N° 2011.
Zondag 23 December 1906. 208t8 Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Bericht!
Tweede Blad.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Texel.
Waaraan de Kerstboom zijn oorsprong
te danken heeft.
(Een legende.)
De Kerstboom vindt zijn oorsprong in
Duitschland en er bestaat een mooie legende
omtrent den sparreboom, die steeds als zoo
danig dienst doet.
Meer dan elfhonderd jaren geleden, in het
begin der achtste eeuw, bewoonden woeste,
heidensche volksstammen de uitgestrekte
wouden van Duitschland. Deze heidenen
aanbaden hun heilige boomen en bronneD,
gingen te rade bij hun wijze priesters en
Offerden zelfs menschen ter eere hunner goden.
Een zendeling, met name Winfriedus, die
de „Apostel van Duitschland" genoemd wordt,
bezocht deze streken. Hij was een zoon van
Engelsche edellieden, maar verliet zijn huis,
om de leer van Christus aan de heidenen
te gaan verkondigen. In het jaar 724 ver
toefde hij met zijn volgelingen in het hart
van Saksen, waar zich in de diepste wouden
van Gritzlar dicht bij Geismar, een oude,
oude eik bevond, die reeds vele eeuwen aan
Thor, den dondergod gewijd was.
Deze eik werd de „dondereik" genoemd
en vreemde dingen vielen in zjjn schaduw
voor. Op een winternacht troffen Winfriedus
en de zjjnen onder den boom een troep
woeste mannen aan, die daar vergaderd
waren, om een offer aan hun grooten god
te brengen en dit offer waseen klein
kind.
Winfriedus sprong naar voren en nam het
kind in zijn armen. Toen greep hij een bijl
en hieuw met forsche slagen net zoo lang
op den ouden boom, tot hij wankelde, en viel.
Toen de boom nederstortte, scheen het zil
veren maanlicht door het bladerdak van het
woud en zie, daar stond vlak achter den
ouden boom een jonge spar, wiens puntige
top zich ter hemel verhief.
Winfriedus keerde zich tot de verbaasde
heidenen, die verwacht hadden, dat hun
dondergod den heiligschennenden zendeling
met den dood zou hebben getroffen, en sprak
Van dit uur af zal de spar uw heilige
boom zijn. Het is den boom des vredes,
want uw huizen zijn gebouwd van zijn hout.
Hjj is het teeken der onsterfelijkheid, want
zyn bladeren zijn immer groen. Hij wijst
ten hemel, en voortaan zal hij „de boom
van het kind" genoemd worden.
Sinds dit oogenbllk stroomden de heidenen
van alle kanten tot Winfriedus, die zich met
hun dondergod had durven meten, zij luis
terden naar de verhalen, die hij hun in hun
eigen taal deed, en weldra kregen zij den
man lief, die de verschrikkingen hunner
woeste wouden had getrotseerd, om hun de
vredesboodschap te brengen, en men zegt,
dat honderdduizenden overgingen tot het
Christendom.
Is dit geen schoone legende, om met Kerst
mis te gedenken?
Het is een verschrikkelijk denkbeeld, dat
ooit menschen en kinderen aan de afgoden
zijn geofferd en 't is een zegen, dat de ge
schiedenis van het Kind van Bethlehem, in
zooveel landen aan zulke gruwelen voorgoed
een einde heeft gemaakt.
Van week tot week
16 Dec. 22 Dec.
TEXEISCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden-
Voor ben Buiig 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 15 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhoogiDg der porto's.
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
De uitgeuers uan de Texelsche Courant
berichten, dat uithoofde de a.s. feestdagen,
(Kerstmis) dit jaar inuallen op Dinsdag en
Woensdag, Woensdagauond a.s. geen Courant
toordt uitgegeuen
dat in de daaropuolgende uieek de Courant,
die anders Woensdagsauond uerschijnt, tioee
dagen uroeger zal worden uitgegeuen. alzoo
Maandag, den Oudejaarsdag.
In dat nummer zal weder, als uorige jaren,
gelegenheid bestaan tot het opnemen uan de
gewone NIEUWJAARSGROETEN a 20 Cts.
Beleefd wordt uerzocht, met het oog op
den beperkten tijd tot het gereedmaken uan
dat nummer, eene VROEGTIJDIGE inzending
uan dergelijke en andere aduertentiën.
DE UITGEVERS.
«Mijnheer de voorzitter, ik wenschte een énkel
woord te zeggen//En de geachte afgevaardigde die
maar een enkel woord wilde zeggen praatte 17 kolom
men van «Handelingen// vol.
't Is niet tijdens onze huidige Kamerzitting gebeurt;-
't geval dateert van eenige jaren her.
't Werd ons destijds meegedeeld door 'n kennis, die
'n soort renteniersbetrekking beeft, 'n trouw lezer der
«Handelingen// is en bovendien om den vrijen tijd te
dooden, liefhebbert in 't Kamerverslagen statistieken.//
Er zijn meer van die menschen die met dergelijke
zonderlinge neigingen behept zijn en bij 't eind van
het zittingsjaar je precies weten te vertellen hoeveel
kolommen er totaal volgeredevoerd werden, welke
politieke partij op 't grootste deel van den nationalen
tijd beslag legde en wie der heeren afgevaardigden
wat 't aantal en de uitgebreidheid der redevoeringen
betreft, de palm der overwinning verdient.
Nu moet alles volgens bet spreekwoord zijn goede
zijde hebben,dus ook die schijnbaar nuttelooze statis-
tiekerij//. Waar hier die goede zijde echter moet worden
gezocht is ons niet helder. Wellicht weuscht men door
het puhliceeren der cijfers 't veelpratend deel onzer
volksvertegenwoordigers te vermanen in 't vervolg wat
bescheidener gebruik te maken van den nationalen tijd,
maar daartegenover staat dat ze wat-minder-redevoe-
renden tot jaloerschheid kunnen verwekken, terwijl 't
gevaar niet denkbeeldig is, dat een zeker deel der
vaderlandsche kiezers de degelijkheid der vertegenwoor
digers gaat afmeten naar 't aantal en de lengte der
door hen gehouden redevoeringen. Als nu maar de
degelijkheid eener redevoering geëvenredigd was naar
hare lengte, kon dit laatste geen kwaad.
Intusschen de Handelingen van onze laatste zittings
periode z\jn voor de liefhebbers weer 'n aardig statis
tisch kluifje. Want er zijn weer wat kolommetjes
volgepraat. Ja, onze hoogmogende heeren hebben er
weer zooveel aangedaan in de voorbije zittingen dat
ze nauwelijks op fatsoenlijke wijze tegen de Kerstvacantie
gereed kwamen. Het laatste deel der Staatsbegrooting
moest weer zoowat afgejakkerd worden.
En men wilde bij den aanvang nu alles eens zoo
kalmpjes doen. 't Antwoord op de Troonrede moest
afgeschaft worden, tot tijdbekoiting werd de Millioe-
nenrede achterwege gelaten cn met 't zelfde doel den
Vragendag ingesteld. Maar wat heeft bet geholpen P
De kamer zat alweer in 't zelfde schuitje als vorige
jaren, toen 't naar het einde liep. Avondzitting op
avondzilting, zelf soms tot lang na middernacht. Niet
onjuist is het wat do overzichtschrijver van do «Stan
daard// opmerkt, dat al gaf men de Kamer ook een maand
vooruit ze zouden blijven pratenhonderd uit. Men
moet praten en nog eens praten en zoo wordt de
Tweede Kamer, inplaats van een tak der wetgevende
macht, oigenlyk een praatmachine.
Zou 't geen tijd worden dat de praatgrage heeren
eens aan wettelijke praatbeperking gaan denken P
ooo
Onze Oostelijko naburen maken zich gereed voor de
komende Rijksdagverkiezing in Januari a.s. De bladen
dio nog nauwelijks uitgepraat zijn over de Rijksdag
ontbinding, brengen thans kolommen verkiezingsnieuws.
Zooals het bij dergelijke verkiezingen gebruikelijk is,
worden de kansen nauwkeurig berekona en ieder doet
dat op zijn wijze, zoodat do een aan het Centrum een
nederlaag, do ander een overwinning profoteert. Wij,
buitenstaanders, doen dus goed maar kalm den loop der
zaakjes af te wachten.
De vorkiczingsdrukto is in vollen gang, candidaten
worden gesteld, vergaderingen gehouden cn alles wijst
er op dat dc strijd mot warmte zal worden gestreden.
Niet het minst weren zich de vrijzinnige groepen die
te velde trekken tegen het Centrum en de socialisten.
Von Bulow en Dernburg kunnen intusschen zich
onledig houden met het in ontvangst nemen van com
plimentjes en huldebetuigingen, die hun in de laatste
dagen in ruime mate ten deel vielen. Natuurlijk niet
van de zijde der Centrummannen.
ooo—
Het Congo-debat in de Belgische Kamer is ten einde
en 't resultaat is geweest dat de Regeering niet geheel
haar zin heeft gekregen. Zij wilde zooals men weet,
de Congo overnemen op de gestelde voorwaarden, dat
de Kon. Congo-domeinen en de Kroondomeinen behou
den zouden blijven. Maar daar wilde de Kamer niet
aan. Zooals men zich herinnert was het vooral de afge
vaardigde Heymai.s die zich tegen deze voorwaarden
verzette, omdat naar zijn meening Belgie het onvoor
waardelijk recht had tot overneming, krachtens het ge
sloten verdrag, 't Eind van 't lied was dat de Regeering
zwichtte en een motie aangenomen werd, waarin ver
klaard wordt dat Belgie de Congo wil annexeeren
doch zonder rekening te houden met eenige voorwaarde
In dien geest zal de Regeering thans een ontwerp
gereed maken.
ooo
Van Frankrijk valt weinig te vertellen. Alleen dient
vermelding dat het er tot nog toe kalm is gebleven en
de Regeering gemeend heeft den Paus zijn zin te geven
door het indienen van een wetsontwerp, waarbij aan
katholieken vrijheid gegeven wordt tot vereeniging
buiten de assocations cultuelles om. Men meende dat
daardoor een groot bezwaar der katholieken was onder
vangen, maar 't blijkt reeds dat dit mis gezien was,
daar verluidt dat de Paus ook dit recht van vereeniging
niet zal aanvaarden, omdat Z.H. bij het samenstellen
van genoemd wetsontwerp niet is gekend.
De Regeering gaat inmiddels voort met de Schei-
dingswet uit te voeren.
OOO
'tls reeds geruimen tijd geleden dat we in ons
wekelijksch overzicht gebeurtenissen uit het groote
Czareurijk bespraken, eenvoudig omdat er niets belang
rijks voorviel. Wel werd er hier en daar nog een bom
geworpen, kwamen brutale bankberoovingen enkele
malen voor of werd er af en toe een samenzwering
ontdekt, doch ernstige voorvallen vielen er in lang niet
voor. 'n .Bewijs dat de rust bezig is terug te keeren. Bij
honderdtallen zijn de gevaarlijke elementen, zooals men
bij voorkeur de revolutionairen noemt, uit de Russische
samenleving verdwenen en voorgoed onschadelijk ge*
maakt, en t schijnt wel of met hen ook het dreigende
spooksel der revolutie van den Russischen bodem ver
dween. Maar toch blyft de roede der kastijding neer
dalen op het zoo zeer reeds geteisterde Czarenrijk. 't Is
thans de geesel van den honger. Als een schrikwek
kend spook waart door de armenwijken der steden en
dorpen de hongersnood, aangrijnzend den arme, uit
strekkend zijn knekelarmen naar het moeizaam voort
gesleept wordend leven van duizenden.
Berichten van de laatste dagen vertellen dat er niet
minder dan een 40 miljoen hongerlijders zijn, menschen
die hun kommervol bestaan voortsleepen, den eenen
na den anderen dag totdat de dag komt dat het laatste
restje voedsel verteerd zal zijn en 't uitgeteerd lichaam
neerzakt om te sterven. Yreeselijk het lijden dat daar
in de woonsteden der armen geleden wordt. Vooral
ten plattelande in de gouvernementen Samara en Kazan
moet de nood schrikbarend zijn.
Prins ^Lwof, voorzitter van het centrale comité der
Zemstwo s, heeft er vreeselijke bijzonderheden van ver
teld, die hij opdeed bij een reis door bovengenoemde
gouvernementen. Hij legde 1280 K.M. af zonder een
enkel dorp te vinden waar de bewoners zich behoor
lijk konden voeden. In elf dorpen was nog wat oud
koren maar in de anderen trachten de ongelukkige
bewoners hun leven te rekken met schors en stroo,
waarmede hun huizen bedekt zijn. Alleen in het gou
vernement Kazan zijn niet minder dan 1S3000 om brood
schreiende kinderen en het Roode Kruis dat alles doet
om het lijden te verzachten, kon slechts voor 30,000
dezer arme kleinen voedsel uitreiken.
Ook in 't gouvernemsnt Nisjini-Novgorod is de ellende
ontzettend. De bewoners van 't district Arbatof voe
den zich er met eikels, die in 't najaar vergaard zijn
voor de varkens.
Sommige dorpen zijn er waar de ouders er toe over
gaan hun dochters voor luttelen prijs te verkoopenaan
gewetenlooze bordeelhouders uit de steden en het is
zelfs voorgekomen dat de radelooze mannen hun vrou
wen dwingen de huizen der schande in de steden
binnen te gaan om voor enkele roebels hun eer te
verkoopen.
Wel laat de Russische regeering voorraden graan
opkoopen voor de hongerlijdende districten, maar de
schurkerij in het rijk van den Czaar is zoo groot dRt
de agenten, met den graanopkoop belast, er een winst-
zaakje van maken en een groot deel van het geld, dat
bestemd is voor brood voor de met den hongersnood
bedreigden, in de zakken dezer gewetenloozen terecht
komt.
Hoe moet ons hart niet vervuld zijn met deernis
voor onze armo Russische medemenschen en hoe geluk
kig moet het ons niet stemmen, geboren te zijn en te
leven in een land, dat al mag het niet overvloeien
van melk en honig, toch betrekkelijk economisch sterk
staat en tot nog to§ verschoond is gebleven van dien
geesel, die hongersnood heet.
ooo