N°. 2342, Donderdag 10 Maart 1910. 23ste Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Van week fof week. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der nitgave ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD& DE ROOLT, Parkstraat, Bubg op Texel. LAND WEEK DISTRICT No. XXVII. Oproeping onder de wapenen tot het honden van oefeningen in 1910. L A N DWEER. Vergoeding en ontheffing voor kostwinners. Burgemeester en Wethouders van Texel; Gezien de openbare kennisgeving van hodeD, waarbij de daarin genoemde dienst plichtigen der landweer onder de wapenen worden geroepen Brengen ter kennis van belanghebbenden dat de verzoeken om vergoeding, alsook verzoeken om ontheffing van den werke lijken dienst, als kostwinner de eerste gericht aan Z.E. den Minister van oorlog, do laatste aan H.M, de Koningin moe- ton worden ingeleverd bij Burgemeester en Wethoudors vóór 15 Maart a.s. Overigens wordt ten deze verwezon naar de atzondorlijke op do aanplakborden aan geplakte publicatie betrekkelijk „Kostwin ners" en kunnen zoo nondig nadere inlich tingen worden gevraagd ter gemeentc-secr. Texel, den 5 Maart 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, HIDDINGH. De Secr. RUIBING. NATIONALE MILITIE, Herhalingsoefeningen in 1910. De Burgemeester der gemeente Texel brengt ter kennis van belanghebbenden dat op de gemeente-publicatieborden is aangeplakt eene bekendmaking, ver meldende de verschillende data, waarop in 1910 onder de wapenen moeten komen de lichtingen, korpsen en korps- onderdeelen, die in dit jaar voor het houden van herhalingsoefeningen in wer kelijken dienst zullen worden opgeroepen. Texel, den 7 Maart 1910. De Burgemeester voornoemd, HIDDINGH. BEK ENDMAK IN G. DRA N KWET, Burgemeester en Wethouders der Ge meente Texel, brengen ter openbare kennis, dat op 4en Maart 1910 bij ben is ingekomen een verzoekschiift van CORNELIS BOON van beroep koopman, wonende te den Burg op Texel, om vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein, in de navolgende localiteiten: da voorzaal met buffet en de achteraaal met buffet van het perceel, kadastraal bekend Gemeente Texel Sectie K, No. 1810, plaatselijk gemerkt B 167a, en gelegen aan d6n Koogerweg te dem Burg aldaar. Binnen twee weke» na de dagteekening dezer bekendmaking kan een ieder tegen bet verleenen van deze vergunning schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wethouders inbrengen. Texel, den 7 Maart 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, RUIBING. HIDDINGH. 20 Febr.—3 Mrt. Onze Engelsche buren hebben weer een week vol spanning achter den rug, een week ook vol geruchten over een op han den zijnde crisis, vol gissingen, veronder stellingen, profetiên enz. Nog steeds is het de regeering niet mogelijk geweest zich vast in het zadel te zetten en voor een deel als gevolg van haar houding zelf in zake de Hoogerhuiskwestie. De verklaringen door Asquith daaromtrent in het parlement bevredigden niet alleen de Iersche nationa listen niet doch ook de liberale kamermeer derheid was er niet over tevreden. Er zat geen voldoende kracht in naar hun meening. Toen Asquith in de verkiezingsdagen de bekende redevoering hield in Alberthall had men heel wat meer zelfbewustzijn bij hem opgemerkt. Toen had hij met zooveel woorden gezegd, dat de regeering klaar stond een einde te maken aan de heer schappij der Lords en dat hjj daartoe de vereischte waarborgen van den Koning ver kregen had, n,l. dat deze de Doodige liberale paers benoemen zou. En tegenover die resolute verklaring van Alberthall plaatste men zjjn slappe mededeeling in het parle ment dat hij nog geen waarborgen ver kregen en er zelfs nog niet eeDs om gevraagd had. Er waren er van de libe ralen die riepen dat er verraad in het spel was, terwijl de unionisten in hun vuistje lachten. De volgelingen van Redmond die het lot der regeering haast geheel in handen hebben waren nog meer verstomd clan de liberalen en Redmond stelde de regeering dan ook eenvoudig den eiscb: nog dit jaar een einde gemaakt aan het vetorecht van het Hoogerhuis of we weipen uw regeering ojuver. Een hervorming van het Huis der Lords waarmede Asquith hen had willen paaien, was hen lang niet voldoende. Dat is te begrijpen, öo Iersche nationalisten sturen op Home Rule aan en een hervorming van het Hoogerhuis zou hun plannen wol eens niets vooruit kunnen brengen. Ze wilden daarom zeker heid, dat zoo spoedig mogelijk het voor do Lords onmogelijk zou zijn de wetten door het Lagerhuis goedgekeurd eenvoudig te verwerpen. Ze wilden dan ook alleen het budget der regeering er door helpen indien de regeering de noodige waarborgen gaf dat het vetorecht aan de Lords voor altijd ontnomen zou worden. De regeering talmde met het doen van een toezegging, wat ten gevolge had dat een der Schotsche radicalen met een motie dreigde om het budget niet toe te staan. De toestand was daardoor zeer ernstig geworden en bleek ook door de regeering zoo te worden beschouwd. Asquith had een onderhoud met den Koning en daarna werd een drie-urenlange ministerraad ge houden. Met spanning werd de Kamerzitting van Maandag tegemoet gezien want ver wacht werd dat de toestand dan een wen ding zou nemen, dat de regeering met een verklaring zou komen, die haar redden of haar ten gronde zou richten. Algemeen was de verwachting zeer pessimistisch en men voorspelde dat Asquith en de zijnen hun portefeuilles wel konden inpakken. In de Maandag gehouden zitting heeft de regeering evenwel een verklaring af gelegd, die de ontevredenheid heeft doen bedaren. Asquith heeft de uitdrukkelijke toezegging gegeven dat het Hoogerhuis aan de tand gevoeld zal worden en het vetorecht zal worden ingekort. Eerst moeten evenwel de financieele aangelegenheden van het rijk geregeld wezen en daarna gaat het op de Lords los. Dat zal dan na Paschen zijn. De Iersche nationalisten hebben zich voorloopig met deze toezeg ging tevreden gesteld en ook de liberalen die ontevreden waren toonden zich voldaan. Na Paschen evenwel zal de boter geld kosten en zoowat alle partijen voor spellen dat de regeering van Asquith dan wel een einde zal nemen. Dat moet afge wacht worden. —o—o—o— In de Belgische Kamer heeft het in de afgeloopen week aardig gespookt. Het parlement hield zich bezig met deNieder- Fulbach stichting van wijlen koning Leopold. Zooals de lezer wellicht weet bleek bjj koning Leopolds dood diens ver mogen, volgens het testament, niet meer dan 18 millioen te bedragen. Dat was een klein bedrag, veel kleiner dan men ver wacht had. De oorzaak bleek al spoedig. De koning had het grootste deel van zijn vermogen in drie stichtingen belegd, eens deels om zijn erfgenamen zooveel mogelijk te onterven, anderdeels om zijn bouw plannen ook na zijn dood verwezenlijkt te weten. Later, na zijn sterven, kwam echter aan den dag dat het geld dat de koning in een dezer stichtingen, n.l. in deNieder- Fulbachtstichting, gestoken had, voor het meerendeel niet van hem zelf maar van den Staat was. Tot de schenkingen aan deze stichting gedaan behoorden n.l. een bedrag van 25 millioen Congoleensche waarden, die geen eigendom van den Koning konden zijn omdat hij bij de over dracht der Congo aau den Belgischen staat alle waarden had moeten overdragen. Waar dit niet gebeurd was had de Koning der halve waarden achtergehouden of minder parlementair uitgedrukt, verduisterd. Over die kwestie nu werd de regeering ter verantwoording geroepen want het staat vast, dat deze zich door den koning bij de transactie heeft laten misleiden, of dat zy met den Koning saamgespannen heeft om de 25 a 30 milloen Congoleen sche waarden te verdonkeremanen. Daar koning Leopold zorgvuldig alle desbetreffende boeken had verbrand, bleef niets dan gissen over. Er werd over de kwestie in de Kamer geïnterpelleerd en ofschoon ook het van de doode niets dan goeds zooveel mogeljjk betracht werd toch werd de indruk gewekt dat door Koning Leopold vreemd met de Congoleensche waarden is omgesprongen en ook dat de regeering niet al te nauw lettend de Staatsbelangen in het oog heeft gehouden bij de transactie. —o—o—o— Er pakken zich weer dreigende wolken samen boven den Balkan, naar het schijnt. Niet tusschen Turkjje en Griekenland dreigt thans het onweder doch tusschen Turkije en Bulgarije. De toestand was in deu laatsten tijd niet zoo als hij behoorde te wezen. Eigenlijk is de verhouding sedert de Balkanverwikkelingen van verleden jaar steeds eenigermate gespannen geweest. Dat Bulgarije in de voor Turkije zoo veel bewogen dagen het gewaagd heeft de laatste Turksche banden te verbreken en zich tot een vrij koninkrijk te proclameeren heeft in Konstantinopel kwaad bloed ge zet. De weinig vriendelijke verhouding is in den laatsten tijd evenwel in een be slist vijandige veranderd wat inzonderheid tot uiting kwam in verschillende vecht partijen tusschen Bulgaarsche en Turk sche soldaten aan de grens. In Konstan tinopel schijnt men te vreezen dat Bul garije veroveringsplannen heeft ten op zichte van Macedonië en dat de regeering van de vroegere vazalstaat er op uit is Turkije tot een oorlog te dwingen nu het zijn leger en vloot nog niet voldoende ge reorganiseerd heeft. Het bezoek dat Koning Ferdinand van Bulgarije de vorige week aan Petersburg bracht, heeft aan de zaak ook geen goed gedaan en zelfs eenige op gewondenheid in Konstantinopel veroor zaakt. Intusschen het spant er tusschen de Porte en de regeering van den vroegeren Tuikschen vazalstaat en dat blijkt wel inzonderheid uit het feit, dat de Turksche gezant bij het Bulgaarsche hof, den minister van buitenlandsche zaken te Sofia liet weten, dat Turkije in het voortbestaan van het gewapend conflict aan de Turksche grens een casus belli (aanleiding tot oorlog) zou zien. Hij dwong er bij de regeering op aan, dat generaals ter plaatse zouden gezonden worden om de troepen te kal- meeren. Wat de uitwerking van deze verklaring zal zijn moet afgewacht worden. —o—o—o— Tibet China. Een nieuw onderwerp dat in de afge loopen week onze aandacht kwam vragen en onzen blik naar het Verre Oosten deed richten. 't Klinkt haast verrassend: China heeft den oorlogsfakkel doen vlammen, of beter gezegd bet heeft een expeditie uitgezonden om rebelsche onderdanen in den vreemde te tuchtigen. Een navolging van hetgeen de Westersche Staten geregeld doen en een bewijs dat de Wesiersche invloed zich ook gelden laat in het Hemelsche rijk. China is dus ten oorlog uitgetrokken maar tegen een zwakken Staat, tegen Tibet, een priesterstaat zonder soldaten, geweren, kanonnen en oorlogstuig. Vroeger wist men zoo goed als niets van dien vreeddzamen priesterstaat, dan alleen dat het een hooge ligging had en het er 's winters verbazend koud was. De Engelschen hebben in 1904 evenwel er eens een expeditie heengezonden die tot in Lhassa, de hoofdstad, doordrong en heel wat te vertellen had over een moeilijke reis, ontbering en koude, tegenstand der bevolking en ook van den halfgod, den priester koning die er den scepter voerde. Later ging de bekende reiziger Sven Hedin op stap naar Tibet en deze wist er veel bijzonderheden van te vertellen zooals onze lezers die tijdschriften lezen zich van een vorig jaar nog wel zullen herinneren. De Engelschen hadden nu eenmaal het land verkend en natuurlijk behoorde het een bestemming te hebben. En overmits er geen goudmijnen en diamantvelden zooals in Afrika werden gevonden, had het er zelf geen belang bij en om kort te gaan aan China werd Tibet cadeau gegeven. Maar de Tibetanen moeten van die „bescherming" zooals bet in officieele diplomatentaal heet, niet veel hebben en zoo is het gekomen dat China er een leger heeft moeten heenzenden om de Tibetanen gehoorzaamheid te leeren. De Delai Lama de aangebeden priester-koning, die zelf nog over geen Chineesch leger beschikken kan heeft nu de wijk genomen naar Engelsch-Indië om daar bescherming te vragen. En China treedt op als veroveraar. TEXEL, 9 MAART 1910. Leziug over de Openbare School. Zaterdagavond werd door de afdeeling Texel van het Nederlandsch Onderwijzers genootschap en het departement van het TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor de Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertentiën. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. De Burgemeester van Teiel maakt bekend, dat de in hot Landweer-verlofgangers ïegister dezer gemeente ingeschreven dienstplichtigen der Land weer, behoorende tot de hieronder genoemde lichtingen en wapens, bij deze voor den tijd van zes dagen, krachtens artikel 11 der Landweerwet in 1910 tot het houden van oefeningen onder de wapenen worden geroepen, en dat zij zich daartoe moeten aanmelden op den dag, op het uur en op de plaats, hieronder vermeld LICHTINGEN 1905, 1906, 1908 en 1909. In/anterie, 9 Mei 8 uur voorm. Nieuwediep aanlegplaats boot. Vesting-Artillerie, 27e compagnie 3 Oct, voor 9.30 voorm. Art. Kazerne Helder. Ale compagnie 10 Oct. vcor 12 uur middags Art. Kazerne Helder Pordeniers, le compagnie 25 Juli, 2e compagnie 8 Aug. Pontennierskazerne te Dordrecht, Genietroepen, LICHTING 1905 en 1906, le 2e 3e en 4e Comp. 27 Juni. u 1908 en 1909 als voren 11 Juli. Legerplaats bij Zeist. 1905 en 1908 5e comp. 23 Mei. ii 1906 en 1909 5e comp. 30 Mei. Geniekazerne Utrecht. Voor de Pontonniers en Genietroepen is de aanmelding op gemelde datums vóór 12 uur middags af zoo spoedig mogelijk daarna, Tot de le 2e 3e en 49 comp. Genietroepen behooren zij die in liet Leger niet geoefend zijn bij een der Telegraafeompagniën. Tot de 5de comp. behooren alle dienstplichtigen, die in het leger zijn geoefend bij een der Telegraofcompagniéa. De opgeroepen verlofgangers zullen zorg dragen dat zij, ieder op den voor zijn wapen of onderdeel aangegeven dag, in uniform gekleed en voorzien van de hun uitgereikte klecding- en uitrusting stukken, wapenen en lede rgoed en van hun zakboekje, zich aanmelden op den hiervoren voor elk wapenen of elk onderdeel van een wapen en voor elke lichting aangegeven tjjd en plaats. De verlofganger van ae Landweer, die niet voldoet aan eenc oproeping onder de wapenen of voor den werkelijken dienst, wordt als deserteur behandeld, nadat tot zijne afvoering als deserteur door den Minister van Oorlog de last is verstrekt. De verlofganger, die zich niet tijdig op de aangegeven plaats van opkomst aanmeldt, maakt zich strafschuldig. Het niet ontvangen eener hoofdelijke oproeping ontheft den verlofganger geenszins van zijne verplichting tot opkomst in werkelijken dienst, daar deze openbare kennisgeving EENIG en ALLEEN als bewijs geldt, dat hij behoorlijk is opgeroepen. Voor bijzonderheden, betreffende het vervoer, het overnachten buiten de kazerne en het in aanmerking komen voor ontheffing of geldelijke vergoeding, op grond van kostwinnerschap, alsmede voor do bepalingen welke gelden, in geval ziekte de opkomst mocht verhinderen, wordt verwezen naur de bekendmakingen, welke zijn aangeplakt op de gemeentelijke publicatiebordèn. Zoo noodig kunnen nadere inlichtingen mon deling ter gemeentesecretarie worden gevraagd, eiken werkdag tusschen 9 uur voorm. cta 2 uur nam. Texel, den 2 Maart 1910. De Burgemeester voornoemd, HIPPING.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1910 | | pagina 1