c
Gemeenteraad van Texel.
Wat nu art. 13 aangaat. By mijn aanvraag
is opgegeven de breedte van den weg terwyl
de richting indertijd reeds was aangegeven
door den concessionaris van de tram. Bij
het toestaan mijner aanvraag voor den aan
vraag werden geen bepalingen gemaakt om
trent richting, hoogte, enz en ook later werd
daar niet over gesproken zoodat ik recht had
zelf er over te beslissen. Spr. meent dat
men B en W in deze niets kan verwijten en
hun college niet in gebreke is geweest.
De heer ICeesom meent zeker te weten, dat
indertijd de aanvraag werd behandeld er voor
te hebben gestemd op voorwaarde dat de
huizen minstens 1 M van den weg moesten
worden geplaatst. Ook had spr. er toen op
gewezen, hoe in andere gemeenten dergelijke
aanvragen werden behandeld. De rooilijn
werd ook niet door den raad vastgesteld
en spr. betreurt dat de znak zoo geloopen is.
De heer Langeveld zegt dat hij gemeend
heeft te handelen in 't belang der gemeente
en dat hij nog jjiet overtuigd is dat art. 13 en
14 in deze zijn gehandhaafd. Spr. had gaarne
dat bedoelde artikelen eens werden voorge
lezen en zegt dat nu wel gehoord is, wat de
heer Dikkers omtrent de zaak in het midden
brengt doch niet wat het oordeel is van den
Voorzitter.
De hr Dikkers antwoordt den hr. Keesom
dat de afstand van de huizen tot den weg 70
c.M. is en zegt van den heer Langeveld
das deze zich er nu afmaakt en voorafin-
lichtingen had moeten vragen voor de motie
te stellen en die later weer in te trekkeD.
De heer Langeveld herhaalt, dat hij heeft
gemeend te handelen in het belang der
gemeente en dat art. 13 en 14 niet werd
toegepast, dat de motie door spr. werd
ingetrokken, kwam omdat alleen de heer
Over haar ondersteunde.
De heer Over verlangt voorlezing van
het raadsbesluit, hetwelk geschiedde, daarop
wijst spr. er nog op, dat de richting ver
keerd is en niet geschikt voor rijtuigen
van of naar de hal, de heer D. ontkent
zulks en beweert dat bij eene breedte van
6 M. men er met 2 lange wagens achter
elkaar nog gemakkelijk kan in- en uitrijden.
Nog wijst de heer Over er op,' dat de
rooilijn door den raad had behooren te
worden vastgesteld.
De heer Dikkers zegt dat dit gelukkig
niet is geschiedt.
De voorz. voegt er aan toe, dat met het
hoekhuis de rooilijn was vastgesteld en er
toen nog geen openbaren weg daar was.
De heer Over meent, dat voor het hoek
huis de gasfabriek werd gezet, doch vol
gens B. en W. werd op 2 Mei de aanvrage
tot bouwing, van den heer Lap, behandeld,
terwijl 11 Juni de aanvrage tot bouwing
van de gasfabriek inkwam.
De heer Over zegt nog niet overtuigd te
zijn, dai de raad niet is misleid.
De discussies worden hierop over dit
onderwerp gesloten en overgegaan wordt
tot punt 2 der agenda.
B\j eerste stemming werden uitgebracht
op den heer Over 4, de heeren Langeveld
en Dikkers ieder 2 en de heeren Mets en
Keesom ieder 1 stem.
Door den heer Langeveld werd daarop
verzocht geen stemmen op hem uit te
brengen, aangezien hij het niet wenschte
te wezen. De heer Dikkers merkt op, dat
de heer L. dit niet mocht doen en hij die
het incident had veroorzaakt, ook voor de
gevolgen zich aansprakelijk moest stellen.
Bij de 2e vrije stemming was de verdeeling
der stemmen als volgtOver 5, Mets 2,
Langeveld, Dikkers en Keesom ieder 1 stem.
Herstemming alzoo tusschen de heeren
Over en Mets, die daarbij respectievelyk
6 en 2 stemmen verkregen, terwijl 2 stem
men in blanco waren.
De heer Dikkers vraagt thans of de stem
ming wel geldig is, nu de heeren Over en
Mets hebben meegestemd. Het artikel
daaromtrent wordt opgaslagen en hieruit
blykt, dat de stemming niet geldig is en
dus moet worden herhaald.
De heer Mets verzocht niet in aanmerking
te komen, waarop de heer Over opmerkt,
dat nu ook door den heer Dikkers aan den
heer M. moest worden gezegd dat dit niet
mocht.
By de thans volgende stemming wordt
de heer Over gekozen met 7 stemmen,
tegen 1 uitgebracht op den heer Mets.
Op de vraag van den voorz. of de gekozene
de benoeming aanneemt, verklaart deze ge
bruik te willen maken van zyn recht het 24
uur in bedenking te houden.
By de thans volgende rondvraag niemand
het woord verlangendo wordt de vergadering
gesloten.
de
w
dc
lil
w;
w
al
w
dc
E
h
U
l
0
GEVONDEN VOORWERPEN.
Gedeponeerd ten Raadhuize:
Een Kuifkam, gevonden in de War
moesstraat.
ZWARE VRACHTEN OP DE WEGEN.
Burgem. en Wethouders van Texel;
Gelet op art. 116 der Politieverordening;
Brengen ter algemeene kennis, dat bij
mogelijk invallend dooiweder, het bij ge
noemd artikel bepaalde maximum tot op
de helft moet worden verminderd, zoodat
over de wegen der Gemeente metgeene
vrachtwagens mag worden gereden welke
met meer dan 625 KG. zijn belast-
Indien twee wagens achter elkaar zijn
aangespannen, zal de achterste met niet
meer dan 500 KG. mogen zijn belast.
Dit verbod is van kracht gedurende
de eerste acht dagen na het invallen
van dooiweder.
Overtreding wordt gestraft met geld
boete van ten hoogste f 10,—
Toxel, den 4 Januari 1908.
Burgem. en Weth. voornoemd,
HIDDINGH.
De Secretaris,
RUIBING.
Hoe kinderen lcunnen doen.
Terwijl de moeder afwezig was, hebben
drie kinderen, een meisje van bijkans
3 jaar, een jongetje van ruim een jaar
en een jongetje van ongeveer 4 jaar, in
de ouderlijke woning aan de Compagnie
straat te Rotterdam, een bus met petro
leum te voorschijn gehaald. Van de
petroleum zich daarin bevindende, hebben
de kleintjes, niet wetende wat zij deden,
eenige petroleum in de brandende kachel
geworpen met het gevolg dat de bus in
brand vloog en alle drie de kinderen
brandwonden bekwamen. De twee klein
sten zijn naar het ziekenhuis gebracht,
waar het meisje spoedig overleed, terwijl
het broertje in ernstig gevaar verkeert.
Het oudste jongetje wordt thuis ver
pleegd. Voor hem bestaat geen oogen-
blikkelijk gevaar.
Geen aangenaam gezelschap.
In den trein van Velsen naar Alkmaar
ontstond een twist tusschen een Eg-
monder en een Enkhuizer visscher. De
twist liep zoo hoog, dat de Enkhuizer
visscher zijn glazen sigarenpijp, dat hij
in den mond had uit woede in zijn hand
stuk kneep met dat gevolg, dat een der
aderen van zijn hand doorgesneden werd.
Het bloed spoot als het ware er uit en
degenen die in de coupé zaten, werden
in een oogenblik met bloed bespat.
Met groote moeite kon men den
woedenden reiziger te Alkmaar uit den
trein krijgen, alwaar de stationchef hem
een gummiband o'm de pols deed, om
het bloeden een weinig te doen ophouden.
Inmiddels werd ook een dokter getelefo
neerd, die spoedig op de plaats aanwezig
was. Zeer lang duurde het voordat het
bloeden ophield.
Be oude zilveren stuiver.
Al wie de kleine zilveren muntstukjes
niet als curiosa wil bewaren zij er aan
herinnerd, dat met 1 Jan. de zilveren
vijfcent-stukken buiten omloop werden
gesteld.
Natuurlijk blijven ze nog geruimen tijd
inwisselbaar, doch niemand behoeft ze
meer in betaling te nemen.
Be eerste ton gouds is er al!
Bij de commissie ten behoeve der
Werkloozen te Amsterdam kwam tot
heden ruim f 105,000.
Eiken Vrijdag zal zij uitkeering doen.
Baar is iets te vangen.
In de vestinggrachten te Willemstad
werd voor eenige dagen geleden door
veel hengelaars naar snoek gevischt.
Hoewel er reeds honderden gevangen
zijn, schijnt het aantal niette verminderen
daar sommigen in één week 20 a 30 pond
thuis brachten.
Dezer dagen werd er nog een snoek
buitgemaakt van 15 pond met een lengte
van 1,10 M. N.v.d.D.
Vreemde geschiedenis.
Te Naarden is de klepel uit de groote
klok verdwenen, zonder dat men weet
waar die gebleven is.
Om te kunnen luiden, wordt nu een
gewicht van 25 KG. in de klok gehangen.
Rotkoorts.
De veehouder B. te Lerasterland, ver
loor in een paar dagen 5 beste koeien
aan een kortstondige ziekte.
By onderzoek op de cadavers bleek,
dat in de ingewanden en andere edele
deelen een verrottingsproces heerschte.
Volgens deskundigen had men hier te
doen met rotkoorts.
Schaatsenrijden gaat voor.
Door Gedeputeerde Staten van Friesland
is last gegeven tot sluiting van alle zee
sluizen in die provincie.
Ook is door dit college tot nadere
aankondiging verboden verklaard het
bevaren der kanalen, in onderhond en
beheer bij de provincie, in het belang
van het behoud der ijsbanen.
Voorz. de heer Hiddingh, Burgemeester.
Tegenwoordig de heeren Dikkers, Dij t
Keesom, Koning, Mets, Lap, Over, Lange
veld, Zijm en Dros.
Secretaris de heer Ruibing.
Na opening der vergadering houdt de
de voorz. de volgende toespraak.
De notulen der vorige verg. worden hierop
gelezen en met een kleine aanmerking van
den heer Zym, nl. dat er niet in werd ver
meld dathy den wensch had te kennen gege
ven dat ook plantsoen by de Koog zou wor
den aangelegd,goedgekeurd met de bepaling
dat bovengen, opmerking nog in de notulen
zal worden opgenomen.
De voorz. neemt thans het woord om naar
aanleiding van 't voorgevallene in de vorige
verg mede te deelen, dat volgens art. 20 van
het reglement van orde, moties schriftelyk
moeten worden ingediend. Spr. verzoekt
voortaan daaraan te denken.
Vervolgens deelt spr. mede, dat hij het in
cident belangrijk genoeg heeft gevonden om
er het oordeel over te vragen aan zijn vroe-
geren leermeester, prof. Oppenheim, welke
hem echter geen advies kon geven, doch ver
wees naar prof. Struyken te Amsterdam.
Volgens genoemden prof. waren B W in
hun recht zoo te handelen met de straat, aan
gezien door den raad op 28 Oct, 1905 besloten
was tot aanleg.en er toen geen nadere voor
waarden door den raad waren gesteld.
De heer Langeveld zegt dat het hem nog
niet duidelijk is dat niet is gehandeld in stryd
met art 13 en 14 der bouwverordening.
De heer Dikkers stelt voor dit te behan
delen na voorlezing van zijn ontslag-name.
Hierop de.elt de voorz. mede dat is ingeko
men bericht van aanneming hunner of harer
benoeming van
den heer G. D. Kikkert als regent Weesh.;
Mej. Daalder—Bakker als regentes dier
nri chting;
de heeren C. Blom en C. Slot als regenten
Armbestuur;
mej. Duinker—Kikkert als regentes van
dat bestuur;
verder van mej. T. C. Keijser en mej. M. A.
Visser te Amersfoort van hare benoeming
als onderwyzeres.
Nog was ingekomen een verzoek om ont:
slag tegen 15 Febr. van den heer Heeroma
te Eierland. Voorgesteld wordt dit ontslag
te verleenen tegen 1 Mrt, aangezien dit voor
de school te Eierland beter is en het volgens
advies van den schoolopziener voor Huis
duinen geen bezwaar is.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Nog deelt de voorz. mede dat kasverificatie
heeft plaats gehad bij den gem.-ontvanger en
alles in orde was bevonden.
Totaal der ontvangsten was f65109,25
uitgaven 58461,50
Cas.sa f 6647,75
Ook boeken en kas der haven-directie
werden nagezien en in orde bevonden.
Totaal der ontvangsten was f 9998,055
uitgaven 5156,996
Cassa f 4841,0(T~
Thans doet de voorz. voorlezing van het
bericht van de ontslagneming als wethouder
van den heer Dikkers.
Door den heer D wordt verzocht zoo spoe
dig mogelijk een opvolger te benoemen, ter
wijl als grond voor het nemen van ontslag
wordt opgegeven
le de onhebbelijke wyza waarop het lid
Langeveld in de verg. van 18 Dec. jl. een
motie van afkeuringen wantrouwen te berde
bracht over een zaak die reeds maanden gele
ken had plaats gehad en bekend was, zonder
vooraf vragen te stellen die door B W hetzij
afdoende of niet afdoende hadden kunnen
worden beantwoord.
2e de daaropvolgende toelichting der motie
door het lid Over, die bedoelde motie niet
had mede onderteekend.
3e de belachelyke intrekking der motie.
Bij dat onhebbelijke tweetal was wellicht
nog een derde achter de schermen, voegt de
heer D er aan toe. ZEd. die een groot deel
van zijn tyd aan de belangen der gemeente
opofferde, heeft geen lust er in, dat langer het
leven hem onaangenaam wordt gemaakt
door allerlei ongegronde aanmerkingen van
een paar leden die zich alleen bepalen tot
het uitoefenen van critiek.
De heer Dikkers geeft hierop nog een vrij
uitvoerige toelichting.
Spr. begint met er aan te herinneren hoe
indertyd de verschillende gemeentebesturen
met de handen in het haar zaten toen er een
bouwverordening moest worden gemaakt
toen dan ook een ontwerp van zoo'n veror
dening verscheen werd er door vele kleinere
gemeenten direct of indirect gebruik van ge
maakt, ook Texel. In de practyk kwamen tal
van gebreken voor den dag. Verleden jaar
werd zij belangrijk gewyzigd,doch volmaakt
is zij bij lange na nog niet.
B W maken er wel veel werk van maar
kunnen niet alles doen. De gem.-opzichter
gaf aan B W steeds goede adviezen en was
een uitstekende steun. Bij de toepassing moe
ten echter dikwyls faciliteiten worden toege
staan waardoor de bouwondernemers minder
last werd bezorgd. De bouwverordening is
eigenlyk niet voor het platteland of Texel.
Als we nu naar art. 14 alinea 1 gaan, lezen
we daar dat B W de rooilyn aangeven aan
de zijde van den openbaren weg, dus niet do
raad. Op 2 Mei 1907 hebben we de aanvrage
tot bouwen behandeld voor een huis van den
heer Lap Toen was er nog geen openbare
weg. Ik heb my steeds voorbehouden by ver
koop van bouwterrein zelfde rooilyn aan te
geven; had de heer Langeveld dat indertyd
ook gedaan, dan zou de entree van den Burg
mooier zyn.
Wat nu alinea 2 van art. 14 aangaat, die
luidtDe rooilijn is de lyn als zoodanig door
den raad vastgesteld.
Deze vaststelling had nog nooit plaats.
Alinea 3 is moeielijk naar de letter uit te
voeren doch rekenend te doen te hebben met
een raad met gezonde hersens, heb ik de on
volmaakte bouwver. steeds toegepast zooals
ik meende dat dit moest geschieden.
Ter verduidelyking van de kwestie laten
we hieronder volgen de artikelen der boven
genoemde verordening op de zaak betrek-
king hebbende.
Art. 1.
Openbare weg is elk open terrein, voor
zoover het tot algomeenen dienst bestemd
of voor ieder feitelyk toegankelyk is.
Art. 13.
Het is verboden een openbaren weg aan
te leggen anders dan met toestemming van
den Raad en volgens dezen, in elk byzonder
geval te geven vcorschriften, omtrent de
afmetingen, de richting, de hoogte en de
voorziening in de afwatering en verlichting.
II. Benoeming Wethouder.
dii
de
de
Donderdag 2 Jan. 190S, voorm. half 11.
[]o—o[]
Mijne Heeren,
Een nieuwe jaarkring is wederom voorbij
gegaan, ik heet U daarom welkom in het jaar
1908, en wil hierbij den wensch voegen, dal het
U, allen, in huis en maatschappij goed moge gaan
en U een voorspoedig jaar 1908 moge worden
toebedeeld.
Voor de gemeente Texel was het jaar 1907
bniten allen twijfel een goed jaar. Voor besmet
telijke ziekten of rampen van bijzonderen aard
bieven wij gespaard. De vecprijzen waren ook
dit jaar hoog. De landbouwers hadden reden tot
tevredenheid. Het vreemdelingenbezoek nam toe,
getuige een nieuw verrezen badhotel. Het onder
wijs in de gemeente was bevredigend. De haven
plannen schijnen in den goeden koers geleid, in
aanmerking genomen de laatste verklaringen van
den minister, dienaangaande nu onlangs gedaan.
Moge biermede thans eenige spoea betracht
worden. Ingrijpend gewijzigd weraen onze beide
voornaamste verordeningen, de politie- en de
bovwverordening. Beide wijzigingen mochten de
goedkeuring van Gedeputeerden verwerven. Vele
verbeteringen werden in de Gemeente op de
wegen aangebracht; zoo onderging het Waaldereind
eene ruime verbreeding; de toestand aan het
Achterom te Oudeschild, schoon verre nog van wat
het wezen moet, onderging verbetering. Met de
bebarding der 4 bekende wegen werd door het
Polderbestuur een begin gemaakt.
Maar wat het jaar 1907 voor altijd kenmerken
zal als een goed jaar, is de verbetering van de
verlichting te den Burg, de opening der Gasfabriek.
Dit feit moge in de annalen onzer gemeente
opgeteekend blijven; ik voeg er den wensch aan
toe, dat ook de andere dorpen van het nieuwe
licht binnen niet al te langen tijd zullen mogen
profiteeren.
Maar geëlectriseerd wordt ieder rechtgeaard
Texelaar, wanneer ik herdenk het feit van den
dag, de groote gebeurtenis, die aan den vasten
wal een ieder heeft verbaasd, wegens een gevoel
zoo groot van solidariteit op dit eilandhet his
torische feitde oprichting van Texels Eigen
Stoombootonderneming,
Onnoodig hier iets van mede te deelen de
verschillende phasen van de oprichting van dezen
nieuwen stoombootdienst liggen D versch in het
geheugen. Moge de onderneming bloeien en
groeien en voortbestaan als een levend monument
van wat eigen kracht en solidariteit vermag 1
In dit jaar ontviel ons onze trouwe gemeente-
ontvanger, dien wij allen noode zagen gaan. In
den heer A. Langeveld hopen wij een geschikten
opvolger gevonden te hebben.
Ons gemeentebestuur onderging in het afge-
loopen jaar ook eenige wijziging; de opengevallen
plaats van den heer Fokke Keijser werd ingeno
men door den heer J. Dijt, en thans thans staan
wij opnieuw voor eene wethoudersverkiezing. Bij
de groote moeielijkheid van het kiezen van eenen
nieuwen wethouder, waarvoor de raad zich thans
opnieuw geplaatst ziet, valt mij in het bekende
woord van den Franschen geleerde //Frédéric
Bastiat: »ce qu'on voit et ce qu'on ne voit pas."
(wat men ziet en wat men niet ziet)
De heeren Raadsleden weten namelijk niet,
hoezeer de woning en de gezondheidswet die in
het begin van 1905 in werking traden, de onge
vallenwet alsmede ook al eenigszins de nieuwe
drankwet, dus alle wetten uit den jongsten tijd;
het werk der gemeentebesturen ontzettend ver
zwaard hebben, zoodat het ambt van Wethouder
van Texel lang geen sinecure meer is. Er wordt
veel gfewerkt, zeer veel gedaan, waarvan de raads
leden niets te zien, niets te hooren krijgen.
Mijn hooggeschatte leermeester Professor Mr.
J. Oppenbeim, placht op zijner colleges steeds
grooten nadruk te leggen, neen het met galm
uit te roepen: publiciteit en periodiciteit zijnde
grondzuilen van eene moderne staatsinrichting,
maar of de belangen dezer gemeente met deze
telkenmalige wisseling in het wethoudersambt
gebaat zijn, meen ik ten zeerste te moeten
betwijfelen.
De heer Dikkers verlaat dit college in de
kracht zijner jaren, ik nu ben persoonlijk het
meest in de gelegenheid geweest de groote werk
zaamheid van den beer Dikkers als wethouder
gade te slaan, altijd bereid en klaar als hij was
om te werken, zijn tijd en moeite op te offeren
voor bet gemeentebelang, waar hij in speciale
werkzaamheden het leeuwendeel voor zijne reke
ning nam; ik wijs bijvoorbeeld op de herziening
onzer bouwverordening. Ik hoop daarom, mijne
heeren, dat de debatten in het komende jaar in
deze vergadering mogen uitmunten door kalmte
en bedaardheid, en vooral persoonlijkheden bui
tengesloten mogen blijven, waarmede toch het
algemeen belang heel niet gebaat, neen, veeleer
geschaad wordt, en dat deze vroedschap wel door-
dron gen van het besef barer hooge waardigheid,
die zij toch naar buiten heeft op te houden,
eendrachtig mag samenwerken, tot heil cn in het
belang der gemeente Texel
Ik heb gezegd 1