'J
N°. 2224.
Donderdag 21 Januari 1909.
228te jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Van week tot week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 nar op den dag der nitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
ZEEMILITIE.
B, Binnenschippers.
9 16 Jan.
Deelden we in ons vorig overzicht het
programma mede dat door het bestuur van
den Vrijz. Democratischen Bond ontworpen
werd voor den komenden verkiezingsstrijd
thans kunnen we ook het een en ander
vermelden omtrent hetgeen het bestuur
der Liberale Unie bij de verkiezingen voorop
wenscht te stellen. Dezer dagen toch is
de beschrijvingsbrief verschenen van de
op 27 Februari a. s. te houden algemeene
vergadering en daarop is geplaatst een
bestuursvoorstel, luidende
„Bij de aanstaande Juni-verkiezingen zal
de Liberale Unie vóór alles krachtig propa-
gande maken voor algemeen kiesrecht,
voorafgegaan door grondwetsherziening en
voor een sociale hervormiDg, om tegemoet
te komen in de nooden van die medeburgers
wien het niet gelukt is als zij oud geworden
z[jn in eigen levensonderhoud te voorzien."
Bij dit korte en uit dat oogpunt beschouwd
practische verkiezingsprogramma heeft het
bestuur een uitvoerige toelichting gevoegd
waarin het o.m. zegt dat om tot algemeen
kiesrecht te komen, grondwetsherziening
vooraf dient te gaan en verder, dat ofschoon
er op enkele punten nog wel eenig ver
schil van gevoelen mag bestaan de Liberale
Unie door haar beslissing van 8 Februari
1908 het bewijs heeft geleverd dat al moge
ze eenige uitsluitingen wenschen, deze de
eerlijke uitvoering van algemeen kiesrecht
niet in den weg behoeven te staan.
Over het tweede punt de verzekering
tegen den ouden dag zegt de toelichting
o.m. dat met opzet een ruimere omschrijving
gegeven is dan die gelegen was in de
vroeger gebezigde uitdrukking van ver
plichte verzekering. Deze ruimere om
schrijving achtte het bestuur noodig omdat
in het stadium waarin de zaak zich thans
bevindt, het verkeerd zou zijn zich met
uitsluiting van alle andere systemen, vast
te klampen aan het denkbeeld van verze
kering met premiebetaling aan een rege
ling waardoor alleen de loonarbeiders als
zoodanig worden gebaat. Waar de verze
kering tegen den ouden dag zoo dringend
noodzakelijk is wil het bestuur op een
spoedige voorziening aandringen, maar de
wijze waarop dit zal geschieden laten be
slissen door de Regeering en Volksverte
genwoordiging, waarbij echter gezorgd dient
te worden dat de rechten van de ouden
van dagen voldoende verzekerd worden.
Is aan dien laatsten oisch voldaan, dan
zou hot onverantwoordelijk zijn een voorstel
tot herziening af te wijzen alleen omdat
een ander stelsel de voorkeur zou verdienen
Het bestuur der Unie meent dat hier voor
allesft geldtdie spoedig helpt, helpt dubbel.
Tot zoover het verkiezingsprogramma der
Liberale Unie. De kiesrechtkwestie en de
ouderdomsverzekering zal dus voor haar
de inzet wezen bij de komende verkiezingen
als de algemeene vergadering het goedkeurt
en dat zal wel het geval worden. Waar
zooals men weet ook de Vrijz. Democraten
beide punten op hun programma hebben
is te voorzien, dat beide partijen bij de
stembus met elkander zullen samenwerken,
—o—o—o—
't Is bekend dat men er in onze dagen
bijzondere opvattingen over kunst op na
houdt. De kunst is het hoogste, het eenige
noodige, de afgod van menigeen, onver
schillig of ze in een mooie gedaante dan
wel in een afzichtelijke gestalte tot hen
komt. Kunst is kunst de kunst in het
schoone en verheffende .niet alleen ook die
in het leelijke en het gemeene. Zoo rede-
deert menigeen, kunstbeoefenaar zoowel als
kunstvereerder. In onze litteratuur komt
dat meermalen uit. Boeken waaraan een
achterbuurtenluchtje is, waaruit de riolen-
stank je tegenwalmt worden als heerlijke
kunstproducten door de kunstaanbidders
onzer dagen geprezen ofschoon een fatsoen
lijk mensch er den neus voor ophaalt.
Opmerkelijk dat een groot deel van het
kunstlievend publiek in die bedenkelijke
kunst behagen schept.
Niet alleen op litterair gebied, ook in
ander opzicht kan men meermalen de vlag
van de kunst zien misbruiken om een ge
meene lading te dekken. Dat bleek in den
laatsten tijd in Berlijn waar een op duiten
beluste impressario en een stelletje onge
geneerde individuen het publiek door een
nieuwe soort kunst wilden doordringen van
een diep gevoel voor schoonheid. En daar
volgens de hedendaagsche kunstopvattingen
het menschelijk lichaam beschouwd wordt
als het schoonste kunstgewrocht en men
het oogenblik gekomen acht om de schoon
heid daarvan volkomen tot haar recht te
doen komen door het aan kant werpen van
alles waarmede men zijn lichaam pleegt
te bedekken, had het op dergelijke kunst
beluste Berlijnsche publiek het voorrecht
zijn hart op te halen. Er werden zooge
naamde Schönheit Abende gegeven, tegen
een hoog entree natuurlijk, waar men
mannen zoowel als vrouwen in Adam- en
Eva-kostuum kon zien optreden om dansen
uit te voeren, beeldengroepen te vormen
enzoovoort. De nieuwe soort kunst die
zooals de lezei wel begrijpt met alle begrip
van moraliteit spot trok vele bewonde
raars die zich de hooge entrée gaarne wilden
getroosten om in de hooge sferen van kunst
en schoonheid gevoerd te worden, of mis
schien juister uitgedrukt: om te zwelgen
in zinnelijk genot.
De Berlijnsche politie heeft voor het edel
streven om het menschdom weer naar de
oorspronkelijkheid terug te voeren, wel is
waar een stokje gestoken, maar kon toch
niet geheel voorkomen dat een zekere
naakt danseres in besloten kring haar
kunstprestaeties bleef toonen.
De naakte-schoonheids-voorstellingen heb.
ben zelfs in het Pruisische Huis van Afge
vaardigdeö in de voorbije week een punt
van bespreking uitgemaakt. De afgevaar
digde Roeren vroeg maatregelen tegen de
als kunst aangediend wordende gemeenheid
en was alles behalve vleiend in zijn oötdeel
over het publiek dat behagen schept in de
„Schönheits Abende" die enkel er op gericht
waren om de zinnelijkheid op le wekken
en met kunst niets uit te staan hadden.
De minister van justitie die den spreker
beantwoordde was in zijn oordeel over de
naakt-voorstellingen geheel aan de zijde van
Roeren en beloofde zooveel als in zijn ver
mogen was ze tegen te gaan. Maar veel
kon de minister er niet tegen doen, als in
besloten kring dergelijke dingen gebeurden.
Natuurlijk zullen de Berlijnsche kunst
beschermers van zeker allooi wel niet heel
gesticht zijn over het optreden van den
moraal beschermer Roeren.
oo—o—
Van de andere buitenlandsche gebeurte
nissen der voorbije week trokken stellig
wel het meest, die in het Oosten onze
aandacht. De Oostelijk| Europeesche hemel
was in den laatsten tijd weer zeer onheil
spellend, doch gelukkig schijnt nu het
onweder voorgoed afgedreven. Oostenrijk
en Turkije zijn het n.l. eens geworden
over de door eerstgenoemde te betalen
schadevergoeding voor de annexatie van
Bosnië en Herzegowina. De Porte ontvangt
daarvoor ongeveer 80 miljoen van de Donau-
monarchie. Deze overeenkomst mag als
een groote stap nader tot de oplossing van
de Balkan verwikkelingen worden geacht,
omdat nu men het over de duiten eens is,
verwacht mag worden dat beide partijen
over de andere zaken wel spoedig eveneens
tot overeenstemming zullen geraken, Zijn
Oostenrijk en de Porte het geheel eens,
dan is het gevaar voor een gewapend
conflict op den Balkan zeer verminderd.
Servië rinkelt nu nog wel wat met den
sabel, doch zal wel een toontje lager moeten
zingen als zijn noordelijke buurman tevre
den gesteld is. Ook Bulgarije dat met
welgevallen bet verzet van Oostenrijk
gadesloeg en een hoogen toon tegen Turkije
aanslaat zal wel wat kalmeeren en in den
eisch van schadevergoeding aan Turkije
toestemmen nu op de Donau-regeering niet
meer valt te rekenen.
De situatie is dus zeer verbeterd en met
recht mag gezegd worden, dat het daghet
in het Oosten.
Turkije zelf trok in de afgeloopen week
de aandacht door hetgeen er op parlemen
tair gebied voorviel. In het nieuwe parle
ment zijn de eerste debatten van beteekenis
gehouden en natuurlijk was de politieke
toestand het onderwerp. Hoewel er sedert
eenigen tijd geruchten liepen dat de jong-
Turksche partij het nieuwe Kabinet naar
huis wilde zenden omdat het inzake de
buitenlandsche Staatkunde niet naar aller
bevrediging had gewerkt, heeft dit evenwel
niet plaats gehad. Nadat de grootvizier
de houding der regeering had uiteengezet
werd een motie van vertrouwen aangeno
men, zoodat het huidige Kabinet, dat zooals
men weet maar voorloopig de teugels van
het bewind in handen had genomen, toch
vooreerst aan het bewind zal blijven,
—o—o—o—
Ten slotte nog enkele regels over Amerika
en zijn president. Roosevelt gaat binnen
kort heen, maar de laatste zijner regeerings-
dagen zijn niet de schoonste. Hij toch is
in een vinnigen strijd gewikkeld met den
Senaat en het Huis van Afgevaardigden,
die niet de door hem gevraagde gelden
voor de reorganisatie van den geheimen
dienst wilden toestaan. Dit gaf den president
aanleiding tot eenige hatelijke opmerkingen
in zjjn jaarlijksche Boodschap aan het
Congres, die in de beide wetgevende
lichamen eeD storm van verontwaardiging
deden opgaan. Het Huis van Afgevaardig
den weigerde eenvoudig de Boodschap in
behandeling te nemen en eenige persoonlijk
aangevallen Senaatsleden hielden lang niet
malsche redevoeringen tegen de wijze van
optreden van Roosevevelt.
Inderdaad geen prettig afscheid. Jammer
dat het in vele opzichten merkwaardige
regeeringstijdperk van Roosevelt met zoo'n
heftige ruzie besloten moet worden.
TEXELSCHE COURANT,
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor ben Borg 30 Cts. Franco "per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Texel, brengen, ter voldoening aan art. 138 der
Militiewet 1901, bij deze ter kennis van wie het
aangaat, dat de lotelingen voor de lichting der
nationale militie van 1909, die verlangen bij de
Zeemililie te dienen, worden uitgenoodigd zich
vdór 1 Eebiuari eerstkomende bij hen, Burgem.
en Wethoudesr aan te melden of te doen opgeven
ter Gemeenteseietarie te den Burg.
Voor indceling bij de Zeemilitie komen uit
sluitend in aanmerking de lotelingen die ter
volledige oefening worden ingelijfd. Voorts
moeten zy een beroep uitoefenen of een positie
bekleeden als is aangegeven in onderstaande lijst.
A. Zeevarenden.
Stuurlieden, stuurmansleerlingen, matrozen,
lichtmatrozen en jongens op koopvaardijschepen
van de grnote en kleine vaart en op zeesleepbooten;
Stuurlieden, schippers en verdere opvarenden
van loodsvaartuigen, tonnenleggers en jachten;
Diepzeevisschers en Noordzeekustvisschers.
Leerlingen van Zeevaartscholen.
Stuurlieden, schippers en schippersknechts van
Rijnschepen, aken, tjalken en andere vaartuigen;
Stuurlieden, matrozen, schippers en schippers
knechts van passagiers- en sleepbooten op binnen
wateren;
Zuiderzeevisscbers
Visschers op Zeeuwsche wateren en op de
groote rivieren
Mossel- en oestervisschers
Schuitenvoerders, vletterlieden en veerlieden.
C. Smedenstokers, machinisten
en bankiverkers.
Machinisten en machinistlcerlingen op schepen
en vaartuigen, bij spoor- of tramwegen en op
fabrieken en andere inrichtingen
Stokers als boven
Machinedrijvers; (hieronder begrepen drijvers
van motorbooten en automobielen);
Smeden en smid-bankwerkers;
Machinebankwerkers en gewone bankwerkers
(hieronder ook te veistaan rijwielherstellers)
Werktuigmakers
Kolentremmers
Metaalbewerkers (hieronder te verstaan koper
slagers, ketelmakers, vijlenkappers en voorslagers)
Electriciens
Studenten in de werktuigkunde of in de
electro-tecliniek
Leerlingen van de kweekschool voor machinisten
te Amsterdam of van een cursus voor machinisten.
D. Overige beroepen.
Telegrafisten (hieronder ook te verstaan radio-
telegralisten)
Scbcepsbeschieters
Scheepstimmerlieden (scheepmakers).
E. Bock-, brood- en banketbakkers of knechts;
Koks en koksmaats, hetzij aan boord van
schepen of vaartuigen, hetzij aan den wal.
E. Koffiehuis- en hotelbedienden;
Hofmeesters en kellners op schepen of
booten.
G. Ziekenverplegers;
Barbiers;
Apothekersbedienden
Studenten in de geneeskunde of in de
artsenij bercidkunde.
H. Personeel van 's Rijkswerven.
N.B De personen genoemd onder A. B. en
D. komen allereerst in aanmerking voor inlijving
[als zeemdlcien-matroos.
C. komen allereerst in aanmerking voor inlijving
[nis zecmilicien-stokor.
E. komen in aanmerkingvoor inl.alszeemilicienkok
F. n n n ii n n zcemilicienhof-
[mcester.
G. ii a a a zeemilicicnzie-
[verplegei.
H. n ii n n a zeemilicien mn-
troos of stoker al naarmate van hot beroep
dat zij uitoefenen.
Uierbij wordt bet volgende bekend gemaakt
le. Alle lotelingen, die zich voor de Zeemilite
zullen hebben aangemeld of zullon hebben doen
opgeven, zullen in bet lydvak van 1 tot 15 Maart
1909 worden ingelijfd. Bij do inlijving zal uit
die lotelingen de keuzo plaats hebben vau bon,
die by de Zeemilitie zullen dienen.
2e. Van hen, die voor de Zoomilitie zullen
zijn uitgekozen zal het mecrendeel dadelijk na
de inlijving lot eerste oefening in wcrkclijken
dienst worden gehouden, terwijl do overigen met
verlof zullen worden gezonden tot een der eerste
dagen van Augustus. De oefoningslijd vnn hen,
die in Augustus in wcrkclijken dienst worden
gesteld, is van gelijken duur als do oefeningstyd
van hen, wier werkelyko dienst in Maart aanvangt.
3o. De lotolingen kunnen bij de aangifte ter
Gemeente-secretarie opgeven, wat zij ingeval van
aanwijzing voor de Zeemilitie het liefst wonsohen,
dndclijkcn aanvang van den wcrkclijken dionst
in Maart, dan wel na de inlijving verlof tot
Augustus Met hunnen aldus kenbaar gemaakten
wenseh zal zooveel doenlijk rekening worden ge
houden, waarbij echter wordt opgemerkt, dat de
lotelingen geen vrijheid zullen hebben hunne
aangifte voor de Zeemilitie ongedaan te maken,
zoo hun in deze kenbaar gemaakte wenseh niet
mocht worden vervuld. Mochten zich minder
lotelingen beschikbaar stellen voor verlof tot
Augustus dan het vereisehte aantal, dan zal de
aanwijzing plaats vinden door middel van loting.
De aandacht van de lotelingen wordt gevestigd
op art. 116 der Militiewet 1901, luidende als
volgt
«De bij de Militie te land ingelijfden worden
niet tot het aangaan van een verbintenis voor de
buitenlandsche zeevaart, toegelaten zonder schrif
telijke toestemming vanwege onzen Minister van
Oorlog.
Die. toestemming wordt in gewone tijden niet
geweigerd aan de lotelingen die reeds vóór hunne
inlijving bij de militie hun beroep van de buiten
landsche zeevaart maakten en die zich overeen
komstig art. 138 voor de zeemilite hebben aan
geboden, doch daarbij niet hebben kunnen worden
aangenomen.
Texel, den 14 Januari 1909.
Burgemeester en Wethouders,
HIDDINGH, Burgemeester.
RUIBING, Secretaris.