N°. 2392.
Donderdag 1 September 1910,
2&ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Van week tot week.
idvertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave
TEXELSCHE COURANT.
Uit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden-
Voor he Bckg 30 Cts. Franco per post door ge-
beel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verliooging der porto's.
Prijs der Advertentién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD& DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
IX MEMORIAM.
Na eene langdurige ongesteldheid
ontviel den 28 dezer aan onze firma,
door overlijden, onze medewerker
de Heer W. J. LANGEVELB Pz.,
Venn, der firma Lange veld de Rooij.
De overledene was medeoprichter
van onze firma en gedurende ruim
23 jaren werkten wij te zamen in de
meest vriendschappelijke verhouding
aan den bloei van: onze zaak. Het
laatste jaar zijns levens, moest de
overledene zich voor een groot deel
aan de werkzaamheden der zaak ont
trekken, tengevolge de ongeneeselijke
kwaal welke hem ten grave sleepte.
Toch wijdde hij ook in die dagen,
waar hem zulks mogelijk was, zich
aan de belangen der zaak.
Is zijn heengaan gewis een groot j
verlies voor zijn verwanten, ook mij
stemt zijn heengaan droevig, na de
ruim 23-jarige samenwerking, waarin
men elkander leert kennen en waar-
deeren.
De dood verloste hem van zijn vaak
ondragelijk lijden. Hij ruste zacht 1
De zaak zal voorhands door mij
alleen, onder dezelfde firma worden
voortgezet.
A. DE ROOIJ.
Firma Langeveld de Rooij.
INVORDERING
'S KIJlvS DIRECTE BELASTINGEN.
De Burgemeester der Gemeente Texel
maakt bekend, dat het kohier no. 2 dei-
belasting op bedrijfs- en andere
inkomsten over het dienstjaar 1910/1911
invorderbaar verklaard op den 25
Aug. 1910 aan den Ontvanger ter in
vordering is ter hand gesteld en ieder
daarop voorkomende belastingschuldige
verplicht is zijnen aanslag, op den bij
de wet bepaalden voet te voldoen.
Texel, den 29 Augustus 1910.
De Burgemeester voornoemd,
W. F. HIDDINGH.
KA A DS VERG A DEK ING.
Do Burgemeester der Gemeente Texel;
Gelet op nrt. 41 der Gemeentewet
Brengt naar aanleiding daarvan, ter
kennis van de ingezetenen, dat eene ver
gadering van den Gemeenteraad is belegd op
Zaterdag den 3 September 1910,
des voormiddags te IOV2 ure in de daarvoor
bestemde zaal ten Raadhuize dezer Ge
meente.
Texel, don 30 Augustus 1910.
Do Burgemeester van Texel,
W. F. L1IDDING1I.
Onderwerpen ter behandeling
1. ffiededeelingen. Ingekomen stukken.
2. Aanbieding begrooting uan hetfllgemeen
Armbestuur uoor 1911.
3. Aanbieding gem. begrooting, dienst 1911.
4. Vaststelling gem.-rekening ouer 1909.
5. Benoeming onderwijzeres aan de OL. S.
ffi. U. L. te den Burg.
6. Vacalure ge;n.-geneesheer te de Cocksd.
7. Verzoeken om afschrijuing uan plaat
selijke belastingen.
20—27 Aug.
De vacantietijd is zoo goed als achter
den rug. Voor velen hebben de vacantie-
genoegens reeds weder een einde genomen
en anderen staan gereed binnen enkele
dagen weer in den tredmolen van het
alledaagsche werkleven terug te keeren.
Nog slechts een paar dagen scheiden ons
van de maand met de r, van September,
de herfstmaand.
Ook de komkommer onaangenaamheden
die waarlijk niet zoo heel groot waren dezen
zomer, hebben een einde genomen,
vooral nu als een lekker journalistiek -
kluifje het rapport van Dr. Kuyper's Eere-
raad ter tafel gebracht is.
De Commissie van onderzoek, bestaande
uit de heeren Van Swinderen, H. J. Kist
en Van Karnebeek, heeft haar onderzoek
inzake de z. g. „Lintjeskwestie" geëindigd
en de resultaten daarvan neergelegd in een
rapport dat aan den voorzitter der Eerste
Kamer, baron Scbimmelpenninck van der
Oye, die zooals men weet op verzoek van
Dr. Kuyper den Eereraad samenstelde,
toegezonden en gepubliceerd werd.
De conclusie van de Commissie luidt kort
samengevat, dat de corruptie waarvan Dr.
Kuyper beschuldigd werd, niet bewezen is.
Het bewijs dat er tusschen het geld voor
de partijkas en het lintje van Lehman
verband zou bestaan, is niet gebleken. Ten
opzichte van den gedecoreerden Lehman
gaat Dr. Kuyper vrij uit. Iets anders is
echter het geval ten opzichte van diens
broeder, waarvan Dr. Kuyper geld ontving
voor de partijkas en die daarna voor een
decoratie werd voorgedragen. Al wordt in
het rapport daarop ook de aandacht geves
tigd, toch ziet de Eereraad er geenszins
corruptie in.
Zooals te verwachten was heeft de pers
zich de laatste dagen hoofdzakelijk met dit
rapport bezig gehouden.
De bladen der linkerzijde achten den
inhoud eerder bezwarend dan verlichtend
voor Dr. Kuyper. Ook een paar katholieke
bladen zijn door het rapport geenszins
bevredigd. De andere bladen der rechter
zijde, voorzoover zij zich uitspraken zieu
in het rapport een rehabilitatie van Dr.
Kuyper.
—0—0—0—
De Duitsehe sociaal-democratische partij
dag begint met rassche schreden te naderen
en de gewestelijke afdeelingen bereiden
zich reeds voor. De hoofdschotel zal de
„Badensche kwestie" zijn of m. a. w. de
houding der Badensche Lauddag afgevaar
digden, die de stoutheid hebben begaan
hun stem aan de begrooting te geven en
den groothertog eenige vriendelijke atten
ties te bewjjzen.
Dezer dagen nu hebbeu de Badensche
sociaal-democraten vergaderd en hadden
deze te oordeeleu over de houding hunner
afgevaardigden. Na lange en soms heftige
debatten, kregen deze evenwel hun votum
van vertrouwen. In alle opzichten werden
deze door de vergadering ia het gelijk
gesteld.
Met 136 tegen 36 stemmen werd het
stemmen der partijgenooten voor de be
grooting goedgekeurd, het Neurenburger
besluit, dat verwerping van alle burgerlijke
begroeiingen eischt, onhoudbaar genoemd
eu de weusoh uitgesproken, dat het congres
te Maagdenburg dat besluit zou herroepen.
Voorts werden de afgevaardigden uitge-
noodigd huu mandaten niet ter beschikking
te stellen.
Verder werd een voorstel om den gang
naar bet Badensche hof te veroordeelen,
met 133 tegen 45 stemmen verworpen en
met 153 tegen 24 stemmen besloten in het
vervolg geen huishoudelijke zaken meer
in het openbaar te behandelen.
Ook iu de vergadering der Hessische
sociaal-democraten, die te Giessen gehouden
werd, is de kwestie besproken. Met 48 tegen
30 stemmen sprak de vergadering als haar
meening uit, dat het Neurenburger besluit
niet kan gehandhaafd worden. De meerder
heid verklaarde, dat over het aannemen
of verwerpen der begrooting door de partij
genooten in de verschillende Bondsstaten
zelf moet worden beslist en de uitspraak
daarover geenszins bij het Congres mag
berusten.
Naar gemeld,, wordt zal op het Congres
te Maagdenburg de Badensche kwestie door
Beöel zelf onderhanden worden genomen.
'tZal stellig een heete strijd worden.
0—0—0
De Duitsehe bladen hebben in de afge-
loopen week lange verslagen en beschouwin
gen kunnen wijden aan de verheffing van
Posen, de hoofdstad der Pruisische Oostmark
tot residentiestad. Met groote praal toch
werd het nieuwe in Romaanschen stijl
gebouwde Keizerlijke paleis aan zijn be
stemming gewijd, waarvoor de Keizer en
zijn familie ter plaatse aanwezig waren.
Het nieuwe paleis zal duurzaam betrok
ken worden door 's Keizers tweeden zoon,
prins Eitel Fritz, als een bewijs, zooals het
officieel heette, dat de Oostmark met de
Pruisische Kroon verbonden is en blijft.
Met belangstelling werd naar de wijdings
plechtigheid uitgezien, omdat bekend was
dat de Keizer daarbij een redevoering zou
houden. En juist van die redevoering ver
wachtte men iets bijzonders, een verrassing
voor de Poolsche bevolking. Zooals men
weet hebben de Polen heel wat grieven
tegen de Duitsehe regeering. Zemeenenin
hun rechten en vrijheden te kort te worden
gedaan, inzonderheid door het verbod om
de Poolsche taal te onderwijzen en in
officieele geschriften of vergaderingen te
bezigen. De strijd tusschen de Polen en de
Duitschers duurt al lang en beide doen
hun best hun invloed in de Oostmark te
versterken. De pogingen der Polen daartoe
worden echter stelselmatig door de regeering
tegen gewerkt en zooals men zich zal her
inneren heeft Von Bulow destijds gemeend
een Polenwet tot stand te brengen, waarbij
de Staat Poolsche goederen onteigenen kan
etc. Die wet is evenwel nog nimmer toe
gepast en de huidige regeering schijnt wat
verdraagzamer te zijn geworden in den
laatsten tijd. Trouwens de Polen hebben
ook niet zooveel last veroorzaakt als vroe
ger wel eens het geval was en het feit dat
hun vertegenwoordigers in den Rijksdag
destijds de belastingontwerpen mee tot
stand gebracht hebben, schijnt ook niet
zonder invloed op de regeering te zijn
gebleven.
Daar nu bekend was, dat de Keizer te
Poseu eeu redevoering zou houden en
„men" wist te vertellen dat Von Bethmann
Heilweg medegewerkt had aan het opstellen
van de tekst der redevoering hoopte men
dat de Keizer thans officieel een genadiger
behandeling der Polen in uitzicht stelleu
zou. Maar„es halte so schön geweseD,
hot bat nicht sollen sein". De verwachtte
verrassing is niet gekomen. Wel heeft de
Keizer heel veel vriendelijkheden over de
provincie en de bevolking gezegd, maar
de politiek roerde hij met geen enkel woord
aan.
Nu, die vriendelijke woorden hadden de
inwoners van Posen ook wel verdiend,
want ze hadden niets onbeproefd gelaten
de Hooge Gasten een vriendelijk onthaal
te bereiden. De stad was in feestdos en
zelfs tal van Polen hadden van 6en goede
gezindheid jegens den Keizer blijk gegeven
door aan de versiering mee te doen. Overal
waar de Keizerlijke familie zich vertoonde
werd ze geestdriftig toegejuicht.
Al kon de Keizer dan ook geen „verras,
sing" brengen, toch is het ni6t onmogelijk
dat de feestelijke aangelegenheid de ver
houding tusschen Polen en Duitschers ver
beteren zal.
—0—0—0
Maakten we hoven melding van een
nieuw Keizerlijk paleis, ook van een nieuw
Koninkrijk valt iets mede te deelen. Bedoeld
Koninkrijk is Montenegro, dat tot nog toe
een Vorstendom was. Vorst Nikolaas her
denkt in deze dagen hoe hij een halve
eeuw geleden het bewind over het land en
het volk der Zwarte Bergen aanvaardde en
bekwam van de mogendheden vergunning
om bij deze feestelijke gelegenheid het
vorstendom tot Koninkrijk te verheffen,
den vorstelijken zetel door een Konings
troon te vervangen.
In een plechtige zitting van de Skoeptjina
is deze verheffing geproclameerd en daar
door is de laatste en tevens de oudste der
Bulkanstaten in rang gelijk gesteld met
de anderen.
Er wordt in deze dagen te Cettinje op
grootsche wijze feest gevierd, een drievoudig
feest, n. 1. dat van de verheffing van Mon
tenegro tot een Koninkrijk, het 50-jarig
regeeringsjubileum van den heerscher en
tevens diens gouden bruiloft.
De Montenegrijnen houden van hun ge
bieder omdat hij een groote rol gespeeld
heeft in de geschiedenis van zijn land en
in den strijd voor diens vrijheid steeds
vooraan gestaan heeft en daarbij voor de
dappere Zonen der bergen een voorbeeld
van dapperheid was. Wel wordt verluidt
dat de vorst onder een deel der aanzienlijken
niet zeer gezien is en dat aan het hoofd
van dezen de Kroonprins staat, die niet al
te best met zijn vader overweg kan, doch
het volk hangt den grijzen vorst en ge
bieder aan.
Naar gemeld wordt is slechts een der
Europeesche mogendheden niet zeer inge
nomen met de verheffing van Montenegro
tot Koninkrijk. Dat is n. 1. Servië waar
men den droom van één groot Servisch
rijk met Belgrado tot middelpunt, niet los
wil laten. Koning Peter van Servië, die
anders nog wel de schoonzoon is van
Koning Nikolaas, volgt dan ook niet het
voorbeeld der andere Balkanvo'rsten om in
Cettinje deel te nemen aan de feesten.
Dat deze er evenwel minder opgewekt om
zullen zijn is niet te denken.
—0—0—0—
Tegelijk haast met de verheffing van
Montenegro komt het bericht van de
annexatie van Korea de opkomst van
een nieuw Koninkrijk de ondergang
van een eeuwenoud Keizerrijk.
Slechts in een paar woorden bracht de
Telegraaf dezer dagen zeer laconiek de
tijding „de annexatie van Korea heeft
plaats gehad", en daarmee was een feit
geworden wat lang reeds voorzien was.
Het Land der Morgenkoelte was sinds de
jongste oorlog tusschen Rusland en Japan
aangewezen een deel te worden van het
Laud der Morgenzon. De annexatie van
Korea was destijds de inzet van de bange
worsteling waarin Japan overwinnaar werd.
Sedert den vrede van Portsmouth heeft
Japan dan ook gedaan alsof het geheel
heer en meester was van het achterlijke