N°. 2049.
Donderdag 9 Mei 1907.
20ste Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Van week tof week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LAN GEVELD DE ROOIJ, ParkstraatJ5urg op Texel.
Voorbereidend Militair Onderricht.
LAMMERENMARKTEN.
Burgemeester en Wethouders van
Texel herinneren belanghebbenden eraan,
dat dit jaar de groote lammerenmarkten
alhier zullen worden gehouden op Dinsdag
21 Mei en Maandagen 27 Mei, 3 Juni,
10 Juni, 17 Juni en 24 Juni.
Voorts worden zij, die lammerenhokken
bespreken, beleefd verzocht daarbij het
verschuldige marktgeld enz. onmiddelijk
te voldoen.
Texel, den 7 Mei 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
HIDDINGH,
De Secretaris RUIBING.
28 April 5 Mei.
De voorbije week heeft ons de Mei ge
bracht, maar niet de lieftallige, blozende,
lachende, huppelende Mei, gedragen op
wieken van zonlicht, omstuwt door dartle
vlinders, verwelkomd door vroolijk zingende
vogels, kozend de bloemen die Lente strooide
voor heur voeten. Dat is nu wel wat
dichterlijk uitgedrukt naar het oordeel van
m'n lezers wellicht, maar 't is toch zoo; bij
Mei denken we toch graag aan alles wat
vroolijk is, tenzij al 's levens beslomme
ringen ons vast houden, de weeën van
verhuizing zich over ons uitstorten of de
laatste penningskens bijeengescharreld moe
ten worden om de renten te kunnen be
talen.
Maar ter zake. We kunnen ons dichterlijk
gevoel wel met rust en onze dichtader
wel kurkdicht laten, want de Mei heeft
het er nog niet naar gemaakt om haar onze
huldezangen te wijden. Niet als een vroolijke
juffer is ze tot ons gekomen, maar meer
als 'n serpentig wijf, Idat ons in boozen
luim met een natte dweil om de ooren
slaat. Onze lieve Noorsche Mei ze kan zoo
aardig voor November spelen; 't bekende
rijmpje leerden we op de schoolbanken al
en regenjassen, regenschermen, mitsgaders
knorrige gezichten hebben ons in de voorbije
week de droeve waarheid opnieuw doen
gevoelen. En als we nu niet de ervaring
hadden die ons geleerd heeft, dat Mei in
den regel niet zoo heel lang boos kan wezen
en de zomer stellig komt al nijdigt Mei-lief
ook wat tegen, we zouden de inspiratie
gevoelen voor pessimistische beschouwingen
omdat wjj menschjes, maar al te dikwijls
gestemd zijn naar het weder.
—o—o—o—
Voor ons, menschen die aan de journa
listiek doen, heeft juffrouw Mei het intus-
schen nog zoo slecht niet gemaakt. Bracht
ze voor de fijnbesnaarde zielen al geen
zangen, vlinders, vogels en bloemen mee
om ze in zwellenden jubol te besonnetten
wat 'n financieel échectje beteekent, de
sonnet doet 'n rijksdaalder heb 'k wel eens
gehoordvoor ons krantmenschen bracht
ze overvloedig stof voor een wekelyksche
kroniek, waardoor zjj zich dus bij April
loffelijk onderscheid.
Om te beginnen. Mei heeft ons ook dit
jaar weder het feest van don arbeid gebracht,
het Meifeest, als het tenminste nog een
feest genoemd mag worden.
Wel hebben wjj bewoners van hot z. g.
platteland van dat Meifeest weinig gezien,
gevierd is het toch zooals uit de berichten
uit do groote steden bleek. Amsterdam,
Rotterdam, Den Haag, Groningen en enkele
andore steden meer gaven zooiets van een
lo Meidagviering te zien, al ontbraken er
ook de geweldige betoogingen en het enthu-
siasme van den gouden Meifeesttijd.
Verder bracht de eerste Meidag de van
ouds bekende en knorrig stemmende ver
huizingsruzie, die zich meer algemeen deed
gevoelen. Verhuizen is zeker geen prettig
werk, vooral niet als de sluizen des hemels
zoo'n verhuisdag ongestoord openstaan. En
niet alleen dat ze de menschen in de meeste
gevallen knorrig stemt, voor menigeen is
zoo'n verhuizing een gebeurtenis die droeve
herinneringen weder wakker roept en tot
weemoed stemt.
Menigeen die een jaar geleden de oude
woning betrok met schoone verwachtingen,
blij vooruitzicht en het thans verliet met
een droeve ervaring rijker en een herinne
ring aan het leed dat binnen die muren
tot hem kwam.
—o—o—o—
Ook heeft Mei gebracht het einde van den
economischen strijd die maanden lang in
het nijvere Rijssen gestreden werd. Arbeid
en kapitaal hebben tegenover elkander ge
staan en het kapitaal heeft ten slotte ge
zegevierd. De stakende jutewevers hebben
den ongelijken kamp ten slotte moeten
opgeven en aangeboden op de oude voor
waarden weder aan het werk te tijgen.
Voor de arbeiders is dit resultaat niet be
moedigend. Niet alleen heeft hun strijd
een kapitale som verslonden maar er is
voorshands niets bereikt. Toch is er een
energieke kracht ontwikkeld door de eco
nomisch zwakkeren en onwaarschijnlijk is
het geenszins, dat dit mede zal werken
dat de arbeidsvoorwaarden op den duur er
door verbeterd zullen worden. Niemand
zal dit den arbeiders misgunnen.
Bracht Mei het einde van deze staking,
ze bracht tevens het begin van een nieuwe,
die zich niet tot de nijverheid maar tot
den landbouw bepaalt en daarom niet minder
belangwekkend is. We bedoelen de werk
staking van de landarbeiders in het Old-
ambt, het zuidoostelijk deel der provincie
Groningen. Oldambt behoort tot de wel
varendste landbouwstreken van ons land
en ieder die er eens is geweest weet te
vertellen van de kapitale boerderijen van
rijke eigenerfde landbouwers. Het landbouw
bedrijf staat er op een hoogen trap van
volmaking. Boerenhuizen als villa's, groote
prachtige veestapels, kostbare paardefok-
kerijen vindt men er veel.
De toestand der landarbeiders is er volstrekt
niet slechter dan in andere streken van ons
land, maar kon toch nog veel beter zijn in
aanmerking genomen het florissante van het
landbouwbedrijf. Sedert 1895 toen er ook
een groote beweging onder de arbeiders
heerschte die zich dikwijls van haar ruwste
zijde deed kennen, werd het er volmaakt
rustig, maar thans brak een dergelijke be
weging op nieuw uit al kenmerkt deze zich
dan ook door eene lofwaardige kalmte.
De man die de aanstichter dezer beweging
is, is een zekere Luttje, een ontslagen
spoorwegarbeider die in de stakingsdagen
in 1903 het loodje moest leggen. In zijn
woonplaats Meeden verwekte hij den vorigen
zomer in den oogsttjjd een staking onder
de arbeiders waarin de landbouwers wilden
ze hun oogst niet vernietigd zien wel
moesten toegeven. De gevolgen van dit
succes bleven niet uit. Overal waar Luttje
dit voorjaar optrad vond hij bij de arbeiders
een open oor en zoo ontstonden in tal van
plaatsen vereenigingen die eischen stelden
en bij niet inwilliging de staking procla
meerden.
De eischen der arbeiders zijn niet over
matig hoog, ze vragen voor de mannen
25 ct. en voor de vrouwen 20 ct. per dag
meer. De landbouwers schijnen ook niet
ongenegen die eischen in te willigen als
ze maar niet bevreesd waren dat bij in
williging de arbeiders dadelijk met nieuwe
zullen komen,
'tZal ons wel eens benieuwen wie hier
de sterkste zijn, de rijke heerboeren of
de goed aaneengesloten arbeiders.
Terwijl de Tweede Kamer zich moe
praatte en amendeerde over het tiendrecht,
hield de Yereeniging voor Zondagsrust in
de residentie een congres om de noodza-
kelijkheie van een rustigen Zondag te be
pleiten. We kunnen daarover thans met
het oog op onze plaatsruimte niet in bij
zonderheden treden, want ook het buitenland
moet enkele regelen gewijd worden.
o—o—o
Allereerst richten we dan den blik naar
België aan wien de Meimaand een nieuw
ministerie bracht. Onze veronderstelling
van onlangs dat de crisis wel spoedig op
gelost zou zijn en het Kabinet op zijn
schreden zou terugkeeren is niet bewaar
heid geworden. Minister Smet de Naeijer
en de zijnen hadden er genoeg van enten
slotte besloot Koning Leopold den heer
Trooz te vragen nieuwe liefhebbers te
zoeken. Dezen is zulks gelukt zoodat Belgie
een nieuw ministerie gekregen heeft,
—o—o—o—
Von Bulow, Duitschlands rijkskanselier,
heeft Dinsdag j.l. zijn met spanning ver
wachte rede gehouden over den internatio
nalen staatkundigen toestand. Ongeveer
een half jaar geleden sprak de kanselier
over hetzelfde onderwerp en de slotsom
was toen, dat Duitschlands betrekkingen
met alle groote mogendheden zeer bevre
digend waren en er dus voor ernstige ver
wikkelingen geen vrees behoefde te bestaan.
Sedert zijn echter gebeurtenissen voorge
vallen, die voor velen als dreigende wolken
aan den internationalen hemel werden aan
gemerkt. Allereerst de drukte over de ont
wapeningsvoorstellen op de komende Vredes
conferentie, daarna de bezoeken van Koning
Eduard aan Spanje en Italië waarin men
de voorteekenen meende te zien van een
conflict tusschen Duitschland en Engeland.
Von Bulow heeft echter getracht deze
sombere gedachten weg te vagen, door te
verklaren dat er in het bezoek van Enge-
lands Koning aan Italië niets verontrustends
gelegen was en er tusschen Engeland en
het Duitsche rijk geen twistvragen bestaan,
waardoor het streven naar vriendschappe
lijke betrekkingen tusschen beide landen
kan worden verstoord.
Wat evenwel de ontwapeningskwestie
betreft, daarvan wilde Von Bulow niets
weten. Duitschlands belangen laten dit
niet toe. Nu ja als er wat practisch uit
de ontwapenings bespreking te voorschijn
komt zal de kanselier dat gaarne overwegen
maar overigens blijft Duitschlands militaire
kracht de beste waarborg voor den vrede.
Natuurlijk is de voorzichtig gestelde rede
van Von Bulow reeds het onderwerp ge
weest van verschillende beschouwingen in
de bladen. Over 't algemeen vindt men ze
nogal geruststellend en zelfs deEngelsche
couranten beschouwen ze als verzoenend.
Alleen de uiterste Jingobladen hebben vuur
gevat over Von Bulow's beschouwingen
omtrent de ontwapening en ze vinden er
aanleiding in Engeland aan te sporen tot
nog krachtiger militaire voorbereidingen,
als een gevolg van Duitschland's onwil
tot medewerking.
Intusschen is de hemel weer 'n beetje
opgeklaard, 't Heet nu vrede en geen gevaar.
Zoolang als 't duurt, want wederzijdsch
vertrouwen tusschen Duitschland en Enge
land is nog verre.
—o—o—o—
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
Aanmelding voor den aanstaanden winteroursus.
Dc Burgemeester van Texel maakt bekend, dat voor
Jongelieden van 1024-jarigen leeftijd, indien al
thans een voldoend aantal hunner zich aanmeldt, in
den aanstaanden winter een cursus zal worden ge
houden tot het ontvangen van voorbereidend mili
tair onderricht.
Dit onderricht heeft o.a. ten doel
1° aan toekomstige militieplichtigen de gelegen
heid te verschaffen om de geschiktheid te verwer
ven tot het voldoen aan de eischen van militaire
bekwaamheid, en zooveel mogelijk ook aan die
van lichamelijke geoefendheid, bedoeld bij art.
104 der Militiewet 1901; en
2° aan jongelieden de geoefendheid te verschaffen
tot het verwerven van het militair getuigschrift,
vereischt voor de toelating tot het Reservekader
der Infanterie der Vesting-Artillerienf derGenie
Voor de toekomstige militieplichtigen loopt de
cursus over twee achtereenvolgende wintertijdper-
ken; voor de adspiranten voor het Reservekader
over één wintertijdperk.
Het onderricht heeft plaats ten minste 4 uren per
week; het begint 1 October of zoo spoedig mogelijk
daarna, en duurt tot einde Januari.
De aanmelding tot deelneming aan het onderricht
moet geschieden vóór 1 Juni eerstkomende,
Ier Secretarie bij den Burgemeester op de werkda
gen, des voormiddags van 9 tot 2 uur alwaar verdere
inlichtingen kunnen worden verkregen en de vol
ledige regeling dezer aangelegenheid voor belang
hebbenden ter inzage ligt.
Jongelieden, die op lJunie.k. nog niet militie-
plichtig waren, of, wel militieplichtig zijnde, doch
zich ter zake van uitoefening van of opleiding tot
landbouw, handel of nijverheid enz. buitenslands
bevinden en eerst na 1 Juni in Nederland terug-
kecren, kunnen zicb ook na genoemden datum,ndts
vdór den aanvang van het onderricht, tot deelne
ming aanmelden.
Voor hen geschiedt de aanmelding zoo tijdig mo
gelijk rechtstreeks bij den Inspecteur der Infanterie
tc 's-Gravenhage, onder opgaaf van het juiste adres
van den belanghebbende en van de Gemeente waar
hij het onderricht wenscht bij te wonen, en onder
overlegging van de bescheiden, waaruit blijkt, dat
hij tot het doen zjjner aangifte vddr I Juni niet was
gehouden.
Jongelieden dezer categorie, die reeds in dit jaar
moeten loten en van wie alzoo te voorzien is, dat zij
wellicht slechts gedurende een wintertijdperk het
onderricht kunneu volgen, zullen, zoo zij in eene
garnizoensplaats wonen of zich daartoe naar eene
naburige garnizoensplaats willen begeven, in de ge
legenheid gesteld worden in te halen, hetgeen zij
door het niet-bijwonen van het onderricht in het
vorig wintertjjdperk hebben verzuimd.
Latere aanmelding voor het onderricht is ook toe
gelaten voor lotelingen, die in het vorig jaar reeds
hebben geloot, en in verband met het door hen ge
trokken nummer in aanmerking komen eerst in bet
aanstaande jaar bij de militie te worden ingelijfd.
Voor deze categorie van militieplichtigen moet de
aanmelding geschieden bij den Officier, met het on
derricht belast, en wel bij de aanvang van het eerste
oefeningsuur in den aanstaanden winter.
In dc eerste helft van Januari a.s. zal voor hen,
die in aanmerking komen om in het volgend jaar bij
de militie te worden ingeljjfd, gelegenheid worden
gegeven tot het verwerven van een bewijs van voor
geoefendheid.
De bewijzen van voorgeoefendheid zijn drieëlei:
een bewijs van militaire bekwaamheid;
een bewijs van lichamelijke geoefendheid, en
een bewijs van militaire bekwaamheid èn licha
melijke geoofendheid.
Dc lotelingon, dio een dezer bewijzen verwerven,
worden, op hunne aanvrage,ingelijfd bij het korps
en geplaatst in het garnizoen hunner keuze, voor
zoover zij daartoe geschikt zjjn en dit met de belan
gen van den dienst is overeen te brengen. Bezitters
van hot io de laatste plaats genoemde bewijs hebben
echter in deze den voorrang boven bezitters van een
der beide eerstgenoemde bewijzen.
De houders van een bowjjs van militairo bekwaam
heid èn lichamelijke geoefendheid hebben bovon-
dion aanspraak om voor anderen in aanmerking to
komon tot inljjving voor korte oefening (vier
maanden).
Aan het bovenomschreven onderzoek kan ook
worden deelgenomen door tot korte oefening in
gelijfde lotelingen, in het genot van uitstel van
eerste oefening, die hun vroeger verkregen be
wijs van militaire bekwaamheid en lichamelijke
geoefendheid wenschen tc vernieuwen, ton eindo
daardoor aanspraak to vcrkrjjgon op verlenging
vnn dit uitstel.
Texel, den 3 Mei 1907.
De Burgemeester voornoemd.
W. F. HIÜDINGH.
—0—0—0—