N°, 2140.
Donderdag 26 Maart 1908.
21ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Van week tof week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 unr op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel
Burgemeester en Wethouders van Texel
Gelet op art. 28 der Kieswet,
Maken bekend, dat de door hen vast
gestelde kiezerslijst en afzonderlijke
lijsten van hen, die met betrekking tot
eene of meer dor verkiezingen van de
kiezerslijst afgevoerd of daarop gebracht
zijn, van 24 Maart tot en met 22 April
e.k. ter secretarie dezer gemeente voor
een ieder ter inzage liggen en tegen
betaling der kosten in afschrift verkrijg
baar zijn.
Texel, 23 Maart 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. S. 'IJ T, L-B.
RUIBING, Secretaris.
KOHIER
HOOFDELIJKEN OMSLAG.
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Texel maken bekend, dat een
afschrift van het primitief kohier van
den Hoofdelijken Omslag voor het dienst
jaar 1908, gedurende vijf maanden, van
den 23 Maart 1908 tot en met den 23
Augustus 1908 ter Gemeentesecretarie
voor een ieder ter lezing ligt.
Texel, den 23 Maart 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. S. DIJT, L.-B.
RUIBING, Secretaris.
Schietoefeningen bij Neeltjesnol.
Do Burgemeester van Texel brengt ter
openbare kennis, dat blijkens ontvangen
bericht do schietoefeningen op de schiet
baan bij Neeltjesnol dit jaar zullen aan
vangen op 6 April a.s. en zullen duren
tot ultimo September 1908.
Texel, den 24 Maart 1908.
Do Burgemeester voornoemd,
BIDDINGS.
14 21 Maart.
Er vallen weinig binnenlandsche gebeur
tenissen te kronieken deze week. Gebeur
tenissen althans die in 't bijzonder de
aandacht vroegen, waren er niet. Wel zullen
de lezers waarschijnlijk met eenige belang
stelling den Prins der Nederlanden hebben
gevolgd op zijn bezoek aan Vlissingen, waar
hij een nieuw stoomschip doopte en de
kiellegging van een ander zeekasteel met
zijn tegenwoordigheid vereerde of wel met
niet minder belangstelling het Kon. Echt
paar vergezeld hebben naar Boskoop waar
o.a. een bezoek aan de tuinbouwcchool
werd gebracht, maar overigens viel er ook
al weinig belangwekkends binnen de grenzen
van ons vaderland voor.
Zelfs hetgeen er in 's Lands vergaderzaal
te zien en te hooren werd gegeven kon
maar matig de aandacht tot zich bepalen,
't Waren dan ook geen heel het land in
spanning brengende ontwerpen, die eraan
de orde waren. Een dag werd besteed aan
het wetsontwerp tot verbetering van den
Nieuwen Waterweg, waarvoor in principe
4 millioentjes werden toegestaan en de
beide andere dagen zit de Kamer in de
margarine, omtrent welker fabrikatie en
verkoop de regeering eenige verscherpte
bepalingen had voorgesteld, die aangeno
men werden, 't Was in de Kamer dan ook
alles botertje tot den boöm.
De komende week zal wel meer belang
wekkends brengen. Als dit overzicht onder
de oogen der lezers komt is waarschijnlijk
reeds beslist over het wetje van den minis
ter van oorlog over het blijvend gedeelte.
Een scherp debat zal er wel aan vooraf
gaan, te oordeelen naar wat over het wetje
in de Kamerafdeelingen, blijkens het voor-
loopig verslag, reeds is gezegd. Ook de
bladen hebben reeds öf luide den lof ver
kondigd bf met groote teleurstelling ge
sproken over dit ontwerp. Nu de kansen
voor de regeering zijn niet slecht en naar
het ons voorkomt is het zoo goed als zeker
dat de minister van oorlog zijn zin zal krij
gen. De oud-liberalen zullen wel een handje
meehelpen het wetje aan te nemen en dan
is de zaak in orde.
Zoodat naar alle waarschijnlijkheid de vol
gende week ons de nieuwe oorlogsminister
alvast op een half miljoentje komt te staan,
—o—o—o—
In de achterliggende week werd onze
aandacht voor een deel bepaald bij gebeur
tenissen die zich afspeelden in de neger
republiek Haïti. Na Cuba is Haïti, ook
wel genoemd Santé Domingo, het grootste,
rijkste en schoonste eiland van den West-
Indischen Archipel, maar tevens ook een
eiland waarop in den regel alles behalve
kalmpjes en rustig het leven vervliet.
Ernstige en minder ernstige opstanden en
burgeroorlogen waren er in de laatste jaren
aan de orde van den dag.
Haïti is een republiekje dat 1,300,000
inwoners telt, meerendeels vrijgelaten neger
slaven en hun nakomelingen. Het heeft
een president, een Kamer en Senaat, zes
ministers, een belangrijke staatsschuld en
een legertje van 650 weerbare mannen.
Precies als 'n ander republiek dus. Alleen
bestaat er ten opzichte van de weermacht
van dit republiekje met die van anderen
dit verschil, dat het legertje meer generaals
dan soldaten telt en dat die generaals over
't algemeen een aangeboren neiging hebben
den eersten viool te willen spelen in 's lands
zaken.
Toen er in 1902 een nieuwe president
moest wezen waren er dan ook twee lief
hebbers voor dit lucratief baantje, Fermin
en Alezes Nord, die elkander met al de
hartstochtelijkheid, vreemde volkeren eigen,
het gezag betwistten. Nord won het pleit,
werd in 1903 verkozen, maar inplaats dat
zijn tegen-candidaat zich nu maar bij dien
uitslag neerlegde, nam hij de wijk naar
elders, waar hij intrigeeren bleef tegen bet
wettig gezag der republiek. En niet alleen
door woord, maar ook door daad. Zoo
waagde hij nu twee maanden geleden een
'poging om zich meester te maken van de
kustplaatsen Gonaives en Sant Mare en
aanvankelijk met succes, want de plaatsen
werden aan hem onderworpen. Maar 't zou
niet lang duren, want zijn bende werd
spoedig uiteengejaagd en verstrooid, 't Ging
er warm toe, zoo zeer zelfs dal de regee-
ringstroepen de halve stad Sant Marc in asch
logden en in Gonaive op een dag een kleine
vijftigtal vrienden van den pretendent
president een kop kleiner werden gemaakt.
Fermin zelf ontsprong den dans door vroeg
tijdig een wijkplaats to zoeken iu het
Fransche consulaat te Gonaive, wat hem
als oud gezant van Haïti te Parijs gastvrij
verleend werd. De Europeanen in genoemde
stad, bevreesd voor het krasse optreden
der republikeinsche troepen, zochten even
eens een schuilplaats in de consulaten daar
ter stede. Nu was echter uitgelekt dat
Fermin z\jn bende met buitenlandsch geld
betaalde en daar men tevens meende, dat
de Amerikaansche concul te Gonaive een
verdachte rol speelde, deden vrienden der
regeering aanvallen op de gezantschappen
en consulaten, onder voorwendsel dat daar
binnen oproerlingen verborgen werden ge
houden en nieuwe plannen voor een samen
zwering werden gesmeed. Gelukkig lagen
er een Amerikaansch en Fransch oorlog
schip in de haven en doordat deze mannen
aan wal zetten, kon het leven der vluch
telingen worden gespaard.
De regeering van Haïti was daarmede
echter niet tevreden, doch drong schriftelijk
op uitlevering van Fermin en andere
schuldigen aan, maar de consuls wilden
het asylfecht niet schenden en wenschten
de vluchtelingen niet uit te leveren, zoolang
de regeering van Haïti niet bewees, dat
tegen deze een strafrechterlijk onderzoek
hangende was of ingesteld zou worden.
Intusschen was door president Nord j.l.
Zondag een nieuwe minister van binnen
landsche zaken benoemd en de eèrste daad
van dezen bewindsman was, dat hij nog
denzelfden dag 12 personen gevangen nam
in de hoofdstad Port au Prince, van wie
hij de zekerheid had, door brieven van
generaal Firmin die onderschept waren,
dat ze medeplechtig waren aan de samen
zwering. De minister maakte korte metten
met de samenzweerders en liet ze 's nachts
even buiten de stad op het kerkhof dood
schieten. Deze daad verwekte onder de
vreemdelingen in de stad een groote paniek
en daar ze meer gewelddaden vreesden
namen ze de wijk in de consulaatgebouwen.
Toen de consuls niets wilden weten van
de uitlevering der opstandelihgen verwachte
men, dat president Nord tot gewelddaden
zou overgaan. Inderdaad zond hij dan ook
een ultimatum en gevreesd werd dat hij
desnoods door zijn troepen de consulaten
zou laten bestormen. Dit is echter Diet
gebeurd, wat waarschijnlijk te danken zal
zijn aan de komst van vreemde oorlogs
schepen voor de stad, die zooals het heet
gezonden waren om de veiligheid der Euro
peanen te waarborgen. Volgens de laatste
berichten heeft de president dan ook maar
water in de wijn gedaan en ten slotte
vergunning gegeven dat de vluchtelingen
zich aan boord der schepen mogen begeven.
Zoodat naar alle waarschijnlijkheid dit
schaapje nogal een zachten dood zal hebben.
01 door het optreden der mogendheden
evenwel de Haïtiërs gunstiger gestemd
zullen zijn jegens de blanken is wel zeer
de vraag. Vooral wat betreft president
Nord die niet eens de schuldigen heeft
kunnen straffen, die het op de omver
werping van zijn gezag gemunt hadden.
Toch kon het optreden der mogendheden
al moeielijk anders zijn, omdat het gevaar
voor de blanken in de negerrepubliek iu
deze rumoerige dagen zeer groot was.
—o—o—o—
De Balkankwestie trekt in de laatste
dageu weer de aandacht, waarom we een
beknopt overzicht van hetgeen daar den
Jaatsten tyd is voorgevallen niet overbodig
achten.
Zooals de lezer weet wil Oostenrijk in
den Balkan een spoorweg aanleggen van
het noorden naar het zuiden, terwijl Servie
het zelfde wil doen van het oosten naar
het westen. De Russische regeering steunt
de plannen van Servië, terwijl Italië Oos
tenrijk een handje meehelpt zooals een
goede bondgenoot betaamt. De concessies
zullen wel loskomen, Servië heeft reeds
opmetingen gedaan en Oostenrijk zal daar
mee de volgende maand aanvangen. Maar
deze plannen nu zijn geenszins naar het
hart van Engeland. Het vreest, dat Oos
tenrijk en Rusland door die spoorwegen
in den Balkan een voorsprong op de andere
mogendheden zal krijgen en nu gaat het
eenvoudig de bestaande acte van Berlijn
als verbroken beschouwen. John Buil
schijnt dus verstoord te wezen en de vriend
schap aan de mogendheden die op den Balkan
de lakens uitdeelen, te wiilen opzeggen.
Maar toch niet zoo maar in eenmaal,
want Engeland wil eerst nog van een andere
zijde zien de zaak te regelen. Het heeft
een nieuwe hervormingsactie uitgevonden
voor Macedonië, volgens hetwelk het bewind
over de drie provinciën opgedragen wordt
aan een bijzondere gouverneur generaal,
wel is waar een Ottomaansch onderdaan,
maar verantwoordelijk aan de mogendheden.
De ambtenaar zal dan de zaakjes in Mace
donië in 't reine brengen, de roofzuchtige
benden uitroeien en de orde herstellen.
Deze hervorming beduidt intusschen dat
het rijk van den Sultan een belangrijke
amputatie zal ondergaan en Macedonië niets
anders dan een zelfstandige staat zal worden,
bestuurd door de mogendheden. Dat men
in Konstantinopel wel weinig ingenomen
zal zijn met dit plan is te begrijpen. Maar
ook Oostenrijk moet er niet mee sympathi-
seeren omdat het in een zelfstandig Mace
donië een bedreiging van zijn plannen ziet.
Of de andere Mogendheden met Engeland
zullen meegaan kan nog bezwaarlijk uit
gemaakt worden.
Intusschen, Engeland heeft het plan ont
worpen en daarover zal dus in den eersten
tijd wel meer gehoord worden. Het heeft
verklaard dit de beste oplossing der Bal
kankwestie te achten, maar en dat is
maar goed ook tevens te kennen gegeven
dat het daarmee nu juist niet het laatste
woord heeft gesproken. Het wil de har
monie tusschen de mogendheden niet gaarne
verbreken zooals het heet en daar dit zoo
gemakkelijk zou kunnen gebeuren waar
verschillende Staten groot belang hebben
bij den Balkan, mogen we deze wel eenige
omzichtigheid en wijsheid toewenschen.
Hoe lang het nog zal duren voor en aleer
de kwestie is opgelost'? Wie zal het
zeggen.
TEXEL, 25 MAART 1908.
Rederijkerskamer U. d. I.
We bi achten Zaterdagavond j. 1.
eenige genoegelijke uurtjes door in het
„Hotel Texel," bij de uitvoering der
Rederijkerskamer U. d. I.
„Broeders Vrijmetselaars," het blijspel
dat ten tooneele werd gevoerd, is een
product van Duitschen bodem, niet van
geest ontbloot, met een even realistisch
tintje; het doet door velerlei komische
verwikkelingen menigmaal een gullen
lach ontstaan. De intrige van het stuk
is dezedat sommige heereu, gehoor
gevende aan den wensch van hunne
resp. eclitgenoote, om vrijmetselaar te
worden, den schijn aannemen daartoe te
behooren, wat evenwel niet het geval is;
zij spreken voortdurend over de Loge en
het bezoek er aan, welke loge meer juist
is een loge in den schouwburg, waar zij,
of op andere plaatsen, meermalen een
deel van den nachtin pleisier door
brengen, bij afwezigheid hunner eclitge
noote; (deze naamsverzinninghad de schr.
in het stnk wat meer duidelijk kunnen
doen uitkomen.)
Vrij wel alle ten tooneele komende
heereu schijnen behept met de manie
„vrijmetselaar;" zoo is het meermalen
TEXELSCHE COURANT.
VAN DEN