m 2322.
Donderdag 30 December 1909.
23ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
B ERICH T.
Van week tof week.
Dit blad verschijnt Woensdag;- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LAN GEVELD DE R O O IJ, Parkstraat, Burg op Texel.
De uitgevers der Texelsche Crt.
berichten
dat het Nieuwjaarsnummer zal
worden uitgegeven Vrijdag, op den
Oudejaarsdag; in dat nummer zal
gelegenheid bestaan tot het opnemen
van Nieuwjaarsgroeten a 20 Cts.
(contant) mits niet meer dan 5 regels
beslaande. Een tijdige opgave daar
van aan ons bureau, wordt beleefd
verzocht. Wij herinneren er aan dat
niemand voor ons rondgaat om der
gelijke Nieuwjaarsgroeten op te
vragen.
De Uitgevers.
ALGEMEEIN'E VOLKSTELLING.
Burgemeester en Wethouders van Texel
vestigen er met nadruk de aandacht op
dat de dezer dagen uitgereikte kaarten
zoo nauwkeurig mogelijk moeten worden
ingevuld naar den toestand van het gezin
op 31 December 1909 te middernacht.
Speciaal wat betreft de op dien dag
tijdelijk in het gezin aanwezigen dient
de uiterste nauwkeurigheid te worden
betracht.
Van groot belang is het, indien geen
kaart voor een tijdelijk aanwezigen is
ontvangen, die alsnog zoo spoedig moge
lijk aan te vragen, hetzij ter secretarie,
hetzij bij een der tellers.
Aangezien de kaarten onmiddelijk na
2 Januari 1910 worden teruggehaald,
dient de invulling zoo spoedig mogelijk
te geschieden. In het bijzonder geldt
dit voor de tijdelijk aanwezigen.
Texel den 27 December 1909.
Burgem. en Weth. van Texel,
J. S. DIJT, L.-B.
RUIBING, Secretaris.
18—25 Dec.
De Kerstdagen aangebroken de dagen
van het feest des lichts en der vreugde
hebben onze Volksvertegenwoordigers niet
de waarlijk welverdiende rust gebracht.
Doordat op het laatste oogecblik Donderdag
nog een amendement werd ingediend en
daarover niet gestemd kon worden omdat
do helft plus één der Kamerleden niet
aanwezig waren moest de zitting verdaagd
worden tot Dinsdag. Niet heel prettig voor
de heeren die na den zwaren arbeid der
laatste weken hunkerend uitzagen naar hun
vacantie. Inderdaad ze hebben het druk
gehad, niet het minst in de afgeloopen week
met zijn lange dagzittingen en avondzit
tingen die tot na middernacht duurden.
Dat ze hoe meer het naar de Kerstdagen
liep zich zooveel mog6iyk beperking opleg
den in hun redevoeringen is alleszins ver
klaarbaar en dat ze den laatsten avond
tegenover de leden die nog iets op het
hart hadden, maar nauwolijks hun fatsoen
konden houden en er b\j iederen nieuwen
spreker vijandig gebrom opging onder de
schare is te billijken. Ze wilden op tijd
klaar wezen maar zooals gezegd in het
gezicht van de haven strandde de discussie
op de amendementenzandbank.
Behandeld werden in de voorbije week
de begrootingen van binnenlandsche zaken,
oorlog en koloniën. De eerste gaf nog al
aanleiding tot breedvoerige besprekingen,
inzonderheid over het lager onderwijs, waar
bij de oude schoolstrijd weder eens werd
opgerakeld. Ook met de oorlogsbegrooting
was dit het geval, zeer breedvoerige alge-
meene beschouwingen werden gehouden.
Wat nu juist niet zoo behoeft te verwonde
ren, waar hierbij een nieuwe bewindsman,
minister Cool voor de Kamer trad, die
weliswaar in velerlei opzicht gelijk dacht
met zijn ambtsvoorganger, maar dan toch
ook zijn eigen program had, dat hij nader
ontwikkelen en verdedigen moest. Toch
kreeg hij evengoed als zijn collega van
binnenlandsche zaken zijn begrooting er
door, al was het na e6n harden strijd met
verschillende leden, die de richting van
dezen minister inzake de militaire kwestie
gansch verkeerd vonden en daarom ook
tegen zijn begrooting stemde. De begroo
ting van minister Malefljt, kon nog niet
aangenomen worden omdat het amende
ment waarover we boven sprake, dit even
tjes onmogeljjk maakte.
Het belangrijkste feit uit de zittingen
der afgeloopen week moet stellig genoemd
worden, dat de heer Tioelstra gevolg aan
zijn voornemen gegeven heeft en inzake
de „Lintjeskwestie" een voorstel tot het
instellen van een enquête bij de Kamer
ingediend heeft. Het voorstel werd zooals
gebruikelijk is naar de afdeelingen verzon
den om na de behandeling met gesloten
deuren later in openbare behandeling te
komen'. Dat kan nog wel eenigen tijd
aanhouden, want eerst gaat de Kamer
eenige dagen met vacantie en is er in den
regel genoeg werk aan den parlemen
tairen winkel. Ictusschen gelooven we,
dat het voorstel van de sociaal-democraten
geen ander gevolg zal hebben dan, dat
nog eens weer het „zaakje" flink aan het
roeren wordt gebracht, wat stellig niet
prettig voor Dr. Kuyper en zyn volgelingen
zal zijn, temeer daar het vaderschap van
het enquête-voorstel toekomt aan den heer
Troelstra, die het ook wel in de Kamer
nader zal toelichten en verdedigen en die
als een scherpzinnig jurist bekend staat
zooals men weet. Dat de heer Troelstra
evenwel voor zijn voorstel in deze Kamer
een meerderheid zal vinden is ondenkbaar,
zoodat de actie van hem en de zijnen dan
ook geen andere kan zijn dan over de
hoofden der Kamerleden heen tot het
Nederlandsche volk te spreken. In dat
opzicht is de Kuyper-kwestie maar al te
zeer koren op d6n sociaal-democratischen
molen.
Intusschen meerder licht over de inder
daad ingewikkelde zaak is gewenscht. Dat
heeft zelfs jhr. Lohman gezegd en is meer
in de kringen der rechterzijde noodzakelijk
genoemd. De heer Kuyper kwam met zjjn
plan tot het instellen van een „eereraad"
dan ook wel wat laat voor den dag. Zal
hij nu nog zijn plan uitvoeren
Naar luid van een verklaring van den
„Tel." correspondent, die een onderhoud
had met den oud-minister moet dit wel
zijn plan zijn. Zoodat we waarschijnlijk
binnenkort wel meer over de zaak zullen
hooren.
o-o—o
Van het buitenland was het inzonderheid
België die in de afgeloopen week onze
aandacht trok. Le roi est mort!—vive lo
roiheeft er zich «bewaarheid. Woensdag
werd het stoffolijk overschot van Koning
Leopold II neergelaten in den grafkelder te
Laeken en Donderdag reeds deed de nieuwo
koning Albert I zijn zegevierende intocht
in de hoofdstad des Rijks. Ofschoon de
overleden vorst verzocht had zonder eenige
praal ter aarde te worden besteld, heeft
dit niet plaats gehad. Integendeel de be
grafenis was in één woord vorstelijk. We
kunnen hier geen uitvoerige beschrijving
geven van de plechtigheid of van de be
grafenisstoet, doch alleen vermelden dat
het een geweldige indruk gemaakt heeft,
al ging waarschijnlijk ook veel van den
ernst over de hoofden van het reusachtig
groote publiek heen. Trouwens van een
werkelijke rouw over het heengaan van
den vorst, zooals die bij het sterven van een
Landsvader soms gezien kan worden, bleek
hier weinig, wat waarschijnlijk voor een
groot deel toegeschreven moet worden aan
het feit dat de overleden Koning door zijn
onverzoenlijkheid jegens zijn kinderen en
de betrekkingen met de vreemde barones,
de sympathie van zijn volk voor zich niet
vermeerderd heeft. Meer dan eens schijnt
het publiek zich dan ook tijdens de begra
fenisplechtigheid verre van eerbiedig te
hebben gedragen.
Maar le roi est mort—de koning is dood
zijn rijk is voorbij en een nieuwe vorst,
een sympathieke jonge man, maakte zich
op om de teugels van het bewind in handen
te nemen en het vive le roiLeve de
koning volgde op den afscheidsgroet aan
den gestorvene. Koning Albert heeft dan
Donderdag de eed op de Grondwet afge
legd in tegenwoordigheid van Regeering,
Kamer en Senaat en is daarmee in de plaats
van Leopold II getreden. Met groote
vreugde heeft het Belgische volk zijn op
treden begroet, zijn tocht van Laeken naar
Brussel was een ware zegetocht en de
Brusselnaren bereidden hem een waarlijk
„blije incomste." Bij zijn eedsaflegging
heeft hij de Hooge vergadering toegespro
ken en zijn eerste rede als Koning der
Belgen heeft een goeden indruk gemaakt.
Een woord van dankbare herinnering aan
hetgeen zijn voorganger voor het land had
gedaan ging vooraf en daarna volgde de
belofte met al zijn liefde en kracht de
belangen van België en zijn volk te zullen
dienen. De Belgische bladen zijn vol lof
over dit eerste optreden van den vorst en
onder het Belgische volk heerscht goede
hope. Moge Albert I die hoop niet be
schamen.
—o—o—o—
Het proces-Priedjung, dat te Weenen
gevoerd werd en waarover we in ons vorig
overzicht de aanleiding en de bijzonder
heden breedvoerig vermelden, is vrij onver
wacht en op eenigszins eigenaardige wijze
geëindigd. Tien dagen lang waren de
getuigenverhooren reeds aan den gang en
nog was in de zaal zelve niet zooveel licht
gekomen dat do jury eenig houvast had.
Toen kwam evenwel plotseling het einde.
Dr. Friedjung had een document overge
legd waarin een der door hem beschuldig
den, n.l. prof. Markowitsj, ten laste werd
gelegd dat hij op 20 en 21 October 1908
deelgenomen had aan een vergadering van
de club „Slavenski Jug" waarin allerlei
opstandingsplaunen zouden zijn klaar ge
maakt. De professor beweerde evenwel
stijf en strak dat dit een besliste leugen
was en hij op bedoelde datums niet eens
in het land geweest was, maar daarentegen
op reis en te Berlijn. Informatiën werden
ingewonnen bij de Berlijnsche politie en
waarlijk het bleek dat de professor op beide
dagen in de Duitsche hoofdstad had ver
toefd. Onmiddelijk na ontvangst dezer
verklaring stond dr. Friedjung op en ver
klaarde dat tengevolge dit feit, de docu
menten betrekking hebbende op Markowitsj
niet meer kunnen worden staande gehouden.
Daardoor moet gerechtvaardigde twijfel ont
staan aan de echtheid van andere documen
ten, zoodat hij de daarin vervatte beweringen,
die weersproken werden, niet kan hand
haven. Hij verklaarde verder, bij al wat
hij deed, steeds het welzijn van het geheele
vaderland voor oogen te hebben gehad.
De verdediger ran den aangeklaagde
redacteur Ambros legde een soortgelijke
verklaring af voor zijn cliënt. De verdediger
der klagers deelde nu mede, dat zijn cliën
ten niet de veroordeeling van Friedjung
hebben gewenscht of gezocht, maaralleen
de positie der Serbo-Kroatische coalitie voor
de geheele wereld in een helder licht
hebben willen stellenzij werden als hoog
verraders aangezien, en daarom gemeden;
zij wilden doen uitkomen dat dit als laster
moet worden beschouwd. Na de verklaring
van Friedjung, aan wiens goede trouw
geen mijner cliënten ooit heeft getwijfeld,
is het proces voor de aanklagers geëindigd.
Zij trekken dus hun aanklacht in.
De president sprak daarop, zonderverdere
beraadslaging, Friedjung en Ambros vrij.
De voorzitter der jury vroeg toen nog het
woord, om zijn blijdschap uit te spreken
dat het proces zoo geëindigd was. Hij hoopte
dat die uitslag strekken zal tot heil van
het vaderland, en tot verbetering der goede
betrekkingen met de naburige Balkanstaten.
Daarmede was de zaak afgedaan, als een
nachtkaars ging dit opzienbarende politieke
proces uit, wat er evenwel niet minder om
is, waar de zaak zoo liep als ze geloopen is.
TEXEL, 29 DECEMBER 1909.
Van de Kerstdagen.
De Kerstdagen zijn voorbij, doch gaven
wat het weder betreft, niet zooveel reden
tot verheuging. Het ijsvermaak liet op
zich wachten en de gelegenheid tot het
doen van wandelingen werd door den
regentijd, waarin we verkeeren, tot een
minimum beperkt.
Bet genoegen van het Kerstfeest moest
dus voor een groot deel binnenshuis
worden gezocht en wij hebben grond te
vermoeden dat zulks in menig familie
gezin ook wel zal zijn gevonden.
In de bedehuizen werd het Kerstfeest
als naar gewoonte met opgewektheid
herdacht door hen die daaraan behoefte
gevoelden.
Op een der beide Kerstdagen werd in
verschillende dorpen van onze gemeente
het Kerstfeest gevierd met de kinderen
der Zondagsscholen, waarover onze cor
respondenten wel eenige mededeeling
zullen doen.
Aan den avond van den tweeden Kerst
dag werd in hotel Texel de aangekon
digde uitvoering gegeven door de leden
der Rederijkerskamer U. d. I., ten voor-
deele van de kas der Alg. Bewaarschool.
Wij waren niet in de gelegenheid deze
uitvoering te bezoeken, doch naar wij
vernamen hebben de bezoekers een ge-
noegelijken avond in hotel Texel door
gebracht en was de opkomst van publiek
goed te noemen. De leden van U. d. I.
en de leden van het orkest zagen dus
hun moeite wel beloond. Zij hebben een
goed werk verricht.
De Kerstfeestviering met de kinderen
der Zondagsschool aan den Burg, had
Maandagavond plaats. Ook nu weder
dezelfde opgewektheid als vorige jaren.
Na een openingswoord klonk het lied
der gemeente door het kerkgebouw; ver
volgens wisselden vertellingen, lied der
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementspi'ijs per 3 maanden.
Voor riE Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.