en den Heer en Mevrouw Van der
Duijn van Maasdam.
Hier nam de heer P. M. de Pee namens den
Heer van der Duijn van Maasdam en Mevrouw het
woord om aan de feestcommissie hun warmen dank
te betuigen voor de heerlijke ontvangst hun
bereid. Beide hooge gasten waren vol bewon
dering voor het prachtig georganiseerde feest
en toen de heer De Pee mededeelde dat de Heer
Van der Duijn de armen van Maasdam eene
feestgave had toegedacht, steeg een luid ge
jubel op.
Uw berichtgever moet zijn verslag thans af
breken, daar het feest nog in vollen gang is en
de tijd voor varslagen maken maar ternauwer
nood er af kan.
Maar de hoofdzaak is gemeld, en dit is zeker:
De 6e September 1906 blijft een onvergetelijke
dag in de eerste plaats voor hen wien het feest
was bereid, maar daarnaast ook voor alle
inwoners van Maasdam.
Oudeschild, 18 Sept. „De Zeven Provin
ciën" was Zaterdagavond flink gevuld met
belangstellenden, bij het houden der jaar-
lijksche algemeene vergadering van het begra
fenisfonds „Dorpskring Steunt Elkaar." Bij
de opening werd gewezen op de goede uit
komsten op financieel gebied over 't afgeloopen
vereenigingsjaar verkregen. Hulde werd ge
bracht aan de verdienstelijke bestuursleden
en in 't bijzonder aan de mede oprichters,
de Heeren J. K. G. Möller, H. Dogger en
J. L. Schagen. Op voorstel van 't bestuur
werden de drie genoemden bij acclamatie
benoemd tot eereleden.
De secretaris, de heer Kroon, las daarna
de notulen der laatste algem. verg. welke
onveranderd en met dankzegging werden goed
gekeurd. De heer P. van der Wiele, penning
meester, bracht vervolgens een zaakrijk en
goed uitgewerkt verslag uit over zijn gehouden
beheer. Daaruit bleek, dat'in 't afgeloopen
vereenigingsjaar een voordeelig saldo was
verkregen van f 508.26. De totale bezitting
van de vereeniging bedroeg nu f 5117-78,
welk geld goed rentegevend was belegd.
De financieele commissie, welke alles van
den penningmeester had nagezien, stelde bij
monde van 't lid S. Schellinger voor de reke
ning en verantw. goed te keuren, 't bestuur
dankende voor het richtig beheer der zaken.
Aldus geschiedde en aan den Penningmeester
werd een welverdiend bedankje gegeven.
Als leden dor fin. comm. voor 1907 werden
aangewezen, de leden L. C. Mets, F. Blom
en W. Dijker.
Uit de mededeelingen van 't bestuur bleek
't aantal leden thans tot 857 te zijn gestegen.
Op voorstel van 't bestuur werd besloten
ook in 't nieuwe vereenigingsjaar weer 8
maanden vrijstelling van contributie te ver-
leenen, alsmede een beknopt verslag over 't
afgeloopen boekjaar te laten drukken.
Bij de rondvraag voeren de leden A. Boon,
J. Schellinger, W. Dijker, T. Dogger, S.
Schellinger en nog anderen vooral het woord
tot het doen van enkele voorstellen en vragen.
Besloten wordt om in 't voorjaar van 1907
andermaal te vergaderen, ten einde de be
sproken zaken af te doen. De heer H. Dogger,
als commissaris aftredende, is niet terstond
herkiesbaar. Er wordt in 't licht gesteld
wat Dogger al voor 't fonds heeft gedaan,
ook als bode, en hem derhalve veel waar
deering toegebracht. In zijne plaats werd
gekozen de heer J. L. Schagen. Met dank
zegging voor de trouwe opkomst en de beza
digde wjjze waarop van gedachten was
gewisseld, werd de vergadering gesloten.
In de daarop gevolgde bestuursvergadering
werd herkozen als seeretaris, de heer M.
Kroon, Jbz.
Oosterend, 17 Sept. Is de Doopsgezinde
Kerk te Oosterend tot heden de eenige der
vier kerken, waar bij den zang orgeltonen
gehoord worden, niet lang zal dit zeker meer
het geval zijn. Weldra toch hoopt men ook
in de Neü. Berv. Kerk een orgel te hebben.
- Men heeft hier een geheel witten leeu
werik, een zoogenaamde albino bemachtigd.
De Cocksdorp, 17 Sept. Bij het op 15 dezer
door de S.S. te Utrecht gehouden examen voor
surnumerair slaagde o.m. de heer J. Reuvers
Mz. van hier.
Vlieland. Het badseizoen is afgeloopen,
de sluiting van het Paviljoen had na het
vertrek der laatste badgasten onopgemerkt
plaats, 't Was een slecht seizoen geweest,
buitengewoon stil. De treurige verbinding
met den vasten wal had hiervan in de eerste
plaats de schuldde verhalen die van som
mige tochten naar Vlieland de ronde deden
schrikten af wie plan had gemaakt te komen.
Hopen we een volgend jaar op betere toe
standen wij eischen werkelijk geen onrede
lijke dingen, als we steeds weer vragen om
fatsoenlijke reisgelegenheid. In het bestuur
der Vennootschap Zeebad Vlieland zijn
vacatures ontstaan door het ontslag nemen
der heeren D. Visser, directeur en K. Raap,
commissaris. Tot tijdelijk directeur werd
door commissarissen benoemd de heer J.
Molenaar, commissaris.
Opening der Staten-Generaal.
In vereenigde zitting van de beide Kamers
werd Dinsdag de gewone zitting van de Staten-
Generaal geopend door H. M. de Koningin,
vergezeld van Z. K. H. den Prius der Neder
landen, welke met het gewone ceremonieel
door eene commissie in de vergaderzaal wer
den binnengeleid.
Uit de Troonrede, door H. M. uitgesproken,
stippen wij het volgende aan
's Lands toestand is in menig opzicht be
vredigend. Alleen ten opzichte van Indië
wordt erkend, dat de toestand in de stroken
van Zuid-Celebes nog te wenschen overlaat en
wordt met enkele woorden melding gemaakt
van de tegenwoordige expeditie op Bali.
Mededeeling wordt gedaan dat de ten vorige
jare op het gebied van rechtswege aange
kondigde wetsvoorstellen in bewerking zijn.
Tot wijziging in de woningwet zullen voor
stellen worden gedaan In voorbereiding is
een wettelijke regeling ten aanzien der banken
van leening.
Voor de stijgende behoeften zal voorziening
worden gezocht in een inkomstenbelasting,
in plaats van de bestaande vermogens- en
bedrijfsbelasting in verhooging van hetzegel-
recht op effecten en in het treffen van de
inbreng in naamlooze vennootschappen.
Verder wordt een ontwerp tot wijziging van
de wet op het recht van successie en van
overgang bij overlijden, tot heffing van een
debietrecht op tabak en tot een technische
herziening van het tariefrecht in uitzicht
gesteld. Van den accijns op het gedistilleerd
zal verhooging, van die op suiker zal verlaging
worden voorgesteld.
Wijzigingen in de Militiewet, in de land-
weerwet, en in die op het recht van ver
eeniging en vergadering, zullen worden
voorgesteld.
Verder wordt medegedeeld dat de afwerking
van de stelling Amsterdam zal worden
bespoedigd- de spoedige drooglegging der
Zuiderzee wordt, zjj het ook maar ten deele,
ernstig overwogen;— sociale wetten (betref
fende ouderdomsverzekering, arbeidsduur,
nachtarbeid, enz.) worden voorbereid;— een
voorstel om Ned. Indie financieel meer zelf
standig te maken zal worden ingediend.
„Uw hoogst gewichtige arbeid zij, onder
Gods zegen, bevordelijk aan de belangen des
volks." Na deze woorden verklaarde H. M.
de gewone zitting van de Staten Generaal
geopend, waarna H. M. en gevolg door de
commissie weder werden uitgeleid.
Een verzoek tot afschaffing van de loting.
Door de heeren mr. E. J. Korthals Altes
van Amsterdam, en A. E. Dudok van Heel,
koopman te Huizen, is een adres aan H. M.
de Koningin gericht, waarin zij verzoeken,
de noodige stappen bij de regeering te doen
het indienen van een voorstel bij de Staten
Generaal die tot afschaffing van de loting
voor de militie mogen leiden.
Als redenen geven adressanten op, dat,
ofschoon in artikel 180 der grondwet vermeld
staat, dat alle, daartoe in staat zijnde Neder
landers de verplichting is opgelegd, om tot
de handhaving der onafhankolijkheid van het
rjjk en tot de verdediging van het grondgebied
mede te werken, thans in lijnrechten strijd
met het aangehaalde artikel, volgens de gel
dende militiewet, slechts een klein deel der
mannelijke bevolking wordt voorbereid om
„in de ure des gevaars het vaderland te ver
dedigen."
Het gevolg van deze wet is, dat van de
jongo lieden, die den negontienjarigen leeftijd