N° 2250,
Donderdag 22 April 1909.
22ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
van en naar Texel.
BOOT- EN SPOORDIENST
Van week tot week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Borg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 unr op den dag der uitgave
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
aansluiting gevende
BOOT:
v.Texel 6,15; 8,15; 11,—; 3,—6,
TREIN:
v. Helder 5,18*; 7,31 12,13; 4,-; 7,-
Aankomst Trein Helder. Vertrek Boot.
TREIN:
a. Helder 8,27*; 11,20; 2,56; 6,31
BOOT:
V. Helder 7,15; 9,30; 12,15; 4,15; 7,30
Zondag komt 'n trein 9,32, uaart boot 10,20.
Men lette er wel op dat de met
een aangeteekende treinen des Zondags
niet rijden.
Voor de uren van de boot geldt de
gewone tijd, voor die der treinen Green-
wichtijd, alzoo 20 minuten later.
Men raadplege verder de door ons
verstrekte Boot- en Spoordienst, gratis
aan ons bureau verkrijgbaar.
INVORDERING
'S RIJKS DIRECTE BELASTINGEN.
De Burgemeester der Gemeente Texel
maakt bekend, dat het kohier no. 2
der Personeele belasting over het dienst
jaar 1909 invorderbaar verklaard op den
17 April 1909 aan den Ontvanger ter
invordering is ter hand gesteld en ieder
daarop voorkomende belastingschuldige
verplicht is zijnen aanslag, op den bij
de wet bepaalden voet te voldoen.
Texel, den 17 April 1909.
De Burgemeester voornoemd,
W. F. HIDDINGH.
VERZOEKSCHRIFTEN
ter bckoming van jacht- eu vischakten
en kostelooze machtigingen tot
het schieten vun schade
lijk gedierte.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Texel maken bekend, dat voor
het nieuwe seizoen, aanvangende 1 Juli
a.s, en eindigende 30 Juni van het vol
gende jaar, ter Gemeentesecretarie kos
teloos verkrijgbaar zijn blanco verzoek
schriften ter bekoming van jacht- en
vischakten, van kostelooze vergunningen
tot 'uitoefening der visscherij, zoomede
van buitengewone machtigingen tot het
schieten van schadelijk gedierte.
Belanghebbenden worden in hun eigen
belang uitgeuoodigd hunne aanvragen en
vergunningen zooveel mogelijk vóór den
1 Rei a.s. ter Secretarie in te dienen,
Texel, den 14 April 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
HIDDINGH, Burgemeester,
RUIBING, Secretaris.
SCHIETOEFENINGEN.
De Burgemeester der gemeente Texel
brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat op Dinsdag 27 April en zoo noodig op
Woensdag 28 April 1909 eene schietoefe
ning zal worden gehouden met kanonnen
van licht kaliber (6 c. M.) opgesteld te fort
Erfprins te Helder, tegen in schijf, welke
in het Zeegat wordt gesleept.
Bij deze schietoefeningen, waarbij de
gebruikelijke veiligheidsmaatregelen zul
len worden toegepast, wordt het gedeelte
van de Heldersche zeewering, dat voor
het genoemde fort ligt, onveilig gemaakt.
Texel, den 25 Maart 1909.
De Burgemeester voornoemd,
HIDDINGH.
10-17 April.
De S. D. A. P. is thans ook gereed met
haar program voor de komende verkiezin
gen. In de afgeloopen week, n.l. op de
beide Paaschdagen en den dag daarna werd
te Rotterdam het congres der partij gehou
den, waarop het verkiezingsprogram behan
deld en vastgesteld werd. In verband met
de gebeurtenissen van den laatsten tijd
was dit congres met meer belangstelling
dan anders tegemoet gezien. Toch bracht
het weinig bijzonders, behalve dan het
verkiezingsprogram, 't Was er zelfs be
trekkelijk kalmte als men tenminste onder
kalm verstaan wilzonder herrie, want er
heerschte een opgewekt leven, dat zich
meer dan eens in luid gejuich en bravo
geroep te uiten zocht. Het congres stond
geheel in het teeken van de overwinning
van den heer Troelstra, dien dan ook het
leeuwenaandeel van de toejuichingen ten
deel viel. Opnieuw bleek welk een „uit-"
stekende persoonlijkheid hij in de partij is,
welken invloed zijn pakkend woord op de
schare zijner volgelingen kan hebben.
Zooals boven gezegd stelde de partij dan
haar verkiezingsleuze vast. Door het partij
bestuur was het volgend program voorge
steld
a. Algemeen kiesrecht
b. Staatspensioneering.
c. Tienurendag.
d. Uitbreiding van de ongevallenwet.
e. Woningkwestie.
Lang en breed werd over deze punten
beraadslaagd nadat eerst door Mr. Troelstra
in een rede van 2Vs uur een beschouwing
over den huidigen politieken toestand en
dien der andere politieke partijen was ge
geven en uitvoerig de richting was aan
gewezen waarin de S. D. A. P. in den
komenden tijd zal gaan. Het resultaat was
dat het bovenaangehaalde verkiezings
program ongewijzigd aangenomen werd.
Een voorstel van de afdeeling Amsterdam
om Jen verkiezingsstrijd alleen te voeren
onder de leuze van het algemeen kiesrecht
werd verworpen na ernstige bestrijding
door den heer Troelstra, die uit deed
komen dat het door het bestuur voorge
stelde program alle wenschen bevat die in
het Nederlandsche volk leven.
Ook de bij de eventueele herstemming
aan te nemen houding der S. D. A. P. werd
besproken. De heer Troelstra ontvouwde
daarover zijn denkbeelden, die hij later in
een motie belichaamde, welke motie even
eens werd aangenomen. Besloten is by
herstemmingen de voorstanders van alge
meen kiesrecht te steunen, doch met geen
der andere partijen een compromis te
sluiten. In bijzondere onvoorziene gevallen
zal het partijbestuur beslissen.
Er heerschte op het congres, zooals bovon
gezegd een rechte geestdriftige stemming,
dank zij de daverende redevoeringen die
door den leider Mr. Troelstra werden afge
stoken. Natuurljjk werden door dezen de
afgedwaalde balsturige Marxisten ook niet
vergeten en dat de spreker allesbehalve
met hen ingenomen is, bleek maar al te
duidelijk uit het advies dat hij onder don
derend hoerageroep aan het Blot van zijn
groote redevoering gaf, n.l. dat de Neder
landsche arbeiders do nieuwe partij moeten
dooddrukken. Mr. Troelstra is geen spreker
die zijn woorden eerst op een goudschaaltje
legt, 't is bekend en dat de partijen der
tegenstanders de burgerlijke partijen even
eens menige veeg uit de pan kregen is te
denken.
o—o—o—
Zooals we in ons vorig overzicht mede
deelden had de expresident van Venezuela
Capiano Castro toen hem den toegang tot
zijn vaderland geweigerd werd een pied-
a-terre gezocht op de Fransche bezitting
Martinique. Evenwel nog maar nauwelijks
aan land bereikte hem de boodschap der
Fransche regeering dat hij in haar bezitting
niet zou worden gednld en tegelijk daarmede
ontving hij de mededeeling dat ook de
Engelsche en Amerikaansche bezittingen
voor hem gesloten waren. Dat waren geen
prettige boodschappen voor de gevallen
Venezulaansche grootheid en deze was ook
nog maar zoo dadelijk niet bereid zijn
koffers te pakken. Hij beantwoordde het
Fransche uitzettingsbevel met de mede
deeling dat hij ziek was en dus onmogelijk
kon vertrekken. De Fransche regeering
die zich niet met een kluitje in het riet
wilde laten sturen, zond een geneesheer,
die den ex-president onderzocht en deze
besliste dat Castro niet ziek was, althans
voldoende sterk was om een zeereis te
doen. Doch Castro bleef bij zijn beweren
hij klaagde over vreeselijke pijnen in de
onderbuik en de nieren en uit een rnensch-
lievend oogpunt eischte hij uitstel van het
uitwijzingsbesluit. De gouverneur van Mar
tinique dacht er evenwel anders over. Hij
dreigde met geweld als Castro niet vrij
willig ging. Nog gaf deze de kamp niet
op hij was doodziek, kon niet vervoerd
worden meende hij. De gouverneur zond
drie dokters, die allen na onderzoek ver
klaarden dat alles wat Castro voorwendde
maar larie was en toen het dreigen niet
hielp werd de eens bijna almachtige dictator
met den sterken arm der politie gevangen
genomen en op een draagbaar naar het
Fransche schip, de „Versailles" overge
bracht, Natuurlijk protesteerde hij heftig,
maar het baatte hem niets. Als een banne
ling wordt hij thans naar Frankrijk ge
bracht. Al zijn hoop dat hij nog eens weer
de teugels van het bewind in Venezuela
in handen kon nemen is in rook opgegaan
en waarschijnlijk is er voor goed een einde
gemaakt aan al zijn heerschzuchtige
droomen.
Door niemand beklaagd of getroost zal
hij voortaan zijn leven moeten slijten ver
van zijn schoon vaderland, waar hij eens
haast onbeperkte macht bezat en waar hij
den draak stak met de mogendheden aan
wier genade hij thans overgeleverd is.
Sic transit glorie mundi......
—o—o—o
Uit Turkije kwamen in de afgeloopen
week berichten over ernstige gebeurtenissen.
Er is nl. een revolutie uitgebroken, een
revolutie die niet tevergeefs ondernomen
werd en geen ander doel had dan de hui
dige regeering omver te werpen. Het begon
met een beweging onder de soldaten, die
hun officieren gevangen namen de vaan
des opstand ontplooiden en naar het par
lementsgebouw trokken om dat te bezetten.
Het gepeupel sloot zich dadelijk bij de
soldaten aan en voor den zetel der regeering
in Konstantinopel werden vijandige be
toogingen gehouden tegen het Jong-Turk-
sche ministerie. En de regeering zelf?
was nergens op voorbereid zoodat het
militaire en andere verzet haar als een
wervelwind omver gooide. Een paar dei-
ministers werden door het vijandige volk
gedood, de rest bood in allerijl ontslag aan
en vluchtte naar Saloniki, de bakermat
van het Jong-Turksche comité van Eenheid
en Vooruitgang.
Uit alles blijkt dat deze revolutie enkel
gericht was tegen de wijze waarop het
„verjongde Turksche rijk" bestuurd werd,
dat ze het werk is van reactionaire ele
menten die al lang met leede oogen hadden
gezien dat meer en meer de oude Turksche
opvattingen door de Westersche verdrongen
werden. En de revolutie kon des te ge
makkelijker voorbereid worden waar de
jonge nieuwe regeeiing een groot aantal
vijanden had. In de eerste plaats stellig
onder de Mahomedaansche geestelijkheid
die voor alles wenschen dat de grondslagen
van het landbestuur, zullen rusten op de
inzettingen van den Koran en die der vaderen.
Verder onder het groote leger van Turksche
ambtenaren, dat al aardig gedund was door
de regeering. Er waren toch honderden
ambtenaren overcompleet, die een lui en
lekker leventje hadden op kosten van de
schatkist. De nieuwe regeering evenwel
voerde vereenvoudiging en bezuiniging
in en een groot aantal „eters aan de staats
ruif" kregen hun ontslag. Ten slotte waren
er onder het leger zeer veel ontevreden
elementen, een outevredenheid die zooals
uit de omwenteling kan blijken heele leger
corpsen had aangetast. Gedeeltelijk lag
hiervan de schuld aan de zijde der regee
ring, die verschillende soldijregelingen had
ingevoerd en de legercorpsen die als ge
trouw aan de regeering bekend stonden
meer salaris gaf dan de corpsen die wat
verder uit de buurt waren of niet al te
best aangeschreven stonden. Allen hebben
samengespannen om den val van de re
geering te bewerken en ze zijn er in ge
slaagd. De nederlaag der Jong-Turken is
volkomen geweest. De waarschijnlijkheid
is niet geheel denkbeeldig dat ook de
Sultan en zijn aanhang de hand in het
spel hebben gehad, want toen de revolu
tionaire troepen voor de Porte gemanifes
teerd hadden trokken ze naar Jildiz Kiosk
het verblijf van den padisja, en werden
door den Sultan vriendelijk toegesproken.
Hij begroette hen met een „mijne kinderen",
zeide hun toe dat hij al hun wenschen
zou inwilligen en dat al de opstandelingen
genade zouden ontvangen.
Een nieuwe regeering is reeds benoemd
een van minder vooruitstrevend karakter
dan de verdrevene. Oogenschijnlijk is de
kalmte weer teruggekeerd, maar of het
zoo zal blijven is nog de vraag. Het comité
voor Eenheid en Vooruitgang telt duizenden
leden over het heele land en kan beschikken
over een groot deel van de troepen die
niet in de buurt van Konstantinopel verblijf
houden. Met belangstelling zien we d e
verdere afwikkeling der Turksche aange
legenheden tegemoet.
Intusschen blijkt uit de latere berichten
dat de grondwet niet zal worden ingetrokken
en dat de Macedonische troepen die op de
hand van het Jong-Turksche comité zijn,
besloten moeten hebben af te zien van hun
eerste voornemen om naar Konstantinopel
op te trekken en wraak tegen de revolu
tionairen te nemen.
Dat klinkt nogal geruststellend, want als
de Jong-Turken in beweging mochten
komen is de vrees voor een burgeroorlog
in het Turksche rijk geenszins denkbeeldig.
TEXELSCHE COURANT.
O
H£0—os—