N°. 2320. Donderdag 23 December 1909 238te Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. B ERICH T. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor de Burg 30 Ct-s. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave Prijs der Advertentiën. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Texel. De uitgevers der Texelsche Crt. berichten dat, uithoofde de Kerstdagen, het volgend nummer der Courant Vrijdag middag zal worden uitgegeven H.H. adverteerders en correspondenten gelieven hiervan nota te nemen ;-- dat het Nieuwjaarsnummer zal worden uitgegeven Vrijdag, op den Oudejaarsdag; in dat nummer zal gelegenheid bestaan tot het opnemen van Nieuwjaarsgroeten a 20 Cts. (contant) mits niet meer dan 5 regels beslaande. Een tijdige opgave daar van aan ons bureau, wordt beleefd verzocht. Wij herinneren er aan dat niemand voor ons rondgaat om der gelijke Nieuwjaarsgroeten op te vragen. De Uitgevers. AANGIFTE VOOR DE BEVOLKINGSREGISTERS. Burgemeester en Wethouders der Ge meente Texel Overwegende, dat het van groot belang is, dat de bevolkingsregisters nauwkeurig worden bijgehouden en de krachtige me dewerking van de ingezetenen hiertoe een eerste vereischte is Herinneren aan de volgende bepalingen van het Koninklijk besluit van 27 Juli 1887 (Staatsbl. No. 141,) regelende de verplichting tot het doen van aangifte voor de bevolkingsregisters. Zij, die hunne woonplaats naar eene andere gemeente overbrengen, moeten hiervan kennis geven ter Secretarie der gemeente, die zij verlaten en waar zij ingeschreven zijn, met opgaaf der ge meente, waar zij zich vestigen. Het ontvangen getuigschrift van woonplaats verandering moeten zij uiterlijk binnen eene maand na hunne aankomst in de nieuwe gemeente ter Secretarie dier Ge meente bezorgen. Elk hoofd van een huisgezin moet uiterlijk binnen ééne maand ter Gemeen te-Secretarie kennis geven van ieder lid dat in het huisgezin wordt opgenomen of daar uitgaat, inwonende dienst- en werkboden daaronder begrepen. Hij moet bij die kennisgeving de noodige opgaven voor de inschrijving in de bevolkings registers verstrekken. Onverminderd deze bepalingen is een ieder, door het Gemeentebestuur daartoe opgeroepen, verplicht tot het doen der opgaven, die vereischt worden om de bevolkingsregisters in te vullen. Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertién dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden. Tot voorkoming van moeielijkheden worden de ingezetenen ernstig aange spoord hunne verplichtingen nauwgezet na te komen. Texel, den 28 September 1909. Burgem. on Wel.h. voornoemd, De Burgemeester, J. S DIJT, L-B. De Secretaris, RUIBING. Van week tof week. 11—18 Dec. De vertegenwoordigers van het Neder- landsche volk hebben weer een drukke week achter den rug, een week met een 3-tal avondzittingeD, die tot nachtzittingen uitdijden. De begrootingen van Financiën en Binnenlandsche Zaken zijn afgehandeld en thans is de Kamer begonnen met de Oorlogsbegrooting. Na deze volgt nog de Indische begrooting en als alles goed gaat zullen de heeren Donderdag met vacantie mogen gaan. Niet onvermeld mogen we laten dat vóór de behandeling van de be grooting van financiën door minister Kolk man een belaDgiijk besluit aan de kamer medegedeeld werd,nl dat hij de voorgestelde verhooging van ons tarief met 30% terug genomen had een besluit waarover zoowel de rechter- als de linkerzijde zich verheugde omdat die verhooging dooi geen der par tijen met vreugde was verwelkomd. We hebben reeds vroeger de verschillende be zwaren tegen deze luk-raak-verhooging uitvoerig besproken, zoodal we deze kwestie thans verder stilzwijgend kunnen voorbij gaan. Waarschijnlijk dat als de heeren na een welverdiende Kerstvacantie in 's Lands ver gaderzaal terugkeeren, de zetel van Wijk bij Duurstede weder bezet is. Onze voor spelling dienaangaande n.l. dat over het bezetten van dien zetel nog al wat strijd te verwachten zou zijn tusschen de anti- revolutionnairen en katholieken heeft zich niet bewaarheid. Ofschoon de toon in de partyorganen de vorige week nog al scherp was, zooals we in ons vorig overzicht geci teerd hebben, toch heeft de anti-revoluti- onnaire partij ten slotte de vlag gestreken en overeenkomstig het advies der „hooge bevelhebbers is door de districtskiesver- eeniging dezer partij besloten tegenover den katholieken candidaat geen tegen-can- didaat te stellen, doch deze te steunen. Het aantal anti-revolutionnaire Kamerleden zal in de toekomst derhalve met een ver minderd worden en waarschijnlijk dat de katholieken een meer krijgen, want de verkiezing van den candidaat van dezen is vrijwel verzekerd. —o—o—o— In België bimbammen de klokken van rouw. Vrij onverwacht heeft de dood een einde gemaakt aan het leven van Leopold I, Koning der Belgen. Een week geleden brachten de Brusselsche bladen nog zeer geruststellende berichten over den gezond heidstoestand van den Vorst. Zulks naar aanleiding van geruchten als zoude de Koning lijdende zijn. In het begin der afgeloopen week evenwel bleek het dat Koning Leopold toch wel ziek was en ernstig ook, zoodat een operatie noodzakelijk werd geacht. Deze gelukte volkomen, zoodat de geneesheeren alle hoop gaven op een herstel. Het heeft echter niet zoo mogen zijn. Vrijdagmorgen te half drie werd de Koning afgeroepen om den tocht door de vallei des doods te doen. Een hartverlamming sleepte den nog krassen grijsaard ten grave, juist op den 44-jarigen gedenkdag zijner troonsbestijging, in den 75en zijner levensjaren en na een leven dat met recht „veelbewogen" kan worden genoemd. In hem hebben onze zuidelijke buren een vorst verloren, die energie aan ondernemingsgeest paarde, veel tot den bloei van den buitenlandschen handel van zijn land heeft bijgedragen en België in staat stolde een koloniale mogendheid te worden al weigerde het ook lange jaren de Congo- erfenis te aanvaarden. Bij 6en beschouwing evenwel over zijn verleden moeten de mensch en de Koning Leopold gescheiden worden, want juist de mensch heeft op den Koning donkere schaduwen geworpen. Doch bij het graf oordeelt niemand hard en van de dooden niets dan goeds. Koning Leopold is heengegaan, de geschiedenis zal zijn naam bewaren omdat hij lange jaren aan het hoofd van het Belgisch volk gestaan en als een goed constitutioneel vorst ge regeerd heefthet andere, het intieme, het tragisch intieme, gaat mede in den koninklijken grafkelder. Met het tragisch intieme leven bedoelen we 's Koning's huwelijks- en huiselijk leven in't bizonder. Als een eenzame is hij gestorven te Laeken; zijn wettige kinderen werd het niet ver gund het ziekbed van hun vader te naderen, dan alleen aan princes Clementine, de jongste, ongetrouwde princes, en deze ook maar voor eenige oogenblikken. Zijn gemalin overleed in 1902 eenzaam op een villa te Aken, door haar man verlaten en hij zelf kocht lustlandouwen en paleizen voor een dochter van een Leuvensch portier, die hij tot baronesse en tot zijn vrouw maakte en bij wie hij twee kinderen had. Donkere schaduwen op een Konink lijk leven voorzeker en die de achting voor den doode wel temperen moeten. Maar nog eensbij het graf 'oordeelt men niet hard. Koning Leopold is niet meer en Prins Albert, de 34-jarige zoon van 's Konings broeder Philippe, graaf van Vlaanderen, staat gereed den schepter over te nemen uit de verstijfde hand6n van zijn oom. "Wie en wat is die prins Albert? We weten dat zijn eenvoud en ridderlijk heid bekend zijn bijen geëerd worden door het Belgische volk en dat zegt reeds veel ofschoon niet alles. Hij heeft zich zoowel in de buiteD- als de binnenlandsche politiek van zijn land steeds bescheiden op den achtergrond gehouden, maar toonde altijd veel belangstelling voor de Belgische handel en nijverheid en alles wat mede kan werken deze tot bloei te brengen. In België heerscht thans de nationale rouw; de grijze vorst is heengegaan. Maar de nieuwe jonge koning staat gereed en over een luttel aantal maanden zal men hem in de hoofdstad binnen halen met gejuich. Le roi est mort enz. België heeft niet alleen door het over lijden van zijn Koning onze aandacht tot zich getrokken, maar ook door de beslis sing van den Senaat over de door de Kamer onlangs aangenomen Legerwetten. Niet zonder eenige belangstelling was naar deze beslissing uitgezien over dit ontwerp, dat in den laatsten tijd bij onze zuidelijke buren tot zooveel politieke strijd aanleiding gaf. Zooals men weet maakte het samen gaan van de vooruitstrevende Katholieke fractie met de linkerzijde het mogelijk voor minister Hellebaut om zijn Legerwet in de Kamer er door te krijgen, niettegen staande den feilen tegenstand der oud- Katholieken onder leiding van den conser vatieven Woeste, die inzonderheid de fiolen van hunnen toorn uitstorten over het be langrijkste element d6r wet den persoon lijken dienstplicht. Geen woDder dat men in België zich afvroeg wat de Senatoren met het ontwerp zouden doen en of zij het desnoods op een constitutioneel conflict zouden durven laten aankomen. Dit laatste is evenwel niet geschiedt met overgroote meerderheid heeft de Senaat de Legerwetten goedgekeurd. Ook in dit regeeringslichaam hebben dus een aantal katholieken zich bij de liberalen en socia listen gevoegd. België is dus voorloopig door zijn militair gesukkel heen. Nu het is dan werkelijk ook een gesukkel geweest. De thans aange nomen wet heeft heel wat veranderingen ondergaan eer zij den tegen woordigen vorm verkreeg. Aanvankelijk bestond het plan alleen de loting af te schaffen. Ieder gezin zou één mannetje moeten geven, doch die kon zich desnoods daarvan vry koopen, omdat de plaatsvervanging zou blijven be staan. Ook werd vastgehouden aan den langen diensttijd. Dat ontwerp was evenwel volstrekt niet naar het hart der linkerzijde, die vasthield aan den persoonlijken dienstplicht, met een diensttijd van een jaar. Daar tegenover stond even wel lijnrecht het programma der oud- Katholieken die aan het stelsel van het volontariaat (vrijwilligers) wilden vast houden. Daar uit de practijk reeds vol doende gebleken was dat dit stelsel niet afdoende was voor wat men noemt de veiligheid van den Staat, werden de jong- katholieken, de meer democratische leden der rechterzijde, hun geloofsgenooten on trouw en na eenige aarzeling gingen deze hun instemming betuigen met de strekking der liberale inzichten omtrent de Leger- kwestie. De regeering wist door wat te geven en te nemen de jong-katholieken en linkerzijde bijeen te houden. Ze aanvaardde het stelsel van den persoonlijken dienst plicht, doch handhaafde den diensttijd van 15 maanden en de vrijstelling der geeste lijken. De linkerzijde gaf ook wat toe en zoo kon de regeering zich een meerderheid verwerven buiten de eigenlijke kamermeer derheid om. De beslissing van den Senaat heeft haar overwinning thans bevestigd. Dadelijk nadat de wet was aangenomen heeft Koning Leopold op zijn ziek- en sterfbed haar nog kunnen bekrachtigen. Het is de laatste wet geweest waaraan hij zijn sanctie hechten kon. —o—o—o— Maakten we de vorige week melding van een opzienbarend proces, dat de ge moederen in Duitschland in beweging bracht, in de afgeloopen week trok alweer een ander „schandaal" proces onze aan dacht, al wordt die dan ook heel in Hon garije gevoerd. Dit proces kan als het staartje beschouwd worden van de beweging die in de Donaulanden gaande was inde dagen der Balkan verwik kelingen. De lezer herinnert zich stellig nog hoe de inlijving van Bosnië en Herzegowina en de daaruit voortgekomen wrijving tusschen deOosten- rijksch-Hongaarsche regeeiing aanleiding gaf tot een niet van beteekenis ontbloot zijnde agitatie der Slavische elementen onder de onderdanen van keizer Frans Jozef. In die dagen nu verschenen er in sommige Weensche bladen artikels, die zware beschuldigingen bevatten tegen een aantal Kroatische afgevaardigden. Niet minder dan 52 van die heeren, leden van den Kroatisch-Servischen Landdag en den Rijksdag dienden naar aanleiding daarvan een aanklacht in tegen een bekend Oosten- rijksch schrijver Friedjung, die in de Neue Freie Presse" artikels geschreven had over de Servische propaganda in de door Oostenrijk bezette provinciën. Zoo had hij o. m. gezegd dat de genoemde afgevaardigden in Kroatië veel geld bij elkaar gebracht hadden, dat dienen moest om invloedrijke personen om te koopen teneinde behulpzaam te zijn bij een poging om de Habsburgsche dynastie omver te werpen en een groot Servisch koninkrijk te stichten. Verder zouden ze voer dat zelfde doel van de Servische regeering geld hebben ontvangen. Zoo werd o. a. een rapport gepubliceerd volgens hetwelk èen Kroatisch afgevaardigde 12000 francs ont vangen had uit Belgrado om daardoor eenige bladen in Kroatië ter beschikking der Servische regeering te stellen. Zelfs wist Dr. Friedjung te vertellen dat er over de desbetreffende kwestie besprekingen hadden plaats gehad tusschen den Servi- schen minister-president en den Kroatischen afgevaardigde Supilo. Naar aanleiding van de „onthullingen" werd tegen Dr. Friedjung door de aange vallen partij een aanklacht ingediend en de behandeling daarvan is op het oogenblik dat wij dit schrijven in vollen gang. Voor den heer Friedjung is het zaak te bewijzen wat hij beweert en daarvoor heeft hij een groot aantaldocumentenovergelegden nader toegelicht. De groote vraag is nu of deze al dan niet echt zijn. Vast staat intusschen dat indien Friedjung vrij mocht worden gesproken de schuld der Kroatische aan geklaagden vrijwel vast slaat en deze dan een leelijke pijp zullen rooken. Dat het proces met groote belangstelling wordt gevolgd is derhalve zeer begrijpelijk, temeer waar door de Servische regeering verklaard is dat Dr. Friedjung's beweringen niets anders dan plompe leugens zijn, terwijl deze toch daarentegen met zijn mededee- lingen voor het gerecht een grooten indruk heeft gemaakt. TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1909 | | pagina 1