N°* 2065.
Donderdag 4 Juli 1907.
20ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Van week tot week
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
V
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD& DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Texel.
STEMMING
voor don GEMEENTERAAD.
De Burgemeester der Gemeente Texel
brengt ter openbare kennis, dat op Donder
dag den 4 Juli aanstaande van des mor
gens acht tot des namiddags vijf uren, de
stemming zal geschieden ter vervulling
van vier plaatsen in den Gemeenteraad,
wegens periodieke aftreding van de heeren
W. Kz. Bakker, Joh. Sz. Koning, H. Over
en Corn. Tz. Zijm.
De cand'daten in alphabetische volgorde
zijn
BAKKER W. Kz.
EELMAN A. Az.
KONING JOH. Sz.
OVER n.
ZIJM CORN. Tz.
Tevens wordt de aandacht gevestigd op
artikel 128 van het Wetboek van Strat-
recht, luidende
„Hij die opzettelijk zich voor een ander
uitgevende, aan een krachtens wettelijk
voorschrift uitgeschreven verkiezing deel
neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste EEN JAAR.
Texel, den 25 Juni 1907.
De Burgemeester voornoemd,
HIDDINGH.
STEMMING
voor den Gemeenteraad.
De Burgemeestor der Gemeente Texel
brengt ter openbare konnis, dat op Donder
dag den 4 Juli aaustaande, van des mor
gens acht tot des namiddags vyfuren, de
stemming zal geschieden ter vervulling
van een plaats in den Gemeenteraad wegens
vacature ontstaan door de ontslagname van
den heer P. Keijser.
De candidaten, in alphabetische volgorde,
zijn
DIJT, J. S.
KEIJSER, R. P. Cz.
Tevens wordt de aandacht gevestigd op
artikel 128 van het Wetboek van Stratrecht
luidende
„Hl] die opzettelijk zich voor een ander
uitgevende aan een krachtens wettelijk
voorschrift uitgeschreven verkiezing deel
neemt wordt gestrait met gevangenisstraf
van ten hoogste EEN JAAR."
Texel, den 25 Juni 1907.
De Burgemeester voornoemd,
HIDDINGH.
JACHT.
De Burgemeester der gemeente Texel
maakt bekend dat de navolgende publica
tie is aangeplakt
De Commissaris der Koningin in de pro
vincie NoordhollaDd,
Gelezen het besluit van Gedeputeerde
Staten dier provincie dd. 12 Juni 1907 no.31;
Gelet op art. 11 der „Jagtwet";
Brengt ter kennis van belanghebbenden:
dat de jacht op waterwild in dit gewost
zal worden geopend als volgt
in don kriög, begrepen binnen den West-
tneschen omringdijk, in de gemeente Pet
ten, in de gemeente Callantsoog, alsmede
in het gedeelte van den polder het Koegras,
gelegen onder de gemeente Helder, op
Zaterdag 13 Juli 1907, met zonsopgang:
op het eiland Texel, met uitzondering
van den polder Eijerland, op Zaterdag 10
Augustus 1907, met zonsopgang, en
m de overige deelen der provincie, dus
7°adeoD, PT0l?.er EÜerland op Texol, op
aterdag 27 Juli 1907, met zonsopgang.
En zal deze in het Provinciaal Blad wor-
v!n &epla?'st en ™orts in elke gemeente
van NoordhollaDd worden aangeplakt.
Haarlem, 20 Juni 1907,
De Comm. der Koningin voorn.,
VAN TIENHOVEN.
Texel, den 2 Juli 1907.
Do Burgemeester voornoemd,
HIDDINGH.
INVORDERING
'S RIJKS directe belastingen.
De Burgemeester der Gemeente Texel
maakt bekend, dat het kohier no. 1 der
BELASTING op BE0RIJFS- en ANDERE
INKOMSTENover het dienstjaar 1907/8,
invorderbaar verklaard op den 27 Juni
1907, aan den Ontvanger ter invorde
ring is ter hand gesteld en ieder daarop
voorkomende belastingschuldige verplicht
is zijnen aanslag, op den bij de wet be
paalden voet, te voldoen.
Texel, den 29 Juni 1907.
De Burgemeester,
HIDDINGH.
23 Juni 30 Juni.
Terwijl in de Ridderzaal in onze residen
tie de vertegenwoordigers der verschillende
landen samen kwamen om over den vrede
te spreken, waren in de voorbije week de
vertegenwoordigers van het Nederlandsche
volk in de parlementszaal bijeen om de
begrooting van oorlog te behandelen. Dat
kan op zich zélf beschouwd een contrast
genoemd worden maar daarin stemden
toch beide hooge vergaderingen overeen
dat bet er zeer vredig toeging. Onze spik
splinternieuwe minister van Oorlog generaal
Van Rappard had het genoegen zonder veel
strijd zjjn begrooting aangenomen te zien
in tegenstelling met den strijd die den
vorigen oorlogsminister te voeren had en
waarin hij zelf het loodje moest leggen.
Veel oppositie was echter ook niet ver
wacht nu de minister de kwestie van het
blyvend gedeelte, het twistpunt bij het
vorig oorlogsdebat uitzijn begrooting had
gelaten. Dat wil nu niet zeggen dat het
bljjvend gedeelte onbesproken zal blijven,
want de minister heeft een afzonderlijk
wetsontwerp daaromtrent ingediend. Een
kwestie van voorzichtige politiek voorzeker.
De nieuwe minister ontmoette echter
nog wel eenige bezwaren, maar de manier
waarop hij die weerlegde was niet zonder
verdienste en welwillend, wat hem eenige
tegemoetkoming der Kamer bezorgde. Hij
deed zich kennen als een flinken spreker
en de indruk die zijn optreden bij het
oorlogsdebat maakte was dan ook over 't
geheel zeer gunstig.
Een minder goed figuur maakte zjjn
ambtgenoot, de minister van marine. Daar
is in de Kamer en de pers heel wat over
gezegd, 't Ging over het korps mariniers
en de heeren vonden by de behandeling
van het desbetreffende wetsontwerp de
houding van den minister wel wat al te
onvast. Een half jaar geleden wilde de
minister het korps mariniers inkrimpen,
doch niet opheffen en thans was de rol
omgekeerd, geen inkrimping maar opheffing.
Dat vonden enkele heeren al wat vreemd,
maar hun verbazing steeg ten top toen de
minister na Dinsdag verklaard te hebbeD,
dat hij tot eenig uitstel niet geneigd zou
zjjn, Woensdag reeds weer van totale
ommekeer blijk gaf door toe te stemmeD
de zaak eenige maanden uit te stellen.
Die weifelende houding bracht den heer
Hugenholtz in vuur en vlam en met bij
zondere vinnigheid slingerde hij zijn ban
bliksems naar het hoofd van den heer
Cohen Stuart er don wensoh aan vast-
knoopende dat in December een nieuwe
minister achter de groene tafel mocht heb
ben plaats genomen.
Ook de heer Thomson, was uit zijn humeur
en hij bood de Kamer z'n verontschuldi
gingen aan, dat hij eerder eens den minister
eon pluim op z'n steek had gestoken
Ernstige gevolgen zal dit incident wel
niet hebben, maar voor den betrokken
minister is zoo'n opffissching toch verre van
aangenaam.
Nu we toch een en ander van de Kamer
hebben gezegd dient ook nog even vermeld,
dat de heeren het bijltje er voorloopig bij
neergelegd hebben om van het werk eens
wat uit te rusten. De kamer is op recés
of in gebruikelijke spreekwijze uit te druk
ken, met vacantie.
Dat wil zeggen de Tweede Kamer, niet
ons Hoogerhuis, dat zich bezig houdt met
het Arbeidscontract. De behandeling van
dit wetsontwerp was met zekere belang
stelling te gemoetgezien. Blijkens het voor
loopig verslag was de ontvangst in de
afdeelingen voor den Minister ver van be
moedigend. Echter nu enkele sprekers het
woord hebben gevoerd begint de parlemen
taire hemel wat op te klaren en wordt met
eenige zekerheid voorspeld dat de Eerste
Kamer het Arbeidscontract niet zal ver
werpen.
Natuurlijk eeD verrassing is niet uitge
sloten en elke profety, hoe stellig ook
geuit, heeft zich niet altijd bewaarheid.
Dit laatste zal misschien ook gezegd
kunnen worden van de profety die in de
voorbije week sommige bladen deden hooren.
Daartoe gaf de uitslag van de herstemming
in Friesland aanleiding. De liberalen in
de Staten daar zijn van 27 op22 gedaald;
daartegen over staan 20 kerkelijken en er
tusschen in de 8 sociaal-democraten. Deze
laatsten hebben daardoor hèel wat te zeggen,
omdat ze in verschillende zaken wellicht
den doorslag zullen moeten geven. Ge
noemde bladen meenen nu dat de libera
len wel 'n beetje voor de socialen moeten
over hebben en hun ook een zetel gunnen
in de Eerste Kamer. Zooals men weet
zullen de verkiezingen daarvoor binnen
eenige dagen plaats hebben en nu acht
men Mr. van Houten de man die zijn
zetel zal moeten afstaan aan een socialist
in dit geval dan den heer Tak.
't Is intusschen enkel een profety en
er moet voorloopig niet meer waarde aan
gehecht worden. Onmogelijk is het echter
niet.
—oo o—
Het Engelsche Lagerhuis heeft den strijd
aangebonden tegen het Hoogerhuis. Zooals
men weet was de toestand al lang niet
meer zooals het hoorde, waartoe het op
treden van de Lords alle aanleiding had
gegeven. Het liberale kabinet-Bannerman
dat de overgroote meerderheid van het
Lagerhuis achter zich heeft, beëft nu zoo
ongeveer anderhalf jaar de teugels van het
bewind in handen maar het heeft tot nog
toe weinig tot stand knnnen brengen, een
voudig omdat het Hoogerhuis telkens het
wiel van de parlementaire wetgeving tot
stilstand bracht. Eenige wetsontwerpen
door het Lagerhuis aangenomen werden
door de Lords zoodanig geamendeerd, dat
ze haast onherkenbaar waren. Zeeronplei-
zierig voor de regeering natuurlijk telkens
de wetten van het Hoogerhuis terug te
moeten ontvangen en zonder daartegen
ook maar het minste te kunnen doen. Zo
kan de balsturige heeren niet naar huis
zenden, om de eenvoudige reden, dat de
lords voor hun leven zitting hebben.
Intusschen werd de toestand al
gespannener. De strijd begon toen het
Hoogerhuis de wet tot afschaffing van het
meervoudig kiesrecht (tegenwoordig kiezen
sommige groot •industrieelen wel in zes of
zeven districten soms). Later gebeurde
hetzelfde met de wet op de arbeidsgeschillen,
waarbij o.a, de kassen der vakvereenigingen
niet meer aansprakelijk werden gesteld
voor schade door staking geleden, en ten
slotte zette de terugzending van de onder
wijswet de kroon op het werk van het
Hoogerhuis. Daarmee was evenwel ook
het geduld van het Kabinet uitgeput en
de onderwijswet werd na enkele kleine
wijzigingen naar het Hoogerhuis terug
gezonden. Daar het ontwerp echter niet
meer in het zittingsjaar behandeld kan wor
den, werd het zooals in Engeland aan
het einde van de zittingsperiode met alle
onafgedane ontwerpen gebeurt ingetrokken,
waardoor al het werk van regeering &n
Lagerhuis op niets uitliep.
Natuurlijk werd uitgezien naar middelen
om aan dergelijke toestanden een einde te
maken en de macht van de Lords te
fnuiken. En met dat doel kwam nu de
regeering met een ontwerp en daarmee heeft
Bannerman den strijd met het Hoogerhuis
aangebonden. Het wetsvoorstel houdt in
dat de macht van het Hoogerhuis om wets
voorstellen te verwerpen of te wijzigen bjj
de wet zoodanig wordt beperkt dat binnen
de grenzen van de Parlementszitting, de
beslissing van het Lagerhuis den doorslag
zal geven.
De heer Bannerman gaf een toelichting
waarbij hij uiteenzette dat hij door een
motie de zekerheid wilde, verkrijgen, dat
het Lagerhuis en het land achter de re
geering zouden staan, waaraan hij niet
twijfelde omdat het Lagerhuis alleen gezag
heeft de meening der kiezers uit te spreken.
„Maar" vervolgde de premier „wat geeft
het of de kiezers afgevaardigden kiezen
wanneer met hun meening geen rekening
wordt gehouden Als het Huis der Lords
het beter weet dan het Lagerhuis welk
nut heeft dan het Lagerhuis?"
Nadat vooraf een voorstel van een der
leden om het Hoogerhuis op te heffen ver
worpen was, ging het Lagerhuis met het
regeeringsvoörstel mede.
Wil het Hoogerhuis dit voorstel niet
aanvaarden dan zal een commissie uit
beide Huizen trachten de geschilpunten op
te heffen. Wil het Hoogerhuis dan nog
niet dan zal het Lagerhuis een nieuw ont
werp aannemen, zoo noodig nog weer door
een gemengde commissie onderzocht en
nemen de Lords het voorstel dan nog niet
aan dan wordt dit tweede wetsontwerp
opnieuw in het Lagerhuis ingediend, om
snel alle stadiën te doorloopen. Vervolgens
wordt het opnieuw naar het Hoogerhuis
gezonden met de mededeeling, dat wanneer
dit het ontwerp in dien vorm niet zou
aannemen het over de hoofden der Lords
gevoteerd zal worden.
De strijd is hiermee aangebonden en met
belangstelling zal zeker de houding der
Lords tegemoet worden gezien.
—o—o—o—
Over Frankrijk kunnen we ditmaal kort
zijn. De toestand is er iets kalmer gewor
den doch noch verre van geruststellend.
De leiders der beweging bevinden zich
achter slot en grendel maar nieuwe strijd-
comite's zijn al weer gevormd. In de Kamer
heeft Clemenceau heel wat moeten hooren
over zijn optreden tegen de wijnboeren
maar toch was de meerderheid aan zijn
zijde, zoodat verwacht mag worden dat hij
op den ingeslagen weg zal voortgaan om
den opstand te dempen. Of t hem gelukken
zal? Met zekerheid is daarvan nog niets
te zeggen.
Ook uit Portugal kwamen in de laatste
dagen verontrustende berichten. In Lissabon
en Oporto zijn de gemoederen zeer onrustig
en het kwam er zelfs tot volslagen oproer
tegen de regeering, waarbij zelfs dooden
vielen.
Ook in Italië gist het. De bevolking kant
zich daar tegen de verhoogde legeruitgaven
die de regeering wenscht te doen. In de
Kamer is daar op rumoerige wijze tegen
te velde getrokken en er zullen nog wel
meer rumoerige zittingen komende zijn.
Zoo zien we in het zuiden overal de
wolken samenpakken.
Wat zal de toekomst brengen
—o—o—o—
TEXELSCHE COURANT,