N°. 2364. Donderdag 26 Mei 1910. 23ste Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Van week tof week. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der nitgave ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD& DE R O O IJ, Parkstraat, Burg op Texel. NATIONALE MILITIE. Oproeping van verlofgangers onder de wapenen. De Burgemeester van Texel maakt bekend, dat de in deze Gemeente gevestigde ver lofgangers, wier namen hieronder zijn ver meld, bij deze, ieder tegen het acher zijnen naam aangegeven tijdstip, krachtens art. 111 der Militiewet 1901 onder de wapenen worden opgeroepen Lichting 10e Reg. Infanterie. Helder. 1909 Vliet van der, Adrianus 16 Juni le Reg. inf. Assen. 1903 Willems, Hendrik 12 Sept. VERKIEZING PROVINCIALE STATEN. De Burgemeester der Gemeente Texel brengt hiermede ter openbare kennis, dat op DINSDAG den 7 JUNI aanstaande, zal plaats hebben de verkiezing van 2 leden ran de Provinciale Staten van Noordholland in het Kiesdistrict Helder, waartoe deze Gemeente behoort; dat op dien dag, van des voormiddags negen tot des namiddags vier uren, ter Secretarie bij den Burgemeester der Ge meente Helder (hoofdplaats van het kies district kunnen worden ingeleverd; opgaven van Candidaten, als bedoeld in artikel 51 der Kieswet en artikel 8 der Provinciale wet. Deze opgaven moeten inhouden den naam do voorletters en de woonplaats van den can- didaat en ondorteekend zijn door ten minste 40 kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing. De inlevering dezer opgaven moet geschie den persoonlijk door één of meer der perso nen, die de opgaven hebben onderteekend. Do candidaat kan daarbij tegenwoordig zijn. Van de inlevering wordt een bewijs van ontvangst afgegeven. Formulieren, voor do opgaven boven- vorraeld, zija tor Secrotario dezer Gemeente kosteloos verkrijgbaar van den 1 Juni 1910 tot en met den dag der verkiezing. De Burgemeester brengt hierbij in her innering artikel 151 der Kieswet, luidende nis volgt Hij, die eone opgave, als bedoold in artikol 51 inlevert, wetende dat zij is Toorzion is van handteokoningen van per nonen, die niet bevoegd zijn tot deelneming non de verkiezing, waarvoor do inlovering geschiedt, torwijl zonder die handteeke- ningen geen voldoend aantal voor eene Wottige opgave zou overblijven, wordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste honderd twintig gulden. Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende dat hij niet bevoegd is tot deel neming aan de verkiezing, eene voor die verkiezing ter inlevering bestemde opgave, bedoeld bij artikel 51, heeft onderteekend. Texel, den 24 Mei 1910. De Burgemeester voornoemd. W. F. HIDDINGH. 14—21 Mei. De veel besproken komeetkracht van 18 op 19 dezer is zonder de door sommigen gevreesde gevolgen gepasseerd. De geleer den zullen wel gelijk hebben als ze be weren dat onze aarde door de staart van den komeet van Halley gegaan is, maar we hebben er niets van kunnen bemerken. Trouwens, we hebben het ons er ook niet heel druk over gemaakt, wat elders in het buitenland wel het geval blijkt te zijn geweest. Wij kalme Hollanders laten ons in den regel niet zoo heel gauw uit onze gewone doen brengen. Wel zullen we met belangstelling volgen al wat ons over de reis van den hoogen bezoeker in de bladen verteld wordt, en ook zullen we in de eerste avonden den blik nu en dan eens naar den hemel richten om te zien of de komeet er werkelijk is, maar overigens kunnen we onze gedachten niet lang het genoegen schenken in hooger sfeeren te vertoeven. Er is in ons onder- komeetsche te veel dat om onze aandacht vraagt. Ook in de afgeloopen week hadden onze gedachten wel wat anders te doen dan zich enkel bezig te houden met de vraag of do hooge bezoeker zich genadiglijk aan ons wilde vertoonen. De afgeloopen week kan voor ons, overzichtschrijvers met recht een drukke week genoemd worden. Zoowel in binnen- als buitenland waren belangrijke aangele genheden die onze aandacht in beslagnamen Ten onzent waren er allereerst de be langwekkende zittingen der Tweede Kamer Belangwekkend omdat het bekende enquête- voorstel inzake de z. g. „lintjeskwestie" aanhangig gemaakt door den heer Troelstra, aan de orde was. De Kamer heeft thans twee dagen lang over het voorstel gepraat, maar de be slissing is nog niet gevallen. Dat neemt evenwel niet weg, dat al vast voorspeld mag worden dat er van de enquête niets zal komen. Vergissen wo ons niet dan zal het voorstel door de rechterzijde met hulp der oud-liberalen verworpen worden. De rechterzijde wil de enquête niet, meent dat Dr. Kuyper op z'n woord geloofd moet worden en de eereraad de donkerheden die er nog zijn wel zal ophelderen en de oud liberalen achtten volgens de verklaring van hun woordvoerder, den heer de Beaufort een enquête niet meer noodig omdat ze er alles van weten en het hun niet lust „verder in het slijk te wroeten". Terecht is deze houding der laatsten vernietigend voor Dr. Kuyper genoemd. Ook hetgeen mr. Troelstra over de zaak zei was ver nietigend voor Dr. Kuyper en zijn partij. 't Is voor dezen oud-minister dan ook een allesbehalve voordeelige week geweest. Zelfs zijn medestanders hebben zich niet voor hem in het vuur begeven. De enkele sprekers der rechterzijde hebben zijn zaak heusch geen goed gedaan. De van weinig vertrouwen getuigende redevoering van den woordvoerder der Chr. historischen en de zonderlinge rede van den in den laatsten tjjd nogal op den vooigrond getreden'mr. de Jong, neen we gelooven niet dat de positie van den J eider der antirevolutionairen er sterker door geworden is. Het voorstel-Troelstra zal vrij zeker ver worpen worden, doch dat de rechterzijde daardoor Dr. Kuyper een grooten dienst zal bewijzen, betwijfelen we. O. i. zou het aanvaarden der enquête beteekenen een wapen minder bij de tegenstanders. —o—o—o Nog een andere zaak kwam in de af geloopen week om onze aandacht vragen. Baron van Heeckeren, het Eerste Kamerlid, dat voor eenigen tijd zooveel van zich spreken deed, heeft door een nieuwe nota over de bekende kwestie van een buiten- landsche inmenging in zake onze onaf hankelijkheid, wat leven in de politieke brouwerij gebracht. Intusschen, de nieuwe nota heeft over 't algemeen niet veel in druk gemaakt. Er is geen meerder licht ontstoken over de zaak zelf, alleen kan gezegd worden, dat de heer Van Heeckeren zijn pertinente beweringen van onlangs staande hield en dat door hem een feilen aanval werd gedaan op onzen minister van buitenlandsche zaken. Of hij met dit laatste veel heeft gewonnen, moet worden betwijfeld. Evenmin is te verwachten dat de nota op de Eerste Kamer veel indruk zal maken, te meer waar de heer Van Heeckeren in gebreke is gebleven, de namen te noemen van de in zijn eerste nota gesignaleerde hoogwaardigheidsbe- kleeders, die evenals hij van de vreemde inmenging geheel op de hoogte heetten te zijn. —o—o—o— Van de buitenlandsche aangelegenheden was het wel inzonderheid de troonsver- wisseling in Engeland, die onze aandacht kwam vragen. De groote bladen wijdden daaraan breedvoerige beschouwingen. Engelands hoofdstad was in de afgeloopen week het centrale middelpunt waarop de aandacht der geheele beschaafde wereld zich concentreerde. Mede door het feit dat verschillende gekroonde hoofden daar heen hun schreden richten om de laatste eer te bewijzen aan den overleden Koning. Onder deze hooge personages werd zelfs Keizer "Wilhelm aangetroffen die niet na wenschte te laten persoonlijk het overschot van zijn oom een laatsten groet te brengen. Dinsdag is 's Konings lijk vaD het sterf huis, het Buckinghampaleis overgebracht naar de vermaarde Westminster Hall. Dit leverde een aangrijpend schouwspel op. Den geheelen weg was door een breede hang van soldaten afgezet, terwijl overal met kwistige hand rouwfloers was aan gebracht. Na de overbrenging had in het gebouw een plechtige lijkdienst plaats, ge leid door den aartsbisschop van Canterbury waarbij de leden van Hooger- en Lagerhuis zich ter weerszijden van de katafalk hadden opgesteld. In Westminster Hall heeft het overschot van den dooden Koning tot Vrijdag ver toefd, terwijl het publiek voortdurend daar langs heen trok om den gestorvene een laatsten groet te brengep. Honderd-duizenden maakten gebruik van deze gelegenheid. Vrijdag had de plechtige en indrukwek kende begrafenis plaats, nadat het lijk van Londen naar de graftombe te Windsor was overgebracht. Tal vau staatshoofden, o. a. Keizer Wilhelm, de Koningen van Spanje, Portugal, Noorwegen en Denemarken be nevens een aantal kroonprinsen en andere hoogwaardigheidsbekleeders waren in den stoet. Het moet een aangrijpend, overwel digend schouwspel opgeleverd hebbon, die koninklijke begrafenis. Thans rust het overschot van den dooden Koning eenzaam in de graftombe van Wind sor, overdekt met een schat van bloemen. Bloemen die nóg versch zijn, maar spoedig zullen verwelken. En met het verwelken der bloemen zal ook het beeld van den Vorst verbleeken, dat thans nog in het schoone gewaad van goede hoedanigheden de natie voor oogen staat. Eduard VII is van het wereldtooneel verdwenen, de klokken hebben hem uitgeluid, d6 ka nonnen hem hun dreunende afscheids groeten gebracht, staatshoofden en tal van hoogwaardigheidsbekleeders hebben zich geschaard in stille ontroering rondom zijn zielloos overschot, maar thans rust hij in de stilte van het graf. En al gaan ook nog in de eerste dagen de gedachten naar hem uit en al leeft nog eerst de herinnering aan de overweldigende begrafenis-plechtigheid voort in het hart van duizenden, het zal slechts voor kort6 oogenblikken zijn omdat 't leven en de werkelijkheid de aandacht onverbiddelijk opvragen. Ook omdat hetgeen voor ligt de gedachte vraagt. Een der eerste gedachten van het En- gelsche volk is wel, wat Koning George, de nieuwe Vorst zal zijn. En men heeft hoopvolle verwachtingen van hem, die als Prins van "Wales reeds in breeden kring bemind en die door zijn kennis en zijn vele studiereizen toegerust was om den koningsschepter te aanvaarden. Moge het den nieuwen jeugdigen Vorst gegeven zijn het Engelsche volk in vr6de en voorspoed te regeeren en moge zijn streven om den Europeeschen vrede te bestendigen even onvermoeid zijn als dat van zijn voorganger! 't Is al eenigen tijd geleden dat we de aandacht onzer lezers vestigden op de gebeurtenissen die in het verre Oosten plaats grepen. Thans behooren we daaraan weder eens eenige regels te wijden, omdat naar het schijnt de toestand van Turkije zoo langzamerhand allesbehalve benijdens waardig is geworden. Zooals de lezer weet is het de Porte tot nog toe niet mogen gelukken de opstand in Albanië te onder drukken: Integendeel het verzet blijkt zelfs nog zeer ernstig te zijn, In de afgeloopen week werd weder op verschillende plaatsen hardnekkig gevochten, waarbij als men de berichten gelooven mag de opstandelingen telkens verslagen werden, maar het feit dat ze telkens weder nieuwe troepen in het veld brengen bewijst, dat ze den moed nog niet verloren hebben. De Porte schijnt dan ook geenszins gerust te zijn en ze heeft de bekende generaal Sjefket pasja naar Albanië gezonden om met kracht van wapens de opstandelingen tot gehoorzaam heid te brengen. Of dit aan dezen gelukken zal moet de tijd nog leeren. Dat men in Konstantinopel intusschen over den langen duur van den opstand slecht te spreken is behoeft geenszins ver wondering en dat daardoor de allesbehalve aangename positie der jeugdige regeering nog moeilijker wordt evenmin. Er is bovendien nog een anderekwestie die de gemoederen in Turkije in beroering brengt, en dat is n. 1. de oude Kretenser- kwestie. De Kretensers willen zich nog maar volstrekt niet schikken naar de aan wijzingen van de mogendheden. Ze hebben zich nu eenmaal in het hoofd gezet Griek- sche onderdanen te worden en trots alle protesten en dreigementen van Turkije en de mogendheden blijven ze er bij. De kwestie is thans weer eens bizond6r dringend geworden, doordat bij de opening TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor i>b Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. De opgeroepen verlofgangers zullen zorg dragen dat zij zich, ieder op den voor hem aangegeveD dag, in uniform gekleed en voorzien vad hun ver lofpas (zakboekje), alsmede van al de bij hun ver trek met groot verlof medegegeven voorwerpen van kleeding en uitrusting, bij hun korps aan melden, en wel le. zij, die woonachtig zijn in de plaats van opkomst, uiterlijk te 8 uur voormiddag; 2e. zij, die woonachtig zijn binnen 20 kilo meter van de plaats van opkomst, uiterlijk te 10 uur voormiddag 3e. de overige verlofgangers, voor zoover zij biunen het Rijk gevestigd zijn, op zoodanig tijd stip, dat zij zich op den dag, voor de opkomst bepaald, met het eerstvertrekkend openbaar mid del van versneld vervoer van hun woonplaats ot naaste station naar de plaats van opkomst moeten begeven, en, voor zooveel zij buiten het Rijk gevestigd zijn, voor 4 uur namiddag. Hij die zonder geldige reden niet voldoet aan deze opneping wordt, na daartoe verstrekte last van den Minister van Oorlog als deserteur afge voerd. Hij die zonder geldige reden zich te laat tyj het korps aanmeldt, maakt zich strafschuldig. Het niet ontvangen van een afzonderlijke oproe pingsbrief ontheft een verlofganger, zoo deze althans binnen het Rijk verblijf houdt, geenszins van zijne verplichting tot opkomst in werkelijken dienst, daar ae openbare kennisgeving BENIG en ALLEEN als BEWIJS geldt, dat hij behoor lijk is opgeroepen. Texel, den 20 Mei 1910. Do Burgemeester voornoemd, HIDDINGH. VOOR DE O0—0

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1910 | | pagina 1