Buitenland. INGEZONDEN STUKKEN, Oudeschild, 18 Jan. De jaarvergade ring van het hier reeds ruim 40 jaren bestaande ziekenfonds, gisteren gehouden in de „Zeven Provinciën", werd door 63 leden bezocht. Bij de opening werd hulde gebracht aan de commissieleden, die in 't vorig jaar werden gekozen, voor hun actief optreden. Behalve de notulen der alg. verg. werden ook die der bestuursvergaderingen gelezen, om zoodoende de leden volkomen op de hoogte te stellen van den loop der zaken. Uit de rekening en verantw. bleek, dat een batig saldo in kas was van f 6,007j doch dat van de postspaarbank was teruggevraagd f 25, zoodat feitelijk een nadeelig slot bestond van f36 ruim. Daarom wordt besloten alle mogelijke bezuinigingen in te voeren. Aan den heer J. Roeper, penningm. der vereeniging, wordt in 't door den heer J. Kuijper, namens commissarissen, uitgebracht rapport dank gebracht voor zijn richtig beheer, waarna de rekening en verantwoording wordt goedgekeurd. Het bestuur stelt voor, om art. 19, in dien zin aan te vullen, dat indien op advies van den fondsdokter een lid elders verpleegd moet worden, de kas in de te maken uitgaven een bedrag van hoogstens f25 zal vergoeden. Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen, met de bepaling, dat het van terugwerkende kracht zal zijn, in verband met de verpleging te Amsterdam in 19U6 van een der leden. In plaats van den heer J. G. Kuijper, die als commissaris moest'aftreden en niet terstond herkiesbaar is, wordt de heer L. C Mets gekozen. Aan den aftredenden commissaris wordt een woord van waardeering gewijd. Uit de mede- deelingen blijkt, dat het fonds thans 184 leden telt en eene bezitting heeft van ongeveer f 770. Bij de rondvraag ver langt niemand het woord, waarna met dankzegging de bijeenkomst gesloten wordt. Den Hoorn, 18 Jan. In „Loodsmans "Welvaren" waren heden avond ruim tachtig personen opgekomen, om de lezing en de bijdragen gegeven door de heeren de Jongh, W. Mets Tz. en J. Daalder Dz. aan te hooren. Zij, die opgekomen waren, zullen hun gang niet beklaagd hebben, want er is genoten. De heer de Jongh had als lezing gekozen„Gierigheid, spaarzaamheid en weldadigheid." Door deze lezing zullen, naar we hopen, velen opgewekt worden de Vereeniging te steunen. De heer Mets gaf daarna een mooie kerstvertelling „Een Zigeunerkind." De heer J. Daalder had toen een mooi stukje, „Een Visioen," een stukje propaganda voor Tex. Belang. Nu nog gaf de heer de Jongh „dat getob met onze jongens of een onrustige nacht." Door 't hartelijke gelach was 't vaak den spreker haast onmogelijk zijne voordracht te vervolgen. Geen wonder dat op dit geestige stukje een daverend applaus volgde. Tot slot droeg de heer Daalder nog voor het aardige stukje „de Vloek" van Bilderdijk, dat evenzeer in den smaak viel. Tusschen de bijdragen werd een collecte voor de kas van Texels Belang gehouden, die ruim f 6,50 opbracht; de geheele recette bedraagt dus ruim f 26.50. 't Is een avond van succes geweest. Buiten den wil van het Bestuur werd de avond met een bal besloten. Hoe gek men kan doen. Men meldt uit Onnen (Haren) aan de „Asser Courant" Korteling is het voorgevallen. En voor de waarheid ervan staan wij in. Voor eenige jaren werden vele gemeen tebesturen bevangen door een brandspuit aanschafkoorts. Ook hier is inderdaad zoo'n dingetje gekomen, dat ternauwer nood een vensterkozijn kan natmaken op 2 meter afstand Opgeborgen werd zij, bij gebrek aan beter, in een boeren schuur. Onlangs verschijnt er een commissie in optima forma tot het nazien en con troleeren van de spuit. Edoch, de spuit is zoek. Gemoedelijk komt de eigenaar van de schuur tot de commissie zeggen „Ai hom probeere wilt, dan moei 't aander jaor maor weerkoomn. Ei zit under 't heuj." Het geweer van een landweerman. De politie te Rotterdam heeft proces verbaal opgemaakt tegen een landweer man, die bezig was met zijn geweer op de openbare straat de voorpui van een huis stuk te slaan. Het wapen, dat in beslag genomen werd, is grootendeels vernield het hout ter hoogte van het patronenmagazijn is aan splinters geslagen. Alles is geld waard. Bij Wierden kan men thans menschen bezig zien met het graven van asch, welke daar in lagen van 142 M. dikte in den grond zit als overblijfsel van het vroeger verbrande veen. De asch wordt naar Duitschland gestuurd waar er een verfstof van wordt bereid; de prijs per kub. M. bedraagt ongeveer f 1. Wie doet het hem na? Bij het vellen der boomen op de heer lijkheid „Meteren" klauterde een boertje naar den top van een boom, om een touw aan te brengen. De boom was rondom reeds losgehakt, en juist, toen ons boertje boven wasbegon de woudreus te vallen. De touwaanbrenger behield zijn tegenwoordigheid van geest, klemde zich goed vast aan de takken, zwiepte door de lucht, dook, toen de stam tegen de grond kwam, diep in de takken veerde toen weer op, dook nog eens, wipte nog een keer en kwam wonder boven wonder, ongedeerd van dien reuzenzwaai af. Alleen zijn klompen schoten ei het haggie bij in. Een rare haas. De beruchte Harm van H., 44 jaar oud, die een groot deel van zijn leven reeds in de gevangenis heeft doorge bracht, heeft een dezer avonden aan het Zuiderdiep te Groningen weer eens op zijn gewone barbaarsche wijze huisge houden. Hij ging het scheersalon van den heer Kruger binnen en verlangde geschoren te worden. Doch deze was niet op zulke clientèle gesteld en weigerde hem van dienst te zijn, waarop de onverlaat niet alleen de ruiten van het salon met zijn stok verbrijzelde, maar ook de echt- genoote van den heer Kruger een slag op het hoofd 'gaf, zoodat geneeskundige hulp moest worden ingeleverd. De woesteling werd later in de slaap stee, waar hij gehuisvest was, door de politie gearresteerd en in verzekerde bewaring gebracht (N. Gr. Ct.) Een gevaarlijk werkje. Bloedvergiftiging. Zekeren H. Hoog kamp, een 56 jarig gehuwde slager en vilder te Dieren, had bij een boer het vel van een aan ziekte gestorven koe gedaan en daarbij geen acht geslagen op een wondje aan zijn hand. Hij kreeg bloedvergiftiging en reeds eenige uren daarna zwollen hand en arm onrustbarend op en stierf de man weldra onder vree- selijk lijden. De geneesheer constateerde, dat hij overleed aan miltvuur, pustula maligna. (N. A.Ct) Een dankbare afgestorvene. Gelezen in het „Nieuw Israëlietische Weekblad" „Voor de vele bewijzen van deelneming bij mijn overlijden ondervonden, betuig ik het kwaadsprekend publiek mijn oprechten dank. J. Blitz Az. Antwerpen 9 Jan. 1907." Wel wat bar. Dezer dagen, op 'n frisch-heerlijke middag wandelend langs den Vaartkant" te Roosendaal, schrijft iemand aan de „Gr.wet", zag ik even voorbij 't houten bruggetje over de Vaart, achter 't nieuwe schoolgebouw, 'n stuk of vijf, zes ar moedig gekleede kleuters van jongens, die, onder veel lachend kabaal, met 'n soort van groote ballen aan het ballen waren, waarvan telkens brokstukken en scherven afvielen wanneer ze met elkaar in botsing kwamen. Daardoor meer opmerkzaam gewordeD, keek ik wat oplettender naar deze eigenaardige balpartij, toen ik eensklaps, tot mijn groote ergenis, merkte, dat de voorwer pen waarmede de jongetjes zich ver maakten, niet3 meer of minder waren dan een drietal doodshoofden. De kleinen verhaalden, dat ze hun speeltuig opge dolven hadden op 't verwaarloosde oude kerkhof, daar in de nabijheid gelegen, en dat er van deze ballen nog veel meer te vinden waren 1 Door de Rijksverz"keringsbank Uit het jongste jaarverslag der Rijks verzekeringsbank knipt de „Tijd" het volgende stukje „Door een der geneesheeren van een groot ziekenhuis werd opgemerkt, dat indien er een zeker aantal patiënten, b.v met beenbreuken aanwezig is, waar van de eene helft krachtens de Onge vallenwet 1901 verzekerd is, de andere niet, de verzekerden zich nog steeds niet in staat gevoelen te loopen, veel minder het ziekenhuis te verlaten, nadat de anderen reeds sedert weken, soms sedert maanden aan het werk zijn. „Ook trof het iederen arts die do wekelijksche zitting in dat ziekenhuis bijwoonde, dat de verzekerde patiënten met beenfracturen in een zeker stadium der genezing over het algemeen veel minder goed liepen dan de niet verze kerde lijders. In het algemeen weid meermalen alleen aan de wijze van optreden van een patient gemerkt of hij volgens de Ongevallenwet verzekerd was of niet. „Dergelijke trage arbeidshervatting werd door vele artsen voor het in wer king treden der Ongevallenwet slechts zelden of nooit gezien, terwiji zij thans veelvuldig voorkomt." Mond- en klauwzeer in Belgie. Men schrijft aan de „N. R. Ct." van de Belgische grenzen Het mond- en klauwzeer blijft in Belgie steeds heerschen en verbreidt zich meer en meer; vooral in de aan ons land grenzende provinciën Oost-Ylaanderen, Antwerpen en Brabant, een reden te meer, om van onze zijde de voorzichtig heid in acht te blijven nemen. Velgens het laatste bulletin, uitgegeven door het Belgische ministerie van Land bouw, waren er op 1 dezer officieel besmet verklaard 264 hofsteden, gelegen in 127 gemeenten. Gedurende de twee laatste weken van de maand December kwamen in Oost- Vlaanderen nieuwe gevallen voor op 79 boerderijen, gelegen in 34 gemeenten, in de provincie Antwerpen op 36 boerde rijen, gelegen in 14 gemeenten; in de provincie Brabant op 23 boerderijen, ge legen in 11 gemeenten. In de provinciën Limburg en Namen heerscht de ziekte het minst; in de eerste in 2 stallen, in de laatste in 3 stallen. Het aantal aangetaste dieren, dat in de eerste helft van December 1920 bedroeg, wordt thans niet opgegeven. De ziekte draagt tot nu toe geen kwaadaardig karakter, weinig runderen moeten afgemaakt worden. Versteening ziekte. Dezer dagen deelde de „Frankforter Zeitung mede, welk bericht door enkele Nederlandsche bladen werd overgenomen dat in het stedelijk ziekenhuis te Wies- baden was overleden een 37-jarig bouw kundige, die aan een versteeningsziekte een hoogst zeldzaam geval was overleden. Langzaam was zijn lichaam versteend, totdat de dood intrad. In ons land hebben wij twee zulke ziekte gevallen. In het academisch ziekenhuis te Leiden worden sedert jaren twee patiënten verpleegd, die langzaam maar zeker tot versteening overgaan. Een hunner wordt sedert 12 jaar in genoemd rijksziekenhuis verpleegd. Vanaf de voeten tot zijn halve bovenlijf is reeds versteend, ook beide zijn armen tot aan zijn polsen. Ter afwisseling bespeelt hij op zeer kunstige wijze een mond- harmonika, die aan een stok bevestigt en met zijn nog beweegbare vingers naar zijn mond brengt. Het grootste gedeelte brengt hij, steeds liggende op een van een rustbed voorziene baar, in den tuin door, winter en zomer, wanneer het niet regent, sneeuwt of hagelt, Hij is zeer opgeruimd en ontvangt steeds bezoek van belanghebbenden, mede-pa- tienten of vreemdelingen, die van dit zeldzaam ziektegeval hooren en een kijkje bij hem nemen. Sigaren, tabak en lekkernijen krijgt hij bij die gelegen heden. De andere patient wordt een 9-tal jaren in hetzelfde ziekenhuis ver pleegd. Zijn knieën raken bijna zijn hoofd, hij kan geen andere houding aan nemen, daar het meerendeel van zijn lichaam versteend is. Kon eerstgenoemde patient nog met gemak en zonder in spanning spreken, de laatste kan slechts moeilijk klanken voortbrengen, die alleen door de verpleegster verstaan worden. Begrijpelijk, dat een bijzondere studie in het acedemisch ziekenhuis van beide zeldzame patiënten gemaakt werdt. Meermalen heb ik hen in het afgeloopen jaar bezocht. (Hbld.) De aardbeving in West-Indië. De laatste berichten van Jamaica schat ten het aantal bij de aardbeving gedooden op duizend, het aantal menschen die van onderdak zijn beroofd op 9000, de schade op 2 millioen pond sterling. Volgens de I t l L B B beschrijvingen wordt er door de lijken een verpestenden stank verspreid. Er is voor de huisdieren geen voedsel en er dreigt hongersnood. Met geld kan men niets doen. De ellende is onbeschrijfelijk; rijken en armen verkeeren in dezelfde ellen dige omstandigheden en zij hebben geen van allen onderdak, Er is dringend behoefte aan levensmiddelen. De han delskringen zijn wel het ergst getroffen. De negers bedrijven schanddaden in de vernielde huizen. Alle gebouwen in den omtrek van Kingston zijn verwoest Na de aardbeving brak er een brand uit, die het vernielingswerk voltooide. De handelswijk van Kingston is een hoop smeulende asch; 400 personen zijn om het leven gekomen en meer dan 1000 gewond. Kerken, openbare gebouwen en hotels zijn ingestort. Een groot aan tal kooplieden en personen van andere beroepsklassen hebben het leven ver loren bovendien werden 45 zieke sol daten in het hospitaal gedood. De aardbeving op Jamaica begon Maan dagmiddag om half 4 met groote heftig heid en tot Dinsdagmiddag hielden de schokken nog aan. Het verkeer over de telegraaflijnen te land en den kabel onderzee is gestoord of gestoord geweest. Alweer ren nieuwigheid. Door de veelvuldige, plotselinge en ver uiteenloopende temperatuurverschillen in den laatsten tijd, is in Petersburg een nieuwe vorm van influenza ontstaan, welken de dokters tot dusverre nog niet hebben waargenomen. Slechts één zijde van het lichaam wordt in de ziekte betrokken, een der oogen wordt dikker, een zijde van het gelaat krijgt krampachtige rillingen, een arm en een been zijn tijdelijk verlamd; de temperatuur stijgt soms tot 40 graden'. Den 23 Maart a s. zal het 300 jaar geleden zijn, dat onze grootste vlootvoogd Michiel^ Adriaansz. de Rujjter te Vlissingen het levenslicht aanschouwde. Op verschillende plaatsen in den lande bereidt men zich voor ien dag te gedenken, hetzij door het orga- niseeren van volksfeesten hetzij anderzins. Waar het zeer zeker zjjn goede zijde heeft fi de nagedachtenis van mannen, die ons land groot hebben gemaakt, te eeren en levendig te houden, meenen wjj, dat ook Texel niet achterwege mag blijven om dien dag te maken tot een nationalen feestdag. Het was na den zeeslag van 13 Juni 1665 in den 2en Engelschen oorlog, dat een ge deelte der vloot, die aan het gevecht had-'' deelgenomen, onder Cornelis Tromp, Texel p binnenliep. Spoedig was dit overschot echtert weer zeeklaar gemaakt en wachtte slechts op een bevelhebber om zee te kunnen kiezen,B Om verschillende redenen werd Tromp daar-' voor niet de aangewezen man geacht. De Rujjter komt met zijn vloot Delfzijl binnen en onmiddelijk wordt hem het opperbevel opgedragen en krijgt hij last zich terstond naar Texel te begeven. Dadelijk gaat hij op reis en arriveert den 16 Aug. 1665 te Texel,* overnacht daar en ontvangt den volgenden® dag den lastbrief van de Gemachtigden deri Staten, t.w. Johan de Wit, Rutger Huigens} en Johan Boreel. Zou het mogelijk zijn ter eere van den-, zeeheld zjjn geboortedag te vieren, door. b.v de overreiking van den lastbrief door de Gemachtigden aan de Ruijter (omringd door zijne onderbevelhebbers) te doen plaats! hebben. Het plan wordt graag gegeven voor iet'; beters, doch zjj, die hunne instemming! wenschen te betuigen met de viering vat genoemden geboortedag, worden verzoek daarvan te doen blijken door het zenden van een naamkaartje of anderszins aai Uitgevers dezer. Bljjkt dan dat voldoende sympathie bc-' staat, dan kan een en ander door een aan te wjjzen comité nader worden besproken.: den Burg (Texel) 18 Januari 190LjJ Geachte Redactie. Daar in elk huisgezin tegenwoordig df een of andere courant gelezen wordt, p ik dus van de veronderstelling uit, dat ieder zal gelezen hebben van de werkstaking der arbeidersbevolking, werkzaam aan d( jutefabriek van de Heeren Terhorst U Rjjssen. Wanneer ooit eene werkstaking dosyni'j pathie had van de meerderheid der Neder landsche bevolking, dan is het zeker wel deze. De reden tot deze staking is dan ook zoo gerechtvaardigd, dat sprekers van allerlei politieke richting en geloof zjj» opgetreden om het goed recht der staker; te bepleiten. an 1 21 B Or Gi Oi G r H JA! woi oen 's a' C. J i c 1 Van geachte zijde werd ons de opname uan onderstaand opstel uerzocht, aan welk uerzoek wij gaarne geuolg geuen. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) 13 20 4 5 73 46 12 10 I 3 26 II 3 4i 7

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1907 | | pagina 2