N°. 2162, Donderdag 11 Juni 1908. 21ste Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Van week tot week. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANG EVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel. RADASTER. De Burgemeester van Texel maakt bekend, dat de landmeter van het kadaster op 15 Juni e k. en volgende dagen deze gemeente zal bezoeken tot het doen van kadastrale opmetingen. Op verzoek van den landmeter worden belanghebbenden uitdrukkelijk uitgenoodigd voor voldoende afscheiding hunner gekochte perceelen zorg te dragen. Texel, den 5 Juni 1908. De Burgemeester voornoemd, J. S. DIJT 1-B. 23 Mei 6 Juni. Omstandigheden, buiten onzen wil, waren oorzaak dat we niet in de gelegenheid waren de vorige week een overzicht van belang rijke binnen- en buitenlandsche gebeurte nissen te geven. Veel hebben onze lezers daarbij evenwel niet kunnen verliezen want noch van verre noch van dichtbij kwam in den laatsten tijd wereldschokkend nieuws. Ook thans ziet het er voor ons overzichtschrijvers op den akker onzer werk zaamheden al ietwat „komkommerachtig" uit. Vooral „van eigen bodem" valt weinig te kronieken. Belangrijke vraagstukken die om de aandacht vragen zijn er nieten op het terrein der politiek heerscht bijna volmaakte kalmte. De Tweede Kamer is zooals de lezer weet met vacantie voor eenige dagen en heeft daardoor gelegenheid uit te rusten van de langdurige debatten die haar de laatste dagen voorde vacantie bezighielden. Zooals men weet liepen deze over de motie der Vrijzinnige Democraten waarin uitgesproken werd het dringend noodzakelijke van staatsexploitatie onzer spoorwegen. De motie werd niet aangenomen en de voorstellers hadden derhalve geen direct succes. Maar toch indirect zal hun arbeid waarschijnlijk niet geheel zonder vruchten blijven. Niet alleen omdat een Staatscom missie in het leven zal worden geroepen om te onderzoeken of en zoo ja op welke wijze in het thans gevolgde beleid betref fende spoorwegen verandering ware aan te brongen, maar ook het feit, dat de tegen kanting tegen de motie-Bos over 't geheel genomen minder uit een principieel dan wel uit een voorzichtigheidsoogpunt werd gevoerd, kan voor de voorstellers onge twijfeld eenige reden tot tevredenheid geven. Naar het ons wil voorkomen staat het in de toekomst met het streven naar staatsexploitatie nog niet zoo heel slecht en in elk geval het vraagstuk is niet van de baan voorloopig. Het debat over de motie heeft intussehen het loven gegeven aan een kwestie tusschen hot Kamerlid Treub en hot liberale blad de „Nieuwe Courant". Door genoemden afgevaardigde werd nogal afgegeven op bedoeld blad, dat zoo togen de motie in het harnas kwam omdat, zooals de heer Treub het deed voorkomen daarvoor geld had ontvangen van do Ned. Vereeniging van Werkgovcrs een Vereeniging die tegen Staatsexploitatie gekant is. De heer Tr?ub heeft zijn beschuldiging in het openbaar buiten de Kamer herhaald en met eenige belangstelling ziet mon tegemoet wat het aangevallen dagblad zal doen. De Veree niging van werkgevers heeft intussehen een verklaring de wereld ingezonden, waarin zij mededeelt het blad met f8000 te hebben willen steunen, omdat dit in 't bijzonder de aandacht aan vraagstukken van arbeid en handel de aandacht wilde wijden, zonder dat daarbij eenige bepaling werd gemaakt, zonder dat aangedrongen werd op bestrijding van Staatsexploitatie. Nu we toch met de Vrijzinnig Democraten bezig zijn, willen we ook nog even melding maken van de jaarvergadering der Vrijz. Democratischen Bond. 't Belangrijkste van deze vergadering was wel de rede van het Kamerlid Dr. Bos, die over het midden- standsvraagstuk het woord voerde. Tot een conclusie kwam de vergadering evenwel niet. Moeilijk bleek vooral de juiste grenzen aan te geven waaj de middenstand begint en eindigt. Door den voorzitter van het Alg. Ned. Werklieoenbond en den heer Mr. Drucker werd gesproken over den wet- telijken geregelden tien-urigen arbeidsdag en de resultaten van de debatten waren dat een motie werd aangenomen, waarin de wenschelijkheid eener wettelijke regeling werd uitgesproken. Zal het nog eens zoover komen? Die vraag is dikwijls gedaan en inderdaad is de aanleiding om een bevestigend antwoord te geven in de laatste jaren grooter ge worden. Het t raagstuk van den 10-urigen arbeidsdag treedt meer en meer naar voren. Zoo sprak in 1907 het Roomsch Katholieke Vakvereenigingen-Congres zich reeds ten gunste daarvan uit en is bezig een enquête naar de mogelijkheid daarvan in te stellen. Het Ned. Werklieden-Verbond dat op politiek gebied bij de Vrijz. Dem. Bond behoort heeft een onderzoek ingesteld van het mogelijke van een 10-urigen werkdag voor den landarbeid. Verleden jaar hield de Soc. Dem. Arbeiderspartij in vereeniging met het Ned. Verbond van vakvereenigingen een congres ten gunste van den 10 uurs werkdag en zooals boven gezegd heeft nu ook de Vrijz. Dem. Bond daarvan de wen schelijkheid uitgesproken. Toch zal er ongetwijfeld nog heel wat water door de Rijn vloeien voor en aleer de werkdag wettelijk geregeld is. Niet alleen omdat onze volksvertegenwoordiging niet over ijs van één nacht gaat, maar de invoering van een zoo ingrijpende socialen maatregel heeft een langdurige voorbereiding noodig, mede in verband met de moeilijkheden die een 10 uurs werkdag voor menig bedrijf zal opleveren. Maar ook deze zaak is en blijft aan de orde. —o—o—o— Wat de buitenlandsche aangelegenheden betreft schijnt wel eenigszins de vraag gewettigd of er misschien weldra belang rijke politieke gebeurtenissen te wachten staan. De president der Fransche republiek Fallières, heeft een bezoek gebracht aan den Engelschen koning en werd te Londen met vorstelijke praal ontvangen en geest driftig toegejuicht. Daarover gevoelden de Duitschers zich nu juist niet pleizierig gestemd. Zooals men weet staan Duitsch- land en Engeland mekaar niet recht en ieder nieuw bondgenootschap dat Engeland sluit wordt door onze Oostelijke naburen als een soort bedreiging beschouwd. Een Duitsch blad schreef dan ook reeds dat Duitschland de mogelijkheid dient te over wegen ten eenen of anderen tijd genood zaakt te zullen worden naar twee kanten oorlog te voeren. Maar nu komt er nog wat bij. President Fallières moet voornemens zijn ook een bezoek te brengen aan het Russische hof en Koning Eduard heeft eenzelfde plan. Is het wonder dat uit deze bezoeken opge maakt wordt dat het plan bestaat een verbond te sluiten tusschen Frankrijk, Engeland en Rusland Natuurlijk heet het in diplomatieke kringen dezer landen, dat het enkel gaat om de vriendschapsbanden te versterken en den lieven vrede duurzaam te verzekeren, maar het lijkt er toch wel op dat alles eigenlijk gericht is tegen Duitschland, m.a.w. dat men Duitschland zooveel mogelijk wil isoleeren. Het bezoek dat koning Eduard aan den Czaar wil brengen is intussehen in Engeland niet met volkomen instemming begroet. Vooral van socialistische en liberale zijde wordt daartegen opgekomen, omdat uit de wijze waarop het Russische rijk onder het bevel van den Czaar geregeerd wordt, maar al te duidelijk blijkt dat Rusland nog niet tot de beschaafde staten mag gerekend worden. Reactie en barbarisme vieren er hoogtijd, de gevangenissen zitten vol ge vangenen, waaronder een groot aantal onschuldigen, bij dozijnen worden de tegen standers van het huidige regime van kant gemaakt en dat alles maakt dat men in Engeland weinig ingenomen is met het voorgenomen bezoek van den koning aan Rusland. Door een der arbeiders afgevaar digden is dan ook reeds in het parlement over deze zaak geïnterpelleerd. Wijzende op de binnenlandsche toestanden in Rusland drong deze er op aan het bezoek niet te doen doorgaan of althans het bezoek niet een officieel karakter te geven. Minister Asquith wist daartegen weinig aan te voeren maar trachtte de voorgenomen reis te ver ontschuldigen met de bewering dat het slechts een beleefdheids- en een familiebe zoek gold. Nu dat de minister zweeg van een moge lijken politieken achtergrond yan de zaak is te begrijpen. —o—o—o— De lezer vergunne ons thans even het terrein der „hoogere politiek" den rug toe te keeren en iets te vertellen van een besluit van het Oostenrijksche huis van afgevaar digden, dat waard is navolging te vinden, niet het minst ook ten onzent. Binnenkort zullen in het Huis de debatten aanvangen over de begrootingen, maar nu is vooraf de bepaling gemaakt, dat deze niet langer dan 200 uren zullen mogen duren. Dit aantal uren zal verdeeld worden over de verschillende partijen naar verhouding van hare sterkte. Naast den zetel van den voorzitter is een klok aangebracht, waar door deze in staat zal zijn de sprekers te controleeren. Zeker wel het beste middel om het lange praten der afgevaardigden wat te beperken. Voor onzen Kamerpresident en de verslaggevers om van te watertanden. —o—o—o— Zooals men zich herinnert werd eenigen tijd geleden door de Fransche Kamer het besluit genomen het stoffelijk overschot van Emile Zola een plaats te geven in het pantheon, de laatste rustplaats van Frank- rijks groote mannen. Dat dezen bekenden schrijver zooveel eer te beurt viel is hoofd zakelijk te danken aan zijn optreden inde Dreyfusaffaire, waarin zijn „J'accuse" een voor den banneling van bet Duivelseiland zoo gelukkige wending bracht. Donderdag bad de plechtige bijzetting van het lijk van Zola plaats, maar het ging niet zoo heel kalm toe. Buiten het gobouw hadden zich de vereerders en de vijanden van den doode verzameld en sloegen aan het betoo- gen, waarbij ze handgemeen werden, de politie tusschenbeide moest komen en een paarhonderd heethoofden achter slot en grendel werden gebracht. Bij de plechtigheid in het pantheon waren president Fallières, benevens de ministers en tal van andere hoogwaardigheidsbekle ders tegenwoordig. Ook Alfred Dreyfus was aanwezig. Minister Doumerque hield een rede waarbij hij buide bracht aan de verdiensten van Zola. Hij huldigde hem inzonderheid om hei geen ,deze deed in de Dreyfuszaak. De plechtigheid liep echter niet zonder een ernstige verstoring af. Juist toen de autoriteiten het panthéon verlieten om naar het défilé der troepen te zien, ver scheen plotseling een man die een tweetal revolverschoten op Dreyfus loste. Deze werd door een kogel in den onderarm getroffen en moest dadelijk verbonden worden. Levensgevaarlijk bleek de wonde echter niet te zijn. De zoon van Dreyfus had zich intussehen op den aanvaller geworpen en roste hem geducht af. En ook het publiek zou zijn handen aau hem geslagen hebben ware het niet dat de politie hem in be scherming had genomen. De aanvaller bleek te zijn een zekeren Gregory, redac teur van een courant. Verwonderen behoeft men zich over dezen aanslag nu juist niet. Want door de na tionalistische bladen was in den laatsten tijd hevig te keer gegaan tegen de bijzetting van Zola. En dikwijls werden bedreigingen geuit, 't Incident is dus betrekkelijk nog goed afgeloopen. TEXEL, 10 JUNI 1908. Een nienw snufje. Pinksteren bracht ons bij tal van bezoekers ook nog eene verrassing een nieuw snufjede dienst met een auto omnibus Reeds een paar dagen verluidde het zich, dat we met Pinkste ren een auto omnibnsdienst van Oude- schild naar Burg waren te wachten, en zoo waar, daar kwam in den morgen van den eersten Pinksterdag het bewuste voertuig het dorp binnenrijden. Dat gaf me een alteratie: manneD, vrouwen eu kinderen liepen te hoop, een escorte van wielrijders omriDgde het nieuwe vervoermiddel, dat gevolgd werd door een groote schare nieuwsgie rigen, die hunne verbazing lucht gaven en daaraan verschillende opmerkingen vastknoopten. We komen nu waarlijk niet ten ach teren in de middelen van vervoer van den nieuweren tijd en steken menige grootere plaats de loef af. Het mag gezegd worden dat het nieuwe vervoermiddel er goed uitziet en uitlokt om er een ritje mede te maken. Het afschrikwekkende dat meermalen van dergelijke vervoermiddelen wordt gepre dikt, schijnt nu men het goed kan bezien, toch zoo afschrikwekkend niet te wezen en waar men den bestuurder of chauffeur zoo kalm mogelijk zijn taak ziet vervullen, komt men er toe dit vervoermiddel nog niet zoo atkeurenswaardig te vinden. Of 'top den duur zal blijken voor hier een geschikt vervoermiddel te zijn, zal de tijd moeten leeren. Vergissen wij ons niet dan staat deze onderneming in verband met de stoom- bootdienst van „Alkmaar Packet," al thans vervoerbewijzen er voor worden, zijn wij wel-ingelicht, afgegeven vanaf Helder naar den Burg; de overtocht met de boot is daarbij dus inbegrepen. TEÏELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor den Bürg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertentién. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1908 | | pagina 1