INGEZONDEN STUKEEN. De heer P. J. L. F. Baumann, thans ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Gorinchem werd in gelijke betrekking benoemd te Meersen. De Cocksdorp, 12 Aug. Op de landerijen, behoorende bij de boerenhofstede „Rotterdam," huurder de heer C. Slot, is een graanmaaier zelfbiuder in werking, welke zeer voldoet. Het graan wordt door de machine afgesneden, tot een bos gevormd, met een touw vastgebonden en daarna op zij geworpen, Ze loopt op één groot, breed wiel, terwijl het uiteinde van het mes op een kleiner wiel rust en wordt door twee paarden gemakkelijk voortbewogen. Daar het land van greppels is voor zien, moet langs den kant van elke meet eerst een strook op de gewone manier worden verwijderd, daar anders de paarden dit graan [zouden vertrappen. De machine is de Massey-Harris uit Canada en is geleverd door de firma de Wed. J. C. Massee en Zoon te Goes. Voor je pleizier uit. Donderdag is te Schagen door den hevigen wind de tent van het circus Karoly, tijdens eene voorstelling in elkaar gewaaid. Persoonlijke ongelukken kwa men niet voor. Een kleine honderd menschen waren in de tent toen de hevige wind in de pauze het gevaarte van linnen en zeil doek zoodanig teisterde, de steunhouten kraakten en afbraken. In een oogenblik lag alles ter aarde en moesten de bezoe kers, kruipende van onder het zeilwerk en tusschen het houtwerk door, een goed heenkomen zoeken. Gelukkig ge beurde het ongelijk in de pauze en was er geen paard in den circus. Persoon lijke ongelukken hadden er wonder boven wonder, niet plaats. De materieele schade voor de ondernemers echter is groot. Duur glaswerk en kostbare lampen wer den verbrijzeld, terwijl veel houtwerk en zeildoek groote averij bekwam. Eene waarschuwing. In het N. v. d. D. wordt gemeld, dat wegens het niet nakomen van de ver plichting tot aangifte van het heerschen van mond- en klauwzeer onder zijn vee, van den landbouwer J. C. te Ooster- Blokker (N. H.), acht koeien in beslag zijn genomen en afgemaakt. Wy wenschen dan te beginnen met den laatsten zin van de z. g. inleiding, waarin wordt gezegd „Er zyn geen erger dooven, dan zy, die niet willen hooren," omdat zij van meening zyn M. d. R., dat niemand van de waarheid dier woorden zich tegen woordig meer overtuigd zal gevoelen dan de heer J. P. Bosman zelf. Immers had hij aan onze rechtmatige verzoeken gevolg gegeven, deze strijd was zeer zeker niet ont staan. Dat deze strijd niet zou worden gevoerd om beginselen, zijn wij niet met hem eens, te meer waar die wordt geconstateerd uit de bewering, dat die beginselen dan niet 25 jaren onbekend zouden zijn gebleven. Het beginsel, waarom het gaat, bestaat reeds lang; het heeft slechts ontbroken aan het initiatief tot uitvoering brengen daarvan. Was het geen beginselstrijd, dan moest het zijn een strijd om persoonlijk winst te behalen en dat dit niet het geval is, weet de heer Bosman te goed en dat dit juist het belangrijke wapen is om ons ter overwinning te voeren, voelt hij ook zeer goed. Dat men den heer Bosman graag het veld zag ruimen is thans niet de wensch van eenige menschen, maar van bijna geheel Texelde door hem ironisch aangehaalde solidariteit zal. hopen we, daarvan doen blijken. Met den heer Bosman achten wy de Texelaars niet zoo onnoozel, dat ze zich door hem zullen laten vangen, want wan neer ze het verleden herdenken, dan weten ze precies, wat ze in de toekomst van de firma Bosman hebben te wachten. Wij begrijpen ook niet hoe de heer B. durft te verklaren, dat de „Baron Rengers" in zeewaardigheid achter staat by dc „Kam pioen," van welk laatstgenoemd schip het rapport van expertise zegt, dat de platen zoo dun zjjn, dat bij stooten op een drijvend voorwerp, een ongeval niet is uitgesloten of wel dat verschuiving van een deklading van 6000 KG. voor dit vaartuig bedenke lijke gevolgen kan hebben, terwijl de maxi mum deklading voor dit schip 10000 KG. is. De heer Bosman verklaart, dat hy thans zeer goedkoop zal gaan varen en dat dit hem geld zal kosten, doch dat heeft hy er voor over en spreekt van een lichtpunt voor de Texelaars. Zy zullen, zoolang de concurrentie duurt, vooreen schyntje varen, althans als zy van zyn boot gebruik maken, waarop hy vast en zeker rekent. M. d< R. hier geeft de schrijver blijk de Texelaars niet voldoende te kennen, immers was dit wel het geval, dan moest hy weten, dat het de Texelaars niet te doen is om voor een schijntje te varen, maar dat er andere grieven bij hen bestaan. De komende strijd zal dat duidelijk maken. Wij zyn overtuigd dat de Texelaars te goed begrypen waarom het te doen is; het is geen stryd om een dubbeltje hooger of lager tarief voor personen-vervoer, dat laten zij zich op den duur niet wijsmaken door den heer Bosman, gedachtig aan zijn woorden: ty- delijk kunnen de menschen gehypnotiseerd worden, doch niet voor altijd. Al het geschrijf van den heer Bosman doet ons vermoeden, dat hij zich bezorgd maakt over den komenden strijd. Wij meenen geheel ten onrechte, doch mocht hij dit niet van ons willen aannemen, dan geven we hem den raad zich tot den Offi cier van Justitie of hulp-off. van Justitie te Texel te wenden om politiegeleide op zijn boot. Het slot doet ons vermoeden, dat de hypnotiseur nogmaals voor den dag komt, thans niet in den persoon van den genees heer, doch in den persoon van den heer Bosman zelf. Immers in zijn stuk wordt ons leukweg meegedeeld, dat de tarieven vrywillig zijn verlaagdof niet alle Texelaars uieten, dat deze uerlaging alleen is het uitoloeisel uan het optreden dezer commissie. Mijnheer de Redacteur, wij eindigen thans onder dankzegging voor de ons afgestane plaatsruimte en geven U de verzekering, dat we niet voor het laatst van Uwe gast vryheid hebben gebruik gemaakt. De Hoofdcommissie Adr. Wagemaker. H. Flens. H. Over. H. Haakman. De commissie van bijstand: Mr. W. F. Hiddingh. G. J. O. D. Dikkers. R. P. Keijser Cz. P. A. Dros, J, C. Visser. Aug. C. Keijser. Aan den Weledelgestr Heer Mr. J. P. Bosman, Directeur der My. Alkmaar Packet te Alkmaar. "Weledelgestrenge Heer! Naar aanleiding van uwe advertent'e in de Texelsche Courant, waarin U „zich verplicht acht te publiceeren, dat door do experts vanwege den Minister benoemd, omtrent de Kampioen een verklaring van zeewaardigheid is afgegeven" - noodig ik U beleefd uit deze verklaring, of althans de conclusie daarvan in deze courant te pu bliceeren. Deze openbaarmaking kan niet anders strekken dan tot geruststelling van diegenen die met de Kampioen zouden overvaren, en die nu met onstuimig weder eenigszins huiverig zijn deze boot te betreden, en zij zal bovendien Uw eigen bolang beter dienen dan de bovenvermelde advertentie, omdat het reizend publiek daardoor onge twijfeld beter ingelicht zal worden. Vertrouwende, dat TJ het met mij eens zal zijn, dat het laten schijnen van het helderste licht in deze zaak onmiddelijk een einde zal maken aan alle verkeerde voorstellingen. Hoogachtend, R. LUYTEN. Burg op Texel, 13 Aug. 1907. EENDRACHT HAAKT HACI1T. 15 Augustus 1907. EEN PAAR COUPLETJES. ZangBoeren, Transvaal. Luid klinkt een kreet aan 't Noordzee-land Ver boven Hollands kust, Een antwoord aan de dwing'landy, Van 't volk, zich zelf bewust: 't Is Texel waar een strydkreet klinkt, Een strijdkreet voor zyn recht, Omdat dat kleine volk niet wil j. Door 't kapitaal geknecht, Daarom klinkt uit veler monden Weest solidair, weest solidair! Ge zult niet gaan ten gronde Zy de leuz' slechts ...Solidair! Doch solidair niet enkel leuz' Zij biyk' ook in practyk Het geldt voor man, voor vrouw, voor kind, Het geldt voor arm en ryk Als één man voor het recht te staan Voor 't eigen goede recht, Dat is den dwing'land af te slaan, 't Isniet te zyn geknecht. Is 't kapitaal ook machtig, Ook solidair, zet krachten by, 't Maakt kleine volken krachtig, En zoo'n klein klein volk, zyn wy. Andrij. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Alkmaar. 12 Augustus 1907. Mijnheer de Redacteur Er is een Fransch spreekwoord, dat zegt, dat het moeilijk is iedereen tevreden te stellen. Wanneer wij, na meer dan een kwart eeuw den dienst tusschen Texel en het Nieuwediep zonder eenig ongeluk en met de grootste regel maat te hebben vervuld, niet dadeljjk dien dienst uitscheiden om voor een vaarlnstig geneesheer onze plaats te ruimen. Wanneer wij, erkennende de steeds toenemende eischen van het verkeer, ons bereid verklaren eene nieuwe stoomboot in de vaart te brengen en overgaan tot de verlaging der tarieven, Wanneer wij, bedreigd met eene concurrentie, waarbij zelfs «Toontje Solidair" uit de kast wordt gehaald, gedwongen worden de tarieven nog meer te verlagen, Dan trekt u daaruit de gevolgtrekking, dat wij of vroeger te veel hebben laten betalen,öf thans onverstandig handelen. In ieder geval is uw afkeurend oordeel gereed. Inderdaad, het is niet gemakkelijk u tevreden te stellen. Evenmin als dat het geval was met de Texelsche heeren, alias den geneesheer Wagemaker. Er zijn menschen, die niet willen te vreden gesteld worden. Er zijn geen erger dooven dan zij die niet willen hoören, Om beginselen wordt deze strijd niet gevoerd. Het zou wel zot zijn, wanneer deze beginselen nu plotseling waren ontdekt, na 25 jaren onbekend te zijn gebleven Het is er eenige menschen om te doen ons van onze plaats te dringen. Daartoe wordt, als armzalig voorwendsel gebezigd de bewering, dat de tarieven nog een dubbeltje voor de retours 2e kajuit en 2 dubbeltjes voor de retourbiljetten le kajuit goedkooper kunnen. En om deze verdachte lading te dekken wordt de vlag van «Toontje Solidair", uit de stakings dagen bekend, voor den dag gebaald. De Texelaars zouden wel zeer onnoozel moeten zijn, wanneer z'rj zich zoo lieten vangen. Het is inderdaad voor hen een prettig vooruit zicht Zij mogen niet ar.ders, gaan dan met de ge huurde vrachtboot van bun geneesheer. Zij worden door hem gestraft met de ergste straffen van uitsluiting wanneer zij hem niet de klandizie geven. Vermoedelijk heeft die geneesheer, in de vrije uren die hem de praktijk schijnt te laten, veel aan suggestie gedaan. Hij heeft thans een rnim veld van proefnemin gen op al de bewoners van Texel. Prettig vooruitzicht voor de Texelaars. Het mooiste is, dat de boot «Baron Rengerse, die ons te voren door Gebroeders de Groot in huur was aangeboden voor f 220,00 per weck, door ons als ondoelmatig en onbruikbaar was af gekeurd Met dat vrachtbootje meenden wij niet bij de Texelaars te kunnen komen. Het staat èn in zeewaardigheid èn in inrichting niet onbelangrijk achter bij de Kampioen. De door hun dokter geterroriseerde Texelaars zullen gelegenheid hebben zich te overtuigen van de weelde der zeereis op die schroefboot. Slingeren zullen zij en zeeziek worden, zonda nig dat de medische hulp, waarvoor wel aan boord door den deskundigen ondernemer gezorgd zal worden, r.iet overbodig zal zijn, En zij kunnen zich dan vermeien in het genot, dat zjj juist precies het tarief betalen, wat de dokter heeft vastgesteld! Wij gaan nu zeer goedkoop varen, wat ons geld zal kosten. Welnu, mijnheer de Redacteur, dat hebben wij er voor over. Dit is voor de Texelaars althans een lichtpunt. Zij zullen, zoolang de concurrentie duurt, voor een schijntje varen, althansvoor zoover ze dur ven ongehoorzaam te zijn aan hun dokter, aan u en aan Toontje En dat zullen de inwoners van Texel duiven; maak U daaromtrent niet de minste illuzie. Tijdelijk kunnen de menschen gehypnotiseerd worden. Tijdelijk kan laster, verdachtmaking, marktge schreeuw en bangmaken iets uitwerken. Maar op den duur niet. Het gezond verstand van de Texelaars is ons daarvoor een volkomen waarborg. Het publiek laat zich op den duur niet terrori- seeren, noch door de krant noch door den genees heer noch door wien ook. En het zal kiezen dat vervoermiddel, waarvan het het meeste profijt en het meeste gerief heeft en dat het best voldoet. En dan Dan zal de wraak verschrikkelijk zijn, heeft men geschreven. Eilieve welke wraak De wraak op het publiek, wanneer dit de zotte onderneming Wagemaker den rug toekeert Wraak dan op den dokter Wagemaker? Wij zullen niet op hem schieten daaromtrent behoeft hij zieh niet ongerust te maken. De bedoeling zal wel zijn, dat wij na de concur rentie onze tarieven zullen verhoogen. Het is al zeer onwaarschijnlijk, dat wij hooger tarieven zullen stellen dan de tegenwoordige, die wij geheel vrijwillig hebben verlaagd! Dit ligt allerminst in onze bedoeling. Integendeel, wij hopen dat uit deze concur rentie dit nut zal geboren worden, dat het vervoer zich meer zal ontwikkelen. Dan zullen wellicht in de toekomst lagere tarieven mogelijk blijken, dan thans bij ons bestaan. Niemand zal zich daarover meer verheugen dan de ondergeteekende. Hoogachtend, Mr. J. P. BUSMAN. Wij meenden de opname van het bovenstaande niet te moeten weigeren. Verder hebben wij er niets aan toe te voegen. (Red.) Geachte Redactie Door de welwillendheid van den Heer W. C. Reij, kregen wij inzage van het door den heer Bosman ingezonden stuk. Veronderstellende dat dit zelfde epistel ook bij uwe redactie ter plaatsing is ingekomen, verzoeken wij bet volgende als antwoord op het inge- zondene van den heer Bosman te willen opnemen. Verbaasd waren wij dat, terwijl de heer J. P. Bosman in zijn ingezonden stuk in de Texelsche courant van 13 Juli schreef, dat de debatten met zulke menschen (i.e. eerstondergeteekende) zijn gesloten, de heer Bosman heden weer met een dito stuk voor den dag komt, vol hatelijkheden aan het persoonlijk adres van den geneesheer Wagemaker, zonder echter een enkel argument ten beste te geven, dat pleit voor de rechtvaar digheid van zijn zaak. Letterlijk niets zegt hij in dit groote epistel ter verdediging van zijn zaak, en geeft daarmee zijn onmacht te kennen en het bewijs dat deze absoluut niet te verdedigen is. Alvorens het ingezondene van den heer Bosman te gaan ontleden moeten wij eerst in het midden brengen, dat de heer Bosman, waar hij iets zegt van of aan het adres van den geneesheer Wage maker, hij dit voortaan moet doen van of aan het adres van de hoofdcommissie, waarvan de heer Wagemaker toevallig de voorzitter is. Alles wat tot nu toe gedaan, gesproken, en geschreven is, nemen wij (zie bet rapport) voor nu en voor 't vervolg voor onze gemeenschappelijke rekening. De heer Bosman weet of hij kan het althans weten, dat de strijd die op 't oogenblik bestaat, door bem had kuuen worden vermeden, als hij aan de alleszins billijke eischen der Texelaren had tegemoet willen komen. En niemand minder dan de eerst ondergeteekende is hetgeweest,die daarvoor den weg heeft gebaand. Wat toch is het geval Toen op de eerste vergadering van 10 A pril de enorme klachten over den stoomboot- dienst TexelNieuwediep werden behandeld en door alle aanwezigen gegrond werden bevonden, was de algemeene opinie dat van eene bespreking met de firma Bosman absoluut geen heil was te verwachten, en toen was het juist eerstonderge teekende die met kracht heeft gepleit voor de noodzakelijkheid om van de firma Bosman te trachten te verkrijgen wat in ons oog het meest gewen8cbte was. Hij overtuigde de vergadering, na gewezen te hebben op het goede in den dienst van de firma Bosman dat wij moreel verplicht waren, de firma Bosman in kennis te stellen met onze grieven en te trachten van en door haar te verkrijgen wat wij wenschten nl. betere zeewaardige booten, verlaging van personentarief, verlaging vracht tarieven en geen willekeur daarbij, beter ankergerjj, meer en beter reddingmateriaal aan boord enz. Naar aanleiding juist van het gesprokene van eerst ondergeteekende, is de vergadering er toe overgegaan een commissie te vormen, bestaande uit de heeren Wagemaker, II. Flens, II. Over en H. Haakman, als vaste en de heeren Mr. Hiddingb en G. J. O. D. Dik kers als plaatsvervangende leden, ten einde met de firma Bosman te confcreeren en oude grieven en eischen tot verbetering te bespreken. Dat het absoluut geen persoonlijke kwestie van den heer Wagemaker tegen den heer Bosman was bleek ook wel uit de besprekingen op die conferen tie, die zeer aangenaam van toon waren en waarvan de heer dir. J- P. Bosman getuigde, dat het hem zeer aangenaam was geweest deze wisseling van gedachten met ons te hebben gehad, waarna hij zeer hartelijk van ons afscheid nam. Nadat de heer Bosman ons toen had verlaten waren wij commissieleden eenparig van oordeel dat door de firma Bosman nan al onze billijke eischen zou worden voldaan. En werkelijk, mijnheer de Redacteur, als de heer Bosman zich voldoende rekenschap had gegeven van de omstandigheden als hij voldoende menscken- kennis had bezeten, dan had hij moeten gevoelen dat de beweging veel ernstiger was (al» bij vroegere gelegenheden, dan had hij moeten begrijpen dat het geen storm in een glas water was, maar dat bij de meeste menschen het water tot aan de lippen was gestegen, en dat eindelijk de Texelaren op het punt waren hun boeien te verbreken, als zij niet een beetje minder knellend werden gemaakt. Op onze conferentie is den heer Bosman gevraagd of bij in den grond van zijn hart niet overtuigd was dat de Texelaars een zeer goedaardig kalm men- schensoort was, omdat zij niet reeds 25 jaar lang hef tig hadden geprotesteerd tegen het misbruik, dat de heer Bosman van zijn monopolie had gemaakt. De heer Bosman gaf daarop geen antwoord doch hoorde het lachend aan, maar hij had moeten begrijpen dat de maat vol was en dat de kalmste mensch, tot het uiterste getergd, eindelijk van zich af begint te bijten en dan niet gemakkelijk tol bedaren is te brengen, Had hij dat begrepen, en had hij gehoor gegeven aan onze rechtmatige eischen, dan was de afloop zeker meer in overeenstemming met ons aller wensch geweest. De uitslag van het vervolg van ons streven is ech ter geheel anders geweest, dan wij na onze confe rentie hebben vermoed (het zou ons te ver voeren dit alles weer mede te deelen) en heett eindelijk den strijd die in 't vervolg zal worden gestreden te voorschijn geroepen. Mijnheer de Redacteur, wij herhalen het nog maals, van 't begin af is 't ons streven geweest van de firma Bosman te verkrijgen, wat wij wenschten. Al onze handelingen waren gericht tegen de directie der firma en nooit was teen persoonlijke kwestie. Dit heeft de heer Bosman er zelf van gemaakt met zijn ingezonden stuk van 13 Juli, dat nir.t an ders bevatte dan persoonlijke hatelijkheden, die met de kern der zaak niets te maken hadden. Wilden wij in persoonlijke hatelijkheden verval len, dan was daar ruimschoots gelegenheid voor, want dc naam Bosman is daarvoor op Texel ook voldoende bekend. Wij zouden ons echter schamen over een vieze taktiek, zooals de heer Bosman volgt en zijn niet kleinzielig genoeg om ons naar zijn voorbeeld te richten, want van ons standpunt uit gezien, is de zaak te nobel en te verheven om haar door der gelijke toevluchten te bezoedelen. En nu, Mijnheer de Redacteur, wenschen wij nog met een enkel woord te reflecteeren op bo venstaande, misschien dat wij er later nog eens op terugkomen, omdat de heer Bosman ons niet af te veel tijd heeft gelaten. Arie Dros Az. H. W. Keesom. J. S. Dijt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1907 | | pagina 2