de behandeling van de plannen voor den dijk is zeer voldoende. De heer Hoeper acht aau de totstandkoming van den weg nogal bezwaren verbonden, hot onderbond van den weg op den dijk blijft bestaan. Komt later den weg op den berm dan wordt reeds een groote verbetering ver kregen. De beer J, D, Witte zou er voor te vinden zijn een verbindingsweg in Spang tot stand te brengen, bij is niet voor het maken van den gevraagden beharden weg. De heer Koning meent, dat het niet opgaat Spang op een weg te laten wachten en Westergeest te helpen. De heer Eel man stelt daarop voor de verbinding van den Spangerweg met den Waalderweg nog dit jaar tot stand te brengen. De Voorz zegt nogmaals, dat de weg in kwestie met die bij Wester geest niet zijn te vergelijken. Om verkorting van afstand te verkrijgen is voor hem geen reden voor het verzoek te stemmen. Hierop antwoordt de heer Eelman, dat verkorting niet de hoofdzaak is, de veiligheid komt in de eerste plaats, Eindelijk wordt aau stemming on derworpen het voorstel van den heer G. P. Witte om het verzoek aan te houden, tot het werk aan den dijk zoover gevorderd is, dat zal moeten worden begonnen met do harde baan. Dit voorstel wordt verworpen met 7 stemmen voor en 8 tegen. Voor stemmen de heeren P. J. Witte, 1'. Koning, KI. Koeper, Eelman, Veeger, KI. T. Bakker en G. P. Witte. Daarna wordt in stemming gebracht het verzoek in het adres neergelegd. Met 5 tegen 10 stemmen wordt dit verzoek gewezen van de hand. Voor stemmen de heeren G. P. Witte, KI. T. Bakker. G. M. Veeger, Eelman eu Koning. Ten slotte wordt in stemming ge bracht het voorstel van den heer Eelman waarbij het Dagl. Best. wordt uitgenoodigd een volgende vergade ring plan en begrooting over te leggen ▼an het maken van een verbindings weg in Spang. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. V. Ter tafel komt daarna het ver zoek van eenige Ingelanden van den polder het Noorden om een begin te maken met het beharden van eenige wegen in dien polder en nog dit jaar te beginDen met den Genteweg. De heer Koning acht het niet on billijk als er thans in het Noorden eens iets gedaan wordt. Dio polder toch is circa 700 bunders groot en heeft geen enkelen harden weg. De heer Lap vraagt of de Gente weg belangrijker is dan de hoofdweg, waarop de heer Koning antwoordt, dat de Genteweg verreweg het meeste gebruikt wordt. De heer Eelman bevestigt dat en voegt er aan toe, dat de Genteweg een gedeelte van het jaar niet begaan baar is. De Voorz. meent dat belangheb bende moeten toonen wat zij er voor over hebben, dan kan het Waterschap steun verleenen. Spreker wijst op het verzoek om behardiug van het Mienterglop. Belanghebbenden bieden aan kosteloos de materialen te zullen rijden eu het grondwerk te zullen doen. De heer G. P. Witte stelt voor, ten einde tegemoet te komen, op de begrooting uit te trekken een bedrag van f2000. Waaruit zullen worden betaald de kosten van beharding van een gedeelte van den Genteweg, het Mienterglop en den Westerweg onder voorwaarde dat belanghebbenden zelf de materialen moeten rijden en met uitnoodiging aau het Dagl. Best. een volgende vergadering een voorstel in te dienen betrekkelijk de nader dien aangaande te stellen voorwaarden. De Voorz. zal daaraan gaarne zijn stem geven hij meent in dat voorstel het juiste beginsel aan te treffan. De heer Koning vreest dat de praktijk moeilijkheden zal opleveren, omdat niet alle belanghebbenden even- veel belang bij een beharding hebben. De heer Roeper kan zich uitstekend met het voorstel Witte vereenigen, belanghebbenden kunnen dan het be wijs leveren of ze werkelijk belang bij de beharding hebben. De Voorz. brengt het verzoek in stemming; met 4 tegen 10 stemmen wordt daarop afwijzend beschikt. Voor stemmen de heereu Koning, Ealraan, Veeger en KL T. Bikker. De heer G. P. Witte onthoudt zich van stemmen. Het voorstel van den heer G. P, Witte daaarna in stemming gebracht wordt aangenomen met 12 tegen 3 stemman, die van de heeren J. P. Kikkert, H. J, Keijser en Jb. S. Keijser. Meteen is hiermede beschikt op het adres houdende het verzoek om beharding van het Mienterglop. VI. Aan de orde komt daarna het verzoek van Fl. Dekker om een brug te mogen leggen over het Noord- kanaal. De Vrz. meent, dat tegen de inwil liging van 't verzoek geen overwegende bezwaren bestaan, als de vergunning tot wederopzeggeis verleend wordt eu onder voorwaarde dat de samenstel ling van de brug alsmede de plaats waar zij gelegd zal worden de goed keuring behoeve van het Dag. Be stuur en als bovendien zal zijn gebleken dat het bestuur van den polder Eier- land geen bedenkingen heeft tegen het leggen van de brug. Met algemeene stemmen wordt de vergunning onder die voorwaarden verleend. VII. Op het verzoek van H. Dogger te Oudeschild om aan zijne woning te mogen maken een afdak voor berg plaats van fietsen wordt met alge meene stemmen afwijzend beschikt aangezien reeds eerder is besloten het terrein aan de haven geheel vrij te laten. VIII. Voorlezing wordt daarna ge daan van 'n verzuek van het gemeente bestuur om aan den Noorderdijk een aanlegsteiger te mogen maken. De Voorz, stelt voor dit verzoek aan te houden en inmiddels aan Ge deputeerde Staten te vragen of en zoo ja welke voorwaarden met het oog op de zeewering moeten gesteld worden. Conform du voorstel wordt met algemeene stemmen besloten. Daarna wordt overgegaan tot de vaststelling van den omslag voor 1908. Het Dag. Bestuur stelt voor den omslag te bepalen op f 6. per H.A. De heer H. J. Keijser is niet voor verhooging van de lasten, wel ziet hij in, dat vermeerdering van inkomsten noodig is, doch hij vraagtk m daartoe niet worden overgegaan tot verkoop van pandbrieven De Voorz ontraadt dit laatste, men heeft dan verlies van rente. Spreker betwijfelt het bovendien of zulks de goedkeuring van Gedeputeer de Staten zal kunnen wegdragen. De heer Eelman meent dit waar die gelden zullen worden besteed voor buitengewone werken, waarvan ook het nageslacht zal profiteeren, tegen dien verkoop wel geen bezwaar zal bestaan. De Voorz. zou er dan meer voor te vinden zijn de pandbrieven te be stemmen voor buitengewone aflos sing van schuld. Bij verkoop van bezittingen wordt niets afgelost en dat is een bezwaar. Verkoopen van bezittingen en de opbrengst gebruiken, staat gelijk met schulden maken die nooit worden afgelost, dat is met het oog op de toekomst een ongezonden maatregel, buitengewone aflossingen hebben ook wel hetzelfde euvel in zich doch maken voor later buitengewoon werk leenin- gen noodig als er niet meer valt op te maken en dan gaan de oogen eerst open. De heeren Roeper en Eelman mee- nen daarentegen dat de algemeene toestand verbeterd als men buiten gewone werken betaald met den op brengst van verkochte bezittingen. De heer Joh. Keijser is voor bui tengewone aflossing van schuld, ter wijl de heeren Roeper er niet tegen zou zijn de pandbrieven te besteden voor de kosten van de dijksverzwanng, waarop de Voorz. antwoordt dat zulks bij Gedeputeerde Staten zeer zeker minder bezwaar zal ontmoeten. De beer H. J. Keijser blijft bij zijn gevoelen dat het gewenscht is den omslag vast te stellen op f 5.en over te gaan tot den verkoop van 10 pandbrieven. Ean bepaald voorstel zal hij echter niet doen. Na langdurige discussiën wordt het voorstel van het Dagelijksch Bestuur om den omslag vast te stellen op f 6.in stemming ge bracht en verworpen met 7 tegen 8 stemmen, Tegen stemmen de hoeren KI. T. Bakker, Veeger, Eelman, Bruin Koning. J. D. Witte, H. J. Keijser en P. J. Witte. De Jb. Sz. Keijser stelt daarna voor den omslag vast te stellen op f5,50 welk voorstel in stemming gebracht, wordt aangenomen met al gemeene stemmen. Besloten wordt daarna nog mach tiging te vragen tot den verkoop van 10 pandbrieven. De begrooting wordt daarna vast gesteld In ontvangst op 1 86266,46, In uitgaaf f83250,60, Vermoedelijk saldo f 3016,86. Sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1908 | | pagina 4