N°, 2179.,
Zondag 9 Augustus 1908.
21ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Bi nnenlandL
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 unr op den dag der nitgave.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de JJitqevers LAN GEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
'S RIJKS DIRECTE BELASTINGEN.
De Burgemeester der Gemeente Texel
maakt bekend, dat bet kohier no. 2
van de bedrijfs-belasting over het dienst
jaar 1908/9, invorderbaar verklaard op
den 4 Augustus 1908 aan den
Ontvanger ter invordering is ter hand
gesteld en ieder daarop voorkomende
belastingschuldige verplicht is zijnen aan
slag, op den bij de wet bepaalden voet
te voldoen.
Texel, den 6 Augustus 1908.
De Burgemeester voornoemd,
J. S. DIJT, L.B.
MOND- EN KLAUWZEER.
De Burgemeester der gemeente Texel
brengt ter openbare kennis, dat blijkens
heden ontvangen bericht van den heer
Commissaris der Koningin in deze Pro
vincie, de ministerieele beschikking van
29 Juni 1908, No. 6892, waarbij verboden
werd herkauwende dieren en varkens
te vervoeren naar een bepaalde kring
des Rijks, met ingang van 3 Augustus
j.l. is ingetrokken.
Texel, den 6 Augustus 1908.
J. S. DIJT, L.B.
BEK ENDMAK IN G.
D R A N K AV E T.
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Texel, brengen ter openbare
kennis, dat op 1 Augustus 1908, bij hen
is ingekomen een verzoekschiift van
JACOB RIJK Sr. van beroep tuinman,
wonende te Texel om verlof voor den
verkoop van uitsluitend alcoholvrijen
drank in de navolgende localiteiten
de voor- en achterkamer van het
perceel, kadastraal bekend Gemeente
Texel, Sectie K. No. 346, plaatselijk
gemerkt B 632 f, en gelegen aan den
Koogerweg te den Burg aldaar.
Binnen twee weken na de dagteekening
dezer bekendmaking kan een ieder tegen
bet verleenen van dit verlof schriftelijk
bezwaren bij Burgemeester en Wethou
ders inbrengen.
Texel, den 3 Augustus 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
RUIBING. J.S. DTJT.LoB.
TEXEL, 8 AUG. 1908.
Nog een nawoord.
Of 't noodig is Mogelijk niet; doch
wij wagen het er op om nog eens aan
te halen het feit van Dinsdag: de
feestelijke intocht van de nieuwe boot.
Die intocht dan is geschiedt, er is
gevlagd, er is gejuicht, er is gezongen,
toespraken zijn gehouden en later nog
is er veel lof gezongi n. Dat is alles zeer
mooi. Doch aan alles komt een eind',
ook aan de langste lofzang; men bedenke
dit wel.
In tal van bladen is het feit vermeld
op meer of minder enthousiaste wijze,
naar gelang de gemoedsgesteldheid van
resp. reporters of berichtgevers; 'tfeit
is in heel Nederland bekend gemaakt.
Doch onder al die mededeelingen trok
eene er van onze bijzondere aandacht
door hare soberheid, doch niettemin
veelzeggende waarheid.
Wij lezen aan het slot van de korte
vermelding het volgende:
„Reeds een jaar gloorde het aan de
„kim, het loerd lichter en lichter en
„Dinsdag is „De Dageraad" in haar
gouden luister verschenen. Zij zal zijn
„de Koningin van het Marsdiep! Za,l
„zij liet ook blijven? Als de bewoners
„van Helder en Texel het willen, dan
„zeker! Alleen eendracht en solida
riteit zullen kunnen zorgen, dat de
„eenmaal verslagen leeuw in boeien
„geklonken blijft. En wie zal daarin
„niet willen meedoen."
Wij cursiveerden deze regelen om ze
des te beter te doen uitkomen, opdat
allen er de noodige aandacht aan zullen
schenken. Laten de aangehaalde woorden
ieder die deze zaak is toegedaan eiken
dag voor de oogen staan; mogen ze zijn
een vingerwijzing voor de dagen die
zullen komen, die niet onmogelijk nog
wel dagen van zwaren strijd kunnen zijn.
Met hoera-geroep, met gejuich, met
lofgezang (hoe aardig op z'n tijd) wordt
geen strjjd gewonnen; alleen eensgezind
heid en goeden wil maakt een klein
volk sterk, kan ter overwinning leiden.
En dan zij die strijd eerlijk in alle opzicht,
ook tegenover don tegenstander.
Meer zullen wij er niet van zeggen.
„De Dageraad" is er, zij heeft haar taak
aanvaardt (al werd die reeds onderbroken)
en zij zal dat doen naar beste vermogen,
en waar zij wellicht mocht falen zij de
kritiek daar niet kleingeestig critisch,
doch man'lijk, waar.
Zoo bouwt men zee
In ons vorig nummer schreven wij
dat wij niet vermochten de toespraak
weertegeven van den Yoorz. van den
Raad van Beheer, voor dat de boot uit
de haven van Nieuw ediep vertrok, door
dien op de plaats waar wij ons bevonden
het geluid van den spreker niet tot ons
doordrong, Deze verklaring onzerzijds
gaf aanleiding dat wij van vriendelijke
zijde alsnog in de gelegenheid werden
gesteld die toespraak aan onze lezers
medetedeelen.
Zij luidde ongeveer als volgt
Dames en Heeren.
Na de hartelijke woorden van den heer
Jacobs en de goede wenschen door hem voor
T.E.S.O. geuit, kan ik nu wij op het punt
staan ons hoogst ideaal verwezenlijkt te zien,
niet nalaten als voorzitter van den Raad
v. B. van Texels Eigen Stoombootonderne
ming eenige oogenblikken het woord tot u
te voeren. Het doet mij genoegen dat zoo-
velen aan onze uitnoodiging hebben gehoor
gegeven en ik begin met u allen van harte
welkom te heeten op onze boot en vooral hen
die van elders zijn gekomen om deze plech
tigheid met hunne tegenwoordigheid te ver
eeren.
De dag van heden, de 4e Aug. is zeker wel
de belangrij kste dag in onze bootgeschiedenis
omdat eerst heden onze onderneming geheel
aan zijn doel kan beantwoorden.
Zooals ieder weet werd reeds lang de be
hoefte gevoeld aan een nieuwe boot, meer
naar de eischen des tijds ingericht en hoewel
sedert 15 Aug. 1907 de „Baron Rengers" ons
uitstekende diensten heeft bewezen, waren
wij daarmede niet meer tevreden want ons
ideaal ging hooger en was alleen door't bezit
van een eigen boot te bereiken en gelukkig
is ons dit bezit op 't oogenblik geworden.
Met trots kunnen wij dan ook terugzien op
het tijdperk dat achter ons ligt en neerzien
op 't geen tot nu toe door ons is bereikt.
Tot dit bereikte succes hebben zeer velen
medegewerkt en daarom kan ik niet nalaten
mijn diepgevoelde erkentelijkheid te betui
gen aan allen die daartoe een stetntje heb
ben bijgebracht.
In de eerste plaats wil ik dan hier herden
ken en mijn dank betuigen aan den heer Mr.
Z. v. d. Bergh, die van 't begin af ons als
raadsman heeft terzijde gestaan en ons steeds
met zijne adviezen, die wij ten zeerste op
prijs stelden, heeft gediend.
Het spijt mij zeer dat de heer Mr. Z. v. d.B.
hier niet aanwezig is om getuige te kunnen
zijn van deze plechtigheid, waaraan ook hij
zijn groot deel heeft aangebracht. Verder
betuig ik mijn dank aan den heer Vierhout
voor de moeite, die hij zich heeft getroost om
een ontwerp te maken van een schip voor
ons vaarwater geschikt en voldoende aan alle
eischen des tijds gedurende een lange reeks
van jaren. Dat wij in de toekomst met onze
Dageraad schitterend voor den dag kunnen
komen, is vooral zijn werk en breng hem
daarvoor dan ook den welverdienden dank
van de geheele Texelsche bevolking.
Verder aan de heeren Jacobs Bunge voor
de wijze waarop zij zich van hun taak hebben
gekweten, voor hun ijver die zij aan den dag
hebben gelegd om op tijd klaar te komen en
vooral voor de buitengewone zorg, die zij
hebben besteed om „de Dageraad" zoo schit
terend mogelijk op Texel te doen verschijnen
en zeer zeker zou ik in mijn plicht te kort
schieten indien ik hier vergat den heer
Quaastenet en de onder zijn toezicht staande
werklieden van de werf Hubertina. Ik hoop
dat door het daarstellen van dit stoomschip,
„de Dagerand" een onverwelkbaren lauwer
krans zal gevlochten worden voor den naam
van den heer Quaastenet en voor den naam
en de zaak van de heeren Jacobs Bunge, en
evenzeer hoop ik dat hunne werklieden er
nog lang de levende getuigen van mogen zijn
en in de toekomst de vruchten mogen pluk
ken van hun vlyt, geest- en werkkracht, die
voor hen steeds een zegenrijk drietal mogen
vormen. Het spreekt van zelf dat nog vele
anderen recht hebben op onze erkentelijk
heid voor al 't geen zij in 't belang van onze
onderneming hebben gedaan, maar 't is
moeielijk, zoo niet onmogelijk, hun aller
namen te noemen.
Behalve mijne medeleden van den R. v.
Beheer de leden van den Raad van Advies
de commissieleden die de zaken behartigden
voordat de statuten goedgekeurd waren,
alle personen die met de verschillende lijsten
hebben geloopen om aandeelen te plaatsen,
het gemeentebestuur van Texel en onzen
gemeente-secretaris, de haven directie van
den Helder, en vooral niet te vergeten de
koningin der aarde, de pers, waaronder
speciaal onze Texelsche bladen, die hare
kolommen steeds voor ons beschikbaar
stelden behalve al deze, wil ik nog twee
personen herdenken die een meer afgeba
kend geheel voor hunne rekening hadden
genomen en ons groote diensten hebben
bewezen.
In de eerste plaats de heer H. Flens, die
van 'f begin af het secretariaat van onze
commissie en later de administratie van
onze onderneming heeft waargenomen en
den heer Arn. LaDgeveld, die er voor ge
zorgd heeft dat wij onze financieele ver
plichtingen tegenover den heer Jacobs op
tijd konden vervullen, speciaal aan hen
mijn hartelijken dank voor den steun van
hen ondervonden.
Om nu niemand te vergeten, die recht
heeft op onze erkentelijkheid zou ik kunnen
besluiten met een woord van dank in 't
algemeen te brengen aan allen die iets
hebben bijgedragen tot hetgeen wij tot nu
toe hebben bereikt, zoo er nog niet één
persoon was dien ik met opzet niet heb ge
noemd, omdat ik meende dat geen woorden
voldoende waren om hem mijn oprechten
dank te betuigen voor alles wat hij in de
laatste maanden geheel belangeloos voor ons
heeft gedaan.
De raad van beheer was dan ook van mee
ning hem een meer blijvende herinnering te
moeten geven.
Natuurlijk heeft een ieder reeds begrepen
wien ik bedoel, nl. de heer Daniël Duinker,
die voor ons van 't begin af onze vraagbaak
is geweest, waar wij nooit tevergeefs heb
ben aangeklopt.
Als zeeman weten wij dat hij van de
zee houdt, en daarom meenden wij hem
geen grooter genoegen te kunnen doen
dan met een mooi zeegezicht. Met deze
stoffelijke herinnering, dit geringe bewijs
van achting, wil ik hem dan ook mijn
hartelijken dank betuigen, in de hoop dat
dit kleine souvenir hem nog jaren zal doen
terugdenken aan dezen voor T. E. S. O. zoo
gewichtigen tijd.
En thans dames en heeren, aanvaard ik
dit stoomschip „de „Dageraad" in naam
van de geheele bevolking van Texel en
spreek daarbij den wensch uit dat de
symbolische naam werkelijkheid moge
blijven en dat niet alleen de Dageraad voor
Texel is aangebroken, maar dat het ook
eenmaal dag zal worden.
Ik hoop dat de woorden bij de te water
lating gesproken, steeds bewaarheid mogen
blijven, en dat dit stoomschip tot in lengte
van dagen moge blijven varen tot heil van
Texel en zijne bewoners.
Ik noodig thans allen uit een dronk te
wijden aan de toekomst van onze schoone
Dageraad.
Tot de bemanning sprak de Voorz.
ongeveer het volgende:
Ik wil ook nog een enkel woord spreken
tot de bemanning, die ons in het afgeloopen
jaar zoo trouw ter zijde heeft gestaan en aan
wie wij ook voor een groot deel hebben te
danken het succes wat wij tot nu toe hebben
bereikt, en tegelijk ook tot onzen nieuw-
benoemden kapitein Duinker.
Als men eenmaal een dergelijken strijd
aanvaardt, zooals wij dien in den afgeloopen
tijd hebben gestreden en in de toekomst
te strijden zullen hebben, dan moet men
niet alleen op zich zelf kunnen vertrouwen
maar vooral ook op het personeel dat aan
onze zaak is verbonden.
Het spreekt van zelf dat het onmogelijk
is het iedereen naar den zin te maken in
het leven en daarom is het ons meermalen
overkomen, ook van den kant van onze
bemanning, vooral bij benoemingen, dat
niet ieder tevreden was met hetgeen wij
hadden gedaan. Ik hoop echter dat latei-
ieder zal inzien, dat bij alles wat wij hebben
gedaan, alleen het belang van onze onder
noming op den voorgrond staat en dat
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
NATIONALE MILITIE.
Oproeping van verlofgangers in werkelijken
dienst.
De Burgemeester van Texel maakt bekend,
dat de navolgende in deze Gemeente ge
vestigde Verlofgangers, krachtens artikel
111 der Militie wet 1901 in werkelijken dienst
worden opgeroepen:
Willen Gerardus Bakker, 7e Reg. Inf.
lichting 1903, op 1 September 1908
(garnizoensplaats Amsterdam)
Pieter Veriioeve, Gerrit Bakker en
Willem Bruin, 10e Reg. Inf. lichting 1903
op 1 September 1908 (garnizoenspl.
Helder)
Hillebrand de Vries, 10 Reg. Inf. lichting
1903 op 1 September 1908 (garni-
zoensplaats Haarlem)
Helbert Kalis, korps Pontonniers, lich
ting 1903 op 7 September 1908 (gar
nizoensplaats Dordrecht)
De opgeroepen verlofgangers zullen zorg dragen
dat zij zich, ieder op den voor hem aangegeven
dag, in uniform gekleed en voorzien van hun ver
lofpas (zakboekje), alsmede van al de bij hun ver
trek met groot verlof medegenomen voorwerpen
van klceding en uitrusting, bij hun korps (gar
nizoensplaats Helder) aanmelden, en wel des
namiddags voor vier uur cf indien dit met het
oog op den duur der reis niet mogelijk is, zoo
spoedig doenlijk daarna..
Zij, die binnen het Kijk woonplaats hebben,
behoeven hun reis niet eerder aan te vangen dan
op den dag voor de opkomst bepaald.
Ingeval ziekte de opkomst mocht verhinderen,
moet de verlofganger hiervan zoodra mogelijk,
doen blijken, door overlegging van eene op geze
geld pipier geschreven en gelegaliseerde genees
kundige verklaring ter Gemeentesecretarie. Geldt
het verlofgangers, aan wie wegens onvermogen
eene ongezegelde verklaring is afgegeven, dan
kan deze aldus, ter verzending aan wien behoort
ter Gemeentesecretarie worden ingeleverd. Betreft
het verlofgangers, aan wie, in verband met eene
vorige oproeping in werkelijken dienst door den
zelfden geneeskundige reeds eene verklaring is
uitgereikt, dan kan ook voor niot-onvermogenden
met eene ongezegelde en niet-gelegaliseerde ver
klaring worden volstaan.
Hij'die zonder geldige reden niet voldoet aan
deze opi lepiug wordt, na daartoe verstrekte mach
tiging van den Minister van Oorlog als deserteur
afgevoerd.
Hij die zonder geldige redenen zich te laat hij
het korps aanmeldt, maakt zieh strafschuldig.
Het niet ontvangen eener hoofdelijke oproeping
ontheft een venofgangor geenszins van zijne ver
plichting tot opkomst in werkelijken dienst, daar
deze openbare kenni-geving BENIG en ALLEliN
als BEWIJS geldt, dat hij behoorlijk is opgeroepen.
Zoo noodig kunnen nadere inlichtingen mon
deling worden gevraagd ter Gemeentesecretarie,
eiken werkdag.
Texel, den 5 Au" 1008.
De Burgemeester voornoemd,
H. OVER, L.-B.
INVORDERING