N° 2260,
Donderdag 27 Mei 1909,
22ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland*
Van week tot week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
15—23 Mei.
Meimaand spoedt ten einde maar ze heeft
niet heen willen gaan zonder ons het
heerlijke Meiweder te brengen waarnaar
wij allen zoo lang en zoo verlangend hebben
uitgezien. Gure dagen en koude nachten
heeft de Mei die door menig dichter als de
liefelijkste aller maanden bezongen is, ons
dit jaar in groot aantal gebracht. Van den
eenen dag tot den anderen zagen we ver
langend uit, of het nog niet komen zou,
het schoone ie venwekkende van Lente-
weelde en Lentekracht volle Meiweder. En
al het hopen en verwachten werd weder
iederen dag beschaamd.
Maar thans is het gekomen, 't Is nu Mei.
De kastanjes tooien zich met hun sneeuwwit
bloesemgewaadde seringen prijken met
hunne paarse en blanke en geurende
bloesemtrossen het jonge vee dartelt weer
in de groene weide, die ook heur feestkleed,
heur Meikleed van gouden paardebloemen
dragenin de groene struiken zingen de
blijde vogels hun liedjes van liefde en
gelukover het groen-blauwe water der
zee sprankelt de zon 'heur kostelijk goud
en over het pronkende aardrijk welft zich
de hemel met heur teere kleuren van be-
tooverend blauw.
't Is nü Mei 1 't Is nu de tijd van het
wondere genieten, genieten volop van de
schoonheid die uitbreekt aan allen kant
en in menigerlei vorm.
—o—o o
Na bovenstaande Meiontboezeming keeren
we tot de gewone prozaïsche dingen terug,
om daarvan het belangrijkste te kronieken.
De oogst voor den kroniekschrijver is niet
groot dezen keer, want de afgeloopen week
was arm aan gebeurtenissen die genoeg
belangrijk zijn voor een bespreking.
Met de komst van het heerlijke Meiweder
hebben onze volksvertegenwoordigers
's lands vergaderzaal vaarwel gezegd en
als er nu niet eersteen verkiezingscampagne
te voeren was zouden de heeren hun koffers
kunnen pakken om aan het strand of in
boscbryke oorden uit te rusten van den
parlementairen arbeid. Dit is thans voor
menigeen hunner niet mogelijk, want de
verkiezingsdagen naderen, waarin zij aan
de spits van hun kiezerscorps moeten staan
om de hun dierbare beginselen met hand
en tand tegen den vijand te verdedigen.
We zijn thans in de dagen waarin de
balans wordt opgemaakt van het doen en
laten onzer volksvertegenwoordigers, in de
dagen waarin zooveel gedaan wordt aan
politieke schriftvervalsching en onjuiste
waardebepaling, in de dagen van politiek
gescharrel en naar-zich-toe-halerjj. Voor
den onbevooroordeelden toeschouwer
helaas er zijn in deze dagen zeer weinig
van dit soort menschen is het wel een
eigenaardig genoegen eens na te gaan hoe
zeer verschillend tal van parlementaire
werkzaamheden beoordeeld, veroordeeld of
geprezen worden.
Het nieuws van de afgeloopen week
betreft ook reeds meerendeels de komende
verkiezingen. Overal worden de politieke
tournooien gehouden en de banieren der
verschillende politieke partijen ontrold,
Laat ons hopen dat in deze en de
komende dagen de verkiezingsstrijd op
waardige wijze moge worden gevoerd. Bij
al de verdeeldheid die er op verschillend
gebied in ous klein landje te vinden is,
mag men waarlijk wel dezen wensch uiten.
Van de onderwerpen waarover thans bjj
deze verkiezingen de moeningon nogal uit-
eenloopen behoort inzonderheid wel het
vraagstuk der Ouderdomsverzekering ge
noemd te worden, Hoe zeer men het er
ook over eens is dat die verzekering er
moet komen, dat het nu lang genoeg ge
duurd heeft, dat „oud en arm" dikwijls
samen moet gaan, toch is men het er zeer
oneens over hoe en op welke wijze dit
vraagstuk moet worden opgelost. Naast
een sterke strooming voor algeheele staats-
pensioneering, gaat er eene in de richting
van verplichte zelfverzekering met steun
van den Staat. En het eigenaardige is wel
dat inzonderheid in de politieke partijen
der linkerzijde daarover geen eenheid
bestaat. Zoo b.v. in den Vrijz. Democrati-
schen bond, waardoor de in de afgeloopen
week gehouden algemeene vergadering van
dezen met eenige belangstelling tegemoet
werd gezien. Nu er is voldoende aandacht
aan de kwestie gewijd en zoowel de voor
als tegenstanders van Staatspensioneering
hebben zich laten hooren. Toch sprak de
Bond zich niet pertinent voor het een of
ander stelsel uit. Vooral werd er de nadruk
op gelegd dat het gevaarlijk is het een of
andere stelsel aan te bevelen zoolang men
geen betrouwbaar overzicht kan geven van
de waarschijnlijke financieele gevolgen.
Toezegging werd gegeven, dat waar de
bond de ouderdomsverzorging alleszins
urgent acht, de Kamerafgevaardigden de
verschillende stelsels aan een nauwkeurig
onderzoek zullen onderwerpen.
Intusschen het vraagstuk der Ouderdoms
verzekering schijnt een grooten invloed op
de komende verkiezingen te zullen uitoefe
nen, inzonderheid nu de bond voor staats
pensioneering zich hier en daar met de
verkiezingen bemoeien gaat en wellicht
voor menig afgevaardigde „het water
troebel zal maken."
—o—o—o—
Van het buitenland is het wel inzonder
heid Duitschland dat in de laatste dagen
van zich hooren doet. 't Is nog altijd de
oude financieele kwestie die er de gemoe
deren in beroering brengt en die nog maar
steeds niet opgelost is. De Rijksdag is
met vacantie gegaan alleen de financieele
commissie werkt vlijtig door Von Bulow's
verklaring dat de financieele horvorming
nog voor het recès van den Rijksdag tot
stand moest zjjn gekomen is derhalve zonder
resultaat geweest. Het bloc blijkt thans
voor goed dood te zijn, want, bij de stem
mingen over de effectenbelasting in de
afgeloopen week in de financieele commissie
gehouden, schaarde de conservatieve bloo-
broeders zich aan de zijde van het Centrum
en de agrariërs en stemden voor, terwjjl
do nationale liberalen en vrijzinnigen tegen
stemden en de sociaal-democraten zich ont
hielden. Er is dan blijkbaar thans ook een
nieuwe overeenkomst gesloten tusschen
conservatieven en Centrum en het bloc
moge in naam nog bestaan in der daad is
het dood, morsdood.
De kwestie is nu maar wat Von Bulow
zal doen. Zal hij zich schikken in den
toestand en zyn kracht zoeken in het
samengaan van het nieuwe bloc Of zal
hij recht op zijn doel afgaan en zjjn
erfenisbelasting handhaven om er desnoods
mee te vallen of de Rijksdager mee te doen
vallen
Waar do conservatieven, agrariërs en het
centrum in plaats van de erfenisbelasting
thans aansturen op een belasting op de
waardevermeerdering en ze wellicht daar
voor een meerderheid in den Rijksdag
zullen vinden, wordt de kwestie voor Von
Bulow niet hoopvoller. Toch schijnt hij
vol goeden moed, inzonderheid na het
onderhoud dat hij met den Keizer de vorige
week te Wiesbaden had. Naar men beweert
heeft de Keizer den kanselier de betuiging
van zijn volste vertrouwen gegeven en hem
vrijheid verleend in zake de binnenlandsche
staatkunde te handelen naar welgevallen.
Wat zooveel beteekent alsdat, ook wanneer
de meerderheid van den Rijksdag niet mee
wil gaan op Von Bulow's weg tot de be
lastinghervorming deze niet benauwd be
hoeft te zijn het slachtoffer van het verzet
te worden.
—o—o—o
Tot welke zonderlinge en afkeurens-«
waardige daden het wat al te veel gevoelde
machtsbewustzijn aanleiding kan geven
leert Frankrijk ons in deze dagen. Men
is daar getuige geweest van een totaal
mislukte poststaking, die een aantal slacht
offers heeft gemaakt. Met de noodige
bombarie werd deze staking aangekondigd,
doch 't werd „veel geschreeuw en weinig
wol", want van de vele duizenden „postiers"
hebben maar enkele honderden het gewaagd
„in staking te gaan". De stakers zijn ont
slagen en de geheele beweging is op niets
uitgeloopen. En nu alles verloren is voor
de postiers, ziet men de zoogenaamde
machtige „Confederation génerale du tra
vail" de algemeene staking afkondigen in
alle bedrijven. Gelukkig blijkt ook deze
algemeene staking niet algemeen te zijn
zelfs wordt gemeld dat er zoo goed als niets
van terecht komt.
Het dwize in den daad van den „Bond
van den arbeid" is wel dat uit solidariteit
met de postiers gestaakt moet worden,
terwijl deze zelf althans de overgrootste
meerderheid niet eens willen staken.
't Gevolg van dat tactlooze optreden van
den genoemden bond zal enkel kunnen
zijn, dat nog het aantal slachtoffers met
eenige honderden vermeerderd wordt en
de vakvereenigingen zelf bij het publiek
in discrediet komen.
—o—o—o—
In Engeland wordt men gekweld door
een geheime vrees, dat een machtige
vijand en dat kan naar Engelsch begrip
geen andere zijn daD Duitschland bezig
is het land van alle zijden te bespieden.
Op verschillende plaatsen heeft men
's nachts een luchtschip hooren manoeu
vreeren, waarvan niemand wist vanwaar
het kwam noch waar het zich heenbegaf.
Van alle kanten stroomen de berichten
binnen over het geheimzinnige luchtmon
ster en het eigenaardige is wel dat niemand
er nog in geslaagd is de plaats te ontdekken
vanwaar de Duitsche spionnendienst uit
den hooge want natuurlijk denkt men
enkel aan Duitsche spkmnen wordt
ondernomen.
Allerlei fantastische verhalen doen de
rondte en het Engelsche publiek begint
aan een ware Zeppelinkoorts te lijden. Bij
kris en kras wordt beweerd dat zich hier
of daar in zee een Duitsch vaartuig moet
ophouden van hetwelk het luchtmonster
zijn geheimzinnige tochten doet, waarbij
het van een sterk zoeklicht gebruik maakt
om alles beter te kunnen opnemen. Er zijn
er zelfs al van onze Westelijke buren die
het oogenblik niet ver meer achten dat
het nachtelijke spionnenvaartuig voor de
grap eens wat bommen of andere projec
tielen over het een of andere fort of stad
zal uitstrooien.
Natuurlijk zijn er ook nog een aantal
nuchtere menschen in Engeland die een
loopje nemen met de wat al te bont ge
kleurde berichton over het geheimzinnige
luchtschip en we gelooven ook dat het
vreeselijke monster alleen in de verbeel
ding van met Duitsche vrees bevangen
personen bestaat. Evenwel men praat
aan de overzijde van de Noordzee over
bijna niets anders dan over het vreemde
geval.
TEXEL, 26 MEI 1909.
V ronwenkiesreclit
Velen, waaronder uit den aard der zaak
tal van leden der vrouwelijke sexe,
waren Zaterdag opgegaan, naar hotel
Texel, om nader kennis te maken met
doel en streven der vereeniging voor
vrouwenkiesrecht.
De vergadering werd geleid door mej.
R. Kluin secretaresse der afd. Helder,
die de vergadering opende met een
welkom aan allen en de mededeeling
dat de spreekster antwoord hoopte te
geven op de vraag Waarom vrouwen
kiesrecht.
Mej. C. S. Groot daarop het woord
verkrijgende, gaf eerst een kort over
zicht van het ontstaan en de geschie
denis-der vereeniging, waaruit bleek,
dat aanvankelijk in de wet niet was
opgenomen de bepaling, dat alleen man
nelijke personen kiesgerechtigd zijn het
welk duidelijk werd door het optreden van
de bekende doctoresse Aletta H.Jacobs
die beweerde recht te hebben op kies
recht, en het stembiljet vroeg, dat haar
echter werd geweigerd. Later werd in
de wet opgenomen, dat alleen mannelijke
personen de kiesbevoegdheid kunnen
hebben. Dit had tengevolge dat in 189é
werd opgericht de vereeniging voor
vrouwenkiesrecht, wier doel het is voor
de vrouwen het kiesrecht te verkrijgen
dat haar al zoo lang werd onthouden.
Aanvankelijk werd de vereeniging
met spot ontvangen. Allerlei spotprenten
verschenen, waaruit dan moest blijken,
dat de vrouwen indien zij het kiesrecht
hadden, haar huiselijke en moederplich
ten zouden veronachtzamen, zelfs in
hun kleederdracht zouden ze gelijk zijn
aan den man en huwelijken zouden naai
de tegenstanders beweerden, niet meer
gesloten worden.
Vrouwen zelfs werkten de jonge ver
eeniging tegen. Zij wilden, beweerden
zij, heerschen in eigen huis, op welker
bewering hen werd gewezen, dat de
Nederl. wet niet gedoogd, dat zij dat
doen en dat zij door te trouwen onmon
dig zijn geworden als een kind. Door tal
van voorbeelden werd dit door spreekster
aangetoond en bewezen, dat volgens de
wet de man wat heeft te zeggen. Maar,
zei men, moet de vrouw daarin dan maar-
blijven berusten, is het niet noodig dat de
vrouwen zelf trachten dat schreeuwend
onrecht haar aangedaan weg te nemen
en hoe kan dat anders en beter dan
door de vrouwen zelf het stemrecht te
geven, opdat zij mede kunnen helpen
voor de daarstelling der wetten waaraan
ook zij onderworpen zullen zijn. Ieder
moet daartoe medehelpen. Met een
paar eigenaardige voorbeelden wordt
door spr. aangetoond hoe noodig het is,
dat allen eendrachtig samenwerken.
Volgens het eene zou op een bepaalden
dag op hetzelfde oogenblik door alle
bewoners der aarde „O" worden gezegd
hetgeen zulk een klank zou geven, dat
het zelfs op „Mars" zou kunnen worden
gehoord, allen op een na verzuimden
dit, omdat zij meenden, dat het op een
enkele stem niet aankwam eu van het
groote geraas was dus geen sprake.
Het andere voorbeeld niet minder waar
zeker, was, dat alle bewoners van een
TEXELSCHE COURANT.