N°. 2288.
Donderdag 2 September 1909.
22ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Van week tof week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE BOO IJ, ParkstraatBurg op Te
ministerie van Financiën.
M «I T BIL J ET TEi\.
De Burgemeester van Texel brengt
ter openbare kennis, dat de volgende
bekendmaking is aangeplakt.
De Minister van Financiën brengt
onder do aandacht van het publiek
dat, krachtens de wet van 1 Juli 1909
(Staatsblad no. 252) tot 1 October 1909
alsnog de gelegenheid bestaat om munt
biljetten in te wisselen
dat die inwisseling zal kunnen ge
schieden bij de betaalmeesterskantoren
en bij de kantoren der Nederlandsche
Bank (behalve bij de correspondentschap
pen 2e en 3e klasse);
dat vanaf 1 October 1909 de alsdan nog
niet ingewisselde muntbiljetten waar
deloos zullen zijn.
Een ieder wordt derhalve met nadruk
aanbevolen na te gaan of nog munt
biljetten in zijn bezit zijn en, zoo ja, die
biljetten onverwijld op een der bovenbe
doelde kantoren ter inwisseling aan te
bieden.
Het bovenstaande geldt alleen voor de
Muntbiljetten dus uitsluitend voor de
biljetten van 50 gulden en van 10 gulden
waarop het woord '„muntbiljet" voorkomt
(niet voor de sinds 1 October 1904 uit
gegeven, blauwe bankbiljetten van f 10.)
De Minister van Financiën,
KOLKMAN.
Texel, den 1 September 1909.
De Burgemeester voornoemd,
HIDDINGH.
21—28 Aug.
De Staatscourant bracht in de afgeloopen
week het Kon. besluit waarbij aan den heer
Van Heutsz het gevraagde eervolle ontslag
als gouverneur-generaal van Ned. Indië
werd verleend en waarbfj als diens opvolger
de oud-minister van Koloniën, de heer
Idenburg benoemd werd.
Een vijftal jaren heeft de heer van Heutsz
het hooge onderkoningsambt in ons schoone
bezittingen bekleed en naar we gelooven
op een wfjze die in breede kringen waar
deering en voldoening heeft gewekt. On
getwijfeld heeft hjj door zijn krachtig op
treden het verzet tegen ons gezag in de
buitenbezittingen den genadeslag gegeven
en al blyft ook daar de toestand steeds
nog groote zorg vereischen toch schynt
dichter bjj dan voorheen de tijd waarin
kalmte, orde en rust den weg zullen effenen
voor beschaving en vooruitgang.
De heer Idenburg zal het door den heer
Van Heutsz begonnen werk voortzetten,
want dc wijze waarop hij nog het vorig
jaar den landvoogd in bescherming nam
tegen de op dezen gerichte aanvallen, naar
aanleiding van het Atjehrapport, mag doen
veronderstellen dat hij het Van Heutsz-
stelsel niet afkeerig gezind is. Van den
heer Idenburg wordt dan ook algemeen
verwacht, dat hij aan zal sturen op hand
having en bevestiging van ons gezag in
den Indischen Archipel, zoo noodig door
krachtige middelen door een geleidelijke
toepassing van het decentralisatiestelsel,
door bevordering van handel en nijverheid
en inzonderheid door uitbreidingen verbe
tering van het Inlandsch onderwijs.
De nieuwe landvoogd, die als minister
steeds een goede pers had, heeft ook thans
niet over de bladen te klagen. Vrij alge
meen werd zijn benoeming met instemming
begroet.
Laat ons hopen dat voor ons schoone
Insulinde, dat zoo lange lange jaren geëx
ploiteerd werd ten bate van het moederland
en waaraan Nederland deswege zooveel
schuldig is, onder het bestuur van den
nieuwen gouverneur-generaal een tijdperk
van welvaart en zegen weggelegd is.
—o—o—o—
Door de benoeming van den heer Malefijt
tot minister van Koloniën is het kamer
district Breakelen open gevallen en de vraag
wordt gehoord wie de gelukkige zal zijn
die den zetel te beurt zal vallen. Of liever:
wat deze gelukkige zal zijn, anti-revoluti
onair of katholiek. Op die vraag is nog
maar niet zoo dadelijk het antwoord te
geven, want het begint er naar te lijken
dat de Breukelsche Kamerzetel de twist
appel zal worden in de coalitiekamp. Het
betoog van het katholieke orgaan het
„Centrum" dat de zetel van den heer
Malefijt ingenomen behoort te worden door
een katholiek, heeft weerklank gevonden
in de vergaderingen der katholieke kies
verenigingen en in de bijeenkomst der
„Centrale", die in de afgeloopen week
gehouden werd kwam de wensch „Breu-
kelen voor ons" ondubbelzinnig tot uiting.
De katholieken zijn van meening dat de
anti-revolutionairen door de hulp der katho
lieken kiezers by de laatste verkiezingen
zulke groote voordeelen hebben kunnen
behalen, dat ze zonder eenig bezwaai den
zetel voor Breukelen in welk district trou
wens de meerderheid der kiezers katholiek
is, af te staan aan dezen.
De centrale vergadering besloot dan ook
beslist met een candidaat uit te komen
onverschillig of de anti-revolutionaren
daarin zulleln toestemmen of niet. Dat
zullen de laatsten stellig wel niet doen,
want door hun partijorganen wordt partij
gekozen tegen het streven der Breukelsche
katholieken. Zjj beschouwen Breukelen
als een hunner districten en meenen dat
het verbond tot samenwerking dat bij de
laatste algemeene verkiezing gesloten werd
ook thans nog voor het opengevallen district
geldend is omdat dit daarbij aan de anti
revolutionairen toegekend werd en het
hier slechts een tusschentijdsche verkiezing
betreft.
De katholieken schijnen evenwel onver
zettelijk en hebben zelfs gedreigd dat een
weigeringderconlitiebroeders vooi de coalitie
wel eens ernstige gevolgen zou kunnen
hebben.
Of dit laatste inderdaad het geval zou
kunnen worden is aan redelijke twijfel
onderhevig, ofschoon het niet te gewaagd
is te voorspellen dat een verbreking van
den coalitieband in het district Breukelen,
de vriendschappelijke en eendrachtige
samenwerking tusschen de de beide coali
tiepartijen in het algemeen er niet beter
op zal worden.
Met het oog daarop is de strijd om den
zetel van den beer Malefijt dan ook niet
zonder beteekenis en mag het verdere
beloop dezer kwestie met belangstelling
worden gevolgd.
—o—o—o—
We worden door het buitenland in de
laatste paar weken volstrekt niet verwend
met intressant of belangrijk nieuws. De
komkommers laten zich geducht geldeD.
Wel is er nog de Zweedsche staking maar
de belangstelling daarvoor daalt gaandeweg
nu deze economische beweging een lang
zame doch zekere dood schijnt te sterven-
Met de Kretenser kwestie was het wel is.
waar anders gesteld, doch sedert ze in het
stadium van nota's wisselen over en weer
gekomen is, schijnen de scherpe kantjes
er ook af te wezen.
Bij gebrek aan belangrijke onderwerpen
is het te verklaren dat de aandacht zich
in de afgeloopen week voor de zooveelste
maal bezig hield met den begrootings-
arbeid van het Engelsche parlement en de
in verband daarmee gerezen vraag wat
het Hoogerhuis met de financieele plannen
der regeering zal doen.
De begrooting met de nieuwe belastingen,
vooral die op de waardevermeerdering van
den grond, heeft zooals men weet in de
kringen der Engelsche grondbezitters vrij
groote beroering gewekt. Er werd hard
tegen de plannen geprotesteerd maar de
regeering bleef doof voor de protesten,
overtuigd ook door de meening van de
meerderheid van het Engelsche volk die de
voorgestelde grondbelasting alleszins bil
lijk en rechtvaardig schijnt te achten wat
bij een paar tusschentijdsche verkiezingen
voor het Lagerhuis duidelijk aan het Jicht
trad.
In het Hoogerhuis nu zitten tal van groot
grondbezitters en bovendien zijn de Lords
geen vriendjes van de tegenwoordige liberale
regeering. Wat zullen ze doen? Zullen ze
de nieuwe belasting durven weigeren? Of
zullen ze het wagen verandering aan te
brengen in het ontwerp der regeering
Heel gerust is de regeering niet en ze
laat niet na de Lords voor de gevolgen van
een mogelijke obstructie te waarschuwen.
Mocht het Hoogerhuis de begrooting ver
werpen dan zou de regeeriDg wel eens den
Koning voorstellen kunnen doen om aan
de macht der Lords voorgoed een einde
te maken. Ook wordt van de zijde der
regeering niet nagelaten er op te wijzen
dat verwerping der begrootiug een grond
wettelijke omwenteling zou beteekenen,
omdat tot nog toe het Lagerhuis volgens
de traditie de koorden der beurs houdt.
Tegen een eventueels verwerping wordt
voorts ook gedreigd met de verzekering
dat het kabinet heen zal gaan, waardoor
Bolfour die aan het hoofd der'oppositie
staat, rechtens als formateur van een
nieuw kabinet zou moeten worden aange
wezen en deze dan een liberale meerder
heid in het Lagerhuis op zijn pad zou vinden.
En nog is er iets waardoor de Lords
bang gemaakt worden voor een verwerping
der begrootiug. De nieuwe belastingont-
werpen zijn feitelijk reeds in werking ge
treden, zoodat al belastingen geïnd zijn
volgens het nieuwe systeem. Verwerpt nu
het Hoogerhuis de begioo'tiug dan zal
Bolfour het reeds ontvangen geld moeten
terugbetalen en de liberale meerderheid
zal hem dan zeker wel niet aan het geld
daarvoor willen helpen.
Uit het bovenstaande blijkt dus dat het
Hoogerhuis voor verschillende moeilijke
mogelijkheden zal kunnen worden gesteld
als het zich tegen de regeeringsplannen
verzet. En daardoor staat de regeering
ongetwijfeld vrij sterk op dit oogenblik.
Maar het Hoogerhuis is voor geen klein
geruchtje vervaard en durft heel wat aan.
„Wat zal het Hoogerhuis doen die vraag
is daarom dan ook een van niet geringe
beteekenis.
o—o—o—
De Spanjaarden schieten nog niet hard
op in Marokko. Generaal Marinas houdt
zich met zijn troepen nog steeds binnen
de veilige muren van Helilla en in Spanje
begint men al ongeduldig te worden. Er
moeten nu zoowat een 40000 man troepen
ter beschikking van generaal Marinas staan
en men had verwacht dat hij al lang de
oproerige Kabylenstammen eens een goed
lesje zou hebben gegeven. De generaal
schijnt evenwel een voorzichtige man te
zijn en blijkbaar is de vijandelijke macht
die hij tegenover zich ziet grooter dan men
in Spanje wel weet. Bovendien moet het
terrein waarin de opstandelingen zich be
wegen voor de troepen hoogst moeilijk en
gevaarlijk zijn. De Spanjaarden zullen dus
wat geduld moeten oefenen
Nu we zoo over Marokko schrijven, willen
we ook melding maken van de jongste
overwinning van Moeley Hafid den tegen-
woordigen Marokkaanschen Sultan, die
nogal gelukkig schijnt in het bestrijden
van zijn tegenstanders. De Sultanszetel
schijnt voor de Marokkaansche grooten een
zeer begeerlijk iets te zijn, wat wel het
best kan blijken uit het feit dat om het
bezit er van doorloopend strijd wordt ge
voerd. Moeley Hafid heeft nog maar kort
geleden zijn broeder Abdel Azis van den
zetel verdrongen om er zelf bezit van te
nemen en sedert dien heeft hij reeds tegen
twee andere liefhebbers den strijd moeten
voeren. Beide keeren met succes. Eerst
moest zijn oudere broeder Moeley Mohammed
tot gehoorzaamheid worden gebracht en
na dezen trad alweer een andere kroon
pretendent op, om den begeerden sultans
zetel op Moeley Hafid te veroveren. Maar
ook de Eoghi Boehamara heeft niet veel
plezier van zijn optreden beleefd. Zijn
legertje is door de troepen van den sultan
verslagen en hijzelf gevangen genomen.
Mogelijk dat hij thans in het een of andere
kerkerhol na mag denken over zijn revo
lutionair optreden, tenminste als hem niet
wat ergers overkomen is. Want Moeley
Hafid maakt korte metten met zijn tegen
standers, zooals een bloeddorstig Marok-
kaansch sultan betaamt Ontzettend zijn
de bijzonderheden, die gemeld worden over
het straffen der opstandelingen en die doen
zien hoe Moeley Hafid het beest uithangt.
De gevangen genomen aanhangers van
den kroonpretendent werden aan de gruw
zaamste folteringen onderworpen. Het af
kappen van handen en voeten was al een
der lichtste straffen. Gelukkig hebben de
mogendheden den sultan in die beest
achtige wraakneming gestuit. Door deEngel-
sche en Fransche consuls is reeds krachtig
tegen de onmenschelijkheden geprotesteerd
in naam hunner regeeringen en ze hebben
de toezegging geëischt dat de sultan in 't
vervolg de wetten der menschelijkheid zal
betrachten en zal verbieden dat gevangenen
gepijnigd of langzaam ter dood gebracht
worden.
't Is te hopen dat de waarschuwing niet
te vergeefs zal zijn geweest.
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
IEL.
JACHT.
De Burgemeester van Texel brengt ter openbare
kennis, dat de volgende bekendmaking is aan
geplakt.
De Commissaris der Koningin in de provincie
Noord-Holland,
Gelezen het besluit van Gedeputeerde Staten
dier provincie dd. 28 Juli 1909 no. 5;
Gelet op de artt. 9 en II der //Jagtwet//;
Brengt ter kennjs van belanghebbenden, dat in
Noordholland
a de jacht op grof wild zal worden geopend op
Maandag 1 November 1909, met zonsopgang;
b de jacht op klein wild, met uitzondering van
die op hazen en fazanten, zal worden geopend op
Zaterdag 28 Augustus 1909, met zonsopgang;
c de jacht op hazen en fazanten zal worden
geopend op Zaterdag 2 October 1909, met zons-
Tng;
de korte jacht dagelijks, met uitzondering
van den Zondag, en ae lange jacht alleen op
Woensdag en Zaterdag zal mogen worden uit
geoefend.
En zal deze in het Provinciaal Blad worden
geplaatst en voorts in elke gemeente van Noord
holland worden aangeplakt.
Haarlem, 6 Augustus 1909.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
VAN TIENHOVEN.
Texel, den 30 Augustus 1909.
De Burgemeester voornoemd,
HIDDINGH.